De atheïst en het einde
Velen atheïsten beweren dat er na de dood geen verder-
zetting van het leven is, onder één of andere vorm.Zij
steunen zich daarbij op de volgende bewering.Iedere
zijns-vorm steunt altijd op een materiële basis.Denken
steunt op neurale netwerken,emotie steunen op hormo-
nen, liefde steunt op een derivaat van fenantreen, enz.
Neem de materie weg en het psychisch verschijnsel valt
stil. De dood legt alle psychische uitingen stil.
Wij kunnen echter het volgende bekijken.Wanneer ie-
mand een boodschap wil overbrengen in de ruimte kan
hij zich bedienenvan een eenvoudige zaklantaarn.De
lichtgolven, bevatten een draaggolf waarop de boodschap
gemoduleerd wordt.De lichtgolf vertrekt met de snelheid
van het licht en plant zich onbeperkt voort in plaats en tijd,
hopelijk zal iemand de boodschap onderscheppen en ont-
cijferen.Het interessante is hier dat de zaklantaarn reeds
lang verdwenen kan zijn, terwijl de boodschap blijft be-
staan.
Wij kunnen dus een analogie opstellen die ons doet ver-
moeden dat wanneer de materiële vorm verdwenen is, de
kern van de zaak blijft bestaan. Met het lichaam is dit
ook zo. Wij emaneren iets na onze dood, dit immateriële
blijft bestaan en vormt onze Ziel.
Een valse noot?
Wij zijn bijna op het einde gekomen.Moeten wij toch
niet enkele netelige vragen stellen?
Waar was God tijdens Auschwitz? Ik kan het eenvoudig
houden ondanks het vreselijke lijden dat Duitsers daar een
|