De Emmaüsgangersxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Somber, peinzend
overdenkend liepen zij daar
Vertwijfeld, bedroefd
spraken zij samen
De ene heette Kleopas,
verder weet ik geen namen
Maar Hij heeft toch
gezegd!, en zo ging het steeds maar
Ze vraagden, en
antwoorden elkaar bewogen
Wat een droefheid, wat
een klagen
Tot Jezus zelf bij
hen kwam, wat zij niet zagen
En vraagde hun vol
mededogen
Waar hebt u het toch
over en wat een verdriet?
Maar u komt hier
zeker niet vandaan
Spraken zij, onder
het verdergaan
Weet u dan niet, wat
hier de laatste dagen is geschied?
En verhaalden Hem
alle dingen van het kruis tot het graf
Zo zijn er wat
vrouwen in de vroege morgenstond
Aan het graf geweest
waar men Zijn Lichaam niet vond!
Maar wel een engel
die hun deze blijde boodschap gaf
Dat Jezus leeft!, ja
is opgestaan
En anderen waren
daar, die Hem zochten
Maar Hem daar ook
niet vinden mochten
Toen sprak Jezus hun
dringend aan
Noemde hun ongeloof,
en onverstandigheid
Dat Christus dit had
moeten doen voor zondaren
Door Zijn leven te
geven, om het hunner te sparen
Voor Zijn volbrachte
werk in eeuwigheid
Lukas 24
|