Dag 8 Vrijdag 25 januari 2008
Nachtelijke busreis (2u30) naar Aboe Simbel.
De wekker loopt al om kwart voor twee af. Eerst ik en dan mijn vrouwke gaan door de badkamer en kleden ons
goed warm aan want zowel op de bus als in Aboe Simbel zou het koud zijn.
In het restaurant kunnen wij koffie gaan drinken en aan de receptie krijgen wij een ontbijtpakket om 's morgens op de bus op te eten.
Amir verzamelt ons bij de receptie zoals altijd voor een vertrek en wonderwel is iedereen op tijd. Hij had ons op het hart gedrukt, dat sinds een aanslag op een toeristenbus, er niet meer alleen als bus kon gereden worden, dus gebeurde dat in konvooi onder "toeristen-politie" begeleiding. Als het eerste vertrek gemist wordt, moet men het volgende afwachten, mist men de zonsopgang in Aboe Simbel maar het ergste is dat het dan al een drukte van jewelste is en men niet meer rustig de tempels kan bezoeken. Dus verzamelen geblazen en om tien voor vier zet het konvooi zich in beweging.
Zoals al gezegd had Amir ons gedurende meer dan twee uren geinstrueerd wat we moesten zien en waar we het konden vinden. In de bus werd er niet veel uitleg meer gegeven, en de gasten die hun hoofdkussen uit de kajuit hadden meegenomen, gingen zich instaleren om nog enkele uurtjes te pitten. Ikzelf was klaarwakker en kon de gang van het konvooi in het oog houden. Dit is op momenten een lachertje, want geen bus voor of achter te bespeuren, dus dat begeleid konvooi is ook een fabeltje.
Als dan, uren later, het eerste licht over de woestijn komt, zijn er hier en daar al armen die gestrekt worden, ruggen gerecht, kelen geschraapt of proper gehoest. Om half zeven gaat dan het licht in de bus weer aan en spreken we ons lunchpakket(ontbijt) aan. Belegde broodjes, een croissant, banaan, hardgekookt ei, en nog een sapje. In de frigo ligt er water voor iedereen. Wat anders niet mocht, kon vanmorgen wel ; het toilet was open wie wou kon er gebruik van maken. Amir heeft, voor dat de bus de parking opreed, deze al verlaten, en op een lopen gaat het naar het lokket om de kaartjes te kopen. Tegen dat wij ook uit de bus zijn, is hij al terug, maar, spijts zijn aandringen, moet uit de andere bus bijna iedereen naar het toilet, dus wordt het toch wachten tot de troepen weer compleet zijn.
De zon komt op over het Nassermeer. En wij lopen richting tempels.
Het archeologische complex Aboe Simbel bestaat uit twee enorme stenen Tempels in het zuiden van Egypte op de westelijke oever van het Nassermeer.
De vallei, die bekend staat als de Nubische Monumenten, loopt van Aboe Simbel tot Philae en staat op de lijst van Werelderfgoed van de Unesco.
De twee tempels werden uit de bergwand gehakt door Ramses II in de 13e eeuw v. Chr. om zijn Nubische buren onder de indruk te brengen en om zichzelf en zijn koningin Nefertari te eren. In de rotstempel bevonden zich in de grote zuilenhal acht zuilen in de gedaante van Ramses II, elk bijna 10 meter hoog. De afstand van de indrukwekkende voorhof tot aan het allerheiligste, bedroeg 55 meter. Behalve de beelden in het inwendige van de tempel, liet Ramses voor de façade vier kolossale beelden van zichzelf maken. Tussen de benen van deze aan weerszijden van de hoofdingang geplaatste beelden staan een aantal kleinere beelden die de moeder van Ramses, diens echtgenote - koningin Nefertari - en verscheidene van de 100 kinderen van de farao voorstellen. De tempel was zo gebouwd dat het zonlicht op twee dagen van het jaar via de ingang precies op twee van de vier in het heiligdom staande beelden viel; deze beelden stellen Ramses en de Egyptische oppergod Amon voor. Op deze dagen - respectievelijk op 22 februari en 22oktober (voor de verplaatsing op 21/2 en 21/10)- werden wellicht de militaire overwinningen van Ramses II gevierd.
In maart 1813 werden de tempels ontdekt door de Zwitser Johann Ludwig Burckhardt. In 1815 lukte het de Engelsman William John Bankes en de Italiaan Giovanni Finatie de tempel van Hathor en Nefertari binnen te komen maar door de enorme hoeveelheid zand was het onmogelijk de grotere tempel van Ramses II uit te graven. Uiteindelijk was het Giovanni Battista Belzoni die op 1 augustus 1817, na meer dan een maand bezig te zijn geweest het zand te verwijderen, de tempel na eeuwen als eerste kon betreden.
Tussen 1964 en 1968 werden beide tempels in grote blokken gezaagd en opnieuw opgebouwd op een locatie die 65 meter hoger lag, en 200 meter verder van de rivier. Hiertoe werd op deze plek een tweetal grote betonnen koepels gebouwd, aan de buitenkant bekleed met natuurlijke steen, waar de tempels in feite in werden geschoven. Ze zien er nu dus nog steeds uit alsof ze uit de rotsen zijn gehouwen. De tempels werden verhuisd om ze te redden van het rijzende water van het Nassermeer, het grote stuwmeer dat ontstond na de voltooiing van de Aswandam. Om negen uur vertrekken we terug naar Aswan, waar wij tegen de middag terug zijn.
De meesten gaan ofwel naar hun kajuit terug onder de wol (zoals ik) en anderen gaan lui op het dek van de zon genieten en slapen daar in.
Tegen de avond beginnen we de terugreis naar Luxor.Eerst tot Kom Ombo, waar Amir met 4 gasten die bij de groep kwamen in Aswan de tempel gaat bezoeken.
Vanavond is het galadiner (met bediening aan tafel). 't Was vandaag heel vroeg dag, maar de rit door de woestijn viel al bij al wel mee. Ik vond het lastiger bij het terugkomen (te heet op de bus).
Onze notities kwamen heel goed van pas anders hadden we die taferelen nooit kunnen ontcijferen en zouden we veel symboliek gemist hebben.
s Nachts varen we verder tot Edfu waar we blijven tot de morgen.
|