In het ziekenhuis van Oostende bracht de behandelende geneesheer, Luc in kennis dat de gezondheids toestand van zijn zus Els zeer kritiek was. Volgens de arts had ze nog slechts enkele dagen te leven.Luc betrad de ziekenkamer van zijn zus Els met betraande ogen.“Zo te zien, broer heb je het slechte nieuws al vernomen.” Zei Els.Ze vroeg hem of hij haar een plezier wilde doen? ‘Zeker wilde hij dat!’Wil je mijn lievelingsboeken eens bij mij thuis gaan halen, vroeg ze. Het zijn 2 boeken bekleedt met ledere kaften.Luc haastte zich naar zijn zus haar woning.Later op de dag keerde hij terug naar het ziekenhuis met de gevraagde boeken.Zijn zus straalde van blijdschap, wanneer ze de boeken aangereikt kreeg.Ze betastte en streelde de boeken alsof het haar geliefde waren!‘Luc, deze boeken zijn mijn leven! ‘ Zei ze.Heel langzaam opende ze de boeken. ‘Wat was dat nu? Het waren geen leesboeken! 'Maar boeken gevuld met goudstukken.'Luc, zijn mond viel open bij het aanschouwen van zulke rijkdom.Kijk maar goed, broertje! Deze twee boeken bevatten 250 goudstukken.‘Dit is mijn levens werk! “Om deze goudstukken te kunnen aankopen, heb ik honger geleden.”Huwelijk, kinder wens, vakantie, uitgaan. Alles heb ik opgeofferd hiervoor.Ondertussen nam ze enkele goudstukken uit de mapjes, ze streelde en kuste ze. Luc, keek naar zijn zus met ongeloof.Nee! ‘Broertje, ik ben niet krankzinnig.’ Dit waren haar laatste woorden, voor ze de grote onbekende reis startte.Voor Luc de verpleegdienst in kennis bracht dat zijn zus overleden was, stak hij de 2 boeken met de goudstukken in zijn rugzak. Vervolgens, bracht hij zijn oudere broer en zus in kennis van het overlijden van Els. Samen regelde ze de uitvaart dienst.Na de begrafenis en het regelen van de administratie. Diende de familie nog contact op te nemen met de notaris. Volgens deze waren er geen schulden . Het saldo op de bank was voldoende om de uitvaart en huurgelden te betalen.Omdat Luc in de Ardenne woonachtig was , verbleef hij in Hotel Astrid in Oostende.Na afscheid genomen te hebben van zijn broer en zus, vertrok hij met zijn schat in zijn rugzak, met de trein van Oostende naar Brussel- Noord waar hij diende over te stappen naar zijn woning in de Ardennen.In Brussel-Noord. Liep er een keurige heer in kostuum met een pot yoghurt tegen hem aan. Door de botsing was de kledij van Luc bevuild. Het heertje verontschuldigde zich wel duizendmaal. Ondertussen verwijderde hij de gemorste voeding van Luc zijn kostuum met papierenzakdoekjes . Ook verwijderde hij de rugzak van Luc zijn schouders. Doordat hij afgeleid was door de bezorgdheid van het heertje , merkte hij niet op, dat deze de rugzak doorgaf aan een kompaan. Ontzet stelde Luc de diefstal van de 250 goudstukken vast.
Klacht neerleggen durfde hij niet, zijn broer en zus zouden te weten komen dat hij de erfeniswilde achterhouden.
Op 17 jarige leeftijd werd ik uitgenodigd door priester Cardijn. De oprichter van de Katholieke arbeiders jeugd. We waren met een groep toekomstige leiders in congres.
Een van de thema’s die ik nooit vergeten ben.
‘Ging over roddel !’
Volgens priester Cardijn is roddel de grootste misdaad en de meest zondigste. Hij vertelde zijn toehoorders, het volgende!
Ooit nam ik de biecht af van één vrouw die zo’n spijt had dat ze zoveel kwaad had aangericht. Ze vertelde :" Dat ze roddels over iedereen verspreidde, zonder maar één grond van waarheid te bevatten." Ze vroeg vergiffenis aan God. Ok ! Zei , priester Cardijn tegen de vrouw. Je penitentie is de volgende: " Kom morgen naar de grote markt, breng een levende kip mee." Dan zal ik je vertellen wat te doen! Vermoedelijk dacht de vrouw:” Daar kom ik goedkoop van af.’ De priester zal honger hebben!'
s’ Anderdaags stond de dame daar met een levende kip op de grote markt, aangestaard door vele voorbijgangers en toeristen. Priester Cardijn doodde de kip pijnloos. Hij vroeg de vrouw , om de kip te pluimen. Zogezegd zo gedaan, ze pluimde de kip. Toch de wind zorgde ervoor dat de pluimen in alle richtingen wegvlogen. Nadat de kip zo naakt was als een naakte kip maar kon zijn.
Vroeg de vrouw:” Zijn mijn zonden nu vergeven?”
O! Nee, zei priester Cardijn : ” Mevrouw je zonden zullen vergeven zijn, wanneer je alle, maar dan ook alle pluimen terug vind. 'Dat is onmogelijk,' riep de vrouw wanhopig. De meeste pluimen zijn door de wind meegevoerd. Lieve dame, sprak priester Cardijn, zoals de pluimen zijn weggevlogen en je deze niet meer kunt terug halen. Zo is dit het zelfde met je roddels. Ook deze kan je niet ongedaan maken. Hoeveel leed heb je niet veroorzaakt!
Deze voordracht van priester Cardijn die later Monseigneur is geworden, is me heel mijn leven bij gebleven.
Het noodlot sloeg toe bij de familie Peeters! Een voertuig reed de echtgenote aan op het zebrapad. De chauffeur vervolgde zijn weg. Hij liet zijn slachtoffer zieltogend op de rijbaan achter. Een getuige herinnerde zich een deel van de nummerplaat. Zo was de politie in de mogelijkheid de chauffeur te arresteren. ‘Hij was onder invloed.’ Volgens de dader wilde hij eerst zijn advocaat raadplegen. ‘ Waarom diende men hem dan uit zijn bed te halen? Een inspecteur diende het slechte nieuws van het ongeval over te brengen aan de echtgenoot van het slachtoffer . Van de ene seconde op de andere werd het levensgeluk verbrijzeld van Mijnheer Peeters. In het ziekenhuis stelde de specialisten :”Hoofdletsel met zware hersenbeschadiging vast, met gevolg dat de patiënt in coma was.” De specialist was van mening dat het soort coma van dien aard was, dat deze zou overgaan in een vegatieve toestand. Het verschil tussen coma en vegatieve coma was volgens de deskundige dat bij deze coma de patiënt haar ogen en het lichaam zouden kunnen bewegen. Tevens zou zijn echtgenote verschillende geluiden kunnen maken. De specialist vervolgde zijn uiteenzetting:” Voeding en vocht zal via een infuus systeem gebeuren. Ook zal er fysiotherapie gegeven worden om het doorliggen en het ontstaan van vergroeiingen tegen te gaan.” Indien er nog vragen zijn, ben ik altijd ter beschikking. Ja dokter!: “Wat gebeurt er met mijn ongeboren kind?” Vroeg Peeters. De specialist bekeek de man met grote ogen, er stond namelijk niets vermeld in het medisch dossier over zwangerschap. Hij redde zijn gezicht door mee te delen dat de gynaecoloog hem hierover meer informatie zal geven in de loop van de dag. Vervolgens nam de specialist afscheid met de volgende woorden:”Sterkte.”Alleen in de ziekenkamer met zijn echtgenote. Vroeg hij zich af :"Waarom moet ons zulks overkomen?"Ons geluk was eindelijk volmaakt. Ons kindje zou binnen 7 maanden geboren worden. De gynaecoloog maakte een einde aan zijn droevige gedachtegang. Er was volgens hem geen reden dat het kind niet volwaardig zou kunnen groeien. De bevalling zou met keizersnee dienen te gebeuren. Iedere dag na het werk spoedde Peeters zich naar het ziekenhuis om bij zijn vrouw te zijn. Hij vertelde haar alles wat er gebeurd was op zijn werk, wat hij gegeten had enz... De eerste maanden brachten familie en vrienden zijn vrouw meermaals een bezoek. Maar geleidelijk aan nam de belangstelling af. ‘Wat wel te begrijpen was.’ Wat moest je ook zeggen? Tegen een persoon die je niet antwoord en altijd maar naar het plafon staart. In samen spraak met de behandelende geneesheer werd Peeters mee betrokken in de verzorging van zijn vrouw. Vooral naar de weekendde keek hij uit. Dan kreeg zijn vrouw een bad. Vervolgens diende hij haar lichaam in te wrijven met oliën.Wat had hij het moeilijk zijn beeldschone vrouw daar naakt te aanschouwen. Op zijn vraag, werd de ziekenhuis kledij vervangen door fleurige kledij. Iedere week kreeg hij de snoezelruimte tot zijn beschikking. In deze tijd was hij in de mogelijk zijn vrouw te knuffelen en lief te hebben. Als hij zijn vrouw kuste kreeg ze blozende kaken. Ook maakte ze kreunende geluidjes als hij haar streelde. Hij sprak liefdevolle woordjes in haar oor. Terug in haar ziekenkamer, werd haar lievelings muziek gespeeld. Hoeveel dagen aanschouwde hij de stilte van zijn vrouw? Ze draaide af en toe wel met haar ogen, of ze lachte? Zij was zich op geen enkel ogenblik bewust van haar omgeving. Ook was er geen communicatie met haar mogelijk. Zelfs met de aller beste medische zorgen ging zijn vrouw haar gezondheid achter uit. Door gebrek aan lichaamsbeweging ontstonden er ernstige spieratrofie, ook in de gewrichten traden er contracturen op. De laatste maanden kwamen er ook luchtweginfectie bij. Tenslotte kreeg zijn vrouw doorligwonden.De specialisten waren er van overtuigd dat de vrouw zou sterven. Gelukkig was het ongeboren kind al levens vatbaar. Zoals geplant werd het kindje met de keizersnede op de wereld gebracht. ‘Het was een meisje’. Enkele uren na de bevalling stierf zijn vrouw.
‘Mijn levens verhaal startte in de oorlogsjaren.’ Doordat mijn ouders drank problemen hadden, diende ik zoals zovele kinderen van de straat te leven. ‘Voedsel vonden we in de afvalbakken.’ Parochiepriesters overspoelden ons met de leer van Jezus- Christus. Zij vertelde ons verhalen uit het oude en nieuwe testament. Tranen welden op in mijn ogen, als de priester vertelde; 'hoe arm de moeder van Jezus -Christus wel was geweest!' Ze hadden geen geld, voor degelijke kleding of voedsel, voor haar zoontje Jezus . Andere priesters vertelde ons over de zusters van de kloosterorde " Clara van Assisi." In het klooster leefden de kloosterlingen in eenvoud, armoede, en in gebed. Dit was mijn toekomst, dat was wat ik wilde !”Volgeling worden van de orde van Clara van Assisi .” De godsdienstleraar regelde voor mij een bezoek aan het klooster.Op de afgesproken dag stond ik aan de zware houten poort van het klooster. Moeder - overste gaf me alle informatie over het leven van een non.Eenmaal de trouwgelofte afgelegd, werd de kloosterpoort voor eeuwig gesloten.‘Geen familiebezoek, geen radio, geen enkele vorm van luxe. ‘Wat me wel beangstigde tijdens de rondgang! ‘Waren de cellen.’ Eén bed, één rieten stoel,klein kastje, dat was alles.”' De ontspanningsruimte was de enige ruimte waar er verwarming aanwezig was. Tevens was dit de enige plaats waar er ongedwongen gepraat mocht worden. Na de rondleiding deelde moeder-overste me mee. Dat binnenkort de opleiding zou starten van postulanten.Daarna zou ik de keus krijgen:”Ofwel het klooster verlaten of de opleiding volgen van novice.”Mijn leven als straat kind ging vervolgens gewoon verder. Ik zal nooit mijn eerste bezoek aan de cinema vergeten. De cinema voorstelling was nog niet goed bezig of de handen van de jongen naast mij zaten al onder mijn truitje, de andere jongen aan de andere zijde zat in mijn broekje. ‘Als ik nu zou zeggen dat ik het onprettig vond,’ lieg ik. Wat ik toen voelde ? Bleef mij mijn hele leven achtervolgen. Op één dag werd ik uitgenodigd om te startten als postulante. Nu pas vertelde ik mijn ouders van mijn roeping! Ze waren te dronken, om te begrijpen wat ik bedoelde met ‘roeping.’Op het afgesproken uur, stond ik alleen aan de kloosterpoort. Vele postulanten waren vergezeld van hun familie. We werden verzocht afscheid te nemen van onze geliefden.Dat was heel gemakkelijk voor mij.'Mijn ouders lagen immers nog dronken in hun bed.’Na de verwelkoming en het voorlezen van het kloosterreglement, kreeg iedere postulanten een zuster (meter ) toegewezen. De eerste dagen van mijn opleiding waren een foltering. ‘Ik’ , die gewoonlijk lachend en pratend door het leven ging, diende de stilte van de kloosterorde te respecteren. Regelmatig kreeg ik van Moeder - oversten opmerkingen aangaande mijn gedrag . Maar ik troostte me, ’mijn liefde voor Jezus was oneindig groot.’ We leerden iedere dag, hoe armoede voor ons zusters essentieel belangrijk waren. Jezus was immers het symbool van de schenkende, de vrijgevige en de onvoorwaardelijke liefde. Het klooster stond in het teken van het Kruis. Dit betekende: 'De Gekruisigde keek overal toe'. Onze kledij bestond uit een habijt . Onze borsten werden met een extra doek ingespannen, om zoveel mogelijk onze vrouwelijkheid te verbergen. Nadat onze opleiding teneinde was, benadrukte Moeder-overste ons dat het non worden volledig uit vrije wil gebeurde. Na de cursus van novice was eindelijk de dag aangebroken dat ik de bruid van Jezus – Christus werd. De bisschop vroeg aan al de novices die uitgestrekt op de kerkvloer lagen, of ze vrijwillig hun beloften aflegden. Wij antwoorden:”Wij willen de bruid van Jezus Christus worden.”Vervolgens werden we gezegend en kregen ieder afzonderlijk een kerkelijke naam. ‘Mijn naam werd: Zuster Lucia.’ De bisschop vertelde me dat de heilige Lucia een van de drie Portugese herderskinderen waren geweest, die de Heilige Maria hadden gezien in het jaar 1917 in het stadje Fatima. Na de beloften kreeg ik een trouwring aan mijn vinger geschoven, als symbool dat ik de bruid van Jezus – Christus was geworden. We kregen van moeder – overste een houten Paternoster als welkomstgeschenk. Mijn kinderdroom was waarheid geworden. "Ik Liesje de grote, was nu zuster Lucia." Het kloosterleven was een leven van eenvoud, werken en bidden. In de kapel waren er afzonderlijke hokjes, waar het mogelijk was voor gelovige mensen om een gesprek te komen voeren met één van de zusters. Meestal waren het verzoeken om te bidden voor een ziek familielid. De traditie wilde dat degene die een verzoek hadden, een mand met eieren schonken aan de kloosterorde. Iedere donderdagnamiddag kreeg ik het bezoek van één jongetje. Nooit vergeet ik hoe hij zich voorstelde: “Ik ben de Rat. ” De eerste periode diende ik zijn vertrouwen te winnen. Na weken vertelde hij deeltjes uit zijn leven. Over zijn slechte schoolrapporten, de jeugdbeweging. Hij vergeleek zijn stiefvader met de duivel, de reden hiervoor waren? ‘De dagelijkse mishandelingen die hij diende te ondergaan.’Iedere donderdagnamiddag was hij mijn eerste bezoeker.Tijdens het ontspanningsuurtje, vertelde ik de zusters over de jongen. Zijn verdriet! Zijn geloof in God! Maar vooral zijn bewondering voor de moeder van God. Mijn medezusters waren zeer geïnteresseerd in het leven van de jongen. Iedere week vroegen ze alle details van het bezoek. Jaren heeft de jongen me een bezoek gebracht. Eigenlijk was dit mij enige ontspanning in het klooster geworden, wat keek ik uit naar de donderdagnamiddag.Toen sloeg het noodlot toe. Op een van zijn bezoeken huilde hij voortdurend. Hij vertelde dat hij zijn stiefvader met een ijzeren staaf meerdere malen op zijn kop geslagen had. 'Het was een ongeluk'. Huilde de jongen. Moeder-overste verwittigde de politie. Nooit heb ik nog iets van de Rat gehoord. Moeder-overste en ik waren de enige zusters, die contact mochten hebben met de buitenwereld. Ik onderhandelde met leveranciers of voor werken die uitgevoerd diende te worden. Kris een van de aannemers was de oorzaak voor het beëindigen van mijn kloosterroeping. Hij was een blonde atletisch gebouwde kerel, met prachtige blauwe ogen. Hij hypnotiseerde mij volledig door zijn krachtige mannelijke uitstraling. Tijdens de werken, groeide we naar elkaar toe. Onze gevoelens werden zo groot dat ik ontslag nam als kloosterlinge . Het kloosterleven was voorbij, na jaren van gebed en onthouding. Mijn leven startte opnieuw in een arbeiderswoning, met mijn vriend Kris. De eerste dagen leefden we van de liefde. We kregen niet genoeg van elkaar. De eerste weken waren ongelofelijk, we lachten, we aten, we vrijden, we waren gewoon gelukkig. Er kwam een einde aan ons geluk toen er financiële problemen opdoken. Volgens sommige schuldeisers lag de oorzaak aan de gok verslaving van Kris. Om ons gezin van bankroet te redden, werd ik lesgeefster in een katholieke school voor avond onderwijs voor volwassen. Al het geld dat ik verdiende vergokte hij. ‘Onze liefdesverhouding was over.’Toch hoopte ik door veel geduld en liefde, hem van zijn verslaving af te helpen. ‘Maar de toestand eindigde altijd met slaag en verkrachting.’Door doodsangst gedreven vluchtte ik uiteindelijk terug naar het klooster.‘Niet als non,’ maar als vluchteling van het huishoudelijk geweld. Op mijn knieën heb ik Moeder – overste gesmeekt om hulp. Ik kreeg toelating om te verblijven in het klooster. 'Niet als non,' maar als onderwijzeres.Geleidelijk aan verlangde ik terug naar het leven van non.Na een periode van boete verleende de bisschop me toestemming om terug te keren als zuster Lucia in het klooster.
Aan één van de drankkramen op de markt, dronk ik een biertje.Naast het kraam bevond zich het lingeriekraam! De verkoper van buitenlandse origine verkocht er bustehouders en slipjes in alle maten en kleuren voor €1. Eigenlijk was het vrij boeiend om de dames , zo te zien grabbelen in de goederen. Verschillende dames plaatsten de Bhs waar bustehouders dienden gedragen te worden. Andere paste de slipjes zonder schaamte voor ongewenste blikken.Sommige keken links en rechts om te kijken of er niemand hen in het oog hield. 'Wanneer ze de broekjes aanpasten.'Daar ik op een onopvallende plaatst stond, was het spektakel alleen voor mij. ‘Moet eerlijk bekennen, dat ik genoot van de prachtige benen en billen’. Tijdens het nuttigen van mijn drank. Hoorde ik volgend gesprek tussen de twee dames! Ze waren zich niet bewust dat ik hun gesprek afluisterde, laat staan dat ze mij konden zien.Zo te horen kende de dames elkaar niet. Ze waren in gesprek geraakt nadat ze heel den hoop goederen overhoop gesmeten hadden.Weet je zei de ene dame tegen de andere:” Van stenen kun je niet leven.” 'Wat bedoel je daarmee?' Vroeg de andere dame .Het is niet omdat wij verschillende appartementen en garages bezitten dat we daar kunnen van eten. Verbaasd antwoordde de andere dame:” Heb jij dat allemaal?” Ja, 9 garages in de Panne, 2 appartementen met zeezicht, hier in Oostende.“Bedoel je dat je ongeacht je rijkdom je arm voelt?” Vroeg de andere dame verwondert. 'Zo is het ook,' weerlegde de rijke dame het betoog. Stiekem keerde ik me een weinig verder om, ik wilde eens zien hoe beidde dames er uit zagen .Om jullie niet in verwarring te brengen, noem ik de ene dame 'de rijke' en de andere 'de arme dame! De arme dame was zo geschrokken over de bekentenis van de rijke dame, dat ze bijna beschaamd zei:” Ik woon in een sociaal appartementje.” Mijn man is zijn werk verloren na 40 jaar trouwe dienst. ‘Zijn baas is gevlucht met het fabrieks kapitaal.’Nooit heeft hij één dag onwettig thuis gebleven. Onze 2 kinderen zijn ondertussen getrouwd. Nog even en er komen kleinkinderen.We kregen het financieel zeer moeilijk. Gelukkig kregen we een klein sociaal appartementje van het sociaal huis, voor één lage huurprijs. Sommige maanden moest ik dokters bezoek uitstellen.‘Geld voor ontspanning was er niet. ‘Maar we hebben zoveel rijkdom aan wederzijdse liefde voor elkaar, nooit maken we ruzie, altijd zijn we samen op stap. ‘Wandelen langst de zeedijk kost immers niets’. Ach! Wij hebben zo weinig nodig. “Wij zijn immers gelukkig.” Zonder dat de arme dame daarom gevraagd had, wees de rijke dame naar de zeedijk. ‘Daar wonen wij.’ De rijke dame wees naar de residenten ‘Crystall – dream.’ “Dat zijn de duurste appartementen in Oostende.” Merkte de arme dame op. Ja, dat kan zo wel zijn, maar het zijn maar stenen hoor! antwoordde de rijke dame.Ik zal je eens een geheim vertellen ? Weet je waar ik mijn kledij koop? Nog vooraleer de arme dame antwoord kon geven, vervolgde ze haar uiteenzetting. ‘In een tweede hands winkel . Zonder de mogelijkheid om de andere dame te laten te reageren, vervolgde ze:” Alle zelfstandigen zijn dieven.” Ze rekenen altijd meer aan. Ook mijn dochter die specialist is in Brussel, denkt dat het geld op onze rug groeit. Ze komt met haar man die ook specialist in Leuven is, hier logeren. ‘Wie denk je die het verblijf kan betalen?’ Ik heb het haar verleden week eens duidelijk gezegd! Als ze nog komen logeren moeten ze zelf voor hun voeding zorgen. Mijn dochter reageerde hierop: ”Als het zo zit, komen we niet meer .
Vermoedelijk was de arme dame zo geschrokken door dit verhaal, dat ze vroeg:” Welk werk doet je man.”? Vroeger was hij zelfstandige. Maar de pensioenen van zelfstandige zijn heel klein, dus moet hij de laatste 15 jaar in loondienst gaan werken. 'Hij werkt nu bij de lijn.' Zijn collega's zijn heel jaloers op mijn man. De arme dame, reageerde nogal fel op deze mededeling. Ik geef zijn collega’s gelijk, uw man heeft jaren vermoedelijk heel veel geld verdient, anders kun je niet zulke eigendommen aangeschaft hebben. Nu jullie binnen zijn voor de regen, willen jullie de voordelen waar voor de werkende klassen gezwoegd hebben en gestreden, ook in je bezit krijgen. Jullie moesten beschaamd zijn! Waarom gaan jullie ook niet eten in het sociaal huis ? Hierop draaide de arme dame zich om en riep naar de rijke dame :"Een lijkwade heeft geen zakken."Daarop verdween ze tussen de massa.
Op de zeedijk van Oostende op één van de rustbanken, zat een oude vrouw naar de zee te staren! De enige gebeurtenis in haar leven was, een ontmoeting iedere morgen met een oude heer.Hij begroette haar steeds met: 'Dag Paulinne.'Het oude vrouwtje mompelde: ' Mijn naam is niet Paulinne!' Weken verliepen en iedere ochtend begroette het oude heertje het oude vrouwtje op dezelfde manier: 'Dag Paulinne!'Toch op één dag veranderde het leven van het oude vrouwtje drastisch. Het oude keurige heertje was weer zo vriendelijk geweest haar beleefd te begroeten: 'Goedemorgen Paulinne, mooi weertje niet?' Als een furie veerde het oude dametje recht . Ze liep naar het oude keurige heertje toe en riep: 'Ik zeg het U slechts eenmaal, mijn naam is niet Paulinne!' Lieve dame het was niet mijn bedoeling onbeleefd te zijn .Je doet me denken aan een filmvrouw. Deze was een zelfstandige, ongehuwde vrouw, nooit maakte ze tijd om een gezin te stichten. Haar winkel was geopend van 7 uur ‘s morgens tot 19 uur ’s avonds. "Verontschuldig mij dat ik je Paulinne noemde": Zei het heertje. Hij nam daarop zijn bolhoedje af en vervolgde zijn weg. Verbolgen staarde het vrouwtje het heertje na. Ze dacht na over de filmvrouw.'Zeetje', mompelde ze:" Ik ook heb mijn mooie levensjaren laten voorbij gaan?" Nooit heb ik mij geuit, steeds was ik bang om onbeleefd of onhebbelijk te zijn. Altijd zorgde ik dat mijn kledij correct was. Mijn haar netjes geknipt en een weinig crème op mijn gezicht .Nooit liet ik een onverstandig woord over mijn lippen komen in het bijzijn van klanten. Na deze korte gedachtegang vroeg het oude vrouwtje zich verbolgen af! Wat denkt dat oude heertje wel? Hoe durft hij mij de les te spellen? Ja, de winkel was open van 7u. tot 19u en dan? "Wie anders zorgde er voor mijn toekomst?" Mijn leven heb ik biddend doorgebracht, zeetje!” Mompelde het vrouwtje. “Nu ben ik oud en welstellend, maar toch zo eenzaam!” Weer staarde het vrouwtje uren naar de zee. Ze overliep in gedachten haar jeugd. “Ooit heb ik gezondigd, zeetje. Op mijn 18de levensjaar werd ik‘s nachts meermaals wakker door onbekende prikkels in mijn onderlichaam. Ik droomde van mannen en het genot dat ze een vrouw verschaften! 'Toch heeft nooit een man mij versierd!'Plotseling schrok het oude vrouwtje van een felle zeewind. Oei! Het ging stormen.' Vlug keerde ze huiswaarts!' ‘s Anderdaags zat het vrouwtje weer op de houten bank aan het zeetje. Na maandenlang staren naar de zeegolven deed het oude vrouwtje iets ongewoons.'Ze staarde plotseling niet meer naar de zee!' Het oude vrouwtje haar ogen deden pijn van het staren naar de horizon. Eindelijk zag ze het oude heertje. Hoe dichter hij de houten rustbank naderde, hoe sneller haar hartje klopte. 'Wat was dat nu toch met haar lichaam?' Ze kreeg het warm en koud vanbinnen, het was hetzelfde gevoel als toen ze 18 was. Haar hart bonsde zo fel, dat ze bang werd dat het heertje het zou kunnen horen. Eindelijk stond het oude keurige heertje vóór haar. Zoals iedere morgen, zei hij: ”Dag Paulinne, mooie weertje niet?”Maar in de plaats dat het oude vrouwtje boos werd, lachte zij naar het oude heertje en vroeg hem: “Wil je plaats nemen naast mij?" “Wat doe ik nu? Zoiets doet een welopgevoede vrouw van mijn leeftijd toch niet! Wat gaat het heertje nu wel van mij denken?” Dacht ze. Het oude heertje nam plaats naast haar op de houten bank, nam haar hand in de zijne en keek haar liefdevol aan.Maar in de plaats dat het vrouwtje haar hand wegtrok en verontwaardigd was, streelde ze met haar vrije hand over zijn gerimpeld gezicht. Lang keken ze elkaar verliefd aan. Hun gevoelens waren ze niet meer meester. Ze wilden deze laatste kans van hun leven niet meer voorbij laten gaan. Vanaf die dag, zagen de wandelaars van Oostende dagelijks een ouder koppel op een van de vele houten banken langs de zeedijk verliefd hand in hand zitten.