Inhoud blog
  • Roeselare-Tielt Point d'interrogation is meer dan concert.
  • De gesciedenis van de Batjes
  • Het Kasteel van Rumbeke
  • Geschiedenis van de brandweer Roeselare
  • De verplichte tewerkstelling
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Roeselaars, heden en verleden
    een verzameling teksten en foto's over stad...

    03-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Kasteel van Rumbeke
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Langs de oude heirweg Doornik-Rumbeke Oudenburg op 2,5 km van Rumbeke, op 4,5 km van Izegem, op 1,5 km van Oekene en een paar kilometer van Moorsele ligt het prachtige kasteel van Rumbeke. Van een versterkte burcht is hier geen sprake, want vredig staat het er als buitenverblijf voor zijn edelachtbare bewoners en eigenaars. Meer dan één legende is erom geweven en men zoekt er naar het geheimzinnig rinkelen van ijzers en het krassen der hengsels van de zware deuren maar neen, men zal daarvan niets vinden. Ook niet de schietgaten der versterkte burchten.Dit kasteel van Rumbeke, opgetrokken In grote rooskleurige bakstenen en bedekt met grijsblauwe schaliën, licht van opbouw, gaf zijn bewoners door de eeuwen heen een aangenaam verblijf, waarin de zon door de ruiten de gezelligheid verhoogde, en gelegen midden een heerlijk park van 28 ha.
    EEN WOORDJE GESCHIEDENIS
    Bij gemis aan documenten is het onmogelijk een bouwdatum op te schrijven. Wat vaststaat, is dat de heerlijkheid van Rumbeke eigendom der graven van Vlaanderen, achtereenvolgens de huizen kende van Wervick (1200), van Nevele (1276), van Lichtervelde (1330), van Gistel (1363) en van Antoing (1375). Volgens de legende zou Boudewijn met de IJzeren Arm, eerste graaf van Vlaanderen die in 879 overleed, na het schaken van Judith, de dochter van Karel de Kale, koning van Frankrijk, ten tijde der Noormannen met haar gevlucht zijn hier naar Vlaanderen en ongestoord op het kasteel van Rumbeke verbleven hebben. Het is een feit dat bepaalde muren en delen van het gebouw dagtekenen uit het Bourgondisch tijdperk zodat het kasteel er was vóór de 16e eeuw. De heerlijkheid van Rumbeke werd in 1426 aan Segher van Langemeersch verkocht door Jean d'Antoing. Een dochter van Langemeersch huwde een de Thiennes en zo kwam het kasteel in het bezit van deze laatstgenoemde familie in 1479, waarop de heerlijkheid graafschap werd. Er zouden na die tijd een paar veranderingen aan het kasteel zijn aangebracht. Een tekening naar Sanderus in 1641 toont het kasteel met de wallen en de ophaalbrug en eveneens de bolvormige toren. In het kasteel hangt een groot familieportret voorstellende het kasteel en de vijver en de kleine afstammeling van de Thiennes van Rumbeke.Bij de dood van Marie‑Thérèse de Thiennes, laatste van de de Thiennes getrouwd met graaf Dirk van Limburg-Stirum, kwam het kasteel in handen van deze nieuwe familie, Dezes zoon Hendrik, algemeen gekend en geacht en burgemeester van Rumbeke, overleed er enige jaren terug. We herinneren nog dat de vloer der kerk met strooi was bedekt, traditiegetrouw, want de gehele familie werd in die kerk begraven, waar ook hun schilden prijken. Een arduinen tombe vereeuwigt deze familie de Thiennes in name van Jacob uit de tijd van Keizer Karel en getrouwd met Katelijn van Ognies, gestorven ten jare 1534. Het kasteel werd geplunderd door de soldaten van Lodewijk XIV en in 1793 door de Fransen. Baekelandt, de beruchte bandiet, bezocht het in de 19e eeuw. De wallen werden gedempt in de jaren 1700 en in 1731 werden de 2 poorten opgebouwd en de ophaalbruggen verdwenen. De familie van Limburg‑Stirum deed na de oorlog 1914‑18 al wat in hun macht lag om het kasteel weerom te meubileren en de waardevolle stukken terug te brengen en vernieuwingen aan te brengen.
    EEN BEZOEK OVERWAARD... 
    Doch laten we er even een rond­gang maken. Een hall, waar de, schilderijen te zien zijn van Maria van Bourgondië en Margareta van Vlaanderen geeft verbinding, afgesloten met zware deuren in hernieuwing­stijl met de verschillende zalen en salons. In de «Rose Salon» zien we zetels in borduurwerk, meubels in Hollandse stijl en waardevolle schilderijen, o.a. een Courteville en de « Man met, de anjelier » uit de 15e eeuw. Recht op de ingangspoort bevindt zich het « Grote Salon » waar de familieportretten hangen van de Thiennes (1535) en de familie van Limburg‑Stirum en het portret van de graaf François de Thiennes (1777-1855). In de « Rookzaal » die ermee verbonden is hangen en het beeld van de graaf Hendrik en zijn edelachtbare dame. Men vindt er de grijze bamboezetels afkomstig uit het kasteel van Licques, toebehorende aan deze familie. In een nevenzaal, « Eetzaal » merken we het portret: van Walter de Thiennes, vader van François, een over mooie schilderijportret van Lodewijk XIV, Indisch porcelein, een stel uit aarde van Namen, enz. We keren terug doorheen de grote zaal en langs een oude stenen trap komen we in de kleine stemmige kapel de jaren 1560. De 0. L. Vrouw in Italiaans porselein, geschonken door Gravin de Thjennes van Rumbeke aan de familie van Limburg‑Stirum in MDCCCCIX, hangt aan de rechterzijde. Het eeuwenoude brandvenster, naar men zegt het oudste van de provincie, versiert de vensteropening. Daarnaast ligt de sacristie waar de geschiedenis van Adam en Eva, uitgebeiteld, een kast versiert. Naast de doodsprintjes der familieleden merkt men de koperen plaat van de doodskist van François de Thiennes, geboren te Gent op 29 september 1777 en gestorven te Gent op 28 april 1855. Op de eerste verdieping komen we in de «Blauwe Kamer» met de tekening van de Kroning van Lodewijk XVI, tekening waar ook de kleinste figuur te verkennen is, en het ingekaderde broduurwerk der H. Familie. In de grote zaal ziet men kristallen vazen uit de 15e eeuw. Hier hangen de schilderijen van Adrien Opice Adornes van Italiaanse afkomst en kamerheer aan het hof van Jacob II van Schotland, van generaal graaf Murray die het bos van Rumbeke heeft aangelegd en gehuwd was met de weduwe van de voorlaatste de Thiennes, van Baron Snoy, een familielid. In het midden van de kamer ligt in een glazen kast een over­ schoon broduurwerk door Maria‑Theresia van Oostenrijk gegeven aan de familie de Thiennes na de slag van Kollin in Bohemen aan de Elbe, gedurende de 7‑jarige oorlog tegen Frederik II op 15 juni 1757. Verder hangen rondom zeer merkwaardige stukken. We dalen een trap af en doorheen een gang, waar het brand­venster is ingewerkt met scherven en overblijfselen uit de Jerusalem­kerk van Brugge en waar de graaf eigenaar was, komen we in de grote «Ridderzaal». Het plafond is er toegevoegd met grote balken waaraan de uiteinden de letters T en M zijn ingesneden, letters van Thomas de Thiennes en Margareta van Hamericourt, zijn echtgenote (1534­-1558). Aan de wand prijken een overprachtig Doorniks tapijt en de beeltenissen van de graven van Vlaanderen, Jan zonder Vrees, Lodewijk van Maele, Boudewijn Konstant, Karel de Stoute, Philips de Goede, Margareta van Oostenrijk, Maximiliaan J. Philips II. De bibliotheek is in herstelling als mede nog een eeuwenoude houten trap. In dit kasteel zijn er maar eventjes 52 kamers. Men komt er weer buiten en leeft verder in deze eeuwenoude tijd. Vooraan op de pelouse (het grasperk) groeit de oude, plataan die nu ongeveer 153 jaar geworden is. Het bos en de parken zijn een bezoek waard. Alles is er zeer goed onderhouden. Een wandeling brengt de bezoekers in het Sterrebos naar de « Ster » waar 12 dreven op één punt samenlopen en gericht zijn op een merkwaardigheid, toren of gebouw. Het plan werd uit­getekend in 1770 door de hovenarchitect F. Simoneau, Niet ver van de «Ster» is een buitenkapelletje, met onderaan de ijskelder. In de winter werd in de en de tijd het ijs uit de vijver gekapt en in die kelder een ganse zomer bewaard. Het ka­pelletje bovenaan bewaart er nu nog honderden namen van bezoekers. Vooraan het bos ligt een prachtige bloemenhof met zeldzame exemplaren. Op het voorplein spelen nu kinderen naar hartelust, want talrijke spelen staan ter beschikking. Dhr.Paul Pattyn uit Roeselare heeft een deel van het bos in leen waar ook zijn pony's of kleine paardjes in de weide grazen en die de namen dragen als Diana, Jefke, Mielke, Wiske, Fientje, Nelly, Suzy, Frits, Tony. In de zijvijver werd onlangs het ponyveulen Suzy door zijn moeder Nelly op wonderbare wijze gered. We verlaten dit prachtige kasteel en de hovingen doch kunnen niet nalaten een speciaal woordje van dank te richten aan de Heer en Mevrouw, de conciërge die ons zo welwillend te, woord stonden. Zij weten zeer veel te vertellen, want zij zijn al heel hun leven in dienst van de edelachtbare familie van Limburg-Stirum evenals de moeder van de kasteel bewaarster die nu, 72 jaar is geworden en nog steeds deze familie ten dienste slaat.

    03-06-2008 om 09:36 geschreven door stadsmus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (11 Stemmen)
    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschiedenis van de brandweer Roeselare

    In de stadsarchieven wordt voor de eerste maal over "brandbestrijding" gesproken in 1499. De stadskas spreekt van een uitgave van 12 shilling voor de aankoop van een emmer en een vat die Mr. Pieter Coene en Mevr. Katelijne van Houte verloren hebben tijdens blussingswerken. Dit bevestigd het vermoeden dat de oudste manier van brandbestrijding in Vlaamse gemeenten verwezelijkt werden door buren die elkaar hielpen met ladders en emmers. De immense groei van de industrie in de stad gedurende de 16e eeuw heeft een populatiegroei en daarmee een groei van het aantal huizen teweeg gebracht. Deze huizen waren meestal gebouwd met klei en hout met een strooien dak. Dit groeiend stadsleven heeft het stadsbestuur ertoe gedwongen om een effectievere manier te zoeken om branden te bestrijden. De eerste maatregel was een brandpreventie-regel: "Ieder huis moest beschikken over een emmer, een ladder, een vat om de regen op te vangen en een lantaarn." Deze bezittingen werden gemarkeerd met de naam van de bezitters. Iedereen die werkte met vuur, zoals een bakker, een smid, een brouwer, drankgelegenheden, enz... moesten beschikken over een extra haak, ladder en emmer. Hooiopslag op zolder moest op een manier gebeuren, zodanig dat het niet door het plafond kwam. Schoorstenen moesten frequent gereinigd worden en het geluid van de avondbel stopte alle werk, omdat het verboden was te werken bij kaarslicht.In 1553 worden de eerste brandweermannen vernoemd. Dit waren mensen die het naleven van de reglementen door de stadsbewoners controleerden. Ze hadden de bevoegdheid om orders uit te delen en ze hadden de leiding wanneer het ergens brandde. In 1562 waren er reeds 4 betaalde brandweermannen. Brandalarm 's nachts werd gegeven door de stadswachten, die de stad bewaakten vanuit de toren van het stadhuis. Ze deden dit door de "brandbel" te luiden. De Franse overheersing van Vlaanderen gedurende de 17e eeuw bezorgde Roeselare een financiële put die een halt toeriep aan verdere groei van brandpreventie. In de 18e eeuw werden de Fransen verdreven door de Oostenrijkers, die nu de stad verplichtten om nieuwe brandpreventieregels in acht te nemen. In 1713 verboden zij het gebruik van hooi en klei voor het bouwen van daken. Alle nieuwe daken en herstellingen aan hooien daken werden nu vervangen door houten planken. In 1842 bevond de toemallige brandweerkazerne zich in de Verwerijstraat. Het gebouw werd gehuurd door het stadsbestuur om de voertuigen en ander materieel te stokkeren. In 1903 verhuisde alles naar een volledig nieuw gebouw, naar het ontwerp van Hilaire Denys. Deze kazerne bevond zich op het Polenplein in het centrum van Roeselare, dit gebouw huisvest nu het Nationaal Wielermuseum.


    ontwerptekening van het oude arsenaal


    oud brandweerarsenaal aan het Polen-
    plein in Roeselare.

    Op 13 juli 1966 kwam vanuit het stadsbesuur de opdracht om een heel nieuwe, moderne brandweerkazerne te bouwen. Er werd gestart met de werken op 1 februari 1972 en de werken duurden tot 21 mei 1974. Het gebouw werd officieel ingehuldigd op 12 juli 1974.
    Ons korps was een volledig vrijwilligerskorps tót september 1973, in deze maand werden 10 voltijdse brandweermannen aangesteld op onze kazerne te bemannen. De laatste jaren is dit getal opgelopen tot ongeveer 25. Vandaag bestaat de Roeselaarse brandweer uit ongeveer 100 mensen, ingedeeld in 6 groepen...

    03-06-2008 om 09:06 geschreven door stadsmus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (25 Stemmen)
    » Reageer (0)


    Archief per week
  • 14/07-20/07 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Mijn favorieten
  • geen.idee

  • Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!