Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Terug naar Thailand
Verhalen van onze winterreis door Thailand
12-01-2025
3. Bangkok.
Bangkok is de hoofdstad en met 10.283.615 geregistreerde inwoners tevens de grootste stad van Thailand. De bevolking van de hele agglomeratie Bangkok, die zich tot buiten de grenzen van de speciale bestuurlijke regio uitstrekt, wordt geschat op zo'n 21 miljoen inwoners.
De stad is gevestigd op de oostelijke oever van de rivier de Chao Phraya, dicht bij de Golf van Thailand.
De Thaise naam voor Bangkok is Krung Thep Maha Nakhon, waarin "Maha Nakhon" 'grote stad' betekent. Vaker wordt de stad kortweg Krung Thepgenoemd. De volledige ceremoniële naam van de stad is: Krung Thep Mahanakhon Amon Rattanakosin Mahinthara Ayuthaya Mahadilok Phop Noppharat Ratchathani Burirom Udomratchaniwet Mahasathan Amon Piman Awatan Sathit Sakkathattiya Witsanukam Prasit.
Krung Thep (of Bangkok) heeft dan ook het wereldrekord van de langste plaatsnaam!
Bangkok begon als klein handelscentrum en als haven voor Ayutthaya, de toenmalige hoofdstad van het land. In 1767 werd deze stad door het Birmese leger veroverd en volledig platgebrand. Generaal Phraya Tak moest zich met zijn leger terugtrekken uit Ayutthaya maar het lukte hem om de Birmezen uiteindelijk uit centraal Thailand te verdrijven. Nadat de koning overleed kroonde Phraya Tak zichzelf tot koning (koning Taksin) en stichtte in 1768 een nieuwe hoofdstad in de provincie Thonburi aan de westoever van de rivier de Chao Praya. De tempel (Wat Arun) bevond zich binnen de toenmalige paleismuren.
Later liet de opvolger van Taksin, koning Rama I, de hoofdstad verplaatsen naar de oostoever, waar de stad nog beter te verdedigen zou zijn tegen aanvallen vanuit Birma. (Bron: Wikipedia).
Deze stad is onze eerste halte in deze reis door Thailand.
Het is (op een kort bezoekje na, met Ingrid op weg naar Indonesië) zestien jaar geleden dat we hier nog geweest zijn.
Een aantal dingen zijn zeker veranderd: het lijkt er nog veel drukker, wijken die vroeger rustig waren zijn nu heel toeristisch, minder tuktuks en katoi, minder (of geen) namaak meer te koop op Khao San Road …..
Maar wat zeker nog hetzelfde is, zijn de vriendelijke Thais, het lekkere eten en de prachtige tempels.
We nemen onze intrek in Wild orchid villa. Een hostal of guesthouse midden in de backpackersbuurt tegenover Khao San Road. Het is een zeer proper maar basic hotel met airco, zwembad, TV, Wifi op de kamer en gelegen boven een groot Thais restaurant.
De eerste aanblik schrikt wat af (je moet in het restaurant zoeken waar de receptie is om je aan te melden), maar het vriendelijke onthaal maakt veel goed.
Onze eerste dag doen we rustig aan: opstaan om zeven uur (we zijn nog niet gewoon aan het tijdverschil). Dan een wandeling naar een klein park aan de rivier, dat we ons nog herinneren van vorig bezoek. Daar tot tien uur vogels kijken en terug in het hotel gaan eten. Beetje rusten, bekomen in onze aircokamer en een beetje vogelfoto's bewerken.
Na de middag terug even langs ons park en dan een grote wandelinng over Khao San Road. Stel je een lange, rechte straat voor van zo'n twee kilometer lang. Langs beide kanten allemaal kraampjes met soevenirs, streetfood, …. Daartussen massa's toeristen, Aka-vrouwen (leden van de Akastam in klederdracht) die souveniers verkopen enz. Een plezierig weerzien!
De volgende dag plannen we een bezoek aan het koninklijk paleis. Met de boot tot aan het paleis, tickets kopen en in de hitte rondlopen op deze schitterende site. De pracht en praal van gouden tempels, de gebouwen met hun speciale daken, de smaragden boeddha (met zijn gouden winterjas aan), de beelden die de tempels bewaken, de tuin met zijn speciaal gesnoeide bomen, de aflossing van de wacht, mensen die (wierookoffers) brengen, je raakt er niet op uitgekeken. We zijn dan ook doodmoe als we in de late namiddag terug op ons hostal zijn.
Na de cultuur een dagje natuur. We gaan vogels kijken in het Lumphinipark. Het park is mooi, goed aangelegd, een speeltuin voor de kinderen, veel watervaranen.... De vogels zijn niet overvloedig, maar er zijn wel een paar speciale exemplaren bij.
De volgende dag plannen we een uitstap naar een lokale (overdekte) markt, in de buurt waar we op onze eerste reis een kamer hadden gehuurd. Er geraken was anders: vroeger kon je er met de boot naartoe, maar nu heeft men de laatste haltes afgeschaft. Met de tuktuk dan maar. De markt was nog niets veranderd: grote katvissen die uit hun vat springen, veel kleurrijke exotische groenten, viskramen waar de vis ter plaatse wordt gevild, beenhouwers die vlees versnijden, kippen met de poten (lekkernij!) nog aan en heel veel eetstalletjes.
s' Avonds weer lekker gaan eten in het restaurant van ons hotel.
Volgende dag terug naar de natuur: vogels kijken in het Rot Fai park. Heel mooi park, veel vogels en varanen, maar er geraken is problematisch: veel taxi's (zelfs die waar 'taximeter' op staat) weigeren die meter te gebruiken en verzinnen een waanzinnige prijs. Om een voorbeeld te geven: de heenrit (zonder taximeter) kostte ons na veel afdingen 350 bath (ongeveer 11 euro). De terugrit (met taximeter) en zonder afdingen of discussie kostte ons 140 bath.
Desondanks een mooie dag, lekker buiten en twee lifers (vogels die je voor de eerste keer ziet).
Onze laatste dag in Bangkok boeken we een georganiseerde uitstap naar de 'trainmarket' en de 'floating market'.
De trainmarket is vreemd, maar authentiek. Stel je een smalle straat voor, waar in het midden een treinspoor ligt. Langs beide zijden van de straat winkels en eethuisjes. Drie keer per dag komt er een trein door. De luifels worden weggedaan en de stoelen opgevouwen en aan de kant gezet. Dan komt de trein heel traag aan, toeterend en voorafgegaan door een man die de weg vrij maakt. Alle mensen gaan plat tegen de kant staan en we merken dat er tussen de trein en de mensen amper dertig centimeter ruimte blijft. Vreemde belevenis.
Vandaar naar de floating market. Dit is een oude gewoonte die op verschillende plaatsen in Thailand bestaat, maar nu zeer toeristisch uitgebuit wordt. De markt vindt plaats in een distrikt van Bangkok dat helemaal doorkruist wordt door smalle riviertjes, de 'klongs'. De boeren en handelaars uit de omgeving kwamen met hun goederen, groenten, fruit, vlees … naar een bepaalde plek. Ook de kopers kwamen met de boot en zo werd er handel gedreven. Dat is nu nog zo: er zijn groenten-, vis-, bier- en eetboten en je kan er zowat alles kopen wat je nodig hebt. Het is er wel heel druk (veel boten met toeristen).
Het interessantste gedeelte voor ons was de boottocht door de klongs na het marktgedeelte: huizen (hutten) op palen langs het water waar nu nog steeds mensen in wonen.
's Avonds werken we nog mee aan een enquete over Thais voedsel. We krijgen een paar hapjes (groene, rode en massamancurry) en moeten die beoordelen. Na nog een paar vragen (leeftijd, nationaliteit....) Worden we bedankt voor onze medewerking en krijgen we elk een koekje, een flesje water en een geweven draagzak(je) in Thaise stijl.
En daarmee zit ons bezoek aan Bangkok er op. Morgen reizen we verder naar Pakchong, een stadje waar we nog nooit geweest zijn in de buurt van het oudste natuurreservaat van Thailand.