Vrijgekomen verkrachter moet ver weg van Fatima gaan wonen
ANTWERPEN (HOBOKEN)
De
Antwerpse kortgedingrechter verplichtte dinsdag een pervert die zich
jarenlang vergreep aan zijn schoonzus Fatima (33) en haar zevenjarige
dochtertje, te verhuizen en sprak een straatverbod uit binnen een
straal van 2,5 kilometer. Rechter Lambrechts oordeelde dat Hamid B.
(46) het grondwettelijk recht op veilig wonen heeft geschonden, door na
zijn gevangenisstraf provocerend op enkele deuren van zijn slachtoffers
te gaan wonen. De rechter riep het gebied met een straal 2,5 km rond
het huis van de slachtoffers uit tot verboden gebied voor de
zedendelinquent. Telkens als hij zich in die verboden zone waagt, moet
hij een dwangsom van 1.000 euro betalen.
Hamid
werd in 2003 tot vier jaar effectieve celstraf veroordeeld voor de
meervoudige en gewelddadige verkrachting van zijn schoonzus Fatima en
haar minderjarige dochtertje. De dader woonde op enkele deuren van zijn
slachtoffers, in de Steynstraat in Hoboken. Telkens Hamid wist dat de
man des huizes afwezig was, drong hij binnen en dwong hij Fatima en
haar dochtertje tot de meest gruwelijke en pijnlijke seksuele
handelingen.
Impliciete verplichting om te verhuizen
Hamid B. zat zijn celstraf volledig uit. In oktober 2006 kwam hij
vrij. Meteen vestigde hij zich in dezelfde Steynstraat, op zes
huisdeuren van zijn slachtoffers. Hij staat ze de hele dag in de deur
aan te staren wanneer ze voorbij komen. Sinds hij opnieuw in de buurt
woont, leeft het hele gezin in angst. En Fatima vreest dat haar man en
broer de dader iets zullen aandoen. Als zij 's ochtends haar dochtertje
naar school brengt, staat hij ze aan zijn deur op te wachten. Moeder en
dochter doen elke dag een hele omweg om niet voorbij zijn deur te
moeten lopen.
Hugo Coveliers en Liliane Verjauw, de advocaten van de slachtoffers,
waren naar de kortgedingrechter gestapt in een ultieme poging om
verkrachter Hamid B. te verplichten om te verhuizen. Met succes. "In de
grondwet staat dat iedereen het recht heeft om veilig en rustig te
wonen. We hebben geargumenteerd dat dat grondwettelijke recht van de
slachtoffers is geschonden door het feit dat de dader zo dicht in hun
buurt is komen wonen", zegt Coveliers. De rechter volgde hem in die
redenering. De dader mag zijn straf dan wel volledig hebben uitgezeten,
op burgerlijk vlak is hij immers nog steeds verantwoordelijk voor de
gevolgen van zijn daden. De rechter verplicht hem impliciet om te
verhuizen.
Hiaat in de wet
In 2003 kregen de slachtoffers fikse schadevergoedingen toegekend,
onder meer omdat de huwelijkskansen van het Marokkaanse dochtertje in
het gedrang kwamen. Maar ze hadden aan de rechter in de eerste plaats
gevraagd om de man te verbieden nog in de buurt van zijn slachtoffers
te komen, laat staan er te komen wonen. Dat kon niet omdat iemand die
zijn straf volledig uitgezeten heeft geen beperkende voorwaarden kan
opgelegd krijgen, heette het toen nog.
Om deze hiaat in de wet te omzeilen baseerde Coveliers zich in een
procedure voor de civiele rechter op het grondwettelijk recht op wonen
van zijn cliënten, een recht dat aangetast wordt door de aanwezigheid
van hun kwelduivel. Evident is deze procedure niet, en ik ken geen
voorgaanden, zegde Coveliers. Maar er moet altijd iemand de eerste
zijn, en wat je niet vraagt, krijg je niet.
Jan Heuvelmans / PieterJan
|