Kinderen moeten door echtscheidingsperikelen soms les volgen in twee verschillende scholen. Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke vindt dat problematisch en suggereert rechters om daar in hun vonnis bij echtscheidingsprocedures rekening te houden mee te houden.

Het zou voor de rechter een reden kunnen zijn om geen gelijke huisvesting op te leggen, zo antwoordde Vandenbroucke in een vraag van Vlaams parlementslid Stern Demeulenaere (Open Vld).

Co-ouderschap

Rechters leggen in hun echtscheidingsvonnissen steeds vaker co-ouderschap op als "oplossing voor het evenwaardig behandelen van beide partners wat betreft de ouderlijke rechten". Op zich een goed middel om een "evenwichtige opvoeding" van kinderen door een gescheiden koppel te garanderen, zegt Demeulenaere.

Maar het kan ook leiden tot onvoorziene problemen. Zo verhuist één van de partners bij een echtscheiding vaak naar een andere gemeente. Dat gebeurt trouwens niet alleen na gerechtelijke vonnissen, maar ook vaak na scheiding in onderling overleg.

Het kind wisselt dan niet alleen van woning, maar ook vaak van school. Soms op weekbasis, soms op zeer onregelmatige basis. Die regeling kan een negatieve invloed hebben op het kind en doet ook de inspanningen van scholen teniet, meent Demeulenaere.

Slecht voor kind en school

Minister Vandenbroucke deelt de mening van Demeulenaere. Hij vindt het problematisch dat kinderen onderwijs moeten volgen in twee verschillende scholen. Slecht voor kind en school, meent de sp.a-minister. Hij wijst op het feit dat een rechter in het belang van het kind ervoor kan kiezen om geen gelijkmatige huisvesting uit te spreken.

Vandenbroucke onderstreept het recht van het kind op goed onderwijs. De sp.a-minister wijst ook de scholen op hun verantwoordelijkheid. Die zouden de ouders die hun kind systematisch van school laten veranderen, er best op wijzen dat die veranderingen niet in het belang zijn van het kind. (belga/dm)