ik slaap iedere nacht maar zes uren dan kan zo niet blijven duren zo geraak ik nog oververmoeid en heb ik van alles verknoeid kwam de slaap maar vaker gluren
die blauwe plastiek zakken vul ik altijd zo vol dat ze lijken op pakken want ze zijn nogal duur en ik geraak overstuur want er blijft geen geld meer aan mijn vingers plakken
o! zon, laat me nu weer niet opnieuw in de steek ik zie zonder jou zo wit en bleek ik heb je nodig je bent voor mij niet overbodig ik was bang dat ik nergens meer op leek
de sneeuw heeft nu lang genoeg gelegen ze voorspellen regen dan is het met de sneeuw gedaan en kan ik weer overal gaan en staan daar heb ik niets op tegen
op dit nachtelijk uur zie ik in de verte vuur ik zie ook rook er heeft zeker iemand zijn kachel te hard gestookt de brandweer vliegt voorbij, het heeft niet lang geduurd
als ik maar niet te dikwijls naar de kapster moet dan vind ik het al goed mijn haren liggen weer in de plooi ik vind mijn kapsel mooi met een mooi kapsel heb je meer moed
zij dronk frisdrank tot het kwam uit haar oren zij wou niet luisteren of horen nu werd ze zo dik iedereen zag het met een enkele blik zij schaamde zich als nooit tevoren
mijn ma eet altijd zonder haar onderste valse tanden toch draag ik mijn moeder op handen ze is al vijfentachtig maar ze is nog krachtig we hebben steeds nauwere banden
mijn keukenkastjes hangen te laag en het water loopt uit mijn kraan te traag wat zal er nog moeten gebeuren eer ik alles heb in de juiste vorm en kleuren sorry dat ik over zo iets onnozels klaag
ik moet mijn ijskast eens volladen ik zal er de frisdrank eens bijhalen je gebruikt minder electriciteit met een volle ijskast en van die frisdrank heb ik geen last dan moet ik ook weiniger betalen
zij noemde hem zoet hij noemde haar sproet zij hadden het samen fijn totdat er dat vele bloed verschijnt nu kon hij haar nooit meer geven een ochtendgroet