Het Nationaal Museum legde voor ons zijn troeven op tafel : geen blote miserie maar een blik in de kraamafdeling van de speelkaart.
Ervaren rotten in het drukkersvak flikten met zichtbare trots hun machinale kunstjes op de authentieke drukpersen, een 17de eeuwse houten pers, steendrukpersen en lithografische snelpersen.
Pieter Brepols, die in 1826 zijn eerste kaartje drukte, werd de kaartpeetvader van een wereldproductie.
De tentoonstelling van handgemaakte, ronde speelkaarten uit India toonde ons glanzende kaarten in heldere kleuren, fris en vurig zoals India zelf, verkocht in houten kistjes.
Na een dorstlessend ommetje langs de Grote Markt stapten we in vertraagd dodentochttempo naar taverne De Volkswil waar Breughel met zijn overvloed onze maag voltankte.
Ludo Willems
|