BORSTKENTEKENS van de POLITIEKORPSEN uit de BRUSSELSE AGGLOMERATION - BRELOQUES des CORPS de POLICE de L'AGGLOMERATION BRUXELLOISE
Verzameling met de verschillende borsthangers van de 19 Brusselse politie korpsen - Collection de breloques des 19 corps de police de l'agglomération bruxelloise.
Inhoud blog
  • THE END
  • LIENS - LINKS
  • LINKS - LIENS & FACEBOOK
  • WANTED : Sint-Agatha-Berchem- - Berchem-Ste-Agathe
  • WAANTED : UCCLE - - UKKEL
  • JE CHERCHE = = IK ZOEK => HELP WANTED
  • Radar MESTA
  • Brussels Police Band
  • DISPATCHING
  • "Tunnel rat"
  • BRIGADE INTERCOMMUNALE de SURVEILLANCE du METRO= =de INTERCOMMUNALE BRIGADE van TOEZICHT in de METRO ( of I.B.T.M.)
  • Moniteur autodéfense - Monitor zelfverdediging
  • Ecole de Police (E.R.I.P.= G.I.P.) (3)Monit. TTI.
  • Ecole de Police (2)(E.R.I.P.) moniteur
  • Politie School (G.I.P.) moniteur TIR - schietmonitor
  • les brigades intercommunales - de Intercommunale brigades
  • SINT-PIETERS-WOLUWE - - WOLUWE-SAINT-PIERRE (2)
  • WOLUWE-SAINT-PIERRE - - SINT-PIETERS-WOLUWE (1)
  • SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE - - WOLUWE-SAINT-LAMBERT (2)
  • WOLUWE-SAINT-LAMBERT - - SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE (1)
  • WATERMAAL-BOSVOORDE - - WATERMAEL-BOISFORT
  • UCCLE - - UKKEL
  • Schaerbeek - MOTARDS _ MOTORRIJDERS
  • SCHAERBEEK - - SCHAARBEEK (3)
  • SCHAERBEEK - - SCHAARBEEK (2)
  • SCHAERBEEK - - SCHAARBEEK (1)
  • SAINT-JOSSE-ten-NOODE - - SINT-JOOST-ten-NODE
  • Prototype SAINT-GILLES - - SINT-GILLIS
  • SAINT-GILLES - - SINT-GILLIS
  • SINT-JANS-MOLENBEEK (2) - - MOLENBEEK-SAINT-JEAN
  • MOLENBEEK-SAINT-JEAN - - SINT-JANS-MOLENBEEK (1)
  • KOEKELBERG
  • JETTE 2
  • JETTE 1
  • IXELLES - - ELSENE
  • GANSHOREN
  • K9 Vorst - Forest
  • FOREST prototype -VORST
  • FOREST - - VORST
  • EVERE
  • EVERE
  • ETTERBEEK
  • Pas correct verso
  • pas correct recto
  • Médailles de la Marche de la Police de Bruxelles - - de Marche van de Politie Brussel kentekens (4)
  • Médailles de la marche (3) - -Medailles van de marche(3)
  • Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Médailles de la marche (2) - -Medailles van de marche(2)
  • Médailles de la Marche de la Police de Bruxelles - - de Marche van de Politie Brussel kentekens
  • DIVERSEN POL BRU DIVERS
  • CENTRE d'INSTRUCTION de la POLICE de BRUXELLES - - OPLEIDINGSCENTRUM van de POLITIE BRUSSEL
  • Moniteur TIR Police de Bruxelles- - SCHIETmonitor Politie Brussel
  • KSVPB - - A.R.S.P.B (2)
  • A.R.S.P.B
  • K9 narcotic
  • K9 POL BRU
  • L'escadron motocycliste - - Het Eskadron Motorrijders
  • A.O.B. - B.A.A pol Bru
  • Brigades POL BRU
  • BRUXELLES - BRUSSEL (5)
  • BRUXELLES - BRUSSEL (4)
  • BRUXELLES - BRUSSEL (3)
  • BRUXELLES - BRUSSEL (2)
  • BRUXELLES - BRUSSEL (1)
  • SINT-AGATHA-BERCHEM
  • BERCHEM-SAINTE-AGATHE
  • AUDERGHEM - OUDERGHEM
  • K9 ANDERLECHT
  • Anderlecht
  • INTRODUCTION - INLEDING
  • IN MEMORIAM
  • Gemeente Politie - Police Communale
  • BIENVENUE = WELKOM - COPYRIGHT
  • ATTENTION - - LET OP
    Zoeken in blog

    07-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SINT-PIETERS-WOLUWE - - WOLUWE-SAINT-PIERRE (2)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SINT-PIETERS-WOLUWE

     

    In 1269 onderscheidde deze plaats aan de Woluwe zich van 2 gelijknamige buren door de naam van de patroonheilige van haar kerk, die sinds de vorige eeuw vermoedelijk afhing van de abdij van Vorst. Er waren nog bezittingen van andere religieuze stichtingen: het Rood-Klooster van Oudergem, de abdij van Park in Heverlee en het Sint-Janshospitaal in Brussel.

    Tot 1795 maakte Sint-Pieters-Woluwe, net als Sint-Lambrechts-Woluwe, deel uit van een grondheerlijkeid opgericht in de 14de eeuw door de hertog van Brabant en bestuurd door een  gemeenschappelijke schepenbank. De hoge rechtspraak, die aan opeenvolgende families werd verpand, gaf in de 16de eeuw aanleiding tot betwistingen. In de 17de eeuw werd een gemeenschappelijk schepenzegel gebruikt voor de 2 Woluwes, Kraainem en Stokkel, die samen het graafschap Kraainem vormden, eigendom van de familie Hinnisdael.

    Toen, Sint-Pieters-Woluwe in 1947 een aanvraag indiende tot wapenerkenning, werd een recente afdruk van het gemeenschappelijk schepenzegel voorgelegd. In 1936 was deze afdruk niet bekend mar hij rechtvaardigt wel de keuze die toen gemaakt werd voor het wapen van Sint-Lambrechts-Woluwe. Het aan Sint-Pieters toegekende wapen toont het familiewapen Hinnisbael in een oval schild, getopt met een kroon met 5 fleurons en gehouden door 2 windhonden. Deze uitwendige versierselen meken een duidelijk onderscheid tussen de wapens van de beide Woluwe-gemeenten.

     

     

    Van sabel met een schildhoofd van zilver, beladen met 3 vogels van sabel gebekt en gepoot van keel, grangschikt, het schild getopt met een kroon met 5 fleurons en gehouden door 2 windhonden van zilver, gehalsband van keel, geringd van goud.




    05-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WOLUWE-SAINT-PIERRE - - SINT-PIETERS-WOLUWE (1)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    WOLUWE-SAINT-PIERRE

     

    En 1269, cette localité située sur les bords de la Woluwe se distingue de ses 2 voisines par le nom du saint patron de l’église qui y existe : ce sanctuaire aurait dépendu dès le siècle précédent de l’abbaye de Forest. D’autres fondations ecclésiastiques y sont possessionnées : le Rouge-Cloître d’Auderghem, l’abbaye de Parc à Heverlee, l’hôpital Saint-Jean à Bruxelles.

    Woluwe-St-Pierre est intégrée avec Woluwe-St-Lambert jusqu’en 1795 à une seigneurie foncière constituée au XIVè siècle par le duc de Brabant, un même échevinage les administre. La haute justice, prise en engagère par les familles successives, a pu faire l’objet de conflits au XVIè siècle. Au XVIIè siècle, le scel échevinal est commun à ces 2 Woluwe, à Kraainem et à Stockel qui forment le comté de Kraainem, possession de la famille de Hinnisdael.

    Lorsque Woluwe-St-Pierre introduit une demande de reconnaissance d’armoiries en 1947, une empreinte moderne du scel échevinal commun à été répertoriée : elle n’était pas connue en 1936 mais justifie le choix des armoiries octroyées alors à Woluwe-St-Lambert. Les armoiries des Hinnisdael sont ici gravées dans un écu ovale sommé d’une courrone à 5 fleurons et supporté par 2 lévriers  ces ornements extérieurs distinguent nettement ce woluwe de l’autre.

     

    De sable au chef d’argent, chargé de 3 oiseaux de sable, becqués et membrés de gueules, rangés - l’écu sommé d’une couronne à 5 fleurons et supporté par 2 lévriers d’argent, colletés de gueules, bouclés d’or.

     




    29-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE - - WOLUWE-SAINT-LAMBERT (2)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE

     

    De 3 plaatsen die de naam van de Woluwerivier en in de vallei ontstonden, zijn sinds de 11de eeuw bekend en onderscheidden zich slechts laat van elkaar door de naam van hun patroonheilige. In 1187 had sint-Lambrechts-Woluwe al een parochiekerk, die later zou afhangen van het kapittel van Sint-Goedele, terwijl de plaatsnamen Sint-Stevens-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe terwijl de plaatsnamen Sint-Stevens-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe slechts vanaf de 13de eeuw vermeld werden.

    De abdij van Vorst bezat heel wat goederen in de Woluwevallei maar in de 14de eeuw richtte de hertog van Brabant er een heerlijkheid op ten gunste van een tak uit zijn geslacht. Deze heerlijkheid zou in de loop der eeuwen in andere handen overgaan en de hoge rechtspraak werd herhaaldelijk verpand. Er bestaan verschillende zegels van de schepenbank van Sint-Lambrechts-Woluwe. Dat van 1621 toont de heilige Lambertus die een krijger vertrappelt. Op een zegel uit 1627 toont de heilige de wapen schilden van de door huwelijk verbonden families Armstorff-van der Aa. Een 3de beeldt op het einde van de 17de eeuw het wapen af van de familie van Berchem. Men mag veronderstellen dat er vanaf het 2de kwart van de 18de eeuw ook een schepenzegel bestond met het wapen van de familie Hinnisdael, de laatste heren.

    Hoewel er geen, matrijs of afdruk van dit wapen teruggevonden werd, ging de voorkeur van het gemeentebestuur in 1932 uit naar dit schild, gehouden door de heilige die, zoals op het zegel van 1621, een krijger vertrappelt.

     

    Van sabel met het schildhoofd van zilver beladen met 3 naatst elkander geplaatste vogels van sabel, gebekt en gepoot van keel, het schild geplaatst vooren naar de rechterzijde van eenen Heiligen Lambertus houdende in de rechterhand een naar linksch gewenden bisschopsstaf, in de linkerhand een open boek en onder zijn voeten verpletterend en gehelmden krijgsman houdende in de linkerhand een zwaard, dit alles van goud.

     

     « goude » versies

    versions « or »




    27-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WOLUWE-SAINT-LAMBERT - - SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE (1)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    WOLUWE-SAINT-LAMBERT

     

    Les 3 localités  portant le nom de la rivière Woluwe, nées dans cette vallée et connues dès le XIè siècle, ne se distinguent qu’assez tard selon le culte voué à leur saint patron. Dès 1187, Woluwe-Saint-Lambert est caractérisée par une église paroissiale -qui passera plus tard sous l’influence du chapitre de Sainte-Gudule- alors que les toponymes Woluwe-Saint-Etienne et Woluwe-Saint-Pierre sont mentionnés depuis le XIIIè siècle.

    L’abbaye de Forest jouissait de nombreux biens dans la vallée de la Woluwe, mais le duc de Brabant y constitua au XIVè siècle une seigneurie en faveur d’une branche de son lignage. Cette seigneurie passa au fil du temps en d’autres mains et la haute justice fit l’objet de plusieurs engagères.

    Des sceaux de l’échevinage de Woluwe-St-Lambert à la symbolique différente ont ainsi été conservés : l’écu de 1621 représente saint Lambert écrasant un guerrier; de 1627, montre le saint présentant les 2 écus d’un mariage Armstorff-van der Aa;  un autre porte à la fin du XVIIè siècle les armoiries de la famille van Berchem. Il est permis d’imaginer l’existance d’un scel échevinal aux armoiries des nouveaux seigneurs, les Hinnisdael, dès le 2ème quart du XVIIIè siècle.

    Faute d’en connaître la matrice ou une empreinte, quand l’autorité communale entama les démarches d’usage en 1932, c’est cet écu des Hinnisdael tenu par un saint écrasant un guerrier- comme sur le sceau de 1621 - qui emporta la décision de l’autorité supérieure.

     

     

    De  sable au chef d’argent chargé de 3 oiseaux de sable becqués et membrés de gueules rangés, l’écu posé devant et vers la dextre d’un Saint-Lambert tenant de la dextre une crosse épiscopale tournée à senestre, de la senestre un livre ouvert,  et écrasant sous ses pieds un guerrier casqué tenant de la senestre une épée, le tout d’or.

     

     « zilvere » versie

    version « argentée »




    25-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WATERMAAL-BOSVOORDE - - WATERMAEL-BOISFORT
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    WATERMAAL-BOSVOORDE

     

    Mogelijk hing Watermaal omstreeks 930 af van de Sint-Martinusabdij van Tours. In de 13de eeuw maakte deze parochie, samen met de gehuchten Oudergem en Bosvoorde, deel uit van het domein van de hertogen van Brabant.  Er werd een kerk gebouwd, gewijd aan de heilige Clemens. De schepenbank van dit uitgestrekte landbouw- en bosgebied gebruikte van de 15de eeuw tot het einde van het Ancien Régime een zegel met de beeltenis van de patroonheilige. In de buurt lagen verschillende cijnshoven : dat van de abdij van Vorst en dat van de « Grote-Honden » ( dat instond voor het onderhoud van de hertogelijke jachthonden) waar een zegel in gebruik was  dat van 1435 tot 1794 een jager te paard met een jachthoort voorstelt.

    Bosvoorde, waar op het einde van de 13de euw een kapel gebouwd werd die gewijd was aan de heilige Hubertus, was de zetel van de jacht- en woudopzieners van Brabant. De jagers verbleven er sinds 1687 in het “Hooghuis”, gebouwd op de plaats van de hertogelijke kennel.

    De 3 genoemde landelijke gebieden werden in 1795 ingelijfd bij het kanton Ukkel en in 1811 opnieuw verenigd bij decreet van Napoleon. In 1863 werd Oudergem afgescheiden tot autonome gemeente.

    Het wapen dat in 1914 toegekend werd aan Watermaal-Bosvoorde  is een synthese van de vroegere bestemming van dit grondgebiet.

     

     

    In zilver, een aanziende hertekop, in natuurlijke kleur, het schildhoofd van blauwe beladen met een gouden jachthoorn gesnoerd van ‘t zelfde.

    &

    &                                               &

    WATERMAEL-BOISFORT

     

    Vers l’an 930, Watermael a pu dépendre de l’abbaye de Saint-Martin de Tours. Au XIIIème siècle, la paroisse de ce nom avec les hameaux d’Auderghem et de Boisfort fait partie du domaine des ducs de Brabant; une église dédiée à saint Clément y a été construite. L’échevinage du vaste territoire agreste et forestier utilise au XVème siècle jusqu'à la fin de l’Ancien Régime un sceau à l’effigie du patron de la paroisse; il voisine avec des cœurs censales, telles celle de l’abbaye de Forest, celle des Grands-Chiens qui pourvoyait à l’entretien de la meute ducale et dont le sceau représente de 1435 à 1794 un veneur à cheval portant un cor.

    Boisfort, dotée d’une chapelle dédiée à saint Hubert dès la fin du XVIIIème siècle, est le siège de la vénerie et de la foresterie de Brabant. Les veneurs y occupent la « Maison Haute »  construite en 1687 à l’emplacement du chenil ducal.

    Les 3 groupements ruraux cités sont incorporés en 1795 au canton d’Uccle, mais retrouvent une unité en 1811 par un décret de l’empereur Napoléon jusqu’en 1863 où Auderghem devient une commune autonome.

    Les armoiries attribuées à Watermael-Boisfort en 1914 synthétisent les vocations anciennes du territoire.

     

     

    D’argent à une rencontre de cerf au naturel, au chef d’azur chargé d’un cor de chasse d’or lié du même.




    23-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UCCLE - - UKKEL
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    UKKEL

     

    In de 12de eeuw vormde Ukkel, samen met Stalle,  Carloo, Boetendael, Drogenbos en Boendaal een belangrijk deel van het hertogelijk domein. De plaats ontwikkelde zich in de 13de eeuw rond de kerk die gewijd is aan de heilige Petrus. De schepenbank  gebruikte tot het einde van het Ancien Régime een zegel met de afbeelding van deze heilige. In de Franse tijd werden Drogenbos en Boendaal afzonderlijke gemeenten.

    Ukkel verloor stilaan zijn landelijk karakter. Mede dank zij de nabijheid van de abdijen van Vorst en Terkameren konden de bewoners dit exploiteren.Toch was de gemeente in 1819 nog erg landelijk, toen ze van Koning Willem I een wapen kreeg toegekend. De erg bondige beschrijving en de afbeelding ervan (een rechtstaande Sint-Pieter in bischopsgewaad met sleutel en kromstaf) verontrustten burgemeester Paul Errera.Vanaf 1913 ondernam hij stappen, die in 1925 - na zijn dood - leidden tot de toekenning van een zegel waarop de patroonheilige voorkomt zoals op het middeleeuwse schepenzegel.

     

     

    De H. Petrus van voren gezeten in een ouderwetschen zetel houdende in de rechterhand een open boek en in de linkerhand eenen sleutel met den sleutelbaard omhoog, waaronder zich een schild bevindt in sabel een leeuw van goud, genageld en getongd van keel, hetgeen is Brabant.

     

    &

    &                                              &

    UCCLE

     

    Au XIIème siècle, Uccle forme une partie importante du domaine ducal avec Stalle, Carloo, Boetendael, Drogenbos et Boendael, vers 1200 ; l’ensemble est doté de franchises. La localité se développe au XIIIème siècle  autour de l’église dédiée à saint-Pierre, son échevinage utilise un sceau  à l’effigie de ce saint jusqu'à la fin de l’Ancien Régime.

    A la période française Drogenbos et Boetendael seront à l’origine d’autres communes. Uccle échappe peu à peu à sa ruralité : ses occupants la mettent en valeur, elle tire profit de la proximité des abbayes de Forest et de la Cambre. Cependant, le paysage reste longtemps campagnard et l’est encore lorsque le roi Guillaume accorde des armoiries à la commune.  Elles sont décrites si brièvement que l’interprétation qui en est faite : saint Pierre  est représenté debout, en habits sacerdotaux, avec la clé  et la crosse au crosseron tourné en dedans inquiète le bourgmestre Paul Errera ; ses démarches  entamées en 1913 aboutiront en 1925-après sa mort- à l’attribution à Uccle d’un sceau dont le champ reproduit le saint patron tel qu’il apparait sur le scel échevinal dès le Moyen Age.

     

     

    Un St-Pierre assis de face sur un siège à l’antique tenant de la dextre un livre ouvert et de la senestre une clef avec le panneton en haut sous laquelle se trouve un blason de sable au lion d’or, armé et lampassé de gueules, qui est Brabant.

     




    21-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schaerbeek - MOTARDS _ MOTORRIJDERS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SCHAERBEEK 

    MOTARDS - MOTORRIJDERS


    De 2 borsthangers, een gouden en een zilveren, gedragen door de mortorrijders van de politie Schaarbeek


    Les 2 breloques, portées par les motards de la police de Schaerbeek, une dorée et une argentée




    19-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SCHAERBEEK - - SCHAARBEEK (3)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SCHAERBEEK

     3 laatste verschillende exemplaren, in "zilver" van Schaerbeek, zonder haakje


    les 3 derniers modèles différents, "argentés", sans  attache !.




    17-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SCHAERBEEK - - SCHAARBEEK (2)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SCHAARBEEK
    Voici 4 breloques "argentées", avec crochet


    Hierbij 4 "zilvere" borsthangers, met haakje




    15-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SCHAERBEEK - - SCHAARBEEK (1)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SCHAERBEEK

     

    Schaerbeek apparait comme un centre agricole qui se développe autour d’une église paroissiale dès 1120 sous la dépendance de Saint-Vincent de Soignies, en Hainaut. Le duc de Brabant l’incorpore dès 1301 dans la «cuve» de Bruxelles. Schaerbeek y prospère jusqu’à la suppression de cette franchise en 1795; d’abord intégrée au canton de Woluwe-St-Etienne, la commune est proclamée  autonome à partir du 1.1.1800. Après une tentative restée sans suite en 1916, une délibération du Conseil communal de septembre 1972 est à la base de la constitution d’un dossier demandant la concession à la commune d’armes parlantes, image de l’éthymologie supposée du toponyme - ruisseau sinueux : le Maelbeek- accompagné de 2 fleurs de cerisier évoquant les vergers locaux; les couleurs adoptées au début du XXè siècle sont le vert et le blanc. L’unanimité ne se faisant pas, la question reste pendante jusqu’en 1985.

    Après consultation de l’Archiviste général du Royaume concernant divers projets suggérés entre-temps et sur l’avais conforme du Conseil héraldique, la procédure aboutit en 1987 à l’établissement d’un projet d’arrêté qui n’a toutefois jamais été soumis à la signature royale en raison des circonstances politiques du moment. La commune fait cependant usage des armoiries prévues par le projet d’arrêté en question.

     

    De sinople à la bande ondée accostée de 2 fleurs de cerisier, le tout d’argent.

     

     ((=>=<))

    SCHAARBEEK

     

    De gemeenteraad van Schaarbeek besloot in 1972 gebruik te maken van een sprekend wapen dat de Maalbeek en de plaatselijke kersenteelt in herrinering brengt. Een ontwerp van KB uit 1987 bleef echter zonder gevolg.

     

    breloques portées par les officiers (commissaires-adjoints et commissaires) : lettres et lion  sont dorés

    borsthangers voor officieren (adjunct-commissarissen & commissarissen) : letters en leeuw goudkleurig zijn, 




    12-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SAINT-JOSSE-ten-NOODE - - SINT-JOOST-ten-NODE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SAINT-JOSSE-ten-NOODE

     

             Au XIIIè siècle, le hameau qui deviendra la commune de 1795 voisine le Maelbeek, vit dans l’orbite de Bruxelles et dépend au spirituel du chapitre de Sainte-Gudule. Une chapelle y est érigée au XIVè siècle; elle est dédiée à saint Josse. Au fil du temps, les cultures ( champs, jardins, vignes) cèdent la place à des habitations résidentielles que la ville voisine englobera dès qu’elle sera sortie de ses remparts. Au XIVè siècle, la commune perd complètement sa vocation rurale et est amputée du quartier dit Léopold. Ne pouvant réclamer une reconnaissance d’armoiries faute de symbole propre sous l’Ancien Régime, l’administration communale de 1890 demande les armoiries prévues par la circulaire ministérielle du 21.2.1837 en faveur des communes qui ont servi la cause nationale de 1830.

    L’emblème qui lui est accordé à la veille de la Première Guerre mondiale comporte ainsi une innovation, l’attribution d’une devise ; celle-ci accompagne l’écu où le château, dans la moitié supérieure, symbolise une résidence locale des ducs de Bourgogne; la grappe de raisins évoque une culture d’autrefois; la besace se veut une illustration du terme flamand nood traduisant «le besoin», la nécessité, ce qui a pu être contesté au profit du toponyme germanique nuda, vallon étroit.

     

    Coupé au 1er d’azur au château d’argent, au 2è de gueules, parti à dextre à la besace d’or, parti à senestre à la grappe de raisins tigée et feuillée d’or. Devise : l’Union fait la force.

     

    -((()))-

     

    SINT-JOOST-ten-NODE

     

    Het gehucht aan de Maalbeek dat in 1795 een autonome gemeente zal worden, behoorde in de 13de eeuw tot Brussel en hing op religieus gebied af van het kapittel van Sint-Goedele. In de 14de eeuw werd er een kappel gebouwd ter ere van de heilige Joost. De volgende eeuwen maakten de velden, tuinen en wijngaarden geleidelijk plaats voor woongelegenheden die door Brussel werden opgeslorpt, zodra de stad binnen haar muren trad. Zo ging het landelijk karakter van de gemeente in de 19de volledig teloor. Bovendien werd haar de zogeheten Leopoldwijk ontnomen.

    Bij gebrek aan een eigen symbool tijdens het Ancien Regime kon de gemeente geen wapenerkenning aanvragen. Zij vroeg bij gevolg in 1890 het wapen aan zoals was voorgeschreven in de ministeriële omzendbrief van 21.2.1837 ten gunste van de gemeenten die de nationale zaak in 1830 hadden gediend.

    Het blazoen dat haar werd toegekend aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog bevat aldus een nieuw element, namelijk een wapenspreuk. In het schild staat in de bovenste helft een kasteel, dat een  residentie van de hertogen van Bourgondië symboliseert. De druiventros verwijst naar de vroegere wijnbouw. De bedelzak illustreert de toevoeging”ten Node” aan de gemeentenaam, alhoewel die volgens sommigen eerder afgeleid zou zijn van het Germaanse toponiem “nuda”, enge valley.

     

    Doorsneden 1, in blauw een zilveren kasteel; 2, in rood, in het rechterdeel een gouden bedelzak, in het linkerdeel een goudgestengelde en gebladerde druiventros. Wapenspreuk : ‘L’Union fait la force”

     




    11-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prototype SAINT-GILLES - - SINT-GILLIS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Cette breloque est un prototype....

    Deze borsthanger is een prototype .....




    10-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SAINT-GILLES - - SINT-GILLIS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SAINT-GILLES

    Connu sous le nom d’Obbrussel, un hameau du village de Forest forme au XIIè siècle une paroisse dont le patronat appartient à l’abbaye de ce lieu. Dès le siècle suivant, Obbrussel est érigé en paroisse séparée dont l’église est placée sous la protection de saint-Gilles. L’effigie de celui-ci ornera bientôt le sceau de l’échevinage qui empruntait cependant encore en 1229 le sceau du chapitre d’Anderlecht. En 1296, le duc de Brabant Jean II annexe Obbrussel à Bruxelles. Restée longtemps rurale, la localité prend son essor au XVIIè siècle. En 1795, elle est érigée en commune sous le nom  de Saint-Gilles et va dès lors s’urbaniser.

    Les armoiries reconnues à Saint-Gilles en 1858 reprennent le symbole du scel échevinal commun du XIIIè siècle. Très brièvement décrites, elles évoquent, sous un nom dérivé directement du latin, un abbé tenant sa crosse au crosseron tourné en-dedans.

     

     

    D’azur à un saint Egide, abbé, d’or.

     

    -((()))-

     

    SINT-GILLIS

     

    Een gehucht van het dorp Vorst, dat bekent was onder de naam Obbrussel, vormde in de 12de eeuw een parochie die onder het gezag stond van de plaatselijke abdij.Vanaf de volgende eeuw werd Obbrussel een afzonderlijke parochie, met Sint-Gillis als patroonheilige. Zijn beeltenis sierde weldra het zegel van de schepenbank, die toch nog tot in 1229 het zegel van het kapittel van Anderlecht gebruikte. In 1296 lijfde Jan II, hertog van Brabant, Obbrussel bij Brussel. Het bleef lange tijd een landelijk gehucht, dat zich in de 17de eeuw begon te ontwikkelen. In 1795 werd het een autonome gemeente met de naam Sint-Gillis, waar de verstedelijking dan geleidelijk haar intrede zou doen. Het wapen dat in 1858 aan Sint-Gillis werd toegekend, vertoont het symbol van het gemeenschappelijk schepenzegel uit de 13de eeuw: de heilige Egidius als abt met een kromstaf met de kromming naar binnen.

     

    In lazuur een Sint-Egidus, abt van goud.




    08-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SINT-JANS-MOLENBEEK (2) - - MOLENBEEK-SAINT-JEAN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SINT-JANS-MOLENBEEK

     

    Op deze plaats bestond sinds het einde van de 11de eeuw een landbouwdorp dat aanvankelijk deel uitmaakte van het domein van de hertog van Neder-Lotharingen, later van dat van de hertog van Brabant. De abdij van Nijvel en het kapittel van Sint-Goedele bezaten er eveneens gronden en hadden er rechten. Het cijnshof van Sint-Goedele had een zegel met de afbeelding van een Romaanse kerk die de huidige bidplaats voorafging. De dorpskerk was gewijd aan Sint-Jan. Er bestonden verschillende stichtigen op het grondgebied : het begijnhof van de Kleine Wijngaard, het klooster van Jericho en de Sint-Katelijnekerk, afhankelijk van Sint-Jan.

    Reeds in 1295 maakte het grondgebied van Molenbeek zowel juridisch als fiscal deel uit van Brussel. De volgende eeuwen breidde de stad zich naar het westen uit. Molenbeek werd echter een autonome gemeente in het jaar III van de Republiek (1795). In de 19de eeuw verdreef de industrialisering de graan en groenteteeld.

    Het wapen dat in 1839 aan de gemeente werd toegekend, vertoont de patroonheilige van de 1ste parochie. Hij staat aanziend rechtop en houdt een banier in de rechterhand terwijl zijn linkerhand steunt op de kop van een lam dat achter hem loopt.

     

    Een blauw veld, met het gulden beeld van Sint-Jan




    06-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MOLENBEEK-SAINT-JEAN - - SINT-JANS-MOLENBEEK (1)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MOLENBEEK-SAINT-JEAN

     

    Dès la fin du XIè siècle, un village agricole existe en ce lieu, il fait partie du domaine du duc de Basse-Lotharingie, plus tard de celui du duc de Brabant. L’abbaye de Nivelles et le chapitre de Sainte-Gudule y possèdent également  des biens fonciers et des droits ; la cour censale de Sainte-Gudule dispose d’un sceau à l’image de l’église romane antérieure au sanctuaire actuel. L’église du village est consacrée à saint Jean-Baptiste ; le béguinage de la Vignette et le couvent de Jéricho ont été fondés sur son territoire, comme y est érigée l’église Sainte-Catherine, dépendance de Saint-Jean.

    Déjà en 1295, le territoire de Molenbeek est intégré à la juridiction et au système fiscal de Bruxelles; avec les siècles, la ville s’étend vers l’ouest. Cependant, Molenbeek est érigée en commune  en l’an III de la République (1795). Au XIXè siècle, elle s’industrialise aux dépens des cultures céréalières et maraîchères.

    Les armoiries attribuées en 1839, comme déjà en 1818, évoquent le patron de la paroisse initiale qui est représenté debout, de face, une bannière dans la main droite, celle de gauche posée sur la tête d’un agneau passant derrière le saint.

     

    D’azur, à un St-Jean d’or.



    -((()))- 

    La breloque d’au-dessus est la vraie, l’autre est la copie

    De bovenste borsthanger is de echte de andere werd nagemaakt




    04-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOEKELBERG
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    KOEKELBERG

     

    Koekelberg maakt sinds 1991 gebruik van een ontwerp van wapen uit 1984 - gebaseerd op een schepenzegel uit 1618, met daarop het blazoen van Frans van Zinnicq - dat nooit officieel werd bekrachtigd.

    -((()))-

     

    Koekelberg a été érigée en commune en 1841.Jusqu’en 1394, le hameau de ce nom et celui de Berchem-ste-Agathe partagent le sort d’Anderlecht.

    L’abbaye de Dieleghem à Jette possédait à Koekelberg un alleu qu’elle a inféodé au moins de 1560 à 1787, d’abord aux Locquenghien, puis à François van Zinnicq, ensuite au XVIIIè siècle aux Van Hamme et aux Helman. Cette seigneurie disposait d’une cour censale  dont les échevins ont utilisé comme sceau commun dès 1618 celui de leur seigneur François van Zinnicq, apothicaire de la cour de Bruxelles, anobli en janvier de cette année-là par les Archiducs.

    En raison des réformes institutionnelles successives, ces armoiries qui pouvaient être reconnues n’ont pu être officialisées. La commune de Koekelberg, a décidé d’en faire usage dès 1991, au moment  de célébrer le 150è anniversaire de sa création.

    De 1841 à 1984, Koekelberg arborait des couleurs vert et rose dont on ignore l’origine.

     




    30-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JETTE 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JETTE

     

    Jusqu’en 1841, Jette et Ganshoren forment une agglomeration où s’est installée au XIè siècle une communauté religieuse qui deviendra l’abbaye de Dieleghem, de l’ordre des Prémontrés. Une église attestée à Ganshoren au début du XIIè siècle dépend de celle de Jette. Des alleux et des fiefs ducaux, avec la cour féodale de Ganshoren, à laquelle ressortissait le fief de Rivieren, se partagent aussi le territoire. Un échevinage commun à Jette, Zellik, Over- et Neder-Heembeek y a juridiction : son sceau représente la Vierge et l’Enfant entre un heaume et un écu.

    Au XVIè siècle, le domaine ducal groupe des droits de justice à Jette, Ganshoren et autres lieux et les engage au début du siècle suivant au seigneur de Rivieren. En 1659, l’ensemble est érigé en comté de Saint-Pierre-Jette en faveur de la famille de Kinschot qui y exerce la haute justice. En 1783, les échevins du lieu utilisent un sceau aux armes de ses derniers seigneurs, les Villegas.

    Jette devenue commune en 1795 perd le territoire de Ganshoren en 1841 alors même qui lui sont attribuées des armoiries, manifestement inspirées par le nom du comté. En fait, la description correspond exactement à celle de l’emblème accordé à Uccle en 1819 : la représentation est cependant différente.

    En 1953, la commune a été autorisée à remplacer ces armoiries par celles des Kinschot, les premiers comtes de Saint-Pierre-Jette, et à utiliser un sceau rappelant à la fois le scel échevinal du Moyen Age et les armoiries nouvellement accordées.

     

    D’or à la fasce bretessée et contrebretessée de sable, l’écu sommé d’un heaume d’argent grillé liseré et couronné d’or, aux lambrequins d’or et de sable. Cimier : un vol à l’antique d’or, chaque aile chargée d’une fasce bretessée et contrebretessée de sable - l’écu posé sur une épée des Chevaliers de l’Ordre de Saint Jacques, et tenu à dextre par une dame de carnation vêtue de gueules ayant la main senestre sur l’écu et tenant de la dextre un coeur de carnation posé sur un voile d’azur semé d’étoiles d’or et surmonté d’une couronne royale du même et supporté à senestre par une licorne d’argent accornée, onglée, accolée et crinée d’or.




    29-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JETTE 1
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JETTE

     

    Tot in 1841 vormden Jette en Ganshoren een agglomeratie waar zich in de 11de eeuw een religieuze gemeenschap vestigde die uitgroeide tot de abdij van Dieleghem, van de orde van de premonstratenzers. In het begin van de 12de eeuw werd in Ganshoren een kerk vermeld die afhing van die van Jette. Het gebied bestond bovendien uit vrije en hertogelijke lenen, met een feodaal hof in Ganshoren, waartoe het leen de Rivieren behoorde. Een gemeenschappelijke schepenbank sprak recht voor Jette,  Zellik en Over- en Neder-Heembeek. Op haar zegel staat de Maagd met het Kind tussen een helm en een schildje.

    In de 16de eeuw groepeerde het hertogelijk domein de justitierechten in Jette, Ganshoren en andere plaatsen en verpandde ze in het begin van de volgende eeuw aan de heer van Rivieren. In 1659 werd het geheel verheven tot het graafschap Sint-Pieters-Jette ten voordele van de familie Kinschot, die er de hoge rechtspraak uitoefende. In 1783 gebruikten de schepenen een zegel met het wapen van de laatste locale heren, de Villegas.

    Jette werd een autonome gemeente in 1795, verloor in 1841 het grondgebied van Ganshoren en kreeg hetzelde jaar een wapen dat duidelijk is geinspireerd op de naam van het graafschap; in lazuur een Sint-Pieter van goud. Inhoudelijk is dit dus precies hetzelfde als het emblem dat in 1819 toegekend was aan de gemeente Ukkel.

    In 1953 kreeg de gemeente de toestemming om dit wapen te vervangen door dat van de familie Kinschot, de 1ste graven van St-Pieters-Jette, en gebruik te maken van een zegel dat zowel verwijst naar het schepenzegel uit de middeleuwen als naar naar het nieuwe wapen.

     

     

    Van goud met een gekantelde en tegen-gekantelde faas van sabel, het schild getopt met een helm van zilver, getralied, omboord en gekroond van goud met dekkleden van goud en van sabel.

    Helmteken: een antieke vlucht van goud, elke vleugel beladen met een gekantelde en een tegen-gekantelde faas van sabel -het schild geplaatst op een degen van de Ridders der Orde van Sint Jacob, rechts gehouden door een dame van vleeskleur houdende, geplaatst op een sluier van azuur, bezaaid met sterren van goud en overtopt met een koninklijke kroon van hetzelfde en links gehouden door een eenhoorn van zilver, gehoornd, genageld, gahalsband en met manen van goud.




    27-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IXELLES - - ELSENE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    IXELLES

     

    La commune d’Ixelles, née en 1795, n’a pas eu d’existence autonome sous l’Ancien Régime: elle réunit une portion de l’ancien domaine ducal située le long du Maelbeek - proche de l’abbaye de la Cambre fondée en 1201 et de la chapelle puis église Sainte-Croix dépendant de Sainte-Gudule-, une fraction de la paroisse d’Uccle au lieu appelé Boendael, le hameau de Ten Bosch, des édifices construits le long des axes les traversant et menant vers Bruxelles. Le choix des armoiries s’est porté en 1886 sur une évocation du nom primitif de la localité :Elsele, la demeure des aulnes, dans un écu surmonté d’une couronne comtale qu’elles ne purent justifier.

     

    D’argent à un aulne au naturel.

     

    ELSENE

     

    Elsene werd pas in 1795 een zelfstandige gemeente. Haar grondgebied bestond aanvankelijk uit een deel van het vroeger hertogelijk domein langs de Maelbeek, nabij de in 1201 opgerichte Terkamerenabdij, en bij de Heilige Kruiskapel, later kerk, die afhing van Sint-Goedele. Verder bestond ze uit een deeltje van de parochie Ukkel, Boendaal geheten, en uit het gehucht Ten Bosch.

    Bij de aanvraag in 1886 voor een wapen, ging de voorkeur uit naar een evocatie van de naam van de gemeente, Elsele, of elzenverblijf. Dit mondde uit in een sprekend wapen dat getopt is met een grafelijke kroon, waarvoor geen historische verklaring bestaat.

     

    In zilver een els van natuurlijke kleur




    25-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GANSHOREN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    GANSHOREN

     

    Le sort de Ganshoren et celui de Jette ont été lies pendant des siècles avant que la commune unitaire créée en 1795 ne soit scindée par la loi du 31 mars 1841.

    Au début du XIIè siècle, une église, fille de celle de Jette, existe au hameau de Ganshoren. La cour féodale du lieu dépend de la châtellerie de Bruxelles. L’échevinage commun à Jette, Ganshoren et autres lieux, utilise à la fin du Moyen Age un sceau représentant la Vierge et l’Enfant placés entre un heaume et un écu aux armes du duc de Brabant.

    Les droits de justice regroupés avec ceux du fief de Rivieren sont engagés dans le courant du XVIIè siècle au seigneur de ce lieu. En 1659, ces territoires sont constitués en une seigneurie hautaine,  le comté de Saint-Pierre-Jette qui passe des Kinschot à leurs héritiers Villegas.

    La commune de Ganshoren, détachée de Jette en 1841, obtient en 1844, des armoiries qui évoquent de façon si classique le saint patron de l’église attestée au XIIè siècle qu’il n’a pas paru nécessaire de décrire son geste de compassion.

     

    De gueules à un saint MARTIN d’or.

     

    -((()))-

     

    Ganshoren en Jette waren eeuwenlang verbonden en in 1795 samen tot één autonome gemeente ingericht alvorens bij wet van 31 maart 1841 van elkaar gescheiden te worden.

    Bij het begin van de 12de eeuw  was er in het gehucht Ganshoren een kerk, dochter van de kerk van Jette, Ganshoren en andere plaatsen gebruikte op het einde van de middeleeuwen een zegel met de afbeelding van de Maagd en het Kind, geplaatst tussen een helm en een schildje met het wapen van de hertog van Brabant.

    De rechtspraak in Jette werd in de 18de eeuw, samen met die van het leen Rivieren, verpand aan de lokale heer. In 1659 werd dit gebied een hoge heerlijkheid, het graafschap Sint-Pieters-Jette, dat van de familie Kinschot overging op hun erfgenamen de Villegas.

    De gemeente Ganshoren, die in 1841 dus werd afgescheiden van Jette, kreeg in1844 een wapen met de patroonheilige van de kerk. De heilige Martinus is er op traditionele wijze afgebeeld, waarbij het zelfs overbodig werd geacht zijn attributen me te beschrijven.

     

     Een rood veld met het gulden beeld van St-Merten




    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !


    Bedankt aan  de KVVD en Dirk Hering wat betreft de uitleg van de monitoren en de diverse brevetten

    Remerciements à l'ACSS et Dirk Hering pour les explicatioons concernant les moniteurs et des divers brevets.

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!