Ik ben reesa, en gebruik soms ook wel de schuilnaam reesa.
Ik ben een vrouw en woon in alkmaar (nederland) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 29/01/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: .
Geest van Indië gehuld in dageraad Verborgen in de leegte van vruchtbaar nieuw zaad Ziel van mijn verborgen verlangen wat houd je hier gevangen Verloren land van mijn genen verborgen in mijn schoot gehuld in het schijnsel van de maan weggestopt in hun die in stilte om je wenen
A: is Alles over Indië, dat u nooit vergeten mag B: dat zijn de Baboes, die wij hier missen elke dag C: de Chinese klongtong met z`n tjoetela,tjoetala, baboe D: de Doerén toelén,lievelings vrucht van `si Rakus` E: is Es lilin ,es lilin,tjetje kelapa moeda F: dat is si Fientje, eens de roos van Mangarai G: dat is je Goeling, die je elke dag bemint en, H: dat `Hollands spreken` dat ik zo vaak moeilijk vind I: is Ikan asin, jambal gaboes of pedas en J: dat is van Jagen, van `djedar` elk schot mesti kenak K: is Krontjong, ach die een ieder zo graag hoort L: die rare Luchtjes, van trassi M: is de Melatigeur waar de tuin vol van kan zijn N:..verrek die Njamoek,eeuwige bron van chaggerijn O: en iemand zei kepépét, bijgenaamd de Oom toilet P: is Pasar Malam. ramé-ramé, maar awas toekang tjopét Q: is een Querelant die graag wil door gaan voor wat, tja.. R: de Roedjak. noemt ie smurrie, pisang noemt hij banaan S: is Saté kambing met katjang flink pedis T: dat is die Tólól die niet al te snugger is U: is Uzelf, één voor één een kameraad de V: een soort Verbondenheid die er tussen ons bestaat W: is in Whiskey soda, een godendrank in dat warme land X: de onbekende X , aan de rumah gadeh een trouwe klant IJ: dat is een Eiland waar ik mij jeugd heb door gebracht Z: dat is de Zee die mij met de boot naar Holland bracht
Toen ik nog klein was en melatigeur mijn reuk orgaan streelde. Dan wist ik, Moeder zal komen ! Als ik die zwarte haarwrong zag Met melatibloemen er in gestoken Dan wist ik, die vrouw is mijn moeder
Gestoeld op superioriteit en misdadige, militaire kracht.
Vele vrouwen, mannen, kinderen,
opgesloten in een concentratiekamp
Een laatste groet, kus, traan, het afscheid van een dierbare,
was een regelrechte ramp.
Zo spoedden de jaren zich voort,
Zonder uitzicht op hoop, die misschien aan de einder gloort
Vele mensen bezweken voor Koningin en Vaderland,
In het Indië, ons moederland, gewoon begraven,
Alleen, of op een hoop, onder het bruine zand.
Maar ééns komt aan alle ellende en verdriet een einde,
Het recht zal zegevieren, zo voorspelde een Wijze.
Twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
waren nodig om de oorlog te winnen,
Uit vele kelen kwam schor het Wilhelmus,
de verstopte Nederlandse vlag verweerd,
werd weer gehesen, door de geïnterneerde gezinnen.
Vele landgenoten zijn de oorlog niet doorgekomen,
want de Jappen hadden al gruwelijk een voorschot opgenomen.
Laten we ons deze mensen blijvend herinneren met liefde, respect,
en zo lang we kunnen: eren.
Tenslotte moeten we ook het rentmeesterschap op aarde,
zonder oorlog, kunnen beheren!
Ik roep het weggevlucht verleden Tempo dulu, die oude tijd niet weer Ik wil slechts leven in het heden Zonder heimwee naar t weleer
Toch komt daar steeds het stille verlangen Naar die lang vervlogen tijd Dan wil ik altijd gaan, ver van hier Naar dat land vol lieflijkheid
Dan zie ik Indiës wondertuinen Waar ik dwalen mocht als kind En hoor ik een lied uit vroeger tijden In het zachte zingen van de wind
Neen, ik wil niet leven in t verleden Maar geen gedachte doet mij zo deugd Als die naar tempo dulu uitgaat Die mooie tijd, vol dierbare herinneringen uit mijn jeugd.
Wah,ister weer bananos ister weer bananos met jam Bananos en djeroek jang baik en jang boesoek itu hij smaak so fijn, iedere dag ik koop pisang ister geen geld dan maar oetang
dit is een andere versie van de bananos van Abel Oldhoff
Het originele liedje heet: Yes we have no bananas, we have no bananas to day
Wah, alweer die bananas Bananas jang groot en jang klein Bananas en djeroek, jang rijp en jang boesoek itoe die smaak is zoet en iedere dag ikke koop pisang en als geen geld dan ikke heb utang, oohhhh, wah alweer die bananas Bananas jang groot en jang klein
Shellys werk is een beeldende vervlechting van Oost en West. Belangrijke inspiratiebronnen zijn haar (Nederlands-)Indische achtergrond en haar verblijven in Java en Bali waar ze eeuwenoude traditionele ceremonies bij de lokale bevolking heeft mogen bijwonen. Dat alles maakte diepe indruk op haar. Op eigen artistieke wijze breng zij dat tot uiting in tekenen en schilderen. Haar tweedimensionaal werk is een combinatie van schilderen, fotografie, grafische technieken met batik-was en collage op verschillende ondergronden, zoals schildersdoek, hout en rijstpapier tot linnen en zijdestof. In driedimensionaal werk wordt het uitgedrukt in onder andere decors, maskers en kostuums. Dat werk wordt ook door Shelly vertoond in haar speciale theatervoorstellingen, waarin men invloeden van de Javaanse dans en de Indonesische Wajang schimmenspel herkent . Het tempel-schimmendecor waarin ze danst, is van haar hand, de doeken heeft ze daarvoor met batik- en schildertechnieken geschikt gemaakt.
De heiho ranselde met welgemikte slagen Tienjarige jongens achter een leger wagen Per onbegrijpelijk decreet waren zij Verklaard tot man-mannen horen niet meer bij hun moeder Hij stond in de rij met in de ene hand zijn teddybeer vast geklemd om de enige aanwezige poot In de andere hand een tasje met daarin het laatste restje suiker en wat malariapillen Zijn moeder had dat er op het laatst ingestopt Hij dwong zijn tranen terug Hij was nu toch man Zijn moeder bad en had de intense hoop hem ooit weer terug te zien Ze had bij z`n geboorte zo`n mooie naam voor hem bedacht Zij, zij stierf aan ondervoeding en malaria ontbeerde pillen die zijn leven redden Hij kwam terecht in een Hollands contract pension, koud, nat,onbehaagelijk en ook niet zo aardig De hongerwinter was belangrijker in het gesprek dan zijn verhaal van zijn- wreed-vertrek Over goed en kwaad dacht hij steeds afwijkend Zijn relaties liepen allen stuk drank en drugs hielpen soms, even de werkelijkheid ontwijkend Zijn loopbaan mislukte keer op keer het enige wat hij miste was zijn oude, éénarmige,zachte teddybeer.
herrineringen van een kampjongen geschreven door Govert Huyser
Wij gevoelen ons nimmermeer thuis wie zijn huid in de zon heeft versleten en de bloem uit zijn bloed weet gebeten raakt verstikt in een bakstenen kluis
In de grijns van de blonde cipier van de melkboer, de bloedrode slager achtervolgt hem een vreemde belager en hijzelf het exotische dier
Soms weemoedigt ons iemand begaan waarom ben je daarginds niet gebeleven Maar daarginds was het weer om het even om maar liever naar Holland te gaan
Vele havens en nergens een land Want ik weet , waar ik zou embarkeren dat het heimwee om weder te keren mij vervolgt als de wind in het want
Na een val op zijn 15de begon uit een wond een boomachtige wrat te groeien. Deze verspreide zich over zijn hele lichaam Zijn handen en voeten waren niet meer herkenbaar en Dede kon niet meer werken. Dede werd ontslagen en zijn vrouw verliet hem. Om toch aan geld te komen ging hij werken bij een lokale freakshow, waar hij werd bespot en mishandeld. Inmiddels zou Dede geholpen zijn door doctoren en zouden de wratten veel kleiner zijn, waardoor hij een nieuw leven kan opbouwen
Moeder Louise woont nu al zo`n 50 jaar in Nederland en haar geboorte land is Nederlands Indië ze is geboren in Surabaja haar moeder was een volbloed en haar vader een tok tok (Hollander) De Grootouders van Louise van moeders kant hadden veel kinderen en waren erg arm , opa verbouwde wat groente en fruit wat oma dan weer verkocht op de markt ze woonden in een kampong in de dessa (dorp-platteland) de moeder van Louise moest al vroeg werken zodat ze mee kon betalen aan het gezin. Louise haar moeder leerde een tok tok kennen die niet met haar wilde trouwen maar waar ze wel een kind van kreeg en dat was Louise, helaas moest ze al heel vroeg haar familie leden verliezen waardoor ze in Pa van de Steur weeshuis kwam, en daar is ze opgegroeid en ging met 14 jaar werken als baboe bij een Hollands gezin en leerde haar man kennen die werkte als klerk ze werden verliefd en trouwde met elkaar. Wat moeder Louise niet wist is dat haar man ook al heel vroeg zijn ouders had verloren en ook opgegroeid was in Pa v/d Steur en daar heeft hij de opleiding klerk gedaan. Mijn man is dan ook twee jaar ouder dan mij , mijn man ging bij de knil werken als commedant we hadden het naar Indische begrippen dan ook goed een groot huis met bediendes s`avonds zaten we dan ook met de kinderen ik had inmiddels drie kleine kinderen op de waranda met de bediendes en dan snoven we de geur op van allerlei eten die met karretjes voor bij kwamen of je rook de verse pinda`s , je hoorde dan pinda,pinda lekka, je hoorden de krekels tjilpen en af en toe kwam er zo`n zoete geur van bloemen in je neus. Toen de Japanners binnen kwamen vallen brak de oorlog uit en wij moesten onze huizen verlaten en we werden in vrouwen kampen gestopt mocht alleen de meisjes bij mij houden de mannen en de jongens werden in het mannen kamp gestopt , mijn man transporteerde ze naar Birma waar hij in het mannenkamp zat waar hij moest werken aan de bewuste spoorlijn van Birma moest werken Mijn zoon zat vlaknaast ons in het mannenkamp op een dag had hij brood gepikt van de Jappen en hij had dat ons gegeven maar de Jappen kwamen er achter en hebben hem geschopt en geslagen op zijn rug je kon hem horen schreeuwen dat was vreselijk maar hij heeft het overleefd. Ook gingen we lopend naar een ander kamp wat wel dagen duurde veel vrouwen zijn er toen ook wel bezweken of waren ziek De oorlog was afgelopen de vrouwenkampen werden het eerst bevrijd en daarna de mannenkampen mijn zoon kwam heelhuids terug we hadden het gered mijn man Jozef kwam na vier en halfjaar verzwakt en ziek thuis mijn dochter van vier vroeg aan mij wie is die man ze had haar vader niet gekend want ze was nog maar een baby toen we in het kamp kwamen, het deed mijn man erg zeer dat zijn dochter hem niet kende We krijgen nog een zoon maar toen kwam de "Birisap tijd" het betekend maak u gereed er brak een golf van geweld uit en dat richtte ze op ons want wij heulde met de Blandas ook werd mijn man en oudste zoon opgepakt want een buurman had gezegt dat mijn man geweren had verstopt maar dat was niet zo en ze konden dan ook niets vinden en werden vrij gelaten na een week We konden nu nog alleen maar kiezen of delen of we worden Indonesiër en blijven daar wonen en moesten dan alles inleveren en weer van onderaf aan opnieuw beginnen of je werd Hollander dan werd je gedwongen naar Nederland te gaan, en wij gingen in 1956 met de boot naar het verre Nederland toe al onze bezittingen moesten we achterlaten alleen nog wat foto`s en belangrijke papieren konden we meenemen. Mijn jongste zoon werd erg ziek op de boot en toen we dan ook in hartje winter in Rotterdam aankwamen stond de ziekenauto voor mijn jongste zoontje al klaar en werd daar in het ziekenhuis opgenomen het was kantje boord, wij werden opgevangen door het Rode Kruis en kregen warme winterkleren want we hadden alleen maar onze zomer kleren aan en meer niet, mijn man was met de ziekenauto meegegaan. We werden toen in een pension ondergebracht in Haarlem met nog enkele landgenoten. Na een paar weken kwam mijn jongste ook weer thuis , mijn man kreeg werk in de plantsoenen dienst Later kregen we een eigen flat, maar wat hadden we een heimwee naar Indië, ik hield mijn gewoontes aan zo waren we gewend om 4uur in de ochtend te koken want de kinderen gingen vroeger in Indië om 6 uur in de ochtend naar school daar was ik nog zo aangewend. s`middags kookte ik dan ook weer rijst , in Indië is het s`avonds al om 6 uur donker dus ik wilde dat mij kinderen hier ook niet meer zolaat op straat hebben te spelen want ik ging dan ook al vroeg naar bed Ik mis nog steeds de warmte en gezelligheid van dat oude goede Indië de Kampulan op de waranda, iedereen kwam eten, in Holland is dat wel anders als je hier bij iemand op bezoek gaat moet je eerst afspraak maken en blijven eten dat is ook uit de boze vaak krijg je maar 1 koekje bij de thee dan bij ons Indo`s je mag pakken wat je wil en al kom je onder het eten je kan altijd aanschuiven om mee te eten. Ook kookte ik in het weekend voor de hele flat lekker eten maar dat mocht niet meer van mijn kinderen want als ik een keer niet had gekookt waren de flatbewoners boos want ze hadden er zo op gerekend . Mijn man is overleden en ik ben dan ook alleen mijn kinderen zijn getrouwd en hebben de Hollandse gewoontes over genomen en vinden dat ik niet zo moet zeuren over vroeger, ik wil ze daarom ook niet lastig vallen met mijn heimwee naar Indië Ga dan ook graag naar de pasar malam wat de sfeer van Indië nog heeft de lekkere geuren van het eten en de nep krekels die tjilpen de Indische muziek en de dansen. Louise
Moeder Louise leeft niet meer is toch nog 91 jaar geworden
En ergens in de verte daar huilt een kampong-hond Hij huilt tegen de gele maan waar haalt het beest `t idee vandaan? De regen tokkelt op den grond
Je voelt je moe en arm en `t is zoo warm...... 0,o,het is zo warm
`t Is Kerstmis nu, het is de dag der dagen .... maar Kerstmis vieren in den Oost? Je hebt vrij-af dat is een troost en als je `t niet hebt, kun je `t vragen
Je neemt een versche split en piekert over vele dingen je denkt weer aan verleden jaar toen kwam j`in Holland bij elkaar om `t "Stille Nacht" te zingen
`t Is Kerstmis nu, het is de dag der dagen.... maar Kerstmis vieren in den Oost? Je hebt vrij-af dat is een troost en als je `t niet hebt, kun je `t vragen
Toen was je immers met verlof? het sneeuwde al drie weken je kwam aan al de stille pracht die Kerstmis toen te kijken bracht gewoon niet uit gekeken
t`Is Kerstmis nu , het is de dag der dagen.... maar Kerstmis vieren in den Oost? Je hebt vrij-af dat is een troost en als je `t niet hebt, kun je `t vragen
Nu zit je weer op den "kebon" en drinkt je kouwe splitje en als de klok straks negen slaat dan geeuw je, dat je slapen gaat kwart over negen pit je
`t Is Kerstmis nu , het is de dag der dagen maar Kerstmis vieren in den Oost? Je hebt vrij-af dat is een troost en als je `t niet kunt `t vragen
En ergens in de verte daar huilt een kampong-hond Hij huilt tegen de gele maan waar haalt het beest `t idee vandaan? de regen tikkelt op den grond
Je voelt je moe en arm.... en `t is zoo warm en `t is zoo warm o,o het is zoo warm
Ik roep het weggevlucht verleden Tempo dulu , die oude tijd niet weer Ik wil slechts leven in het heden Zonder heimwee naar `t weleer
Toch komt daar steeds het stille verlangen Naar die lang vervlogen tijd Dan wil ik altijd gaan, ver van hier Naar dat land vol liefelijkheid
Dan zie ik Indië`s wondertuinen Waar ik dwalen mocht als kind En hoor ik een lied uit vroegere tijden In het zachte zingen van de wind
Neen, ik wil niet leven in `t verleden Maar geen gedachte doet mij zo deugd Als die naar tempo dulu uitgaat Die mooie tijd, vol dierbare herrineringen uit mijn jeugd
Katjong Kamprèt,katjong kamprèt,katjong kamprèt hij naar de pasar mentjouri mentjirit Hij die taken polisie die tarok bou anam arie kasian katjong kamprèt
Katjong Kamprèt,katjong kamprèt,katjong kamprèt hij is nu dood hij heeft inpectie aan zijn linker-rechterpoot Hij die bawah koeboeran,door zijn poedara kemalam, kasian katjong kamprèt
Er is een eiland in de zon Waar het vroeger allemaal ooit begon Meer dan een herinnering Insulinde, ons begin Dat eilandrijk daar in de zon, waar je niet langer blijven kon Maar wat je niet vergeten zou hun merdeka was niet voor jou
Kent gij ons Land, ons heerlijk Insulinde Ons nooit volprezen, dierbaar Zonneland Waar `t bruine kind zoo vurig steeds beminde Het Moederrijk aan `t verre Noordzeestrand?
Kent gij ons Land, ons heerlijk Insulinde Waar de Natuur haar schatten stelt ten toon En eenvoud, trouw en liefde ons vebinden Het pronkjuweel aan Neêrlands Koningskroon
Kent gij ons Land, ons heerlijk Insulinde Waar`t Rood, Wit,Blauw zoo trotsch steeds begroet En `t allen tijd`in ons een steun zal vinden? Wij blijven trouw, al kost het ons ook bloed
Kent gij ons Land, ons heerlijk Insulinde Waar oud en jong eenparig hulde biên Aan Neêrlands schoone Koninginne Oh, Allah! God! Bescherm toch Wilhelmien
Kau lambang harapan ribuan jiwa Kau lambang dua budaya Kau lambang kemanusiaan Kau juga lambang pekerjaan seorang hamba allah
Pa van der Steur Namamu terukir indah Di pinggirjalan Rijswijk Nederland Di Oranje nassau, kota Magelang jawah tenga Indonesia Dan juga terukir emas di tiap lubuk insan Steurtjes
Opa Puluhan tahun kau lahir Di bawah jajahan jepang kau pergi Tapi hari kelahiranmu selalu kami nanti 10 juli anak2 Pa van der Steur selalu berdendang,menyanyi dan menari dan mengucapkan SELAMATULANGHTAHUN OPA Dan bunga2 menghias indah nisan peristirahatanmu dekelilingi oma dan anak2 Pa van der Steur lain... Dan disana tertulis: Jangan namaku tapi pekerjaanku harus kau teruskan
Ibu yang kecil dan tua kebuyutan. Di wartel. Karyawan bilang dengan bersahabatan: "Bu, nanti anda dengar suara Bandung" Ibu bergetar dengan kaki kaku, Dia ambil mikropon. Terus dia dengar, aneh bin ajaib, Suara putra nya yang tenang.
Hallo! Bandung! Iya bu,saya dair Hallo anak tersayang, dia bersedu Hallo , hallo Ibu tua apa kabarnya? Terus dia balas aja, Saya kangen sekalie sama kamu!
Sayang dia tanya Istrimu kecil dan hitam, apa kabarnya? Baik aja katanya kita ngobrol Tentang kamu tiap hari dan di malam hari anak kecil berdoa Sebelum bobo untuk neneknya yang mereka tidak kenal Sambil cium foto mu
Hallo! Bandung! Iya bu, saya hadir Hallo anak tersayang" dia bersedu Hallo, hallo! Ibu tua apa kabarnya? Terus dia balas aja , Saya kangen sekali sama kamu!"
Bentar, bu dia bilang dengan senyum, Anak saya yang paling muda disini juga Terus ibu dengar dengan jelas Nenek tersayang, Tabik tabik! Tapi ini telalu berat bagi dia. Dia berbisik: Terima kasih Tuhan saya masih sempat mendengarnya .... Terus dia menangis dan jatuh mati.
Hallo! Bandung! Iya bu, saya hadir! Tidak dibalas Dia dengar napas terakhir Hallo! hallo berbunyi dari seberang lautan. Sudah meninggal dunia. Cucu nya bilang: "Tabik"
Hallo Bandoeng (korte versie)
't Oude moedertje zat bevend, Op het telegraafkantoor Vriend'lijk sprak de ambt'naar, Juffrouw, aanstonds geeft Bandoeng gehoor Trillend op haar stramme benen, Greep zij naar de microfoon En toen hoorde zij, o wonder, Zacht de stem van hare zoon
"Hallo! Bandoeng!", "Ja moeder hier ben ik!" "Dag liefste jongen", zegt zij met een snik "Hallo, hallo! Hoe gaat het ouwe vrouw?" Dan zegt ze alleen: "Ik verlang zo erg naar jou!"
"Jongenlief", vraagt ze, "hoe gaat het Met je kleine bruine vrouw?" "Best hoor", zegt hij, "en we spreken Elke dag hier over jou En m'n kleuters zeggen 's avonds Voor het slapen gaan een gebed Voor hun onbekende opoe Met een kus op jouw portret"
"Hallo! Bandoeng!", "Ja moeder hier ben ik!" "Dag liefste jongen", zegt zij met een snik "Hallo, hallo! Hoe gaat het ouwe vrouw?" Dan zegt ze alleen: "Ik verlang zo erg naar jou!"
"Wacht eens, moeder", zegt hij lachend ", 'k Bracht mijn jongste zoontje mee" Even later hoort ze duidelijk, "Opoe lief, tabeh, tabeh!" Maar dan wordt het haar te machtig Zachtjes fluistert ze: "O Heer Dank dat 'k dat heb mogen horen..." En dan valt ze wenend neer
"Hallo! Bandoeng!" "Ja moeder hier ben ik!", Ze antwoordt niet. Hij hoort alleen 'n snik "Hallo! Hallo!..." klinkt over verre zee Zij is niet meer en het kindje roept: "Tabeh"
Een gerecht van mijn schoonmoeder die op Java is geboren en getogen
benodig heden:
2 a 3 uien 2 a 4 teentjes knoflook 1 a 2 thl Sambal oelek 2 thl Laos 2 thl Ketoembar Trassi Goela djawa 3 0ns gepelde garnalen 3 ons gekookte mosselen 3 pakjes kippelevertjes Zout Ketjap Manis
Beginnen met uien te snijden en de knoflook deze fruiten dan zout- Ketoembar-Laos-sambal-klein stukje van de goela djawa en de verkruimelde trassi naar smaak er door fruiten is alles goed er door heen gebakken dan bakt men de kippelevertjes er door heen tot ze goed zijn daarna gaan de mosselen en de garnalen door heen goed door laten bakken Als alles goed is gaat er een scheut Ketjap Manis door en heel zachtjes 10 min door laten sudderen met deksel op de pan. Dit kan je eten met rijst en komkommer
Als je dit gerecht maakt moet je gewoon spelen met de Laos Ketoember hoeft niet precies af gepast worden doe het naar je eigen smaak zo ook met de knoflook uien of met je garnalen -mosselen en je levertjes je kan ook zonder de levertjes maken je kan varieren zoals je zelf wil.
Johannes van der Steur vertrok op 10 september 1892 met de oude "Conrad" naar Oost Indie, 8 dagen nadat hij als zendeling was ingewijd in het kerkje aan de Parklaan in Haarlem. Op weg naar de kolonialen, omdat hij wist dat die niet genoeg hadden aan brieven alleen (die er maanden over deden) maar dat ze daar in de oost een vriend nodig hadden.
Zijn eerste werk was de inrichting van een eenvoudig militair tehuis, een ongekende weelde. In Magelang, waar 5 bataljons militairen lagen, een kaderschool en het depot-bataljon van 4 compagnieen. Hij deed dit alleen, zonder enige sociale zekerheid of geld. Een eenvoudig bamboehuis was het, maar de militairen kwamen er graag.
In dit huis verzorgde Pa de eerste vier kinderen
In 1893 - Johannes was toen 28 jaar oud - kwam een dronken koloniaal bij hem in het tehuis en vertelde dat een sergeant gestorven was en een inlandse vrouw met vier kinderen achterliet. Als hij nu zo "verdomd" vroom was, dan moest hij dat maar eens tonen. Het antwoord: wordt nuchter en breng me er heen.
De vrouw en haar kinderen werden de dag erop in het bamboehuis opgenomen. Het werd een sneeuwbal: de soldaten vonden het leuk en hielpen met wassen en dergelijke zaken. Binnen twee maanden waren er 14 van zulke verweesde kinderen. Een van hun vroeg hoe ze hun pleegvader moesten noemen. Dat moeten jullie zelf maar uitmaken vond Johannes en de jongen zei: dan noemen we u Pa want dan hebben we lekker weer een papa. En het werd Pa van der Steur, tot op heden, jaren na zijn dood.
Voor Pa's kinderen moet het een wonder geweest zijn: een blanke meneer, die niet hovaardig voorbij reed in een koets, die niet als dronken soldaat een voorwerp was van minachting, maar die een echte vader was met wie ze samen aan tafel zaten, met wie ze konden praten in hun eigen "kromme" taaltje. Die hun kleren en schoenen gaf en hen lezen en schrijven leerde. Zij waren geen kamponggladakkers meer, zij hadden echt een echte Pa. Vandaar dat vele Steurtjes hun leven lang dankbaar blijven. Door Pa kregen zij immers de kans MENS te worden.
In 1903 had Pa al 350 kinderen onder zijn hoede. Hij werd echter ziek en moest met spoedverlof naar Nederland. Het was zijn enige verlof in 55 tropenjaren. Zijn gehele verloftijd gebruikte hij om belangstelling te wekken voor zijn kinderen en te trachten de gelden bijeen te brengen die hij zo dringend behoefde. Koningin Emma, bekend om haar sociale mededogen, stond Pa een gesprek van anderhalf uur toe. Opgeknapt ging hij er op uit. Van haar en van andere vooraanstaande personen kreeg hij geld. 20.000 gulden! Pa ging, voordat zijn ziekteverlof om was, terug naar Java. Hij kon toen voor een matige prijs een oude kazerne voor politiesoldaten kopen, waarbij een groot terrein hoorde.
In 1907 trad Pa met Anna Maria Zwager in het huwelijk. Hij trouwde met de handschoen. Misschien was zijn huwelijksaanzoek het wonderbaarlijkste dat onze geschiedenis kent: Anna, wil je de moeder worden van mijn kinderen?. Zo deed Moe van der Steur haar intrede in het tehuis. Zij had de leiding van de meisjesafdeling, die beter aan een vrouw kon worden toevertrouwd. Tot aan haar dood op 30 april 1936, is zij door haar liefdevolle en onbaatzuchtige arbeid, voor velen, ook voor Pa zelf, tot grote zegen geweest.
Pa en kind
Zijn gehele leven zette Pa van der Steur zich in voor de opvoeding van zijn kinderen. 7000 verlaten, en verweesde kinderen heeft hij opgevoed tot nuttige leden in de maatschappij. Zijn invloed op de kinderen die hij gevoed en opgevoed had als zijn eigen vlees en bloed, was heel groot. Voor hen was en blijft hij "Pa" hun vader. Voor deze duizenden betekende zijn werk een ommekeer in hun leven.
Op 15 Februari 1944 werd Pa door de Japaners geinterneerd. Zelfs gedurende zijn interneringsjaren was Pa een zegen voor zovelen.
Op 16 September 1945 - na de capitulatie van Japan - stierf Pa van der Steur. Zetten jullie het werk door als ik er niet meer ben. God zal jullie steeds helpen. Niet mijn naam en persoon, maar mijn werk moet jullie indachtig blijven. Dit waren zijn laatste woorden. Hij die zovelen eten en een tehuis heeft gegeven is zelf gestorven aan hongeroedeem.
Voor degenen die het werk van Pa van der Steur van voor de oorlog gekend hebben, was daarna de vanzelfsprekende vraag: "Wat is er na Pa's dood van zijn levenswerk geworden? Is het blijven bestaan?" Is de sombere visie van Mw. Langhout in "Herinneringen uit het leven van Johannes van der Steur" bewaarheid? Zij besloot haar boekje met: God heeft Pa van der Steur een levenswerk gegeven dat met hem begon en eindigde.
Even leek het erop alsof haar woorden bewaarheid zouden worden. Als mens heeft zij het werk gemeten met menselijke maatstaven: het werk zoals zij dat zag na Pa's overlijden. Het was inderdaad een ruine geworden. Velen herkenden het zelfs niet, speciaal na de exodus van vele oud-Steurtjes en sympathisanten in de 50-jaren naar Nederland en elders.
Maar God beschikte anders...
De Yayasan Pa van der Steur
Het nagelaten werk van deze grote Nederlander die in zijn eigen land niet veel bekendheid geniet, werd rondom de zestiger jaren door enkelen van zijn oud pupillen krachtig ter hand genomen. God heeft hun arbeid gezegend.
In maart 1957 nam Bram Bernard (een oud Steurtje) de leiding van de Yayasan Pa van der Steur over. Gedachtig de wens van Pa: Niet mijn naam maar mijn werk zij gedacht, heeft Bram, vaak onder zware druk en onder zeer moeilijke omstandigheden, het werk voortgezet.
In 1970 groeide het plan het werk uit te breiden. In 1973 werd het "denken" omgezet in daden door het aankopen van een stuk grond van 2 ha in Pondok Gede, ongeveer 15 km ten oosten van Jakarta. In de daarop volgende jaren gingen zij stap voor stap verder om het bouwprogramma te realiseren.
Op 3 mei 1975 werd het Jongenstehuis in Pondok Gede bewoond. Vervolgens kwamen de Hoofdkeuken, het Meisjestehuis, de Lagere school, de Kleuterschool, de Polikliniek, de MULO, het Bejaardentehuis in Depok, het Ontmoetingscentrum en de Bibliotheek.
Het werk van Pa van der Steur is niet - zoals Mevrouw Langhout schreef - geeindigd bij zijn heengaan. Het werk is als een phoenix uit zijn as herrezen...
Johannes van der Steur is heengegaan maar zijn werk, opgebouwd uit liefde tot de naasten, leeft voort!
Kolonie van Nederland: Indonesië is een groot land, er wonen honderd verschillende volkeren(etnische groepen) en er worden even zoveel talen gesproken. Dat de eenheid toch bewaard bleef is mede het gevolg van de koloniale staatsvorming zoals die vanaf 1870 plaatsvond In de negentiende eeuw werden de grenzen van Nederlands-Indië duidelijk afgebakend ten opzichte van de Britse,Duitse en Portugese koloniale buren. Het beleid was er op gericht dat alle gebiedsdelen geleidelijk aan indien nodig met geweld zoals de ruim dertigjarige Atjhe (Aceh)-oorlog aantoont en onder Nederlands bestuur kwamen te staan. Het bestuur diende er vooral voor te zorgen dat de belangen van Europese ondernemers zo goed mogelijk werden gewaarborgd. dit betekende zorgen voor rust en orde-de Pax Neerladica-waartoe een effectieve politie en legermacht werd opgebouwd, ook moest wetgeving worden ontwikkeld die waarborgen schiep voor de koloniale inversteerders, tegelijkertijd moesten deze wetten echter voor verschillende etnische groepen algemene regels bieden, die de eigen adat (gewoonterecht) overstegen. Bovendien voerde koliniale staat infrastructurele werken uit, zoals de aanleg van havens, wegen, spoorlijnen en grote irrigatiesystemen, waarvan in de eerste plaats de inversteerders profiteerden. Door deze gestage uitbreiding van overheidstaken ontstond de noodzaak een competente overheidsbureaucratie te ontwikkelen. Om de kosten zo laag mogelijk te houden werden inheemse krachten aangetrokken voor de lagere administratieve taken,deze ambtenaren konden evenals de politie en de militairen in de gehele archipel worden gezet, hierdoor ontstond onder hen het gevoel te behoren tot een groot geheel dan dat van de eigen etnische groep: men werd lid van de `compagnie`, de Nederlandse-Indische staat. Aan het eind van de vorige eeuw werd als gevolg van de groeiende kritiek op het naakte eigenbelang van het koloniale beleid, de ethische politiek ingevoerd, daarmee kwam er meer aandacht voor de levensomstandigheden van de Indische bevolking, waardoor de behoefte aan inheems personeel, b.v voor onderwijs en gezondheidstaken nog groter werd. Maar juist door het toenemende onderwijs werden deze ambtenaren zich tegelijkertijd meer en meer bewust van hun ondergeschikte posities. Zo legde de kolonialestaat zelf de kiem voor het onafhanklijkheidsstreven. In 1928 legde een klein groepje jonge scholieren en studenten van verschillende eilanden afkomstig een eed af: zij zouden een volk, een staat en een taal nastreven. Ondanks de Javaanse meerderheid koos men voor het Bahasa Indonesia, een aangepaste versie van Maleis, als nationale taal, hiermee was de basis gelegd voor de nationale eenheid die tot op heden is bewaard. Een tweede kenmerk van het koloniale beleid dat tot op heden doorwerkt, is de bewuste gevoerde politiek die moest voorkomen dat zich een economisch sterke middenlaag onder de Indische bevolking zou ontwikkelen. De ambtenaren die het koloniaal bestuur nodig had, werden in eerste instantie gerekruteerd uit de inheemse (voornamelijk Javaanse) adel en uit volkeren als de Ambonezen,Menadonezen en Bataks, die door langdurige onderwijsinspannigen van zending en missie makkelijker in de koloniale dienst konden worden opgenomen, de inheemse adel kreeg allerlei voorrechten in de hoop hem daardoor aan het Nederlandse bewind te binden. Angstvallig werd er voor gewaakt dat de edelen zich konden ontwikkelen tot een economische sterke groep van grootgrondbezitters, handelaren en ondernemers, ook de vooral de Islamitische, handelaren en ondernemers stonden onder strenge overheidscontrole om te voorkomen dat zij economische basis zouden gebruiken voor politieke doeleinden, de Chinese minderheid werd als buffer en `middenstand` tussen de Europese bovenlaag en de massa van de Indische bevolking geschoven. Gedurende de koloniale tijd kon zich dan ook geen Indische, economische onafhankelijke middenstand ontwikkelen, een situatie die zich tot op heden wreekt omdat het ontbreken daarvan een belangrijke belemmering vormt voor het onstaan van democratische beweging Een derde facet van de koloniale periode dat belangrijk is voor goed begrip functioneren van de Nieuwe Orde is het karakter van de `ambtenarenstaat`waarvan functionarissen zouden zorgen voor het welzijn van de bevolking. Daartoe werden allerlei programma`s op gezet die door de overheidsdiensten werden uitgevoerd De bevolking hoefde zich niet te organiseren, zeker niet op politiek terrein, om dit laatste afdoende te verhinderen werd vakkundig politieapparaat ingezet met tal van verklikkers in alle geledingen van de bevolking, ook op dit punt kan een vergelijking worden gemaakt met huidige politieke bestel.Het repressieve karakter van de koloniale tijd nam na de grote economische crisis van 1929 toe, de overheid zag als gevolg van die crisis de middelen die haar ter beschikking stonden voor het welzijnsprogramma`s sterk verminderen en was bevreesd dat de onvrede onder de bevolking zou toe nemen. Op een aantal incidetele opstandjes na leek de bevolking zich gedwee te schikken in haar lot zo gedwee zelfs dat in de jaren dertig gouverneur-generaal de Jong meende te voorspellen dat het Nederlands bestuur nog 350 jaar zou voortduren. Binnen 10 jaar zouden de Japanse bezetting en de daarop volgende onafhankelijkheidsstrijd deze hoogmoedige voorspelling logenstraffen.