Toeren met de caravan door Frankrijk en Centraal Spanje
27-05-2015
Onze camping des Abers
Laat mij eerst twee foto’s tonen van de zonsondergang van gisteravond. De foto’s zijn genomen na 22 uur.
Ondertussen zijn we, het tweede jaar op rij, voor lange tijd goed gehuisvest in Camping des Abers. De camping biedt plaats voor 150 installaties, die momenteel voor de helft bezet zijn. 70% is Duits en de rest is Nederlander, Engelsman, Zwitser, één Waal en wij als enige Vlamingen. Er zijn drie sanitaire blokken met goed werkende douches en heet water voor de afwas. Er staan fitnesstoestellen, er is een animatiezaal, een supermarktje, een kapsalon en een oriëntatietafel. Er zijn percelen met zeezicht in de wind en percelen achter de duinen en beschutting gevende hagen.
Vandaag heb ik een voettocht gedaan naar de jachthaven, waar er altijd wat te beleven valt. Het pad is mooi en biedt veel afwisseling.
Daniel en Arlette zijn vertrokken en dus zijn wij hier de enige Vlamingen. De zon schijnt onophoudelijk en vele campinggasten zitten aan het strand, in de duinen of in hun ligstoel aan hun caravan of motorhome. Straks gaat Bea weer een cursus “Bretoense gerechten” volgen. Dit keer worden het “crêpes”, zo van die met ham, ei, champignons, kaas, en nog meer. Ik weet dus wat ik de komende dagen ga eten.
Gisteren zijn we op bezoek geweest bij Simonne in Plouvien. Haar man Gérard is vorig jaar in september plotseling overleden en nu woont Simonne alleen in het godvergeten boerengat Plouvien. Simonne en Gérard waren al jaren vrienden van ons.
We leren onze honden, Vlaams en Duits, zich netjes te gedragen op de openbare plaatsen. Zo gaan ze mooi naast elkaar, Vlaanderen en Duitsland, hun gevoeg doen bij eb aan de waterlijn. Verder is het weer hier mooi zonnig, maar niet te warm. De mist kan ineens opsteken en dan weer even snel verdwijnen.
Deze morgen hing de mist over de zee. Ik kon genieten van mijn rustgevende en in de verte starende blik. Zag ik daar toch niet uit de zee Dahud verschijnen? Je moet weten dat het bloedmooie meisje Dahud een legendarische figuur is, die ooit door haar vader koning Gradlon in de zee geworpen werd wegens haar immoreel gedrag. Koning Gradlon kan je versteend zien staan op zijn paard tussen de torens van de kathedraal van Quimper. Toen Dahud me oneerbare voorstellen deed, toonde ik mijn tabak en wees haar op mijn gebrek aan fertiliteit wegens de consumptie ervan. Toen dook ze vlug terug in de zee en heb haar niet meer terug gezien. Dan ben ik maar om een schotel “fruits de mer” voor vier personen gereden, waar we samen met Daniël en Arlette de ganse namiddag van genoten hebben.
De zaterdagse markt in Saint-Renan lokt vele bezoekers. Toeristen en inwoners van Brest trekken er massaal naar toe elke zaterdagmorgen. Een beetje westwaarts is het "echte" einde van de Finistère, Le Conquet en Saint-Mathieu. De mensen zeggen er dat hun naaste buren aan westerzijde de Amerikanen zijn. Saint-Mathieu is een windgat met een oude abdij en twee vuurtorens.
Deze namiddag hebben we dan nog petanque gespeeld met Arlette en Daniel. Ik was bijna gewonnen, maar een zijwind en enkele stofjes op het terrein beïnvloedden de loop van mijn goed gerichte ballen.
Een ochtendmist hangt over de zee. Het geeft iets mysterieus, iets idyllisch. Straks breekt de zon volop door en gaan de meisjes in bikini terug dartel op het strand huppelen.
Gisterenavond hadden we op de camping een optreden van een Normandisch-Bretoense zangeres met accordeon en guitaar. Het meisje was zo goed in haar performance dat zij ons zelfs deed jodelen... in Bretagne. "Jodel er maar op los in de duinen", zei ze op het einde van haar geslaagde optreden.
Mijn Semois pijptabak is aan het slinken. Daarom doe ik voortaan beroep op het lokale aanbod. Dan lees ik het onthutsende bericht op het pakje waaruit zou blijken dat ik aan kwaliteit van mijn fertiliteit zou moeten inboeten. Goed, dan moet ik dan maar rekening mee houden. Alles went.
Het leven gaat hier zijn gewone bijna zomerse gang. De hondjes gaan wandelen en zwemmen. De baasjes houden een gezellige babbel. Ik ben naar de Aber Benoît gereden om een zeespin en een dozijntje oesters. En vanavond kwam het meest originele gerecht op tafel: oesters en zelfgebakken frieten. Zot zijn doet geen zeer.
Voor vandaag valt er niet veel te vertellen. We zitten wel buiten in de zon, maar de noorderwind gooit wat roet in het eten. Regenen doet het niet meer. Vandaag gaat Bea naar de kookles op de camping, al waar zij zal leren Bretoense taarten, Far, bakken. Wedden dat ik morgen naar de supermarkt moet om bloem, boter en nog van die prullen?
Veel stelt het dorp Landéda niet voor. Er is een mooi kerkje en er zijn een paar winkeltjes met levensmiddelen. De jachthaven is wel fameus, maar die bezoek ik later.
Deze morgen mochten de hondjes, die vriendjes geworden zijn, hun dagelijkse strandwandeling doen. Een leiband hoeft niet en, zolang ze zich gedragen, mogen zij op de camping los lopen zoveel als kan.
De Franse Metéo had het voorspeld. Er staat een stevige zuidwesterwind over Landéda, Bretagne en gans Frankrijk. Wie hier een luifel opgezet had, moet zich haasten om deze binnen te halen, anders houd je er enkel nog wat flarden van over. En kampeerders met motorhome hebben spijt dat ze zich op een plaats gezet hebben met zeezicht. Onze caravan en voortent staan zo stevig als een kathedraal. De grondpennen zijn goed verankerd. Dan wordt het tijd om een frisse neus te halen en wat foto's te nemen. Zelfs onze Diarmuid zoek beschutting uit de wind.
Hier heb je de oeioeivogel. Bij opkomend tij komt hij tevoorschijn en streekt neer op het grasland achter de duinen. Je zou voor minder "oei oei" roepen als je met zo'n balzak een landing moet uitvoeren.
Nathalie, een oude dorps- en klasvriendin van Bea, dochter van een inmiddels overleden bekend Belgisch politicus, woont reeds vele jaren in Plovan. Plovan is een klein dorp in de Pays Bigoudin hier in de Finistère. Gisteren gingen we haar bezoeken. Het werd een leuk autoritje van iets meer dan 100 kilometer via Brest, Chateaulin en Douarnenez. Nathalie had oesters gehaald en had nog volk in huis. En daar zat ik dan als enige vent met vier vrouwen: twee artsen, een kinesiste en een verpleegster op rust. Het gesprek ging van het Duits naar het Frans en het Nederlands: een uitgelezen sessie om je taalvaardigheid aan te scherpen. Om 23 uur waren we terug thuis in Landéda en pas dan werd het echt donker.
De maandagmorgen is gestart met wind en grijze lucht. Het weer kan nog alle kanten op hier in Les Abers. Je kan een regenvlaag verwachten of een scheut stevige zon. Veel hangt af van het tij. Gisteren was het even doodtij en dan waren de zeegolven zeker twee kilometer weg.
De plage de Sainte Marguérite, op 50 meter van onze caravan, is geliefd door surfers, strandzeilers en zeezeilers. Het weer was er vandaag ideaal voor: een beetje wind en veel zon.
In Landéda zijn er twee belangrijke Abers: de Aber Wrac'h en de Aber Benoit. Het zijn een soort natuurlijke estuaria die diep het land intrekken. Op die manier is er plaats voor pleziervaart en kwekerijen van oesters, krabben, kreeften en zeespinnen. Vandaag heb ik een voettocht gemaakt naar de zuidelijke Aber Benoit. Ik passeerde het kapelletje van Brouënnou.
Een voettocht tussen de Aber Benoit en de Aber Wrac'h is altijd leuk. Eerst neem je een selfie met behulp van de verkeersspiegel. Dan zie je drie vrouwen, Duits, Nederlands en Vlaams, die op het strand tussen de rotsen staan te kletsen, terwijl de hondjes hun bad nemen. Bij valavond heb ik nog een foto genomen vanaf het hoogste punt van de camping, van waar je ons ruim perceel ziet.
Gisteren was ik wat foto's aan het nemen achter de caravan aan het stand van Sainte Marguérite in Landéda. De foto's zijn genomen tussen 21 en 22 uur. Het is hier veel later donker dan in Vlaanderen, omdat we veel meer westwaarts zitten. En het wordt nog later donker naarmate de dagen vorderen. De lezer moet voortaan niet veel spectaculairs verwachten en zeker geen reisverhalen op diverse plaatsen. Wie de moed heeft de blog verder te lezen, zal zich moeten tevreden stellen met verhalen over voettochten in Bretagne, over plaatselijke en historische aangelegenheden, over vuurtorens, over hondjes die samen gaan zwemmen, over maagden die door de zee (Ys) verzwolgen worden en over het kampeerleven.
Na de installatie van gisteren moest ik vandaag naar de supermarkt in Lannilis voor de noodzakelijke inkopen. En we kregen deze namiddag Rob en Corry uit Nederland op de koffie. Het weer is stralend en de zee biedt mooie vergezichten. De hondjes Diarmuid, Itschie, Felix, Perle en Lilia amuseren zich prima. Een van de komende dagen gaan ze samen het zeewater in.
We zijn aangekomen op camping Les Abers in Landéda, het meest noordwestelijke puntje van het departement Finistère in Bretagne. We kennen de camping al van vorig jaar en werden er hartelijk ontvangen. We hebben dezelfde plaats. Het is een plaats dicht bij de zee, op zo'n 50 meter en uit de wind. Dat is belangrijk, want de wind kan hier soms hevig tekeer gaan. De zee is dus vlakbij en het verschil tussen eb en vloed is zowat een kilometer. We moeten dus goed kennis hebben van de getijden en daarom hangt de getijdentabel in de caravan naast de televisie. De vloed komt snel op en langs alle kanten. Volgende dagen volgen er nog vele foto's met vele ervaringen in Landéda.
We overnachten in Guérande op camping les Fontaines en we staan op een mooi grasveld. Morgen trekken we verder naar Landéda. Guérande is een middeleeuwse stad vol toeristen. Maar Guérande is vooral gekend om het zout en de enorme zoutpannen. Je vindt hier het grove zout en de fijne "fleur de sel". Grof zout wordt hier verhandeld in emmers of zakken van 25 kilo en de fleur de sel kan in mooi gekleurde zakjes meenemen als souvenir of gebruiken in de fijne keuken.
Au revoir Île d'Oléron, bonjour pays du sel de mer!
Morgen verlaten we ons dierbaar eiland Oléron. We zijn hier tien dagen geweest en hebben het eiland bezocht en mooi gevonden. De camping Ostréa, waar we verbleven, was heel geslaagd en het onthaal was buitengewoon! Een reden dus om terug te komen en een aanrader voor wie van rust houdt! Zoals geschreven, zetten we morgen koers naar Guérande in het departement Loire-Atlantique, 300 kilometer verder. We moeten de Loiremonding oversteken over de indrukwekkende brug van Saint-Nazaire. Guérande is bekend om zijn zoutwinning. de "paludiers" zijn altijd aan het werk om grof zeezout en het fijne "fleur de sel" te winnen. Maandagmorgen trekken we dan westwaarts zo ver als we kunnen, over Vannes, Quimper en Brest, naar het departement Finistère, het einde van de wereld. We zullen verwelkomd worden op camping Les Abers in Landéda. Uiteraard zal de lezer verder geïnformeerd blijven.
Een minder gekend politicus zei ooit: "er zijn maar twee zekerheden in het leven: de dood en de fiscus." De grootste onzekerheden in het leven zijn de vrouwen en de méteo. Want het weer in Oléron kan ineens omslaan: van felle zon tot donder dat de tentzeilen flapperen en bliksem dat je overvallen wordt met flitslichten over de ganse zee. Deze ochtend was het zover: zon, duistere wolken, bliksem, donder en meteen daarna kan je gaan zonnen aan het strand vol oesterschelpen. Dan is het een dag van sun, sea en ... Semois. Morgen is het onze laatste volledige dag in Oléron, dan breken we de voortent af en maken ons klaar voor een trip van 300 kilometer zondag naar Guérande, de stad van het zeezout en de fameuze "fleur de sel"!