Lakennijverheid in het algemeen
Laken was - vanwege het nogal gecompliceerde productieproces - min of meer een luxeproduct. Dit had tot gevolg dat de lakennijverheid al vrij spoedig een zaak van gespecialiseerde ambachtslieden werd, terwijl een groot deel van de plattelandsbevolking zich nog kleedde in huisgesponnen en huisgeweven stoffen. De lakennijverheid had de neiging zich in bepaalde gebieden te concentreren, zoals Noord-Frankrijk, Vlaanderen en Holland. Dit waren overigens zeker niet de enige productiecentra. In Italië bij voorbeeld, was Florence een belangrijk centrum van lakennijverheid. Productiewijze · De ruwe wol werd ingekocht en aangevoerd. Aanvankelijk binnenlands maar later vooral uit Engeland en Schotland. · De wol werd, na een uitgebreid was- en kamproces, geverfd en tot draden gesponnen. De volgende verfstoffen werden hiertoe gebruikt: wouw voor gele verfstof, Wede of indigo voor blauwe verfstof, lakmoes, aluin en sandelhout. · De drapenier, de lakenwever, spande zijn draden op het weefgetouw en weefde het aken tot een voorgeschreven afmeting. · De volder of voller bewerkte het weefsel om de vezels dichter ineen te werken. (Het werkwoord vollen is hetzelfde als vullen.) · Na het vollen door voetvolders of in de volmolen werd het laken op 'ramen' gespannen om weer opgerekt te worden. Dit waren rechtop in de grond staande palen met dwarslatten daarop. Aan deze latten en palen zaten haken zodat het laken tot de juiste lengte en breedte kon worden opgerekt. · Vervolgens werd het laken "geschoren": met grote scharen werden uitstekende pluisjes verwijderd, zodat het vervilte weefsel een effen oppervlak kreeg (zie ook scharlaken). · Appreteren was het op glans brengen van het laken · Tussen al deze stappen werden keuringen uitgevoerd die met loodzegels werden gemerkt.
Het ontbreken van een goede historiografie is voornamelijk te wijten aan het ontbreken van veel gegevens: grote delen van de gildenarchieven zijn verloren gegaan.
Uit:: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lakenindustrie
|