Is een woord dat niet in een woordenboek voorkomt. Voor mij heeft het echter een reële bestaanswaarde. Het leven is een aaneenschakeling van ups en downs. Een “Palindroom” dat verder gaat in het zichtbare of onzichtbare oneindige.
Er was eens een bloem die wou bloeien dat bijtjes erop kwamen stoeien, ze vond het fideel was zo blij met tstuifmeel, doch de regen die kwam het verknoeien.
Er zat eens een bok in de bomen heel ver zou hij daar toch nooit komen zijn geitje dat wacht want het was bijna nacht maar zijn geitje zag hij in zijn dromen.
Kale bomen die staan te dromen van het groen in de tijd van toen als de wind vlot doorgang vind grote takken zomaar afkraken neervallen op grond of stallen schade maken zonder te raken aan de natuur massieve muur van wat kan komen van kale bomen.
Als de zon, s morgens, wat later opgaat en de aarde alsmaar wat schuinser staat is de herfst in het land aangekomen t is te zien aan de kleur van de bomen
Oplossen in prachtige kleurschakeringen hun plaats zolang mogelijk afdwingen kruinen, worden als stekelige pruiken hoe kan de natuur, toch zoiets fnuiken
Afgevallen bladeren vliegen door de wind achterna gezeten door een kind hen grijpen zal echter niet gaan een kind heeft daar nog niet bij stil gestaan.
De herfst is de mooiste tijd van 't jaar al is alles er nog niet voor klaar geduldig doet het echter zijn werk daardoor komt het dat ik 't nu pas merk.
Plotseling is die tijd voorbij gegleden 't gaat nog steeds als in een lang verleden veel is er over geschreven en verteld wat ikgezien heb staat hier vermeld.
Er was eens een schutter uit Komen een schoonheid bestond in zijn dromen een pijl naar haar hart dat was dan de start van de liefde die hem was ontnomen.
Twee kleine poesjes die samen woonden samen opgroeiden als twee wollen bollen grote vriendschap voor elkander toonden voor het spel soms over elkaar heen rollen
Apollo's zonnestralen vielen mild op aarde kleine poesjes die stralen zachtjes aaiden daardoor de warmte voor enige tijd bewaarde wind, wat stofzand in een hoek samen waaide.
Beide poesjes lagen uitgestrekt te zonnen deden net of de warmte hen niet kon deren die mooie dag was nog maar net begonnen poesjes zich af en toe eens wilden omkeren
Door die warmte werden poesjes erg dorstig een drankje zoeken vonden ze een hele opgave de broodkorst vonden ze een beetje te korstig zonder eten of drinken om hun dorst te lave.
Hun baas, kwam als de grote redder in nood juist uit bed, het was nog vroeg in de morgen hij bracht hen fris drinken en wat vers brood vonden het goed dat hij voor hen wou zorgen
Tergend langzaam waren ze de dag rondgekomen wat eten en drinken meer moest het niet zijn soms even lekker spinnen en wat liggen dromen voor kleine poesjes spelen vonden ze best fijn.