Verzameling met de verschillende borsthangers van de 19 Brusselse politie korpsen - Collection de breloques des 19 corps de police de l'agglomération bruxelloise.
ASPB Association Sportive de la Police de Bruxelles.
ARSPB Association Royal Sportive de la Police de Bruxelles.
&
& &
Het zijn de borsthangers van de Koninklijke Sportkring van de Brusselse Politie.
Vertaling van ASPB is SVPB : Sport Vereneging van de Politie van Brussel Vertaling van ARSPB is KSVPB : Koninglijke Sport Vereneging van de Politie van Brussel Het zijn geen sportbond kentekens maar van een sport vereneging die lid is van de BPSB/FSPB BPSB : Belgische Politie Sportbond van belgïe FSPB : Fédération Sportive de la Police Belge
16-04-2010
KSVPB - - A.R.S.P.B (2)
Association Royale Sportive de la Police de Bruxelles
ARSPB = = KSVPB
Koninglijke Sport Vereneging van de Politie van Brussel
17-04-2010
Moniteur TIR Police de Bruxelles- - SCHIETmonitor Politie Brussel
Moniteur TIR Police de Bruxelles
Le 1er brevet de moniteur de TIR. Avant 1983, les moniteurs de TIR de la police de Bruxelles, portaient une breloque en argent sur laquelle figurait un pistolet et la lettre "M"
&
& &
SCHIETmonitor Politie Brussel
Het eerste brevet van schietmonitor
Voor 1983 droegen de schietmonitors van de Brusselse politieschool een zilveren medaille met afbeelding van een pistool en de letter "M".
19-04-2010
CENTRE d'INSTRUCTION de la POLICE de BRUXELLES - - OPLEIDINGSCENTRUM van de POLITIE BRUSSEL
CENTRE d’INSTRUCTION de la POLICE de BRUXELLES (CIP)
L’école dispensant la formation aux policiers existe depuis 1970. Cette année-là la police communale de la ville de Bruxelles crée un Centre d’Instruction Police (CIP) pour organiser et dispenser les formations destinées aux policiers communaux de la ville, formations qui seront ensuite accessibles aux autres communes bruxelloises. Les charges liées au fonctionnement de l’école devenant trop lourdes pour être assumées uniquement par la ville de Bruxelles, il a été décidé dès 1992 de trouver une formule associant les autres communes bruxelloises dans la gestion de l’institution. L’ERIP fut alors créée mais elle a poursuivi la mission du centre d’instruction de Bruxelles avec de nouveaux moyens et du personnel supplémentaire.
Moniteur de tir
1983, vit la création d’une formation pour moniteur de tir, dont voici la breloque en Fr et en Ndl
&
& &
OPLEIDINGSCENTRUM van de POLITIE BRUSSEL
De politieschool bestaat sinds 1970. In dat jaar besliste de gemeentepolitie van de stad Brussel een opleidingscentrum (OCP) op te richten om haar personeelsleden op te leiden. Later werden die opleidingen ook toegankelijk voor de politieambtenaren van de andere Brusselse gemeenten. Aangezien de kosten voor de werking van de school te zwaar werden om alléén door de stad Brussel te worden gedragen werd er in 1992 beslist om een nieuwe formule te vinden voor het beheer van de school in samenwerking met de andere Brusselse gemeenten. Zo werd de GIP opgericht om de taak van het opleidingscentrum van de politie Brussel verder te zetten met meer middelen en personeel.
Schietmonitor
Vanaf 1983 werd er gestart met een monitorsopleiding en werd een eerste medaille gemaakt (in het Ned. en in het Fr.) van schietmonitor
20-04-2010
DIVERSEN POL BRU DIVERS
DIVERSEN POL BRU DIVERS
21-04-2010
Médailles de la Marche de la Police de Bruxelles - - de Marche van de Politie Brussel kentekens
La Marche de la Police de Bruxelles
Chaque année la police de Bruxelles organise une marche.
De 1981 à 1992, la médaille commémorative représentait un des services de la police de Bruxelles, médaille, inspirée des insignes « tissus » .
Ces médailles sont devenues au fil des temps un « collector’s item ».
Douze services ont ainsi été mis à l’honneur.
De g. à dr. : 1981 =>le logo officiel de la police belge,
1982 => la Brigade en canine
1983 => l’Etat Major.
-((()))-
de Marche van de Politie Brussel
Elk jaar organiseerde de politie van Brussel een marche.
Van 1981 tot 1992, werd de herdenkingsmedaille het kenteken van één van de diensten bij de politie Brussel, geinspireerd door de stoffe patches.
Deze medailles zijn de dag van vandaag een « collector’s item » geworden.
Van links nr rechts : 1981 => het officieel politie logo
1982 => de hondenbrigade
1983 => de Staffmé
23-04-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Médailles de la marche (2) - -Medailles van de marche(2)
De g. à dr. : 1984 => « Police-secours »
1985 => brigade cavalerie
1986 => escadr. motards
Van links nr rechts : 1984 => “Hulppolitie”
1985 => ruiters brigade
1986 => eskadr. Motorrijders
25-04-2010
Médailles de la marche (3) - -Medailles van de marche(3)
Van links nr rechts :
1987 => A.O.B.
1988 => Verkeer ‘s brigade
1989 => telecommunicatie dienst
De g. à dr. : 1987 => B.A.A.
1988 => CIPOL
1989 => CIO
27-04-2010
Médailles de la Marche de la Police de Bruxelles - - de Marche van de Politie Brussel kentekens (4)
Van links nr rechts : 1990 => politie school
1991 => metro brigade
1992 => logistieke dienst
De g. à dr. : 1990 =>Ecole de police
1991 => brigade metro
1992 =>svce logistique
28-04-2010
pas correct recto
Ceci est une fabrication " maison", de la pure fantaisie faite soit pour escroquer un acheteur naïf, soit faite par quelqu'un de la brigade à cheval qui l'a portée.
Il s'agit donc bien de la médaille de la marche placée sur un cuir.
===
Dit is een fantaisie, ofwel bestemt voor een naïve koper,of iemand uit de cavalerie brigade om ze zelf dan te dragen .
Het gaat hier wel om de medaille van de marche, dat op een ledertje geplaatst werd.
29-04-2010
Pas correct verso
Is dus niet officieel
N'est donc pas officielle
15-05-2010
ETTERBEEK
ETTERBEEK
De kerk van Etterbeek uit de 12de eeuw hing deels af van het kapittel van Sint-Goedele maar vooral van de abdij van Nijvel. Het gehucht was waarschijnlijk besloten in het domein van Watermaal, waar de schepenen recht spraken in naam van de hertog van Brabant. De baronie Etterbeek, opgericht in 1673, werd in de 18de eeuw verpand maar snel weer opgenomen in het hertogelijk domein. Etterbeek werd in 1795 een autonome gemeente.
Het wapen dat in 1913 werd toegekend, herinnert aan deze historische gegevens.De eerste helft verwijst naar één van de zegels die het kapittel van Nijvel gebruikte. De lelies brengen de Karolingische afkomst van de stichter van de abdij in herinnering en zijn van zilver en niet van goud, zoals in het wapen « Oud Frankrijk ». Een rood veld met een zilveren dwarsbalk, in het 2de deel, verwijst traditioneel naar Lotharingen.
Gedeeld: 1 van blauw bezaaid met zilveren leliën;
2 van rood met een zilveren dwarsbalk.
L’église qui existe au XIIème siècle à Etterbeek dépend en partie du chapitre bruxellois de Sainte-Gudule mais surtout de l’abbaye de Nivelles. Le hameau est vraisemblablement inséré dans le domaine de Watermael où les échevins rendent la justice au nom du duc de Brabant. La baronnie d’Etterbeek, créée en 1673, est engagée au XVIIIè siècle mais réintègre rapidement le domaine ducal. La commune naît en 1795.
Les armoiries concédées en 1913 font appel à ces données historiques : la partition évoque à dextre un des sceaux utilisés par le chapitre de Nivelles, les fleurs de lis, sensées évoquer l’ascendance carolingienne de la fondatrice de l’abbaye, sont d’argent et non d’or comme dans les armes « de France ancien » ; à senestre, le champ de gueules à la fasce d’ argent caractérise traditionnellement le Lothier.
Parti au 1 d’azur semé de fleurs de lys d’argent,
au 2 de gueules à une fasce d’argent.
17-05-2010
EVERE
EVERE
In de middeleeuwen was het grondgebied van Evere verbrokkeld : het Sint-Vincentiuskapittel van Zinnik (Henegouwen), de abdij van Vorst en het kapittel van Lier bezaten er in de 12de eeuw gronden. In 1120 werd reeds een kerk vermeld die, volgens de overlevering, door de heilige Vincentius in de 7de eeuw was opgericht en die aldus in het bezit was van het Sint-Vincentiuskapittel.
In de 13de eeuw was Evere een leen van de hertog van Brabant dat door erfrecht of huwelijk van de ene familie op de andere overging. In 1722 stond de erfgename van het geslacht de Hornes het af aan de familie Walckiers, waarvan een lid in 1727 in de adelstand werd verheven. Intussen stond in de Moderne Tijd op het schepenzegel een afbeelding van St-Vincentius die een schildje vasthoudt met het wapen Clutinc of met dat van de familie Borselen.
Het wapen dat in 1928 aan Evere werd toegekend, is dat van de familie Walckiers.Een zittende St-Vincentius houdt dit schild, zoals gebruikelijk, in de linkerhand.
Gedeeld, een : van goud met een valk in natuurkleur ongewend, op de 2 poten staande op eene drietoppige rots van keel uit de punt oprijzende en overstopt met eene ster met 6 stralen van hetzelfde;
Twee: van keel met een valk in natuurkleur op de 2 poten staande op een drietoppige rots van goud, uit de punt oprijzende en overtopt met eene ster met 6 stralen van het zelfde ( hetgeen is de Walckiers), het schild met de linkerhand gehouden voor een zittende Heiligen Vincentius met een stralenkrans omgeven en eenen schepter met eene leliebloem getopt in de rechterhand houdende, het alles van zilver.
-((()))-
19-05-2010
EVERE
EVERE
Le territoire d’Evere était morcelé au Moyen Age: le chapitre de la collégiale St-Vincent de Soignies en Hainaut y possédait des terres au XIIè siècle de même que l’abbaye de Forest et le chapitre de Lierre.
En 1120, une église y existait : selon la légende, saint Vincent Maldegaire l’aurait installée au VIIè siècle.
Au XIIIè siècle, le duc de Brabant est le suzerain d’un fief qui passe par mariage ou héritage de famille seigneuriale en famille seigneuriale; en 1722, l’héritière de Hornes le cède aux Walckiers, famille d’un financier anobli en 1727. Dans l’intervalle, aux Temps Modernes, une représentation de saint Vincent a tenu sur le sceau de l’échevinage local un écu aux armes des Clutinc, ou encore des Borselen.
En 1928, les armes reconnues à Evere sont celles de la famille de Walckiers dont l’écu est tenu de la main gauche, selon l’usage ancien, par un Saint Vincent assis.
Parti au premier d’or au faucon au naturel, contourné, posé sur un rocher de 3 coupeaux de gueules, mouvant de la pointe, et surmonté d’une étoile à 6 rais du même; au second de gueules au faucon au naturel posé sur un rocher de 3 coupeaux d’or, mouvant de la pointe et surmonté d’une étoile à 6 rais du même ( qui est de Walckiers), l’écu tenu de la senestre par un saint Vincent auréolé assis tenant de la dextre un sceptre fleurdelysé, le tout d’argent
21-05-2010
FOREST - - VORST
FOREST
Forest trouve son origine dans le défrichement d’une partie du domaine ducal d’Uccle au XIè siècle; il y existe au XIIè siècle une église dédiée à saint Denis où les reliques de sainte Alène sont vénérées. A la même époque, l’abbé d’Affligem y fonde un prieuré de bénédictines qui deviendra une abbaye autonome en 1238, étendant son influence sur la presque totalité de Forest de l’époque. Entretemps, la localité a été dotée d’une charte de franchise en 1213, et amputée du futur saint-Gilles, Obbrussel, en 1216. La « ville neuve » qu’Henri Ier crée à Forest en 1221 ne tarde pas à passer sous la juridiction abbatiale mais le duc de Brabant y garde l’exercice de la haute justice. De ce fait, plusieurs sceaux échevinaux y sont attestés : en 1339, celui de la ville neuve représente une abbesse avec un livre dans la main droite, une crosse dans la gauche, de 1279 à 1444, l’échevinage de l’abbaye a pour image un bras droit tenant une crosse, dès 1444, ces symboles sont accompagnés à leur droite de 3 arbres dont les troncs sont rassemblés dans une couronne à 3 fleurons, signes distinctifs de l’abbaye dans les cartes héraldiques du Brabant à l’époque des Archiducs.
Un sceau commun à toutes les juridictions est utilisé au XVIIIè siècle : on n’en connait pas d’empreinte.
La commune de Forest créée en 1795 s’agrandit en 1797 à l’occasion de la vente des propriétés de l’abbaye comme biens nationaux.
Le sceau et les armoiries accordées en 1936, rappellent, le 1er, le scel échevinal attesté en 1444 et encore en 1575, les autres réunissent les mêmes symboles placés dans un écu parti, en forme de losange caractéristique des sceaux féminins.
Parti à dextre d’argent à 3 arbres terrassés de sinople passant dans une couronne d’or à 3 fleurons et 2 perles et à senestre d’azur au dextrochène habillé du manteau de chœur de moniale d’or, mouvant du flanc senestre de l’écu, tenant une crosse du même, tournée à dextre, l’écu en forme de losange.
-((()))-
VORST
Vorst ontstond in de 11de eeuw bij de ontginning van een deel van het hertogelijke domein van Ukkel. In de 12de eeuw was er een kerk, gewijd aan Sint-Denijs, waar men de relikwieën van de heilige Alena vereerde. In dezelfde periode stichtte de abt van Affligem er een prorij van benedictinessen, die in 1238 een zelfstandige abdij werd en haar invloed liet gelden over zowat het gehele toenmalige Vorst. Intussen kreeg Vorst in 1213 een vrijheidskeure en in 1216 werd Obbrussel, het toekomstige Sint-Gillis, ervan afgescheiden. De “nieuwe stad Vorst” die Hendrik I in 1221 oprichtte, kwam snel onder het gezag van de abdij maar de hertog van Brabant hield er de hogere rechtspraak. Dit verklaart het bestaan van verschillende schepenzegels. Het schepenzegel van de nieuwe stad (1339) toont een abdis met een boek in de rechter- en een staf in de linkerhand. Tussen 1297 en 1444 gebruikte de schepenbank van de abdij een zegel met daarop een rechterarm die een staf vasthoudt. Na 1444 zijn deze figuren rechts vergezeld van 3 bomen waarvan de stammen gebundeld zijn in een kroon met 3 fleurons. Dit was het emblem van de abdij op de heraldische kaarten van Brabant uit de tijd van de Aartshertogen. In de 18de eeuw werd een gemeenschappelijk zegel gebruikt voor alle juridicties, maar daar is geen afdruk van bekend.
Vorst werd in 1795 een autonome gemeente, die zich in 1797 uitbreidde naar aanleiding van de verkoop van de eigendommen van de abdij als nationale goederen.
In 1936 werden aan Vorst een zegel en een wapen toegekend. Het zegel herinnert aan de schepenzegels uit 1444 en 1575. Het wapen vertoont dezelfde symbolen in een gedeeld schild dat de ruitvorm kreeg, kenmerkend voor vrouwelijle zegels.
Gedeeld rechts van zilver met 3 bomen geplant in een grond van sinopel gaande door een kroon van goud met 3 fleurons en 2 paarden , en links van lazuur met een rechterarm gekleed met den koormantel eener kloosterzuster van goud, uitgaande van de linkerzijde van het schild, houdend een staf van het zelffde naar rechts gewend, het schild in ruitvorm.
22-05-2010
FOREST prototype -VORST
La breloque fait partie d'une très ancienne série de 5, vraisemblablement prototype, de la maison De Greef. Elles n'ont jamais été montées sur cuir et présentent toutes des petites différences (couleurs, frappe, taille des éléments héraldiques, etc). Détail supplémentaire , celle-ci est convexe et les autres non.
La maison De Greef existe depuis 1890 et est établie à Forest. Les ateliers jouissent d'une grande réputation et sont fournisseurs de la Cour. Ces pucelles ont probablement servi de modèles et ne sont pas restées à l'état de prototypes car un modèle ou plusieurs modèles ont vraisemblablement été choisis pour une production plus importante sur commande de la police de Forest.
nb : je "remercie" la maison De Greef, pour m'avoir trompé lors de la vente des 4 autres breloques de la même série, pour les avoir vendues en "stoemmelings" à quelqu'un d'autre !
-((()))-
Deze borsthanger komt uit een uniek lot van 5 stuks, allen prototypes, ik hoop ooit de 4 andere stuks op de kop te kunnen tikken !
23-05-2010
K9 Vorst - Forest
K9 Vorst - Forest
Porté par la brigade cannine de la police de Forest dans les années '80
Fabrication artisanale, faite à partir de l'insigne militaire français
&
& &
Dit kenteken werd gedragen door de hondegeleiders van de politie Vorst in de jaren '80
Zelfgemaakt, het Franse militaire kenteken werd hoervoor gebruik
25-05-2010
GANSHOREN
GANSHOREN
Le sort de Ganshoren et celui de Jette ont été lies pendant des siècles avant que la commune unitaire créée en 1795 ne soit scindée par la loi du 31 mars 1841.
Au début du XIIè siècle, une église, fille de celle de Jette, existe au hameau de Ganshoren. La cour féodale du lieu dépend de la châtellerie de Bruxelles. L’échevinage commun à Jette, Ganshoren et autres lieux, utilise à la fin du Moyen Age un sceau représentant la Vierge et l’Enfant placés entre un heaume et un écu aux armes du duc de Brabant.
Les droits de justice regroupés avec ceux du fief de Rivieren sont engagés dans le courant du XVIIè siècle au seigneur de ce lieu. En 1659, ces territoires sont constitués en une seigneurie hautaine, le comté de Saint-Pierre-Jette qui passe des Kinschot à leurs héritiers Villegas.
La commune de Ganshoren, détachée de Jette en 1841, obtient en 1844, des armoiries qui évoquent de façon si classique le saint patron de l’église attestée au XIIè siècle qu’il n’a pas paru nécessaire de décrire son geste de compassion.
De gueules à un saint MARTIN d’or.
-((()))-
Ganshoren en Jette waren eeuwenlang verbonden en in 1795 samen tot één autonome gemeente ingericht alvorens bij wet van 31 maart 1841 van elkaar gescheiden te worden.
Bij het begin van de 12de eeuw was er in het gehucht Ganshoren een kerk, dochter van de kerk van Jette, Ganshoren en andere plaatsen gebruikte op het einde van de middeleeuwen een zegel met de afbeelding van de Maagd en het Kind, geplaatst tussen een helm en een schildje met het wapen van de hertog van Brabant.
De rechtspraak in Jette werd in de 18de eeuw, samen met die van het leen Rivieren, verpand aan de lokale heer. In 1659 werd dit gebied een hoge heerlijkheid, het graafschap Sint-Pieters-Jette, dat van de familie Kinschot overging op hun erfgenamen de Villegas.
De gemeente Ganshoren, die in 1841 dus werd afgescheiden van Jette, kreeg in1844 een wapen met de patroonheilige van de kerk. De heilige Martinus is er op traditionele wijze afgebeeld, waarbij het zelfs overbodig werd geacht zijn attributen me te beschrijven.
Een rood veld met het gulden beeld van St-Merten
27-05-2010
IXELLES - - ELSENE
IXELLES
La commune d’Ixelles, née en 1795, n’a pas eu d’existence autonome sous l’Ancien Régime: elle réunit une portion de l’ancien domaine ducal située le long du Maelbeek - proche de l’abbaye de la Cambre fondée en 1201 et de la chapelle puis église Sainte-Croix dépendant de Sainte-Gudule-, une fraction de la paroisse d’Uccle au lieu appelé Boendael, le hameau de Ten Bosch, des édifices construits le long des axes les traversant et menant vers Bruxelles. Le choix des armoiries s’est porté en 1886 sur une évocation du nom primitif de la localité :Elsele, la demeure des aulnes, dans un écu surmonté d’une couronne comtale qu’elles ne purent justifier.
D’argent à un aulne au naturel.
ELSENE
Elsene werd pas in 1795 een zelfstandige gemeente. Haar grondgebied bestond aanvankelijk uit een deel van het vroeger hertogelijk domein langs de Maelbeek, nabij de in 1201 opgerichte Terkamerenabdij, en bij de Heilige Kruiskapel, later kerk, die afhing van Sint-Goedele. Verder bestond ze uit een deeltje van de parochie Ukkel, Boendaal geheten, en uit het gehucht Ten Bosch.
Bij de aanvraag in 1886 voor een wapen, ging de voorkeur uit naar een evocatie van de naam van de gemeente, Elsele, of elzenverblijf. Dit mondde uit in een sprekend wapen dat getopt is met een grafelijke kroon, waarvoor geen historische verklaring bestaat.
In zilver een els van natuurlijke kleur
29-05-2010
JETTE 1
JETTE
Tot in 1841 vormden Jette en Ganshoren een agglomeratie waar zich in de 11de eeuw een religieuze gemeenschap vestigde die uitgroeide tot de abdij van Dieleghem, van de orde van de premonstratenzers. In het begin van de 12de eeuw werd in Ganshoren een kerk vermeld die afhing van die van Jette. Het gebied bestond bovendien uit vrije en hertogelijke lenen, met een feodaal hof in Ganshoren, waartoe het leen de Rivieren behoorde. Een gemeenschappelijke schepenbank sprak recht voor Jette, Zellik en Over- en Neder-Heembeek. Op haar zegel staat de Maagd met het Kind tussen een helm en een schildje.
In de 16de eeuw groepeerde het hertogelijk domein de justitierechten in Jette, Ganshoren en andere plaatsen en verpandde ze in het begin van de volgende eeuw aan de heer van Rivieren. In 1659 werd het geheel verheven tot het graafschap Sint-Pieters-Jette ten voordele van de familie Kinschot, die er de hoge rechtspraak uitoefende. In 1783 gebruikten de schepenen een zegel met het wapen van de laatste locale heren, de Villegas.
Jette werd een autonome gemeente in 1795, verloor in 1841 het grondgebied van Ganshoren en kreeg hetzelde jaar een wapen dat duidelijk is geinspireerd op de naam van het graafschap; in lazuur een Sint-Pieter van goud. Inhoudelijk is dit dus precies hetzelfde als het emblem dat in 1819 toegekend was aan de gemeente Ukkel.
In 1953 kreeg de gemeente de toestemming om dit wapen te vervangen door dat van de familie Kinschot, de 1ste graven van St-Pieters-Jette, en gebruik te maken van een zegel dat zowel verwijst naar het schepenzegel uit de middeleuwen als naar naar het nieuwe wapen.
Van goud met een gekantelde en tegen-gekantelde faas van sabel, het schild getopt met een helm van zilver, getralied, omboord en gekroond van goud met dekkleden van goud en van sabel.
Helmteken: een antieke vlucht van goud, elke vleugel beladen met een gekantelde en een tegen-gekantelde faas van sabel -het schild geplaatst op een degen van de Ridders der Orde van Sint Jacob, rechts gehouden door een dame van vleeskleur houdende, geplaatst op een sluier van azuur, bezaaid met sterren van goud en overtopt met een koninklijke kroon van hetzelfde en links gehouden door een eenhoorn van zilver, gehoornd, genageld, gahalsband en met manen van goud.
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek