Ik word omringd door leegte. De kamer waarin ik me bevind staat barstensvol met tastbare herrineringen terwijl op de achtergrond een vrouwenstem me zachtjes doorheen deze leegte zingt. Ik besef dat ik mezelf vandaag tegenspreek, ik weet dat dit vandaaglog geprangd zit tussen realiteit en emotie, je sais.
Een meikever in de maand juli dat kan niet zo dacht ik, maar de meikever die ik gisteren vond tussen een haag in m'n tuin was levend en wel, de natuur op zijn kop.
Ik heb de laatste tijd een wat eigenaardige kijk op mensen. Ik schreef "de laatste tijd" maar bedoelde eigenlijk dat ik mensen altijd al op die wijze bekeek. Mensen zijn als lachwekkende wezens vind ik, als dieren met kleren aan, met schoenen en kousen en Pc's, massa's Pc's. Ik amuzeer me rot met deze observatie's en lach me een kriek met hun clowneske gedoe. Trip trap kijk eens naar m'n hoed, trip trap kijk eens ik loop op rode en hoge hakken, kijk kijk ik zing, he jij daar kijk eens hoe ik er uit zie in mijn nieuwste camouflage (kledij). Mensen hebben alleen betekenis mits hun toegevoegde waarde zo denk ik, mensen betekenen op zichzelf eigenlijk niets, helemaal niets.
Neen, een kookwonder ben ik niet, mijn home made tiramisu was (zoals men zegt) niet te vreten, ik gebruikte de verkeerde kaas, het moest mascarpone kaas zijn en het uitzicht was ook niet om naar huis te schrijven. Ik hoop op een beter resultaat een volgende maal ,want tiramisu moet er uitzien als tiramisu en smaken als tiramisu.
M'n ebbenhouten piano staat in de kamer hiernaast, jaren in onbruik en verstopt onder een oud en gaterig bedlaken. Waar is de tijd zo denk ik toen ik in het groot symfonische orkest speelde, toen vingers nog pianotoetsen beroerden, ontroerden zo je wil. Nu bespeel ik, typ ik, beroer ik alleen nog via dit pc toetsenbord, afwisselend met mijn rechter dan weer met m'n linker wijsvinger, want artrose is geen lachertje.
Ik zweet, ik zweet zowat mijn hele lijf uit. Neen niet door een hittegolf maar door een stormy koorstaanval. Alle spierenbundels staan strak en m'n hoofdharen zijn als messen die diep in m'n hersenpan doordringen, barstende hoofdpijn dus. Met mijn keel kurkdroog en mijn mond dichtgesnoerd, lig ik hier en staar naar het plafond net nu het mosselseizoen begon.
Warm, warmer warmst,een hittegolf, een aanval van de zon op alles wat bloot is . Bruin bruin bronstig bruin, allemaal om ter bruinst, aanval op de huid van bleekscheten. Drink, drinken, dronk dronken op een terrasje onder een parasolletje, onder een hemel van blauw.
Ik, verwacht vandaag geen grootse reaktie op dit log. Ik verwacht geen reaktie's, ook niet door een verdwaalde voorbijganger gebracht. Mogelijks ligt de oorzaak van deze teruggang bij een knagende reaktiemoeheid bij hen die meestal mijn reaktiebox bevolken, of ligt het gewoon aan wat ik schrijf, over wat me beroerd. Ach een mens kan niet voor eeuwig blijven boeien zeg ik zonet tegen mezelf, een mens herhaalt na verloop van tijd steeds zichzelf. Neen ik heb geen dipje, Roestvlek heeft geen dipje, ik zweer het, maar af en toe heeft de "waarheid" ook zijn rechten, ook wanneer "deze waarheid" verschrikkelijk pijn doet.
Mijn schuinoverbuur heeft een zoon. Een zoon die zonet werd thuisgebracht door een oude geblondeerde man in een knalrode sportwagen. Die zoon, ik heb hem nog gekent als jongetje en nu, tja nu.... Ik wou alleen maar zeggen dat me dit beeld raakt, dit beeld me wat triest maakt maar, het zijn mijn zaken niet natuurlijk, ik weet het, je sais. Neen ik heb geen vooroordeel wanneer je dit moest denken, geen enkel, neen geen enkel vooroordeel maar, ik vind het geen zicht hebben, neen geen prettig zicht.
Het eten dat ik zonet klaarmaakte smaakt me niet, ik denk teveel aan vroeger. Vroeger was het druk in huis, nu zit ik alleen aan deze tafel. Zou ik een glas drinken, wijn misschien, zou ik wit of rood een biertje of iets klein's, een oude klare misschien? Ik besluit om water te nemen, gewoon water uit de kraan lijkt me het beste. Verdommene, daar rinkelt die vervelende telefoon weer, voor de tiende maal reeds zo denk ik geergerd, doe ik het of doe ik het niet, de telefoon opnemen bedoel ik. Nog even twijfel ik, maar ik neem niet op zo besluit ik beslist en dapper, neen ik neem niet op.
Dit is classical fm kreunt m'n webradio. Een massa pianisimo muzieknoten dartelen zweterig omlaag, dan weer pijlsnel naar omhoog, op en neer dus tutteren en schallen muzieknoten uit mijn webradio. Mooi, heel mooi moet ik zeggen, maar ik heb mijn dagje niet, want het maakt me triest, helemaal triestesse voel ik me. M'n krakende vingernootjes ( of zijn het mootjes) trachten alles wat ik neerkreun leesbaar te schikken op m'n beeldscherm, m'n vingers van leeftijd gaan van letters naar woorden en zinnen, zinnen die ik hardhandig dump op m'n pc scherm.
Sinds deze morgend schrijf ik weer in m'n dagboek, lekker ouderwets met pen en inkt uit overgrootvaders inktpot. Bladzijden vol met roerselen, bezaaid met inktvlekken en ezelsoren, niet netjes om aan te zien maar toch iets hebben. Ik hou van deze rampige en vlekkerige slordigheid .
Ik heb gelachen liefste, heel erg en uitbundig met je gelachen. Gelachen met je pseudobelangrijkheid en, met de onzin die je uitkraamde. Jouw druktemakerij betekent niets liefste helemaal niets en je dreigementen halen helemaal niets uit. Ik vergeef het je met gulheid, want je kan alleen maar zijn zoals je bent.