Ik ben reesa, en gebruik soms ook wel de schuilnaam reesa.
Ik ben een vrouw en woon in alkmaar (nederland) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 29/01/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: .
Kolonie van Nederland: Indonesië is een groot land, er wonen honderd verschillende volkeren(etnische groepen) en er worden even zoveel talen gesproken. Dat de eenheid toch bewaard bleef is mede het gevolg van de koloniale staatsvorming zoals die vanaf 1870 plaatsvond In de negentiende eeuw werden de grenzen van Nederlands-Indië duidelijk afgebakend ten opzichte van de Britse,Duitse en Portugese koloniale buren. Het beleid was er op gericht dat alle gebiedsdelen geleidelijk aan indien nodig met geweld zoals de ruim dertigjarige Atjhe (Aceh)-oorlog aantoont en onder Nederlands bestuur kwamen te staan. Het bestuur diende er vooral voor te zorgen dat de belangen van Europese ondernemers zo goed mogelijk werden gewaarborgd. dit betekende zorgen voor rust en orde-de Pax Neerladica-waartoe een effectieve politie en legermacht werd opgebouwd, ook moest wetgeving worden ontwikkeld die waarborgen schiep voor de koloniale inversteerders, tegelijkertijd moesten deze wetten echter voor verschillende etnische groepen algemene regels bieden, die de eigen adat (gewoonterecht) overstegen. Bovendien voerde koliniale staat infrastructurele werken uit, zoals de aanleg van havens, wegen, spoorlijnen en grote irrigatiesystemen, waarvan in de eerste plaats de inversteerders profiteerden. Door deze gestage uitbreiding van overheidstaken ontstond de noodzaak een competente overheidsbureaucratie te ontwikkelen. Om de kosten zo laag mogelijk te houden werden inheemse krachten aangetrokken voor de lagere administratieve taken,deze ambtenaren konden evenals de politie en de militairen in de gehele archipel worden gezet, hierdoor ontstond onder hen het gevoel te behoren tot een groot geheel dan dat van de eigen etnische groep: men werd lid van de `compagnie`, de Nederlandse-Indische staat. Aan het eind van de vorige eeuw werd als gevolg van de groeiende kritiek op het naakte eigenbelang van het koloniale beleid, de ethische politiek ingevoerd, daarmee kwam er meer aandacht voor de levensomstandigheden van de Indische bevolking, waardoor de behoefte aan inheems personeel, b.v voor onderwijs en gezondheidstaken nog groter werd. Maar juist door het toenemende onderwijs werden deze ambtenaren zich tegelijkertijd meer en meer bewust van hun ondergeschikte posities. Zo legde de kolonialestaat zelf de kiem voor het onafhanklijkheidsstreven. In 1928 legde een klein groepje jonge scholieren en studenten van verschillende eilanden afkomstig een eed af: zij zouden een volk, een staat en een taal nastreven. Ondanks de Javaanse meerderheid koos men voor het Bahasa Indonesia, een aangepaste versie van Maleis, als nationale taal, hiermee was de basis gelegd voor de nationale eenheid die tot op heden is bewaard. Een tweede kenmerk van het koloniale beleid dat tot op heden doorwerkt, is de bewuste gevoerde politiek die moest voorkomen dat zich een economisch sterke middenlaag onder de Indische bevolking zou ontwikkelen. De ambtenaren die het koloniaal bestuur nodig had, werden in eerste instantie gerekruteerd uit de inheemse (voornamelijk Javaanse) adel en uit volkeren als de Ambonezen,Menadonezen en Bataks, die door langdurige onderwijsinspannigen van zending en missie makkelijker in de koloniale dienst konden worden opgenomen, de inheemse adel kreeg allerlei voorrechten in de hoop hem daardoor aan het Nederlandse bewind te binden. Angstvallig werd er voor gewaakt dat de edelen zich konden ontwikkelen tot een economische sterke groep van grootgrondbezitters, handelaren en ondernemers, ook de vooral de Islamitische, handelaren en ondernemers stonden onder strenge overheidscontrole om te voorkomen dat zij economische basis zouden gebruiken voor politieke doeleinden, de Chinese minderheid werd als buffer en `middenstand` tussen de Europese bovenlaag en de massa van de Indische bevolking geschoven. Gedurende de koloniale tijd kon zich dan ook geen Indische, economische onafhankelijke middenstand ontwikkelen, een situatie die zich tot op heden wreekt omdat het ontbreken daarvan een belangrijke belemmering vormt voor het onstaan van democratische beweging Een derde facet van de koloniale periode dat belangrijk is voor goed begrip functioneren van de Nieuwe Orde is het karakter van de `ambtenarenstaat`waarvan functionarissen zouden zorgen voor het welzijn van de bevolking. Daartoe werden allerlei programma`s op gezet die door de overheidsdiensten werden uitgevoerd De bevolking hoefde zich niet te organiseren, zeker niet op politiek terrein, om dit laatste afdoende te verhinderen werd vakkundig politieapparaat ingezet met tal van verklikkers in alle geledingen van de bevolking, ook op dit punt kan een vergelijking worden gemaakt met huidige politieke bestel.Het repressieve karakter van de koloniale tijd nam na de grote economische crisis van 1929 toe, de overheid zag als gevolg van die crisis de middelen die haar ter beschikking stonden voor het welzijnsprogramma`s sterk verminderen en was bevreesd dat de onvrede onder de bevolking zou toe nemen. Op een aantal incidetele opstandjes na leek de bevolking zich gedwee te schikken in haar lot zo gedwee zelfs dat in de jaren dertig gouverneur-generaal de Jong meende te voorspellen dat het Nederlands bestuur nog 350 jaar zou voortduren. Binnen 10 jaar zouden de Japanse bezetting en de daarop volgende onafhankelijkheidsstrijd deze hoogmoedige voorspelling logenstraffen.