Op 22 september 2008 bezochten we het Bloemschikevent in Alden Biesen (Limburg). Hieronder een paar van mijn foto's. De ganse reeks kan je als dia-show bekijken door op volgende website te klikken :
Die goeie oude tijd, was dat wel zo ? Voor sommigen wel misschien, maar het zal nooit voor iedereen goed geweest zijn en dat zal het ook in de toekomst niet zijn !
Op 24 augustus in 79 n.C. werd POMPEII door de Vesuvius bedolven onder gloeiende as. De nog steeds voortdurende opgravingen tonen beelden van de oude Romeinse cultuur maar ook sporen van menselijke drama's.
Ik wou dat ik nog eens in een helder beekje kon gaan plonsen,
of er stekelbaarsjes kon gaan vangen,
of dozen vol meikevers,
of schrik hebben van de haan op de boerderij, of eens mogen op de rug van een boerenpaard zitten, of mogen kattekwaad uithalen met de katten,
of met mijn maatjes knikkeren en ruziën over vals spelen...
Maar waar vinden kinderen nu nog een helder beekje? Waar zijn er nog stekelbaarsjes of meikevers? Hoeveel kinderen hebben al een boerderij van dichtbij gezien, laat staan op de rug van een paard gezeten ? Hoeveel kinderen vinden nog plezier om met katjes te ravotten? Bestaat het knikkerspel nog wel?
Wel, al die dingen heb ik als kind mogen beleven en hoeveel vooruitgang de wereld ook heeft gemaakt met al zijn comfort : heel veel kinderen weten niet wat ze missen, en misschien is het wel goed dat ze dat niet beseffen want al die eenvoudige dingen die de pure natuur ons vroeger verschafte zijn schaarse artikelen geworden op deze wereld.
Ik zal mijn wens om terug eens een kind te zijn maar laten varen : ik heb het gehad en ben tevreden. Een gevoel van tevredenheid is een goede basis voor een goede gezondheid. En dat het nog lang zo moge blijven !
Tijdens ons winterverblijf in Andalucia wandelden we door een park waar duiven, eenden, konijnen, kippen enzomeer vrij rondliepen. Opeens bemerkten we een piepklein kuikentje dat zijn moeder kwijt was ; die scharrelde wat hogerop langs een grasheuvel met de rest van haar kroost. Het arme kuikentje bewoog nog amper en leek alle moed verloren te hebben.
Ik naderde voorzichtig het beestje en duwde zachtjes met mijn hand tegen zijn poepke, en ja ...het sukkelde enkele centimeters vooruit. Dat gaf me moed en telkens kreeg ik het kuikentje opnieuw wat dichter in de richting van zijn moeder.
Na een zestal tikjes kwam het zo kort bij zijn moeder dat deze het bemerkte en haar pluimen als een wijde mantel openspreidde. Als door een magneet aangetrokken schoot het kleintje vooruit en verdween onder de veilige moedervleugels.
Ik voelde een golf van blijdschap over mij heenkomen : ik had misschien een pril leven gered.
Nadien twijfelde ik of de natuur wel wou wat ik gedaan heb : natuurlijke selectie die zwakken uitschakelt, weet je wel ! Maar dan stelde ik mij in de plaats van dat wezentje en dacht dat ik toch ook liever zou gered worden.
Was de asperges eerst goed schoon en schil ze met een dunschiller, maar gooi de schillen NIET weg : kook de schillen van één of twee bussels in twee liter kippenbouillon (van 4 blokjes) gedurende ongeveer één uur op matig vuur. Giet dan alles door een zeef : de bouillon in een grote kom, de schillen nu bij het (organisch) huisvuil. Na afkoeling vries je deze bouillon in om later een lekker soepje te maken.
Onderaan de asperges wordt meestal (afhankelijk van kwaliteit en versheid) een stuk van ca. 2 cm. afgesneden en wegens "hardheid" weggegooid. Gooi dit echter niet weg, enkel de onderste paar millimeter, en de rest snij je in blokjes van ongeveer een halve cm. en je vriest al die stukjes in. Als het aspergeseizoen wat verder gevorderd is en je hebt enkele keren van dat witte goud genoten, heb je een aardig pakje "voetstukjes" kunnen invriezen.
Dan het moment van soep bereiden :
Koop een op dat moment meestal goedkoper geworden aspergebussel, schil ze, snij de koppen met een stukje stengel van een paar cm. af en hou deze apart. De stengels zelf snij je in stukjes van min of meer 1 cm.. Stoof in een grote kookpan het in stukken gesneden wit van 2 preien, 2 stelen van bleekselder (ontdaan van de vezels en eveneens kleingesneden), een paar geschilde aardappelen in schijfjes, de vroeger ingevroren "aspergevoetjes" en de zojuist versneden aspergestengels. Overgiet alles met de vooraf ontdooide aspergebouillon (zie eerste papagraaf). Laat een uurtje zachtjes koken. Nu alles goed mixen en naar smaak bijkruiden met peper en zout. Voeg dan de apart gehouden "kopjes" bij en laat nog een vijftal minuutjes verder koken. Voeg (van het vuur) nu 20 cl. room toe en roer goed dooreen. Bij het opdienen garneer je met fijngehakte peterselie.
Echte smulpapen mengen eerst nog een eierdooier door de room !