Dien avond en die roze, dit mooie gedicht van Guido Gezelle inspireerde Frank Ivo van Damme tot een fraaie kopergravure. Frank creƫerde een artistiek mooie en iconografisch rijke prent (zie afb.).
We zien op de voorgrond een dromerige jonge man - waarin ik graag Eugene van Oye zie - voor een vaas met rozen. De wand van de vaas is ook een uurwerk refererend aan de eerste verzen van het gedicht:
'k Heb menig menig uur bij u
gesleten en genoten, en nooit en heeft een uur met u
me een enkle stond verdroten. [...] Noch nooit een blom zo schoon, van u
Gezocht, geplukt, gelezen, Als die dien avond blonk op u,
en mocht de mijne wezen!
De grafische kunstenaar heeft het gedicht grafisch vertaald. Hij plaatst boven Gezelles lievelingsleerling Eugene van Oye, "een blom zo schoon", de mooiste roos die hij uit zijn koperplaat kan plukken. De onderkant van het uurwerk wordt verdrongen door het grote zakhorloge op de tafel. Een deel van het uur verdwijnt, omdat een uur "niet lang een uur mag wezen;" het zakhorloge is zelfs meer symbolisch en heeft geen wijzerplaat.
Ofschoon, zo wel voor mij als u,
- wie zal dit kwaad genezen? -een uur bij mij, een uur bij u
niet lang een uur mag wezen;
Frank heeft dit wondermooie gedicht met meesterhand gevisualiseerd. Christine D'Haen heeft het door haar Engelse vertaling wereldwijd toegankelijk gemaakt.
l've many, many an hour with you been living and been loving and never has an hour with you been for one instant irking.
DIEN AVOND EN DIE ROZExml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
'k Heb menig uur bij u gesleten en genoten, en nooit en heeft een uur met u me een enklen stond verdroten. 'k Heb menig menig blom voor u gelezen en geschonken, en, lijk een bie, met u, met u, er honing uit gedronken; maar nooit een uur zo lief met u, zo lang zij duren koste, maar nooit een uur zo droef om u, wanneer ik scheiden moste, als het uur wanneer ik dicht bij u, dien avond, neergezeten, u spreken hoorde en sprak tot u wat onze zielen weten. Noch nooit een blom zo schoon, van u gezocht, geplukt, gelezen, als die dien avond blonk op u, en mocht de mijne wezen ! Ofschoon, zo wel voor mij als u, -wie zal dit kwaad genezen ?- een uur bij mij, een uur bij u, niet lang een uur mag wezen; ofschoon voor mij, ofschoon voor u, zo lief en uitgelezen, die roze, al was 't een roos van u, niet lang een roos mocht wezen, toch lang bewaart, dit zeg ik u, 't en ware ik 't al verloze, mijn hert drie dierbre beelden: U, DIEN AVOND EN DIE ROZE !
Uit 'Gedichten Gezangen Gebeden'
|