Mini Cooper 1300 1976 In Italië werden bij Innocenti Minis gebouwd. BMC/British Leyland had toen een participatie in Innocenti. De Innocenti Minis kende een groot succes in Italië, het bond de strijd aan met de kleine Fiat wagens. Begin 1975 kwam er een einde aan de Mini productie bij Innocenti, BMC/British Leyland stootte Innocenti af. De productie werd opgevangen door de productielijn in België. De bekendste en meest succesvolste Innocenti Mini was de 1300
Austin Mini 1989 In 1956 krijgt Sir Alec Issigonis van Austin/Morris opdracht, een klein model onder de Morris Minor te tekenen. De auto moet kleiner zijn dan de Minor, bij minimale exterieurmaten maximale ruimte bieden aan vier personen, betaalbaar zijn en een reeds bestaande BMC-motor gebruiken. De auto moet binnen drie jaar klaar zijn. Het project krijgt al snel vorm onder de codenaam ADO15 (waarbij ADO staat voor Austin Drawing Office). Issigonis besluit de auto te voorzien van voorwielaandrijving en een dwarsgeplaatste motor, met de versnellingsbak eronder geplaatst. Onder de krukas om precies te zijn, in een speciaal oliecarter. De wielen zijn ver op de hoeken van de auto geplaatst en worden slechts 10 inch groot; Dunlop ontwerpt speciaal voor deze nieuwe maat een passende band. Door al deze slimme constructiedetails biedt de kleine auto relatief veel binnenruimte. Het onderstel is al even revolutionair: de Hydralastic wielophanging met rubber elementen. Om kosten te sparen, krijgt de auto scharnieren aan de buitenzijde van de portieren. Onder het motorkapje komt een viercilinder van 848 cc te staan, die 34 pk levert. In juni 1959 begint de productie en in augustus van dat jaar vindt de officiële introductie plaats, als Austin Seven en Morris Mini Minor. In 1960 neemt de Mini voor het eerst deel aan de prestigieuze Rally Monte Carlo, met als resultaat een 23e plaats. In september 1961 zorgt John Cooper voor opwinding door de introductie van zijn snelle Mini Cooper, met een tot 997 cc vergrote motor, die het tot 55 pk schopt. In 1962 wordt de naam Seven vervangen door Mini. Pat Moss behaalt de eerste overwinning in een internationale rally (de Tulpenrally) voor de Mini Cooper. Voorjaar 1963 verschijnt de nog sterkere Mini Cooper S. Deze heeft een 1.071 cc viercilinder met 70 pk. In 1964 wint Paddy Hopkirk met een Mini Cooper voor het eerst de Rally Monte Carlo (de Mini wint ook in 1965 en 1967). De Cooper krijgt een 998 cc motor, de Cooper S biedt voortaan keuze uit een 970 cc en een 1.275 cc viercilinder in plaats van de 1.071 cc. In 1965 wordt een mijlpaal bereikt: er zijn al 1 miljoen Minis geproduceerd. In 1967 lost de Mk 2, met lichte aanpassingen aan het exterieur, de eerste serie Minis af. De Mini is ook als luxe Wolseley en in licentie door Innocenti in Italië gebouwd. Van de Austin Mini verscheen ook de Countryman, een stationwagonuitvoering. De Mini is in talloze varianten doorgebouwd tot 2000.
In 1965 wordt de Toyota 2000 GT als prototype gepresenteerd op de Tokyo Motor Show. De fraaie koets is ontworpen door Saturo Nozaki. Het ontwerp wordt ook wel toegeschreven aan BMW 507-designer Albrecht Graf Goertz, die in opdracht van Nissan begin jaren zestig een soortgelijk model ontwierp. Deze Nissan coupé bleef echter een tijd op de plank liggen en kwam pas in 1969 als 240Z op de markt. Vanaf het voorjaar van 1967 worden de eerste serie-exemplaren van de Toyota 2000 GT aan klanten geleverd. Productie van de 2000 GT vindt plaats bij Yamaha. Onder de lange motorkap ligt de tweeliter zescilindermotor in lijn met dubbele bovenliggende nokkenas uit de Toyota Crown. Het dashboard valt op door de uitvoering in rozenhout, met twee grote ronde klokken en vijf extra instrumenten in het midden, waarop de bestuurder diverse aanvullende gegevens kan aflezen, zoals oliedruk en koelvloeistoftemperatuur. Schijfremmen rondom zijn standaard. In 1966, nog voor de auto officieel op de markt is gebracht, vestigt de 2000 GT reeds drie wereldsnelheidsrecords, in de categorieën 72-uur, 15.000 km en 10.000 mijl. Onsterfelijk wordt de sportieve Toyota door zijn rol (voor de gelegenheid als roadster) in de James Bond film You only live twice. In 1970 komt een einde aan de productie vanwege de strengere Amerikaanse veiligheidsregels. Aanpassen zou te duur worden voor deze kleine serie. Er zijn in totaal slechts 351 exemplaren van deze exclusieve Toyota gebouwd (de lichtgewicht racers en de 2 roadsters meegerekend).
type 2000 GT bouwjaren 1967-1970 bouwwijze 6 cil.,lijn cilinderinhoud 1988 cc brandstof benzine aandrijving achter vermogen 150 pk/6600 tpm koppel 177 Nm/5000 tpm lengte 417 cm breedte 160 cm hoogte 116 cm wielbasis 233 cm massa 1120 kg topsnelheid 210 km/h acceleratie 10 s productieaantal 351 ...
Toyota 2000 GT 1966 In de herfst van 1965 stond de Toyota 2000 GT op de Tokyo Motor Show. deze prachtige 2+2 met een motor met twee nokkenassen werd vooral bekend door de James Bond film you only live twice.
Toyota Sport S 800 1962 De luchtgekoelde tweecilinder-boxermotor leverde 45pk/5400tpm, wat genoeg was voor een topsnelheid van 150km. een gedeelte van het dak kon worden verwijderd. toen Porsche dit systeem in 1967 overnam, sprak men over een Targadak.
Toyota Sport S 800 1962 Toyotas eerste sportwagen had in 1962 een 700cc tweecilindermotor. al aan het eind van dat jaar stond er een grotere motor in de tweezitter.
Toyota Starlet 16V 1978 De Totota Starlet is een compacte kleine auto geproduceerd door Toyota De productiejaren lopen van 1978 tot 1999, daarna werd de Starlet opgevolgd door de Yaris. Het was een succesvol model, met een snelle acceleratie. Anno 2007 rijden er nog vele rond, waarbij niet zelden de teller de 200.000 kilometer al ruim overschreden heeft.
De eerste generatie Starlets loopt van 1978 tot 1982, met keuze uit een 1000 cc-, 1200 cc- of 1400 cc-motor. De tweede generatie van 1982 tot 1989. Dit is de eerste voorwielaangedreven versie, met de keuze uit drie motoren: de 1.0 (54 pk), 1.3 (75 pk) en een 1.5 dieseluitvoering. Bovendien was er keuze uit een 3- of 5-deurs uitvoering. Daarna volgt nog een derde generatie met rondere vormen dan haar voorgangers.
Toyota Celica 2000 GT 1973 in 1970 werd de Celica geintroduceerd. het model was in eerste instantie een sportieve uitvoering van de Carina. al heel snel daarna werd het een apart type, dat van het beging af aan werd verkocht met drie verschillende viercilindermotoren: met 1407cc en 86 SAE pk/6000tpm of met 1588cc en 100 of 115 SAE pk.
Lotus Elan Sprint 1969 Voor Lotus was de Elan bijna een massaproduct. hij was te koop als bouwpakket of als kant en klare auto. ook dit model had een carrosserie van kunststof, die echter op een centrale buis was gemonteerd in plaats van op een platform. er zijn in totaal vier series uitgekomen die van serie tot serie werden verbeterd. in 1965 kon de serie 3 ook als coupe worden besteld.
LOTUS CORTINA MK l 1967 De 1.6-liter motor van de Consul Cortina Sports Special uit 1962 was door Lotus zwaar verbeterd. hij had nu een kop met twee nokkenassen, twee dubbele webers en leverde 106pk/5500tpm. de topsnelheid bedroeg 170km en om bij zonsnelheid weer veilig te kunnen stoppen, zaten er voorin schijfremmen.
De Sunbeam Lotus is een moderne opvolger van de Lotus Cortina. De bedoeling van Talbot Sunbeam was om een "homologatiespecial" te creeëren om aan rally's deel te nemen. Dit project kwam Lotus prima uit, want door het ten onder gaan van Jensen was de motorenleverantie voor de Jensen Healey opgehouden. Deze motoren gingen nu in de Sunbeams. Het 2.2 liter Lotus blok werd, met een ZF versnellingsbak, gemonteerd in de Talbot Sunbeam TI, een kleine hatchback met achterwielaandrijving. Er werden er zo'n 2500 gemaakt, hetgeen aanzienlijk minder is dan de geplande 4500.
In 1981 won Talbot het wereldkampioenschap rally's voor merken met een Sunbeam Lotus, met Guy Frequelin aan het stuur en de huidige Ferrari-teambaas Jean Todt als navigator. Ook vandaag is de Sunbeam Lotus een bij het publiek populaire rallyauto vanwege de dwarse manier waarop deze achterwielaandrijvers de hoek omgaan.
Renault Estafette 1968 Geproduceerd van: 1965 tot en met 1978. Motor: 4-cil. 1289 cc/ 40 pk/ 4500T/ Min. Topsnelheid: 100km/h/. Productieaantal: ? stuks. Aantal binnen de CAR: 20 stuks. Bijzonderheden: Als bestelauto in veel uitvoeringen geleverd
In 1971 verschijnt de Alpine A310 als sportieve topper van het Renault-gamma. De polyester carrosserie is uitgebreid getest in de windtunnel; net als bij de Porsche 911 ligt de viercilinder motor achter de achteras. Het is de uit de R16 TS bekende 1.565 cc motor, voorzien van een speciale Alpine cilinderkop, waardoor het vermogen uitkomt op 128 pk. Door zijn vlieggewicht van 825 kg sprint de A310 in minder dan 9 seconden naar de 100 en bedraagt de top ongeveer 215 km/h. Net als de Citroën SM heeft hij 6 vierkante koplampen achter een bijna doorlopend glazen paneel. De A310 heeft een zeventien cm langere wielbasis dan de A110 en daardoor ruimte voor noodzitjes achterin. Lederen bekleding en elektrisch bedienbare ramen zijn standaard. In 1976 krijgt de door Peugeot, Renault en Volvo samen ontwikkelde 2,7-liter V6 ook een plaatsje achterin de A310 V6; het vermogen bedraagt 150 pk. De neus wordt licht gewijzigd met nu 4 koplampen en een verder dichte neus zonder de brede glazen stroken. In 1985 vervangen de Alpine V6 GT en V6 Turbo de A310.
TECHNISCHE GEGEVENS type 1600 V6 bouwjaren 1971-1976 1976-1985 bouwwijze 4 cil.,lijn 6 cil.,V cilinderinhoud 1565 cc 2664 cc brandstof benzine benzine aandrijving achter achter vermogen 128 pk/6250 tpm 150 pk/6000 tpm koppel - 200 Nm/3500 tpm lengte 418 cm 418 cm breedte 162 cm 164 cm hoogte 115 cm 115 cm wielbasis 227 cm 227 cm massa 825 kg 980 kg topsnelheid 215 km/h 225 km/h
Naam team: Equipe Renault Elf Motor: Renault EF1 V6t Band: Michelin Coureurs: René Arnoux en Alain Prost. Aantal races: 16 WK-punten: 62 WK-klassering: 3e Overwinningen: 4 Podiumplaatsen: 8 Pole-positions: 10 1e rijplaatsen: 18 Snelste ronden: 5
RENAULT ALPINE A442B 1978 Renault kan terugblikken op een lange traditie in de autosport en vooral een indrukwekkende palmares in zowat alle disciplines:van rally tot formule1, maar ook uithoudingen. In 1978 wordt jean-pierre jaussaud met de Renault Alpine A442B eerste in de 24 uren van Le Mans .
Porsche Carrera 6 Het had niet veel gescheeld of deze auto had niet deelgenomen aan wedstrijden. De oorzaak is de prijs van de auto. De aanschafprijs was in 1965 45.000 DM. Dat lijkt nu niet een groot bedrag, maar het was toen te hoog om er minimaal honderd van te produceren en te verkopen. Vergelijkbare autos moesten toen ongeveer 30.000 DM opbrengen. Gelukkig voor Porsche besloot de FIA een handje te helpen, door te bepalen dat sportmodellen voortaan in een oplaag van vijftig per jaar konden worden vervaardigd om gehomologeerd te worden. Voor Porsche was het uiteindelijk betrekkelijk eenvoudig om dit aantal te verkopen. De zes cilinder Carrera 6 is de opvolger van de Porsche 904 GTS. Buizen, chassis en carrosserie vertonen veel overeenkomst met die auto. De motor was afkomstig uit de 911. De Carrera 6 heeft een eigenzinnige vormgeving. Het zijaanzicht wordt door velen vergeleken met een vis.
Ik ben guy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam skodaman.
Ik ben een man en woon in Duffel (belgie) en mijn beroep is ( geen ) invalide.
Ik ben geboren op 30/01/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: alles over autos.
Ik ben guy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam skodaman.