Reisverslag van pelgrim Willy!

Inhoud blog
  • 21e rit: Portomarin - Santiago de Compostela 96 km
  • 20e rit: Villafranca del Bierzo - Portomarin 107 km
  • 19e rit: Astorga - Villafranca del Bierzo 83 km
  • 18e rit: Sahagun - Astorga 118 km
  • 17e rit: Castrojeriz - Sahagun 94 km
  • 16e rit: Villafranca Montes-de-Oca - Castrojeriz 90 km
  • 15e rit: Viana - Villafranca Montes de Oca 99 km
  • 14e rit: Cizur Menor - Viana 90 km
  • 13e rit: ST.Jean-Pied-de-Port - Pamplona 87 km
  • 12e rit: Cauneille (Peyrehorade) - ST.Jean Pied de Port 70 km
  • 11e rit Labouheyre - Peyrehorade 113km
  • 10e rit: St.Barthelemy-de-Bellegarde - Labourheyre 174 km
  • 9e rit: Angoulême - ST. Barthelemy-de Bellegarde 87 km
  • 8e rit: Poitiers - Angoulême 151 km
  • 7e rit: Chateau-Renault - Poitiers 159 km
  • 6e rit : Chartres - Chateau Renault 145 km
  • 5e rit : Oinville - Chartres 88 km
  • 4e rit: Ourscamp - Oinville 144 km
  • 3e rit Cambrai - Noyon (Ourscamp) 117km
  • 2e rit Geraardsbergen - Cambrai 133km
  • 1e rit Essen - Geraardsbergen 128km
  • Foto
    Gastenboek
  • fijne avond
  • ho!!!!
  • Groeten uit Hoegaarden.
  • hallo
  • Wandelgroetjes uit Borgloon

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Op spaken naar Santiago de Compostela

    20-07-1997
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3e rit Cambrai - Noyon (Ourscamp) 117km
       Vanmorgen afscheid genomen van onze Zeeuwse vrienden en ons kompas ingesteld op Noyon. Het weer is goed vandaag,zelfs in die mate dat we besluiten om toch maar in te smeren,tegen de branderige zonnestralen. Een omleiding in een dorpje bracht ons op een echte ouderwetse brocante markt, waar allerlei oude spulletjes te koop werden aangeboden. Steeds verder fietsten we van dorpje tot dorpje, door het mooie Picardië, de graanschuur van Frankrijk. Langs een rustig jaagpad, naast het “ Canal du St Quentin “ naar de bron van de Schelde. De heuvels worden inderdaad wat pittiger,dit schreef één van onze voorgangers.
       Voor het eerst wordt ons versnellingsapparaat gebruikt om naar wat kleiners over te schakelen. De Schelde is hier nog maar een zielig beekje,maar wel mooi! Nogal een verschil met de smeerpijp in de buurt van Antwerpen. Het dal waar we doorheen fietsen kruist bij Les Rues-des-Vignes,Honnecourt en Venduile het Canal du St Quentin,in de tijd van Napoleon werden hier al een soort van tunnels gegraven,waar de schepen ook nu nog doorheen varen. Tussen Le Chatelet en Riqueval,op een paar kilometer van onze route, zijn deze vaarsloten zelfs wel vijf kilometer lang. We rijden nu langs de voormalige abdij van Vaucelles,het was vroeger een cistercienzerklooster,nu grotendeels een ruïne met een kerk uit de 13e eeuw.
       In het dorpje Gouy en op één kilometer van het kleine centrum komen we aan de bron van de Schelde.Ze is wat van de weg gelegen, maar we besluiten om toch maar een bezoekje te brengen, al was het maar om te controleren of onze onderwijzers vroeger in de lagere school, niet gelogen hadden! De plaats is echter een vuile bedoening, want wees eerlijk; als je van een bron spreekt stel je je toch iets borrelend voor, met zuiver en helder water! Er is wel een gedenksteen opgesteld, een gift van de stad Antwerpen aan Gouy. Terug op de route zien we weer een verlaten abdij, het is de ruïne van een Premonstratenzer abdij of ook wel Norbertijnen, genoemd naar hun stichter.
       In Estrées wordt de D 932 overgestoken, van oorsprong een Romeinse weg. Estrées is een verbastering van het Latijnse Strata, wat weer afgeleid is van de Romeinse aanduiding voor heirbaan.Tussen Joncourt en Levergies ligt het hoogste punt van deze etappe:150 m. Hier ligt de scheiding tussen de Escaut(het Franse woord voor de Schelde) en de Somme.Het laatste stuk naar St Quentin loopt over een wat bulterig jaagpad, om op een gemakkelijke manier de stad te bereiken. St.Quentin is een levendige stad met ongeveer 70000 inwoners, als pelgrimsstad tot bloei gekomen rond het graf van ST. Quentin: een martelaar uit de 3e eeuw.Het stadhuis uit het jaar 1500, in gotische stijl, ligt aan het autovrije plein. Met zijn vele terrasjes rondom, toont het nogal wat Vlaamse trekjes. We besluiten om hier een stukje van de middag door te brengen en onze knapzak op te peuzelen.
       Het heeft weer gesmaakt en we vervolgen de tocht richting Noyon. De duivenmelkers onder jullie zullen wel weten, dat hier verschillende duifjes gelost worden en richting huiswaarts vliegen. De route loopt nu door de groene rand van de rivier La Somme, prachtige oevers nopen ons om er even bij stil te staan en te genieten.De hengelaars laten mij het water in de mond komen, als verwoed visser begrijp ik volkomen de Bij Artemps beginnen de nog steeds uitgestrekte akkerlanden van graangewassen in dit gebied.Na enige tijd fietsen komt Noyon in zicht.
       Deze stad werd al in het jaar 531 ges­ticht,met de vestiging van de bisschopszetel St. Médard.Voor de 9de eeuw stond er al een kathedraal, waarin Karel de Grote werd gekroond.Al fietsend door de straatjes van de oude stad bemerken we een opvallend gebouw, voor het grootste gedeelte opgetrokken uit verweerd hout dat de tand des tijds echter wonderwel heeft doorstaan. Napluizen in onze gids leert ons dat het hier gaat over een bibliotheek die nog in zijn oorspronkelijke staat is gebleven: een prachtig gebouw.Het is rond 4 uur in de namiddag en het leek ons de moeite om er hier een streep onder te zetten voor deze dag, dachten we, want na enige inlichtingen kwamen we er achter, dat in Noyon geen jeugdherberg te bespeuren viel.Dan maar weer de fiets op, richting Ourscamp, waar een camping was.Dit stukje traject van zeven kilometer was weer een juweeltje wat natuur betreft, de naar hars ruikende, gemengde bossen deed ons met volle teugen genieten.In Ourscamp passeerden we weer een ruïne van een cistercienzer abdij uit de 12de eeuw,alleen de “ Salle des morts “ uit de 13de eeuw is overeind gebleven.
       Na enige tijd bereikten we de camping “ La montagne “, een deugddoende douche en een simpele maaltijd van fritjes met worst gaven mij een zalig gevoel. Voor ons tentje nog wat nakeuvelend over de voorbije dag, kregen we plots weer die aangename verrassing.Daar verschenen als uit de hemel gevallen, onze Zeeuwse vrienden: vlug de fiets op, snelde Ludo naar het dichtsbijzijnde winkeltje en hebben we met z’n allen genoten van een paar flessen wijn.

    19-07-1997
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2e rit Geraardsbergen - Cambrai 133km
       Ik heb vannacht, als naar goede gewoonte, zeer goed geslapen. Het wekkertje riep om 7 uur en na een verkwikkende douche, een ontbijt met grof brood, beleg en confituur waren we klaar voor de start. Het regenen was sinds gisterenavond opgehouden en na een paar kilometer besloot ik zelfs om mijn trainingsvest uit te doen, de zon was aan de hemel verschenen en zodoende was dat voor deze jongen al voldoende om in te grijpen. We reden door hartje Geraardsbergen ;op zoek naar het jaagpad dat weer langs de Dender leidde. In Deux-Acren steken we de taalgrens over en voor de fietser is dit de overgang van goed bollend asfalt naar een grindpad dat, wat de kwaliteit betreft, toch iets te wensen overlaat.angs Lessines met zijn Abdij-gasthuis van O.L.Vrouw met de roos (gesticht in 1242) gaat de tocht naar Tournai (Doornik)langs een heuvelachtig, rustig landschap en slaperige dorpjes. Plots doemt de kathedraal op, met de typische vijf torens...,Doornik. Voor mij geeft de stad niet wat ik er van verwacht had,enkel het kleine oude centrum kon mij bekoren. Het is weer middag en dus tijd om een kleinigheid te eten. Wat er bij mij altijd ingaat is een broodje smos, mijn vrouwtje zal dat niet ontkennen.
       Terug op de fiets,richting Franse grens ontluiken schitterende vergezichten en landschappen. Wat opvalt is de stilte in elk dorpje dat we passeren. We fietsen weer over een jaagpad langs de Schelde en echt opvallend, het water is hier merkelijk properder dan in de contreien waar we vandaan komen. Prachtige groene wieren groeien er in het water tot tegen de oevers.Toch ook hier en daar wat minder fraaie uitzichten, de oude kalkovens zijn nog de stille getuigen van hoe het vroeger was. Bij Remegies steken we de grens over en vanaf nu volgen we de D 327. Onze Belgische frankskes worden opgeborgen om plaats te maken voor de Franse.
       In de late namiddag komt Cambrai of Kamerijk in het oud vlaams, in zicht. Tijdens de lichte afdaling rijden we een koppel per fiets voorbij en een eindje verder zeg ik tegen Ludo, “ dat zijn volgens mij Hollanders “; er wordt eens mee gelachen, maar op dat moment hebben we er nog geen erg in dat we deze mensen nog een paar keer gaan ontmoeten. De stad Cambrai geeft een gezellige indruk, tenminste nadat we na enig zoeken de jeugdherberg hadden gevonden. Het is een oude Romeinse plaats tussen Boulogne, Keulen en Straatsburg. Er is een oude stadspoort (Porte de Paris) uit het jaar 1300 met ook nog de resten van oude stadsmuren. Vanaf de tijd van de Capetingers was Cambrai een belangrijk bedevaartsoord, en bezat de stad al een bisschopszetel.Herinner je nog het koppel dat we op weg naar Cambrai voorbijstaken? Tijdens het avondeten in de jeugdherberg,- op het gazon overigens want het was goed weer,- komen ze plots opduiken. “ Goedenavond, nou wij hebben wel de Nederlandse identiteit “ vertellen ze, “ maar we worden toch liever vereenzelvigd als Zeeuwen “. Er ontspon zich een gezellig gesprek en wat bleek? Hij was Kees Raes, broer van Jan, ex-beroepsrenner en nu sportbestuurder van een wielerploeg. Zijn vriendin Marleen was een Kortrijkse en door omstandigheden in Hulst aanbeland. Enfin, na het eten hebben we nog wat gebabbeld over van alles en nog wat, en voor we het wisten was het alweer bedtijd.

    18-07-1997
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1e rit Essen - Geraardsbergen 128km
       Om 5 uur wakker geworden van een stortbui,dat belooft.De avond tevoren was alles al ingepakt en de fietstassen zaten al op de fiets. Een normaal ontbijt en verse koffie geserveerd door vrouwtje Paula moesten mij tot de middag overeind houden. Ik had een afspraak met de collega’s om 7.45u aan het pleintje in Kalmthout waar eens de St Jacobskapel stond.De tijd ging vlug deze morgen en voor ik het wist moest ik afscheid nemen,voor tamelijk lang voelden we, maar kom er gebeuren erger dingen op deze wereld niet? Nog een kusje,de fiets op,en voor de bocht... nog even een hand opsteken naar het vrouwtje. Plots realiseerde ik mij dat onze langverwachte tocht,op deze vroege morgen,een aanvang had genomen. Ik fietste gemakkelijk,het was ook al geruime tijd opgehouden met regenen,alhoewel de lucht een sombere dag voorspelde.
       Mijmerend fietste ik naar Kalmthout waar nog enkele collega’s ons vertrek wilden meemaken, tenminste zo dacht ik. Want daar aangekomen bleek er een heus comité op de been gebracht.Zonder dat we daarvan op de hoogte waren ijverden een aantal enthousiastelingen van Kalmthout, voor de heroprichting van de ter ziele gegane St. Jacobskapel. Zelfs de pers was opgetrommeld, en zo komt het dat sommigen onder U reeds ‘s anderendaags onze plannen in de krant konden lezen. Na het gebruikelijke ceremoniëel van afscheid nemen,begon onze tocht nu echt. Vlug naar het gemeentehuis van Kalmthout om alvast onze eerste stempel op onze geloofsbrief in ontvangst te nemen.Volgende halte was het Antwerpse stadhuis, waar we van Mieke Vogels (goeie kennis van Ludo) een vers tasje koffie kregen aangeboden en natuurlijk ook weer een stempel op onze geloofsbrief. Op die geloofsbrief kom ik in mijn verhaal ten gepaste tijde terug. Via de Imalso fietstunnel ging de tocht langs Burcht, Weert en Mariekerke naar St Amands.Tijd om m’n smosbroodjes te verorberen, het was tenslotte bijna middag en de veerboot over de Schelde vertrok pas om 12.30 uur.Inmiddels werden ook de hemelsluizen opengezet, in de gietende regen bereikten we de overkant.
       De rit verliep vanaf nu in de regen, via Dendermonde en Aalst, en daartussen mooie idyllische dorpjes. We reden over een ongelooflijk prachtig fietspad langs de oever van de Dender.We passeerden kleine, eeuwenoude sluizen.Stuk voor stuk zijn het foto’s voor postkaarten.De dag liep op zijn einde, en voor we het wisten stonden we op het erf van de jeugdherberg“ ‘t Schipke “ in Geraardsbergen.Een ruime kamer met stapelbedden, een nette WC en douche, wat wil je nog meer.Na een deugddoende wasbeurt hebben we deze dag afgesloten met een goedkoop “ menu van het huis “ in resto “ De klokke “ in Geraardsbergen.

    11-06-1997
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
       In 1992 het de idee ontstaan. Nogal wat documentaires op tv en een aantal publicaties over Santiago de Compostela, deden mij besluiten deze trip per fiets te ondernemen. Een mens moet in zijn leven enkele boeien uitzetten, daarom leek mij 1997 een geschikt moment. Het jaar waarin ik 50 werd. Het toeval wilde dat collega Ludo (45 jaar) achter mijn plannen kwam, en ook collega Eric(29 jaar) een fervent fietser,zag ook wel brood in een fietstrip van ongeveer drie weken. We werden lid van het Vlaams Genootschap van Compostela, en de driemaandelijkse tijdschriften lazen we van de eerste tot de laatste bladzijde: geschiedkundige anecdotes over de middeleeuwse pelgrims, de mooie steden en dorpjes die ze aandeden, de reisverhalen van collega’s pelgrims die ons waren voorgegaan deden ons watertanden.
       De plannen kregen stilaan vorm: op de voorbereidende vergaderingen werden praktische dingen besproken zoals: de route, fiets en materiaal, waar overnachten enz. We besloten het avontuurlijk aan te pakken, dit wil zeggen zonder begeleiding van een volgwagen. De overnachtingen gebeurden in jeugdherbergen, de tent en in de refugios (1).
       In het najaar van 1996 en het voorjaar 1997 werd duchtig getraind, individueel en wanneer het uitkwam.Concreet betekende dit voor mij, dat de trainingen een vaste vorm kregen in de maand maart, en dat er op 6 à 7 weken voor de start driemaal per week 100 km gefietst werd. De rest van mijn verhaal begint op 18 juli 1997, een regenachtige en van temperatuur een matige zomerse dag... (1) Refugios zijn Spaanse overnachtingsmogelijkheden, het zijn meestal door vrijwilligers bemande accomodaties, speciaal en alleen voor pelgrims.



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!