Als we niet kunnen fietsen, dan houden w’ons maar bezig met schrijven.
Bij de AS Adventure staan de Ortlieb tassen in de reclame. ’t Is solden en tijdens deze periode krijg je om de haverklap tegoed-bonnen of wat dan ook in de bus. Ideaal moment dus om nog een fietsbroek met zeemvel, een regenjas en vooral 1 Ortlieb achtertas aan te schaffen. De dame van de zaak is goed onderlegd in de fietsmaterie. Ofwel heeft ze al twintig keer de wereld rondgefietst ofwel heeft ze de hele bibliotheek leeggeplunderd, maar ze kent haar vak als geen ander.
Bedoeling was initieel om een bagagedrager boven het achterwiel te plaatsen en aan de niet-versnellingszijde één reistas te hangen. Ze weet me echter te overtuigen om niet één, maar twee tassen te hangen van het type dat normaal aan de voorwielen is bevestigd. Enerzijds kan je het gewicht beter verdelen en in één tas echt, de meest waardevolle spullen onder brengen. Kwestie om bij een bezoek niet je hele santaboetiek te moeten meesleuren!
‘Jamaar, protesteer ik nog even, zoveel zal ik wel niet meenemen zeker onderweg!’
Als ik even begin op te sommen wat ik mee wil tijdens de dagtrips begint het lijstje toch al aardig wat vorm aan te nemen, eigenlijk meer dan gedacht. Uiteraard denk ik nu aan ‘veel’ en zal er tijdens de reis wel het een en ander worden bijgesteld, maar je moet er toch van uit gaan dat drinken, een snelle hap, wat fietsreparatiespullen, EHBO-troesje, regenvestje, droog shirt, documenten, de Sweerman-boekjes, kaart, fototoestel, telefoon en wat weet ik nog meer, moet opgeborgen worden. Ik begin te twijfelen aan één achterzak en besluit om twee voorzakken te nemen die ik probleemloos ook achteraan kan plaatsen. De korting is welkom en ik wandel met twee zakken buiten voor de prijs van één.
Ik heb nog een aanzienlijke fietsgarderobe, maar toch zal ik nog het één en ander moeten aanschaffen. Je handen, voeten en achterwerk zijn zowat de enige contactpunten met je tweewieler en verdienen dus alle aandacht. Gezien de fietsfrequentie is een broek van het allergrootste belang. Niet alleen de pasvorm en de naden, maar ook de zeem is belangrijk, een item waarop dus zeker niet bespaard mag worden. Handschoenen met de nodige gel-kussentjes of gel-handvaten kunnen het urenlange contact enigszins veraangenamen. Schoenen met SPD-plaatjes zijn waarschijnlijk het meest aangewezen. Je zit goed vast op je fiets en de kans dat je van de trappers afschuift is verwaarloosbaar. Een korte wandeling is eveneens mogelijk zonder als ‘moonwalker’ te worden uitgelachen.
Bijkomend aandachtspunt is het weer. Vooral omdat we dagelijks willen rijden is een echte, ademende regenjas bijna onmisbaar. De benen tot daar toe, maar een jas? Ik heb er in ieder geval één aangeschaft. De helm, als veiligheidsitem, en in Frankrijk en Spanje bijna verplicht mag zeker niet ontbreken. Ook hier geldt dat beknibbelen op het helmbudget niet echt de beste raad is. Ook een degelijke zonnebril bewijst z’n nut, niet alleen om de zon te filteren, maar tevens als buffer voor wind, stof en ongedierte. Het hoeft niet allemaal een aanslag op je bankrekening te betekenen, maar in de Solden tijd zijn de kortingen meer dan welkom.
Volgende vaststelling bij de Dday-100 is de aanvraag en de verzending van mijn geloofsbrief en stempelboekje. Je hebt er alleszins tijd genoeg voor maar het leek mij het best om de planning te volgen die ik ‘ergens’ had opgemaakt. Toen eind 2012 het lidmaatschap bij het Compostela-genootschap werd hernieuwd heb ik maar ineens beide documenten aangevraagd.
De geloofsbrief opent deuren onderweg en is een noodzakelijke voorwaarde voor het verkrijgen van een ‘Compostela’ (certificaat van volbrachte tocht). In elke slaapplaats of kerk wordt de geloofsbrief afgestempeld als bewijs dat je er was.
Niet dat enige spirituele of godsdienstige achtergrond aan de basis ligt van mijn tocht maar als je het spel speelt, kan je’t maar beter volledig spelen. De brief is en blijft een bewijs en aandenken aan het hele avontuur en ik zou het voor geen geld van de wereld willen missen.
Ik was blij toen de enveloppe met perkamentachtige inhoud in mijn bus rolde deze week. Het zijn de kleine signalen die de voorbereiding zo boeiend maken.
Laatste Dday-100 vaststelling vandaag…Het is eindelijk beginnen dooien. Links en rechts nog een hoopje zwart, vieze sneeuw, maar door de dag worden de hoopjes kleiner en kleiner. Spijtig genoeg regent het, maar dit is de aanzet naar de lente, ook al is die nog ver weg. Hopelijk kunnen we deze week de baan op!
Het houdt niet op, het begint zelfs wat afgezaagd te worden, maar van buiten fietsen is nog niet veel in huis gekomen. De teller staat momenteel op 240 km, waarvan minder dan de helft op de tarmac…erg, erg, erg! Gisteren en vandaag een uurtje op de spinfiets, redelijk tempo zonder weerstand. De info is en blijft wat karig, maar binnen de oefenzaal gebeurt niet echt veel schrijvens waard. ’t Zal wel eens beteren zeker?
Het zal waarschijnlijk, of aangeboren, of beroepsmatig aangemoedigd zijn, maar ik heb een hekel aan alles wat onvoorbereid is. "A l’improviste" is misschien een uitdrukking waar velen zich kunnen bij vinden maar aan mij is het alleszins niet besteed.
Ik zou het besterven als ik tijdens een auto- of fietstocht achter elke hoek van de straat op een kaart zou moeten kijken om te zien of ik nog goed zat. Zeker met de fiets ben je op zo’n momenten aangewezen om de grote banen te volgen bij gebrek aan gedetailleerd kaartmateriaal, tenzij je alle mogelijke topokaarten wil aanschaffen en meezeulen in je draagtassen….exit kledij en ander noodzakelijk materiaal!
Zonder een goede voorbereiding en dito route sta je nergens, je bent aan het sukkelen van de eerste kruising tot de laatste, verspeelt een hoop kostbare tijd en na enkele dagen ben je de zenuwinzinking nabij. De tijd die je thuis investeert tijdens de lange winteravonden, win je ruimschoots terug als je eenmaal in de auto of op je fiets stapt.
Tot voor enkele jaren plande ik alle motorhomereizen op papieren kaarten. In de grote Michelin-atlassen maakte ik fluo aantekeningen van de te volgen routes, markeerde overnachtingsplaatsen en schreef een spreadsheet met kilometeraanduidingen, wegnummers, kruisingen en mogelijke campings. Het was telkens een minutieus werkje, maar eenmaal het gaspedaal ingedrukt begon de vakantie pas echt en was het genieten van elke kilometer.
Met de komst van de GPS is het papierwerk geleidelijk aan verdwenen. Waar je met de eerste modellen enkel van A naar B kon rijden, en dit zonder veel invloed op de route, kan je nu een bijna onbeperkt aantal ‘Waypoints’ invoeren zodat je de software en de gebruikte algoritmes bijna kan verplichten om de door u gekozen route uit te rekenen en op te slagen. De elektronica gidst je op die manier langs toeristische wegen en natuurschoon, ver weg van grote wegen en autostrades, dewelke het toestel onder normale omstandigheden wel zou verkozen hebben!
De laatste jaren is de markt van de hobbyist bijna letterlijk overspoeld met ‘handheld’ wandel- of fiets GPS’en. De mogelijkheden zijn bijna onbeperkt en het toestel is al lang geen ‘exclusief hebbedingetje’ meer. Je kan er nu eenmaal gemakkelijker een weg mee vinden, geen gezoek meer naar wegwijzers of kerktorens, geen gestop meer om kaarten te plooien (wat vooral tijdens een plensbui een geliefkoosde bezigheid is of betergezegd was) en vooral; het kan op voorhand!
Ook ‘te voet’ of ‘met de fiets’ gaat het om mooie wegen, routes of paden. Ze worden tegenwoordig elektronisch getekend en opgeslagen, verkocht of verdeeld via ‘OpenStreetMap’ of andere merkgebonden kaartmateriaal.
Als fietser kan ik nu mooie, niet gemarkeerde routes volgen en weet perfect wat me te wachten staat, ook al moet ik de eerste pedaalslag nog geven. Het nadeel is en blijft dat je alle routes eerst op je computer moet inbrengen en vervolgens als ‘track’* of ‘route’* moet exporteren naar je ‘Handheld’.
*Route = volgweg tussen A en B is berekend door de software, alleen mogelijk op een kaart die daarvoor geschikt is en die ook vaak als ‘routeerbaar’ wordt aangeduid.
*Track = volgweg tussen A en B die door de maker is uitgezet middels honderden Waypoints, als een kruimelspoor op een kaart.
Het handmatig uittekenen in GoogleMaps of meer gespecialiseerde software als MapSource of BaseCamp vergt een beetje handigheid en is iets wat je moet aanleren.
De GPS is niet meer dan een verschuivende en meedraaiende kaart waarop je standplaats wordt aangeduid met een pijl. De uitgezette ‘track’ wordt met een vooraf bepaalde kleur getekend zodat je enkel die lijn moet volgen.
Het rijden op het ‘kleine schermpje’ van je toestel vergt enige ervaring. Speel wat met de schaalverhouding en de kleur van de ‘track’ of de ‘route’. Gooi het toestel niet na de eerste slechte ervaring door het raam, hou vol en je vindt een prachtige elektronische partner in de vorm van je GPS.
Het naderhand exporteren naar je computer is eenvoudig. Je kan zo de bestanden bijhouden voor de toekomst of uit wisselen met anderen. De afgelegde route en het hoogteprofiel is een muisklik verwijderd.
Met een beetje zoekwerk zijn de Santiago-routes van Sweerman te vinden op talloze fietswebsites. Je moet in deze materie ook het warm water niet meer uitvinden. Weet wel dat de routes die ooit gereden en uitgewisseld werden, kunnen veranderen in de loop der tijd. Een gezonde dosis logisch verstand blijft altijd noodzakelijk als je met de GPS onderweg bent!
Sinds de inburgering van de GPS stap ik nog zelden op de fiets zonder. Het betekent voor mij meer vrijheid (hoe contradictorisch dit ook moge klinken), veiligheid en het bespaart me een hoop kopzorgen en tijd. De tijd van kaart en kompas zijn gelukkig voorbij hoewel er waarschijnlijk nog veel fanaten te vinden zijn. Gelukkig maar in andere hobby’s…!
We zijn thuis gesukkeld. Gezien de voorspellingen toch wat nerveus opgestaan en bingo. Om acht uur deze morgen was het al deftig aan't sneeuwen. Eerst nog lekker ontbeten, pak en zak de auto in geduwd en dan maar op weg. De binnenring zag er 'niet-Brussels' uit. Een dik pak, vuilgrijs, kapotgereden smurrie ontsierde de weg. Geen strooidiensten, niets, 't is zondag natuurlijk, maar core-business is core-business... Als je nu niet strooit of de boel opruimt, ja, in de zomer hoeft het ook niet!
Gelukkig is het niet zo ver tot de Kortembergtunnel, even uit de miserie. Tot Woluwe en de R0 is het echt uitkijken, er ligt zeker een tiental centimeter verse sneeuw op het wegdek, geen rijstroken, alleen maar overvoorzichtige chauffeurs. Af en toe duikt een 4x4 op in de linker spiegel, scheurt voorbij en laat een sliert van opwaaiend gestuif achter zich. Daar dient het natuurlijk voor, al lijkt het voor de buitenwereld wat roekeloos. Als er wat later een tientonner met oplegger hetzelfde doet heb ik daar wel problemen mee. Als dat eenmaal begint te schuiven, blijft het gewoonlijk niet bij de vrachtwagen alleen en da's veel erger!
Voorbij Zaventem richting Antwerpen rijdt ver voor ons uit een strooiwagen met schop. Onze snelheid varieert tussen de 40-60 km/uur. Al bij al ben ik al gelukkig. Hoe dichter bij Antwerpen, hoe minder sneeuw er op de weg ligt.
Op de ring is het redelijk druk, geen accidenten, één auto in panne, ook dat valt mee. Het is net geen twaalf uur als we de auto in de garage zetten. Voor de rest zal het pyjama-weer zijn vrees ik! Tegen drieën dan maar naar de cyclocross zien. Man, man, wat zijn dat toch kunstenaars, van de eerste tot de laatste. Als je ziet wat zij, op professioneel materiaal, al niet afschuiven, dan kan je je al voorstellen wat wij zouden schuiven.
Neenee, dan zal ik morgen wel een trapke harder spinnen...Ik kan me de tijd niet voorstellen dat het echt nog een volledige dag gesneeuwd heeft, van bij het opstaan tot het slapen gaan, de hele godganse dag, voor mij dan toch maar de zon. Morgen werkendag als we niet ingesneeuwd zijn...
Het is weer om binnen te blijven, al een hele week lang. Het is niet alleen gevaarlijk glad, maar er waait een ijzige noordenwind. De gevoelstemperatuur lag vandaag zeker rond -10°C. We hadden nog een weekendje Brussel liggen waarvan de vervaldatum gevaarlijk dichtbij kwam.
Deze morgen zijn we, na het super ontbijt, de stad ingetrokken. Van het Koninklijk paleis richting Grote Markt en dan via de Nieuwstraat naar de Botanique. Alles wat met water te maken had was al weken dichtgevroren en fonteinen zagen er uit als abstracte ijssculpturen.
Tijd om iets tussen de kiezen te duwen en vooral wat te ontdooien. Links en rechts, een eenzame fietser die zich door de hoofdstad sleept, pfff, respect, voorovergebogen, omzwachteld met meters linnen, mutsen met oorkleppen en vooral dikke handschoenen. Hier en daar ligt nog wat oude sneeuw, door de nachten heen tot ijs omgetoverd, het is oppassen geblazen in de smalle straten, chauffeurs die achter aangedampte ruiten hun weg zoeken naar onbekende bestemmingen letten niet altijd op fietsers. Tegen 4 uur zijn we erdoor, rap de sauna in, niet veel soeps, maar het is er warm, heel warm. Eenmaal op de kamer is onze kaars uit, een middagdutje, een kleintje maar…Na het avondeten nog wat televisie. Morgen voorspellen ze ijzel, van kwaad naar erger dus, en weer niet op de fiets!
Het kan niet beter, gisteren was het berekoud en vannacht is er een pak sneeuw gevallen, vandaag is het tapijt nog een centimeter of 5 aangedikt. Dan maar op de nepfiets, gisteren een klein, en vandaag een vol uur. Lekker peddelend vanachter het raam, het zag er nochtans idyllisch uit.
Tot overmaat van ramp, toen ik naar huis reed met de wagen, boempatat. Een waarschijnlijk verstrooide chauffeur reed vanuit een haakse parkeerplaats recht het wegdek op. Wat ik ook mocht uitrichten vanachter het stuur, ik schoof op de verijsde weg recht zijn rechterflank binnen....Krrrrrrrrrrrrrrrr, daar stond ik....vloeken, tieren of wat dan ook helpt niet, papieren ingevuld, al goed geen gewonden, en waarschijnlijk, alé, zou toch logisch zijn, in mijn recht. Een kleine kras op de bumper en een knipperend mistlicht. Al bij al had het veel slechter gekund. Toch één van de dagen naar de garage, die hebben het met dit weer niet onder de markt denk ik!
Fietsperikelen
Toen de beslissing genomen was kon ik stilaan beginnen uitzien naar een andere tweewieler. Ik had nog wel een cross-racefiets staan. Het ding had zich al die tijd al voortreffelijk gehouden en zijn berijder al menig triomf laten beleven, maar voor deze uitdaging lag het toch wel wat moeilijk. Er zat ondertussen wel een Triple-versnellingsapparaat op en alles wat vernieuwd kon worden was ondertussen al vervangen, maar toch?
Goed, we moeten niet de grote massa materiaal meesleuren maar een minimum zou toch handig zijn, drinken, wat gesneukel voor een kwaad moment, banaantje, vers shirt, regenjas, reservemateriaal voor de fiets, fototoestel, reservebatterijen voor de GPS, wat EHBO-prulletjes, kaart, de boekjes van Sweerman, … Een rugzak zou natuurlijk ook kunnen, maar eerlijk gezegd zie ik me nog geen 2700 km met zo’n ding rijden en laat het nu net mijn rug zijn die de laatste tijd voor wat verzorging smeekte.
Ik had al alle mogelijke hoeken, kanten en bochten uitgedacht om iets of wat bagagedrager te monteren, maar buiten een recht stoeltje dat aan de zadelstang zou kunnen bevestigd worden bleef er niet veel over….de rugzak dan maar?
Ik google wat op de verschillende bekende fietsmerken. Een echte Randonneur, de uitverkorene van menig wereldreiziger zie ik niet zitten; een half of heel vlinderstuur, standaard stalen of aluminium frame, voor- en achter steunen voor grote draagtassen, het oogt zwaar en onhandig. Wat ik ook lees, ik voel me niet tot de doelgroep waarvoor dit soort fietsen is ontworpen.
Dan maar op pad naar de fietswinkels in de ‘ruime’ buurt, eens horen wat de verkopers/vakmensen met mijn gegevens aankunnen. Het valt mee, geen enkele die me blazen probeert wijs te maken, geen enkele die me een ‘echte’ trekkersfiets adviseert, ondanks de waarschijnlijk grotere verdienste op dit soort tweewielers. Er bestaat nog vakmanschap, respect!
‘Hybride’ lijkt tegenwoordig het toverwoord. De kruising van een mountainbike met een racefiets, een klassieke geometrie met recht stuur en mountainbike-versnellingen, schijfremmen en voorzien om een draagtas(jes) te monteren. Ik doe wat proefritjes en voel meteen een aangename, zelfs comfortabele zithouding, vrij rechtop, dus niet zo rugbelastend als de racevariant. Enkele modellen bieden zelfs een geveerde voorvork aan.
De merkenslag kan van start gaan. Het wordt puzzelen, prijs/kwaliteit/service. De ene heeft dit, de andere dat. We staan enkele dagen voor de zomervakantie en ik zou’m toch graag hebben voor het vertrek. Geluk bij een ongeluk misschien, maar één van de kandidaten bleek niet meer leverbaar op die termijn. Dan maar de andere topper, de Ridley Tempo Cross. Twee dagen geduldig afwachten en twee dagen voor het vertrek op vakantie heb ik het nieuwe troetelkindje.
Zonder te overdrijven wat specificaties; Ridley frame, afgemonteerd met Shimano SLX versnellingen, vooraan 24/32/42 en achteraan 11/34. Vooraan had het ietsje groter gemogen, maar eigenlijk hou ik liever van een soepele tred dan van dat hard gemoker. Ondertussen staat er ook een bagagedrager op achteraan!
Avid Juicy schijfremmen, een carbon vork en WTB Dual Duty 28” wielen. Ik heb lange tijd getwijfeld over de geveerde voorvork. Toch blijkt het gewicht, de meerprijs en de mechanische broosheid een groter nadeel te zijn dan de efficiëntie bij 99% asfalt. In dezelfde context werden mij eerder bredere banden aangeraden.
Momenteel liggen er Schwalbe Durano 23-622 op maar tegen het vertrek komen er Marathons 35-622 of iets dergelijks op. Over de banden heb ik later nog wel een hoofdstukje, alleszins is dit item een heet hangijzer op de meeste fora en dus zeker de moeite waard om er op terug te komen.
Ondertussen fiets ik met de regelmaat van de klok op de hybride. Het is zeker geen racemachine, en dat is ook verre van verwacht en gewenst. De fiets rijdt comfortabel, schakelt goed en remt onmiddellijk. In alle eerlijkheid dien ik toch te vermelden dat de remmen het de eerste week wat lieten afweten. Zo stond ik op één of andere col met een geblokkeerd voorwiel doordat de remklauw dichtgeknepen bleef. Een bezoekje aan een lokale fietsenmaker en een half uurtje vakantietijd later was het euvel opgelost. Sindsdien peddel ik met groot vertrouwen op de Ridley, maar de duurtest moet nog komen…
Met Sint Jacob wordt veelal Jakobus de Meerdere bedoeld. In de christelijke iconografie is de sint-jakobsschelp diens attribuut. Deze is bevestigd aan zijn hoed, mantel of knapzak. De Sint-jakobsschelp is hiernaar vernoemd. Ook wordt hij vaak afgebeeld met een staf, het attribuut van de pelgrim.
De Orde van Sint-Jakobus van het Zwaard koos Jakobus de Meerdere als schutspatroon. Volgens de legende was zijn graf, aangewezen door een ster, ontdekt op het "sterreveld" in Santiago de Compostella.
Volgens de overlevering leverde koning Ramiro I van Asturië in 844 een veldslag tegen de Moren (de vermoedelijk mythische slag bij Clavijo), waarbij zijn leger onverwacht hulp kreeg van een geheimzinnige ruiter die de Moren doodde, zodat de slag gewonnen werd. Het lag voor de hand dat de ruiter niemand anders was dan Sint Jakobus (Santiago), die sindsdien in Spanje dan ook de titel Matamoros (Morendoder) draagt.
Zijn naamdag is op 25 juli. In de Orthodoxe Kerk is 30 april zijn naamdag. Hij is de patroonheilige van Spanje (in het bijzonder van Galicië en Santiago de Compostella), Antigua Guatemala, Guatemala, Chili (in het bijzonder Santiago de Chile), Loíza, Medjugorje, Montreal, Nicaragua, Pistoia, Sint-Jacobiparochie, Den Haag, Kemzeke en van de soldaten, ruiters en krijgers, de arbeiders, de lastendragers, de hoedenmakers, de bont- en pelswerkers, de kousenmakers, de bewakers, de (ketting)smeden, de apothekers en drogisten, de dierenartsen en de pelgrims en tegen de reuma en de artritis en voor goed weer en de groei van appels en veldvruchten.
Pelgrimsroute naar Santiago de Compostella
De belangrijkste route door Spanje was de Camino Francés, die de voortzetting was van meerdere trajecten komend uit Frankrijk. De Camino Francés was de middeleeuwse verkeersas die in Noord-Spanje loopt van de Pyreneeën naar het graf van Jakobus. Deze route loopt langs de steden Pamplona, Estella, Logroño, Burgos, León, Astorga en Ponferrada. Er zijn ook enige andere secundaire routes van de Pyreneeën naar Santiago.
De Camino Francés in zijn huidige loop is in de eerste helft van de 11e eeuw ontstaan; er wordt echter aangenomen dat de route al veel ouder is. Al voor Christus was Finisterre het eindpunt van een heidense tocht. De klif, 90 km westelijk van Santiago, is door de Romeinen Finisterrae gedoopt, wat 'einde van de wereld' betekent. De traditie van de bedevaart naar St.Jacob in Compostella gaat terug naar de tijd van Karel de Grote, nadat volgens de de legende in 814 zijn graf in Compostella gevonden was.
Santiago de Compostella kon in de elfde eeuw niet alleen zo'n belangrijke bedevaartsplaats worden vanwege de wonderbaarlijke verhalen over de apostel Jakobus, maar ook omdat de Abdij van Cluny in de elfde eeuw de godsvredebeweging ging stimuleren die erop gericht was in West-Europa een grotere veiligheid te bewerkstelligen. Deze eerste kerkelijke vredesbeweging stimuleerde niet alleen giften aan kerken en kloosters, maar ook de bedevaarten naar Santiago en daarmee de opkomst van de Romaanse kunst langs de pelgrimswegen. Tot in Spanje is daardoor de invloed van de architectuur van Cluny merkbaar. De betekenis van Cluny en de pelgrimages naar Santiago voor de reconquista tegen het islamitische Marokkaanse rijk in Zuid-Spanje is overigens beperkt. Verhalen over de heilige Jakobus en de strijd tegen de Moren dateren op zijn vroegst uit het einde van de elfde eeuw, als de grote trek al op gang gekomen is. De enkele afbeeldingen van Matamoros (de Morendoder), zoals te zien zijn in de kathedraal van Burgos dateren zelfs pas uit de 16e en 17e eeuw.
De pelgrimshandleiding in het vijfde boek van de Codex Calixtinus uit de 12e eeuw noemt voor Frankrijk vier verschillende pelgrimsroutes. Deze beginnen respectievelijk in Tours, Vézelay, Le Puy en Saint-Gilles-du-Gard, bij Arles. De eerste drie komen samen in Saint-Jean-Pied-de-Port in de Franse Pyreneeën, de route vanuit Arles komt via de Somportpas Spanje binnen, loopt via Jaca en komt bij Puente la Reina bij de andere routes vanuit Frankrijk.
Sinds 1993 is het Spaanse deel van de pelgrimsroute in de werelderfgoedlijst van UNESCO opgenomen. De Franse routes maken sinds 1998 deel uit van deze lijst.
Beweegredenen
Van oudsher hebben bedevaarten, naar welk bedevaartsoord dan ook, een religieus karakter: pelgrims reisden ernaartoe om de daar aanwezige relikwieën te vereren. In de Middeleeuwen werden bedevaarten niet zelden als straf opgelegd door kerkelijke of zelfs wereldlijke rechtbanken.
Religieuze (of in elk geval levensbeschouwelijke) motieven spelen ook thans vaak een rol. Doch een aanmerkelijk deel van de pelgrims die tegenwoordig naar Santiago reist, doet dit vanwege het cultuurhistorische erfgoed op de route, vanwege de fysieke uitdaging of om, vaak in samenhang met ontwikkelingen in het eigen leven, geruime tijd in een geheel andere omgeving te verkeren.
De route in Spanje
De route in Spanje is gemarkeerd met palen en borden met daarop een gestileerde sint-jakobsschelp op een blauwe ondergrond, en met gele geschilderde pijlen. (De markering is uitsluitend voor de heenreis aangebracht.) Er zijn twee routes door de Pyreneeën: over de Col de Somport ten noorden van Jaca, en van het Franse Saint-Jean-Pied-de-Port naar Roncesvalles. De laatste route werd (en wordt) het meest gebruikt vanwege de kleinere kans op sneeuwval. Bij Puente la Reina ten zuiden van Pamplona ontmoeten deze routes elkaar, waarna de hierboven genoemde steden worden aangedaan. De route loopt deels door het open veld, doch ook vaak langs soms drukke verkeerswegen.
Langs de route zijn op regelmatige afstanden sobere herbergen ingericht, waar reizigers kunnen overnachten en eten. Door de Credential del Peregrine, die men onderweg kan laten afstempelen, kan bij aankomst in Santiago aangetoond worden dat men een voldoende afstand heeft afgelegd om een oorkonde te verkrijgen, de zogeheten "Compostela". Voor wandelaars is een afgelegde afstand van 100 kilometer vereist, voor fietsers 200 kilometer; indien men te paard reist 300 kilometer. Deze afstanden worden gerekend tot Santiago.
Niet dus, gisterenavond is het beginnen sneeuwen, uren aan een stuk, geen dikke vlokken, alleen fijne stofsneeuw. Het weggetje voor de camperplaats is een schaatsbaan, je blijft nauwelijks overeind op twee voeten, laat staan op twee bandjes van een inch breed. Het ziet er grijs uit, kouwelijk. Na de middag zal het vlug 'richting Antwerpen' worden en wie weet, net op tijd om het Belgisch kampioenschap Veldrijden nog te zien, ze mogen het hebben vandaag
We staan voor het weekend aan zee, op de camperplaats van de kompascamping in Westende. Deze morgen had het goed gevroren, witte daken, lichtgrijze wolken uitspuwende schouwen, een ijzige stilte, iedereen blijft tot lang in de voormiddag binnen...behalve ik.
Er was koude voorspeld, maar toch had ik de cyclocrosser in de garage van de motorhome gezet.
Klokslag tien draaide de eerste pedaalslag al rond. De gevoelstemperatuur lag zeker enkele graden onder het vriespunt. Een strakke noordwestenwind maakte het allemaal nog erger. Ik draai de kustbaan op richting Nieuwpoort. Het fietspad bezaaid met grote en kleine ijsschilfers en -schotsen van de kapotgereden ijsplassen langs de kant van de weg. Dat wordt oppassen. Links en rechts rijden wat mountainbikers in de duinen. Dampende lichamen met rood aangelopen gezichten, op en neer dansende fietsen. Je moet er wat voor over hebben. Ik hou het een klein uurtje vol eer ik het echt kou begin te krijgen, mijn voeten gevoelloos, tintelend.
Een schraal zonnetje probeert ondertussen wat vat op de temperatuur te krijgen, zonder succes overigens.
Met de nodige a's en oe's krijg in ondertussen mijn fietsschoenen uit, de spieren van de onderkin weigeren momenteel alle medewerking, eerst ontdooien. De verwarming van de motorhome wordt op 'saunastand' gezet. Na de tweede kop dampende koffie kan ik terug praten....mijn lichaam tintelt helemaal, het voelt goed aan, eerst de blog wat bijwerken, een hapje eten en straks met de tram naar Oostende, solden, weet je wel, voor de dames. Vanavond lekker eten in restaurant 'De Lanteirne' en morgen als het weer het toelaat.....
Er lag deze morgen een pelletje korrelsneeuw op de wagens. 0°C of daaromtrent. Van achter het raam zag de weg er berijdbaar uit, maar ja wat heet dan berijdbaar, neen, het risico was te groot. Een breuk oplopen is nu wel het laatste waar ik aan wilde denken. Neen, dan de auto maar weer in. 0° is voor mij ook de limiet om op de fiets te kruipen, eigenlijk is dat er zelfs wat over. Goed, koude is nog altijd beter dan nattigheid, maar koude heeft ook grenzen. IJskoude vingertoppen, verkleumde voeten waar je naderhand amper op kan stappen, tintelende kaken en oren, bevroren damp in de sjaal, je stoomt, kunt amper praten en als je dat dan toch wil klinkt het allesbehalve verstaanbaar. Ik ben van nature een felle zweter en dan heb je al helemaal prijs. Ondanks het thermisch ondergoed stroomt de koude langs alle openingen tot op je blote, plakkerige vel en dat voelt allesbehalve comfortabel aan. Een rood licht, een trage oversteek, allemaal te mijden als de pest als de temperatuur onder het vriespunt bengelt... Dan maar op de spinfiets. Een klein uurtje, zonder weerstand, flink doortrappen. Het is zeker geen alternatief, maar als buitenfietsen om de één of andere reden niet lukt, is het alleszins beter dan niets. Gelukkig kan je tijdens het spinnen een filmpje op de Notebook bekijken, dan gaat de tijd wat beter vooruit.
Ik zal er rekening mee moeten houden dat de spinfiets frequenter op het menu zal staan. Zo hoop ik dagelijks toch mijn portie 'fietsplezier' te hebben. Na een vijftigtal minuutjes is het genoeg voor vandaag, na zeeeer lange tijd nog eens een dag of drie na elkaar op de fiets gezeten. De lies houdt wonderwel stand en ik probeer niet euforisch te klinken, 't is weekend
Deze morgen vroeg er uit en op de fiets, niet dat het zo ver is naar 't werk (12.5 km), maar elke kilometer helpt. Droogjes maar redelijk fris. Ik ben geen ochtendmens, en al zeker niet op de fiets. Alles gaat net iets minder soepel en vooral trager. Het speelt ook geen rol. Het is nog vrij donker in't Peerdsbos, geen konijn, geen vogel, doodstil, iedereen ligt nog onder de dons denk ik.
Deze avond ging het bijzonder vlot, waarschijnlijk door de borrel op de benoeming van een collega, nee echt, goed, het was windstil, geen excuses deze keer, de afstand is nu ook niet dat, maar toch, gewoon goed!
De eerste 100 km zijn gerond dit jaar, ik zou er graag tegen Mei zo'n 2000 doen, het zal gewoon afhangen van het weer. Neem nu gisteren, de hele godganse dag van die zever waar je kletsnat van wordt, neen, dan hoeft het voor mij niet.
De weerman voorspelt kouder weer met tegen het weekend hier en daar een sneeuwbui. Nu komt die miserie er aan. In die optiek is Mei natuurlijk vrij vroeg op't seizoen om te vertrekken. Het inrijden of trainen beperkt zich dan tot de wintermaanden en dat heeft nadelen. Het voordeel is uiteraard dat het half Mei toch al wat redelijk weer zou moeten zijn. In Juni zitten we dan in Spanje, hopelijk warm, maar nog niet ‘te’ warm en vooral, nog ‘voor’ het toeristisch seizoen. Denk ook dat de natuur het mooist is in de lente en het begin van de zomer!
Een absolute 'Must' voor de liefhebbers. Amerikaans, dat wel, maar prima vertolking en geregisseerd door de familie Estevez (Martin Sheen - Emilio Estevez).
Plot : Daniel is de zoon van de Amerikaanse dokter Tom. Hij is een fervente wandelaar en legt de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela af. Tijdens de tocht wordt Daniel echter het slachtoffer van een storm en komt om het leven. Tom heeft nooit begrepen waarom zijn zoon die tocht wilde afleggen.
Op zoek naar antwoorden en het lichaam van zijn zoon trekt Tom naar Saint-Jean-Pied-de-Port, waar hij begint aan dezelfde pelgrimsroute. Onderweg wordt hij onderworpen aan de gevaren van een lange wandeltocht en ontmoet enkele lotgenoten.
Temet Nosce
Doorheen de ontelbare artikels die ik in de aanloop naar dit avontuur las vond ik toch dat er een ranzig kantje langs heel de mythe hing. Wandelaars vonden zichzelf ineens verheven! Pelgrims legden zich ineens zinloze beperkingen op door kaart- of geldloos te vertrekken. Mountainbikers en coureurs werden al helemaal niet ‘au serieus’ genomen, de snelheidsduivels…!
Of je nu zonder kaart, zonder geld, te voet of op de fiets, ondersteboven of achterstevoren, in één keer of na twintig jaar je levensdoel vervuld hebt …
Sommigen zullen meer bereikt hebben na 1 kilometer dan anderen in heel hun leven!
Het verdict van de dokter zou bindend zijn voor het hele verhaal. Een grondige check echt noodzakelijk, ik wilde zeker zijn dat mijn lichamelijke conditie het aankon..... Op doktersbezoek dus, bloedcontrole en cardiologie-onderzoek!
Geslacht : Mannelijk Geboortejaar : 1961 Lengte : 1.82m Gewicht : Tja, honderd en… Uw BMI ligt veel te hoog : Euh, dank u Roken : Neen Voelt u zich goed : Pfff, redelijk Hoe bedoel je : Rugpijn, Hernia, geknelde rugzenuw Neem je medicatie : Cholesterol, 80mg, en wat ouderdomssuiker Geopereerd laatste 5 jaar : Neen Slaap je goed : Ja Sta je op om te plassen : Hoh, neen, behalve als ik wat veel gedronken heb, logisch toch Drink je dagelijks alcohol : Ja, glaasje wijn of iets dergelijks, soms 2, zelden 3 Koffie : Liters Hartkloppingen : Neen, niet speciaal Bureauwerk : Ja, PC, af en toe wat stressy Een bril : Mijn verzicht is minder, tegen de avond is het wat troebel, grapje Doe je aan sport : Fietsen, niet dagelijks, in het weekend wordt er al eens gewandeld Hobby’s : Veel, eigenlijk te veel, vooral reizen en schrijven
Je staat er niet bij stil, maar ergens houdt het groeiproces op en begint de aftakeling het over te nemen. De maatschappij heeft er ergens in een duister verleden een leeftijd op gekleefd; vijftig. Vanaf die leeftijd word je ineens ballast, senior, tram 5, je matras gedraaid, de weg naar totale dementie is ingeslagen, sorry…
Van de ene dag op de andere krijg je, ongevraagd, reclame over bedplassen en incontinentie, over lifttechnieken langs trapleuningen, over meno- en penopauze, alsof de knuffel het dan maar ineens moet overnemen en je alle seksuele activiteit vaarwel moet zeggen. Alleen op stap gaan met kleinzoon of –dochter wordt maatschappelijk ontmoedigd.
Aan alles wordt gedacht; uitvaartverzekeringen, centra voor je ‘oude’ dag, tandprotheses binnen het etmaal, rolstoelen en krukken zijn vanaf nu gratis te gebruiken en af te halen bij de apotheek, die deze hulpmiddelen sinds enkele jaren tot hun patrimonium hebben weten toevoegen!
Vaktijdschriften die te pas, maar vooral te onpas proberen anticiperen op problemen van binnenkort ’s lands grootste bevolkingsgroep … de vijftigplusser, de grote, grijze massa!
Mocht je het zelf nog niet doorhebben, dan word je er dagelijks wel met geconfronteerd; Het scheermes wordt niet alleen meer gebruikt om die grijzer wordende baard af te doen, maar ook om de landingspiste van je steeds verder naar achteren wijkende haarlijn glad te houden. Rimpeltjes zijn de laatste jaren uitgegroeid tot echte breuklijnen. Het spiegelbeeld waarvan je elke morgen opnieuw schrikt. Je wasbordje is ineens een waszak geworden, je hebt ineens overal vel te veel, niets voelt nog strak aan. Je garderobe ziet er oubollig uit. Hemd en das zijn niet meer ‘in’. Door slonzige shirts zie je er al even slonzig uit. Je voelt je oud in alles wat je ziet, wat je hoort en wat je doet.
Ondanks de vele uiterlijke gewaarwordingen had ik er nog niet echt een punt van gemaakt tot, enkele weken geleden, een jong meisje mij haar zitplaats op de bus aanbood. Het ergste van al was dan nog, dat ik, half hersendood, die plaats nog aannam ook…
Diezelfde week betrapte ik me er op dat de autoradio al een tijdje op ‘Radio Nostalgie’ ingesteld stond, een vaag teken en een logische tussenstop naar Clara, naar ik aanneem.
De dokter zag in geen geval enige bedreiging van mijn ego. Ook een grondige medische en fysieke check-up loog er niet om; de Cardio-fietsproef bepaalde mijn weerstand op 300 Watt bij een hartslag van om en bij de 170. Dat is top voor een vijftigplusser. De cardioloog maakte zelfs geen punt van mijn drie-cijferig lichaamsgewicht!
Ben ik nu rijp om me in een regelrechte ‘midlifecrisis’ te werpen? Voel ik me slechter nu ik besef dat het leven voorbij halfweg is? Zie ik in diezelfde spiegel enkel en alleen het lijfelijke van de mens die ik ben? Moet ik op zoek gaan naar een nieuw levensdoel of een vage droom najagen? Of toch maar beter meer aandacht schenken aan fysieke kenmerken of irrationeel ingrijpende beslissingen nemen… Fietsen kan alleszins nog, en daar ben ik meer dan blij mee
Het is me wat, de eerste weken tussen de pedaalridders!
Na de zomer van 2012 had ik bewust de fietsinspanningen wat laten slabakken, van half november tot half december kwam er wegens 'te druk' toch niets van, en met de feestdagen voor de deur kon ik het evenmin opbrengen om in de donkere en overdreven natte avonden het jaagpad op te hotsen.
Na het nieuwjaarsgespetter dan maar, 2 januari, het leken eeuwen geleden dat ik m’n pedalen nog vastklikte. Tot Grobbendonk en terug, geen rode lichten, het zadel terug gewoon worden en trappen, meer zat er toch niet in!
De nieuwe Ridley TempoX geraakt stilaan ingereden. Voor de rit naar Santiago had ik bewust niet voor het één of andere Randonneur-model gekozen, neen, een gewone degelijke aluminium tweewieler, afgemonteerd met een triple mountainbike-versnelling en schijfremmen. We hebben er sinds de aanschaf al een 1200 km mee opzitten en het ding rijdt als een trein. Je kan er rustig mee ‘cruisen’ en de hybride kan tegen een stootje.
Tot Grobbendonk-kazerne ging het al bij al redelijk; de bips voelden wat onwennig aan, het tempo werd wat moeizaam constant gehouden en de ademhaling gebeurde wat hortend en stotend. De fysieke conditie was ver, heel ver weg. Op de terugweg ging het van kwaad naar erger. De wind, waarvan ik tot dan toe weinig of geen last had, stond nu pal op de neus. Kleine schuimkraagjes vormden zich op het Albertkanaal, de vlaggen die hier en daar wapperden stonden strak, geen bomen die me beschermden, amper een brug waar je voor luttele seconden eens ‘normaal’ kon ademen. Het werd een helse tocht, de laatste 5 kilometer tegen amper 18 km/u. Verkleumd liet ik me van de fiets glijden, pffff, 43 kilometer en dood, doodop.
3 Januari. Thierry heeft ons uitgenodigd om samen te spinnen. Fietsen zonder echte fiets, een uur lang op het tempo van opzwepende muziek. Na 5 minuten hangt onze tong al tussen het grote vliegwiel, Thierry legt de pees er op, Ria, Philippe en ik kijken elkaar aan, dit houden we nooit vol. Stilaan betert het wel. We zijn wat voorzichtig met weerstand bijdraaien en proberen het tempo en de kadans vast te houden. Dat lukt buiten de verwachting redelijk. Toch is het zwaar en zijn we blij dat het uurtje voorbij is.
8 Januari, vandaag, ’s morgens 7u zit ik op de fiets richting werk. Het is iets frisser dan de laatste dagen, maar droog en dat is belangrijk. De pijn in de lies is te verdragen, ik zal het toch gewoon moeten worden en er mee leren leven en rijden, weggaan zal het wel nooit meer, daar maak ik me al lang geen illusies meer over.
Verleden zomer, toen ik 50% kracht mistte in mijn rechterbeen leken alle plannen te smelten voor de zon, maar nu, sinds de laatste facetinfiltratie gaat het beter. Ik draai een soepel verzet, zeker niet te zwaar trappen houd ik me voor. Op de enige brug waar ik over moet ziet het er waarschijnlijk niet uit, maar alles gaat de volgende maanden naar souplesse!
Het is alweer even geleden dat de zoektocht naar bruikbare informatie over Compostela begon. Tonnen papier is erover geschreven, duizenden dagboeken en wie weet wel miljoenen velletjes onsamenhangend papier. Tja, hoe begin je er aan, in de wetenschap dat je geen pak en zak hoeft te transporteren door de aanwezigheid van een motorhome, maar eveneens in de wetenschap dat je niet her en der kan kamperen, en dus aangewezen bent om gebruik te maken van iets of wat camping of camperplaats…
En welke route neem je best? Vanuit Antwerpen kan je m.i. best richting kust of Ardennen, anders zit je vanaf je eerste kilometer in het drukke verkeer. Reken daar nog Brussel en Charleroi bij en de kans is groot dat je na de eerste week al zonder rubber rijdt en je kartonnetje tranquillizer al aardig begint te slinken…De kustweg of Westelijke route leek misschien het meest aangewezen, maar toch verkoos ik de Oostelijke weg. Goed, vanaf dag 2 gaat het bergop, en nog niet zo’n klein beetje ook, maar mooi zou het in ieder geval zijn. En misschien wat rustiger, als je tenminste de wegen ernaar uitkiest! Tot Bastogne bergop dus en dan de lange afzink tot de Champagnestreek. Met een grote lus rond de centrale noordzuid-as dus.
Tja, en hoeveel kilometer kan je zo al aan? 75 leek mij niet helemaal onoverkomelijk, gemiddeld uiteraard. Rekening houdend met een overnachtingsplaats en als het kon met het reliëf moest dit kunnen als uitgangspunt. De Sweerman-boekjes werden erbij gehaald, de computer opgestart, Mapsource ingeladen en een uurtje later stond de route keurig afgebeeld op het scherm. Dit zou het worden. Verbijsterd keek ik naar de hoeveelheid bekende plaatsen die langs de route lagen, dit kon al helemaal niet beter.
Om de 75 km plaatste ik een markering op de map en zocht via het net naar campings o.d. in de onmiddellijke omgeving. Lang leve het internet !!!
Enkele avonden later lag het plan zo goed als vast en er is in al die tijd nog zeer weinig aan aangepast. Van de lijn die begin- en eindpunt verbond schoot nog weinig over. In de plaats stonden 38 tracks of dagritten tot in detail uitgestippeld.
Voor de campers nam ik van elke dagrit de begin- en eindpunten en liet de software de snelste weg berekenen. Het berekeningsalgoritme houdt in zo’n geval weinig of geen rekening met kleinere departementale wegen en kiest nogal eens resoluut voor nationale wegen of autostrades! Weeral dankzij de computer is dit geklaard in minuten, daar waar je anders wel even zoet mee bent. De route die de motorhomes gaan volgen ligt uiteindelijk in de handen van Jef en Christiane, maar er is een back-up.
Als het zover is, hoef ik alleen maar de Garmin handheld GPS op het fietsstuur te plaatsen en een grote zorg in Antwerpen achter te laten, namelijk ‘het zoeken naar de juiste weg’.
Velen zullen er weeral tegen zijn, maar ik vind het bijzonder makkelijk. De tijd dat je anders over je kaart zit gebogen kan je beter gebruiken om te genieten van hetgeen je aan het doen bent. Een dikke kopzorg minder als je midden in een stad rijdt en je weet dat alle wegen naar Rome en niet naar Compostela leiden…
Hoe het in me is opgekomen of wie me met het beeld opzadelde weet ik niet, maar ineens was het er. Op zekere dag las ik in een of andere krant een artikel over een pelgrimstocht. De schrijver had op honderd en zoveel dagen de hele tocht van ergens in België naar een Noord Spaanse bedevaartstad afgelegd. Hij had het over de eindeloze hoogvlaktes van de Spaanse Meseta. Wandelaars en fietsers als nietige stipjes over aarden wegen, als een lint kronkelend door de Tierra de Campos. Vermoeide zielen met slechts één doel: Santiago de Compostela.
Ik heb er totaal geen verklaring voor, maar vanaf die dag leeft Santiago de Compostela in mijn gedachten, als een bijlage aan mijn denkwijze, als een kwab tussen mijn twee hersenhelften. Het is er, het zit daar en ik kan niet meer zonder.
Karakterieel heb je nood aan uitdagingen, op fysiek vlak was de beklimming van de Mont Ventoux met de fiets niet de minste. Zeker niet wanneer je lichaamsgewicht met drie getallen wordt geschreven en je een heel eind in de veertig bent. Bloed, zweet en tranen heeft het gekost. De euforie op de top van de berg was onbeschrijfelijk. Emotioneel ben je door uitputting een wrak, alleen rechtop gehouden door hele stromen adrenaline. De eerste momenten ben je niet bij machte om ook maar één woord tussen je lippen te krijgen en toch kan je de wereld aan, de wereld ligt aan je voeten, voor één moment ben je God, voor één moment zweef je op de allerhoogste wolk, genietend van een geestelijk orgasme.
Mijn geest heeft het voor mij allang uitgemaakt, Compostela de volgende fysiek en mentaal te doorbreken barrière. Medisch gezien zal het met de fiets moeten gebeuren, daar heeft een lelijke sportfractuur in het verleden wel voor gezorgd. Toch wil ik meer dan alleen maar fietsen. Ik wil een stukje levensverhaal neerschrijven, van de droom tot de laatste pedaalslag, over bergen en dalen, bruggen en water, over lucht en aarde, vreugde en misschien wel verdriet, over het verhaal van iemand die zonder speciale reden de weg naar Compostela is ingeslagen en misschien, heel misschien dat ook zal bereiken!
'Niet het einddoel deze keer, maar de weg er naar toe is het belangrijkste'!
Het 'Waarom'
Ik mocht dan al wel overtuigd zijn, daarom was mijn eega dat nog niet! Ria vond het hele idee maar niets.
Fysiek haalde ik volgens haar Frankrijk nog niet eens en logistiek ziet ze me niet met pak en zak vertrekken. Ik kreeg direct de volle laag, nochtans had ik het subtiel aangebracht, maar neen, vrouwen hebben daar een zesde zintuig voor. Ze doorzien je onmiddellijk, doorprikken elke, met zachtheid opgeblazen luchtballon, tot er vlak voor je, op de grond, een hoop verfrommelde en gescheurde ideeën liggen. Einde droom!
Bij mannen echter…werkt dit averechts, als een rode lap op een stier. Ik moest haar kunnen overtuigen, het moest! Toch liet ik het enkele dagen sudderen.
’s Avonds las ik honderden reisverhalen van Peregrinos, de ene al wat boeiender dan de andere, van wandelaars en fietsers tot georkestreerde buspelgrimages naar Lourdes en Santiago. Mensen die het sportief bekeken, of historisch, of als een Godsdienstige plicht. Avonturiers, zij die de eenzaamheid opzochten of net het multicultureel contact. Elk verhaal had een eigenheid, misschien wel een boodschap, als een ode aan het leven.
Pelgrimstochten zijn ‘in’, net geen rage, maar waarom? Is het iets waar je graag mee uitpakt: ‘Hoi, ik ben even te voet naar Santiago geweest’ of zit er meer achter dan die egostrelende gedachte. Hebben mensen nood aan die weken of maanden van afzondering, zonder verantwoordelijkheid behalve tegenover zichzelf…?
‘En, waarom zou je naar Compostela willen gaan?’ kwam Ria na enkele dagen schoorvoetend af. Ik wist het, bingo!
‘Hoh, waarom niet’ antwoordde ik glunderend vanachter de pc. Nu was het kwestie van de lijn gespannen te houden. Ik liet haar een verhaal zien van een koppel met twee jeugdige tieners die, met pak en zak beladen, het doel al fietsend bereikten. ‘Knap hé’, voegde ik er aan toe. ‘En als die dat kunnen…’
‘Tja, maar toch onderschat je het’ voegde ze eraan toe ‘Mij krijg je niet zover’.
Dat antwoord was duidelijk. Als ik de tocht al wilde ondernemen zou het alleen moeten, tenzij…!
De volgende dagen hield ik me enkel bezig met een eigen planning op te maken, heel rudimentair maar met een lijn, woog pro’s en contra’s af. Via het internet werden de begeleidende routeboekjes van Sweerman besteld en een week later had ik al een heus concept opgemaakt, dit moest haar kunnen overtuigen.
Heel het voorstel viel of stond met het feit of Ria wilde rijden met onze eigen motorhome. Zo zou ze op eigen tempo dezelfde etappes kunnen rijden, maar dan via de grotere wegen. Ik hield de dagkilometers bewust aan de lage kant zodat we nog genoeg tijd zouden hebben om te genieten van de reis.
Ria leek voor het idee gewonnen, hoewel de queeste voor haar even groot zou zijn dan voor mij. De eerste stap was gezet, nu kunnen we ernstig aan de slag...!
1 januari is voorbij, de dag dat honderden, zo niet duizenden voornemens en wensen worden uitgesproken.
Onze wens voor dit jaar was echter al veel eerder uitgesproken, een wens die de nodige voorbereiding vroeg, op fysiek maar ook op organisatorisch vlak, een wens die ik nooit eerder en misschien ook nooit meer zou formuleren, een wens die ik alleen, maar ook met anderen kon dragen, de wens om eens in mijn leven naar Santiago de Compostela te rijden met de fiets.
Bij deze is de blog waar jullie zo naar hunkerden opgestart. Met mondjesmaat zal de nodige informatie gepost worden om jullie deel te maken van misschien wel de grootste fysieke uitdaging uit mijn hele bestaan. We plannen het vertrek halverwege mei 2013 en, hoe ver die datum ook nog moge zijn, de hoogste tijd om in deze winterse, natte, koude, maar vooral mistroostende periode de fietsbroek aan te trekken en de beenspieren op enig niveau te brengen.
Wie zijn 'WE' nu eigenlijk. Vooreerst zijn er twee fietsers; Thierry en ikzelf. De meesten kennen Thierry van zijn onmiskenbare en unieke humor waarmee hij iedereen aan het lachen kan brengen. Wanneer hij zijn atletisch torso echter over het fietsstuur buigt is van die humor nog weinig te merken. Als een vlammend zwaard doorklieft hij berg en dal of ontfermt zich, als ideale sparring-partner over tempo en kadans. Een waar trainingsbeest die binnen enkele weken op hoogtestage vertrekt om zich nog te ontdoen van de laatste grammen vet en nieuwjaarsalcohol.
Ikzelf ben iets minder sportief, niet dat het zoveel scheelt met mijn compagnon, maar toch… Het ietsepietsie overgewicht zal waarschijnlijk vroeg of laat wat parten spelen, maar dat zijn zorgen voor later. Mijn grootste troef is karakter, daar ontbreekt het niet aan, als lijf en leden maar meewillen en daar wil het de laatste tijd met aanhoudende rug- en liespijn wel eens verkeerd lopen, maar er is hoop!
Onze vrouwtjes, respectievelijk Malvina en Ria rijden als chauffeur elk, in de eigen motorhome, richting Compostela. Voor hen zal de 'queeste' bijna even groot zijn als die van de fietsers. Malvina heeft zonet haar rijbewijs C1 gehaald en Ria heeft nog nooit meer dan 1 1/2 uur aan één stuk over binnenbanen gereden.... voor beiden dus een uitdaging van formaat.
Hoogste tijd om u te laten kennismaken met de volgende twee teamgenoten; Jef & Christiane. Met de eigen motorhome rijden ze voorop en zorgen voor de volgweg, chaperonneren onze madammen en zorgen voor de nodige logistieke en technische steun waar nodig. Jef was onmiddellijk te vinden om met 3 dames door België, Frankrijk en Spanje te laveren en de nodige tijd op het terras te mogen doorbrengen.
Vanaf de Spaanse grens zal Eddy ons vervoegen en de laatste honderden kilometers meerijden.