Geschiedenis van de Cobra 1901 John Weller, een technicus gesteund door John Portwine, de succesvolle zakenman, start een kleine werkplaats in zuid Londen om auto's te bouwen.
1903 Een twee-cilinder 10 hp model en een vier-cilinder 20 hp model werden getoond op de British Motor Show. Op 6 juni rapporteerde Autocar, 'We foresee a brilliant future for the Weller car and its talented designer'.
1904 Het bedrijf, inmiddels bekend als Autocar & Accessories Limited, produceerde een commerciële auto bekend als 'Autocarrier'. Dit was een 5-6 hp lucht gekoelde één-cilinder drieslag bestelauto, welke succesvol bleek te zijn.
1905 De 'Autocarrier' vond direct een markt en werd een allerdaags gezicht. Het was deftig voor firma's zoals Maple & Co, Dickens & Jones en Goodyear Tyre Co om minstens één bestelauto te hebben. Er was een bedrijf dat meer dan 70 bestelauto's bezat.
1907 Een sedan uitvoering van de 'Autocarrier' werd gemaakt, bekend als de 'Sociable'. Het simpele en praktische design garandeerde de productie tot 1915. De afkorting 'AC' werd het eerst gebruikt en in november werd een nieuw bedrijf opgericht, namelijk: Autocarriers Limited. Dit bedrijf nam Autocar & Accessories over, maar nog steeds met Weller and Portwine als directie.
1910 Op 'Motor Cycling' in augustus liet men de 'Autocarrier' zien met aanpassingen voor militaire doeleinden. De 25ste Londen Cyclist Regiment was uitgerust met deze voertuigen. Maxim geweren werden gemonteerd op special carrosserie werk en ander Autocarriers werden speciaal aangepast om munitie te transporteren. De Autocarrier was gekozen door de militaire autoriteiten om zijn betrouwbaarheid, juiste performance en goed manoeuvreerbaar .
1911 Autocarriers Limited verhuisde naar een groter pand aan de Thames Ditton in Surrey en tegen die tijd had Weller AC's eerste productie vier-wiel auto ontworpen.
1914 Tijdens de Eerste Wereld oorlog hield AC's zich bezig met de productie van granaten en ontstekingen.
1918 De gehele productie startte met de twee-zitter, vier cilinder auto, welke werd verkocht voor £255. De auto's werden meteen een succes in wedstrijden, in officiële races zoals de Land's Enden door particulieren in bergbeklimmingen.
1921 In Londen's Regent Street werd een showroom en kantoor geopend. Coureur S. F. Edge kwam in de directie en Weller en Portwine traden terug. Edge werd voorzitter en AC Cars Limited was geformeerd. Er werden sportieve auto's geproduceerd, welke een verbazend wekkend performance bezaten en uitgevoerd in modieuze carrosseries in verschillende kleuren. Succes in verschillende klasse bewees de AC slogan: 'The First Light Six - and still the best'.
1922 Van alle AC's competitie successen waren zij speciaal trots dat zij 100 mile per uur konden rijden, met een speciale AC recordbreker met hun vier-cilinder, vier kleppen per cilinder motor. Mr J. A. Joyce reed de auto op Brooklands in November en verbrijzelde alle lichte auto's records, de snelste en laatste ronde maakte ze in 104.85 mph.
1928 Zeven modellen waren nu in de verkoop. Bestaande uit de Aceca twee-zitter coupé tot een lange wielbasis coachbuilt saloon. De output van de AC zes-cilinder motor verbeterde van 40 tot 56 hp. De AC Car Company was op dit moment een van Britse grootste automobiel fabrikanten.
1929 Door de wereldwijde economische recessie werden AC Cars Limited, samen met vele andere uit die periode vrijwillig geliquideerd.
1930 William A. E. Hurlock en zijn broer, Charles F. Hurlock, kochten de AC Car Company. Geen nieuwe auto's werden geproduceerd, maar service faciliteiten werden geboden. Druk van tevreden AC klanten overtuigde de nieuwe directie dat er een toekomst was voor een gelimiteerde productie van handgemaakte auto's voor een speciale markt. Gedurende de dertiger jaren, was de AC zes-cilinder motor een betrouwbare motor met geweldige resultaten in evenementen zoals de RAC en de Monte Carlo Rally . Met de showrooms op Park Lane te Londen was het bedrijf bloeiend en stabiel.
1945 Na de oorlog, gingen de gedachten weer uit naar auto's. Langzaam, na veel ontwikkeling en verbeteringen groeide de productie.
1950 Vijf auto's per week werden geproduceerd van het twee liter model, welke geleverd konden worden in verschillende modellen.
1953 De AC Ace, een open twee-zitter sport auto werd geproduceerd en al snel kreeg het opvolging onder de bestaande sportauto bezitters. Het was zeer succesvol in de British 'Club' racing, omdat het type door de privé eigenaar gebruikt kon worden om te racen, rally's te rijden en nog steeds geschikt was, voor dagelijks gebruik.
1954 De Aceca Coupé werd geïntroduceerd op de Londen Motor Show en ging het volgende jaar in productie.
1957 Le Mans Ace Bristol finishte als tiende overall. Inspanningen werden nooit alleen op auto's geconcentreerd en van de bekende blauwe invalide voertuigen werden er honderden geproduceerd in Thames Ditton, naast de high powered sport auto's.
1958 Le Mans - Speciale-carroserie Ace Bristol finishte als achste en een standaard versie werd negende.
1961 Carroll Shelby, een Texaanse ex-coureur , startte onderhandelingen met AC Cars en met de garantie van de Ford Motor Company, om een Big Ford V-acht motor in het huidige lichtgewicht AC Ace te bouwen. Gebouwd door AC Cars, het gecombineerde resultaat was de AC Cobra, één van de snelste en meest beestachtige sport auto's ooit geproduceerd.
1962 AC Cars productie concentreerde zich op het maken van de AC Cobra. Elke auto was handgebouwd in de fabriek Thames Ditton.
1963 De AC Cobra wekte sensatie door over de snelweg M1 met 196 mph te racen en dit leidde tot vragen in het Parlement. Productie van de AC Cobra was nu 15 auto's per week. De AC dependance fabriek op Taggs Island, gesitueerd een halve mile van de AC Works, was volledig uitgerust voor het fabriceren van de gemotoriseerde invalide voertuigen voor het Ministerie van gezondheid. 1,200 invalide voertuigen werden geproduceerd.
1964 Als gevolg van de snelle rit over de M1, werd een 70 mph limiet ingevoerd. Twee AC Cobra's werden ingezet in de 24uurs van Le Mans en de AC deelneming was de eerste British auto die finishte. Ondertussen had de 427 AC Cobra zich onderscheiden door in het Guinness Book of Records te komen als snelste productie auto van de wereld, een titel die verschillende jaren werd gehouden.
1965 De AC Cobra wint de 'Sports Car World Championship'.
1967 AC Cars produceerde de 428, een zeven liter sport model met een carrosserie ontworpen door Frua of Turin. 29 open en 51 Fastback auto's werden geproduceerd tot in 1973.
1968 Tot op heden bestaat AC Cars nog steeds en produceert verschillende modellen.
Productiecijfers
Cobra Mk 1 (260): Februari 1962 tot begin 1963: 75 exemplaren, waarvan 14 in wedstrijdversie.
Cobra Mk II (289): Begin 1963 tot oktober 1964: 579 exemplaren, waarvan 64 in wedstrijdversie.
Cobra Mk III (427): oktober 1964 tot december 1966: 260 exemplaren,
25-03-2007 om 19:56
geschreven door skodaman
|