Een gedichtje of verhaal, Het staat hier allemaal Wie hier als vriend naar binnen gaat, komt nooit te vroeg maar steeds te laat
11-12-2013
Het ideaal van een meisje dat een kerk kocht....
Het ideaal van een meisje dat een kerk kocht
Er was eens een meisje in Philadelphia, dat graag naar de zondagsschool ging. Op een zondagochtend was ze om een bepaalde reden wat later dan anders bij de kerk. Toen ze door de zijramen naar binnen keek, zag ze, dat het zaaltje al helemaal vol zat. Teleurgesteld ging ze op het stoepje van de kerk zitten. De voorganger van de kerk, die een controleronde deed, vond haar daar.
'Wat is er met jou aan de hand?" vroeg hij. 'Ik, eh ... Er is geen plek meer binnen.' zei ze triest. 'Dan maken we toch een plekje voor je,' lachte de man. Hij nam haar mee naar de zondagsschoolzaal, haalde ergens een stoel vandaan en zette die in het middenpad naast de andere stoelen. Zo had het meisje toch nog een fijne ochtend.
Een paar jaar later werd de voorganger echter gebeld. Het bewuste meisje was gestorven. De voorganger werd gevraagd om de begrafenis te leiden, wat erg aangrijpend was. Maar na deze dienst kreeg hij van haar ouders een papiertje in handen gedrukt. Er was 57 cent bijgevoegd. Op het papiertje stond: 'Dit geld is om een grotere kerk te bouwen met een grotere zondagsschoolzaal.'
Wat ontroerend. De voorganger vertelde alles de volgende zondag in de kerk en veel mensen kregen tranen in de ogen. Op de een of andere manier hoorde een krant dit verhaal en publiceerde het. Toen stroomde van alle kanten geld binnen voor een nieuwe kerk. Iedereen wilde de laatste wens van het meisje in vervulling doen gaan. Een kerk bouwen, dat is één, maar een waar haal je tegen een redelijke prijs een stuk grond vandaan in zo'n grote stad als Philadelphia?
Op een dag kwamen er een paar zakenlui bij de kerkbestuurders om te praten over de koop van een prachtige locatie. En weet je wat ze voor prijs vroegen? Zevenenvijftig cent! Het bedrag wat het meisje, dat zoveel van Jezus hield, van haar zakgeld had gespaard
Zie je die ster aan de hemel stralen Die de wijzen, de weg mocht wijzen Om het Kindeke te aanbidden te prijzen En de herders uit de velden
Hun pas versnelden Om daar te zien en te horen Dat Jezus was geboren En verheugd weer naar het veld gingen Om samen Ere zij God te zingen En daar in Bethlehem, in doeken gewonden Is Hij gekomen om onze zonden Te reinigen met Zijn bloed, Zijn leven Door ons een kans te geven Ja ons zelfs heeft doen beloven Als we in Zijn Naam geloven Ons het eeuwige zalige leven zal en wil schenken Ik hoop dat ook jullie mogen gedenken En weten, dat wie Hem aanroept in de nood Zijn gunst zal vinden, oneindig groot Hoop dat dit enige troost mocht geven En jullie mogen zien wie Hem aankleven Wat de toekomst ook zal zijn Te kunnen zeggen, Jezus is mijn. Gezegende kerstdagen, en een gezegend nieuw jaar.
Teunis en fam.
Ik bedank je bij dezen Wat ik zojuist hebt gelezen Dit berichtje deed me goed Vandaar deze groet Het was voor mij een bemoediging Want o, altijd maar weer die twijfeling We mogen toch geheel en al op Hem vertrouwen Dat zal ons dan ook nooit berouwen Hij is toch de Parel van grote waarde Die nederdaalde op aarde Ja in de stal geboren Om te redden, wat is verloren Maar nu ga ik dit schrijven besluiten Na nogmaals mijn dank te uiten
Groeten van Teunis en gezegende kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar.
De Here Jezus verteld een gelijkenis Over de verloren zoon,
gaat dit verhaal Die vroeg vader, mag ik alvast mijn erfenis Ik bedoel
mijn deel, geef het mij maar allemaal.
Met pijn in het hart, gaf vader
hem zijn deel Mijn zoon, blijf toch hier Niets ontbreek je, er is
zoveel Maar neen, hij vertrok, hield van het plezier.
En op een zekere
dag, reisde hij naar een ver land Dit was pas leven, wat een weelde Hij
strooide met geld, door hoogmoed overmand Er kwam geen einde aan, tenminste
dat was, wat hij zich verbeelde.
In de Bijbel staat, dat hij zijn geld
verkwiste Door overvloediglijk te leven Nu pas bleek, hoe hij zich
vergiste Zijn rijkdom was voorbij, het duurde maar even.
En in dat
land kwam een grote hongersnood Hij had niets meer om te
verteren Varkenshoeder werd hij toen, maar had geen brood O, wat was dit
ontberen.
Hij begeerde het voer van de varkens te eten Vrienden had
hij niet meer, niemand gaf hem iets Hij dacht ik verga van de honger, als
mijn vader dit zou weten Zijn knechten leven in overvloed, en ik heb
niets.
Hij kreeg berouw, en kwam tot inkeer En dacht, ik ga terug naar
mijn vader En zal hem zeggen, vader uw zoon waardig ben ik niet meer Zo
keerde hij huiswaarts, al nader, en nader.
Van verre zag zijn vader hem
al aankomen Was dat zijn zoon, kwam hij daar echt aan? Dit deed zijn
hart,vol met liefde overstromen En snelde hem tegemoet, kon niet meer blijven
staan
En viel hem om zijn hals, en kuste hem Toen sprak de zoon, mag
ik als een van uw dienstknechten zijn vader Maar vader sprak tot zijn
dienstknecht, met vreugdevolle stem Breng het beste kleed, en een ring aan
zijn hand, en schoenen nader.
En laat ons het gemeste kalf slachten En
laten we eten en drinken, en vrolijk wezen Want wat wij niet meer durfden
verwachten Mijn zoon was dood, maar is weer weder levend geworden, zoals we
lezen.
Hij was verloren, maar is gevonden Als dit nu eens een les voor
ons mocht wezen Zo mogen wij ook tot Jezus gaan, vergeving vragen voor onze
zonden Want Hij is zo goed zo groot, zo trouw Zijn naam zij eeuwig
geprezen.
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon
gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige
leven hebbe.
Johannes 3:16
Lukas 2.
1 En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van den Keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden.
2 Deze eerste beschrijving geschiedde, als Cyrenius over Syrië stadhouder was.
3 En zij gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar zijn eigen stad.
4 En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij uit het huis en geslacht van David was);
5 Om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was.
6 En het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zoude.
7 En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken, en leide Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.
8 En er waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde.
9 En ziet, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze.
10 En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal;
11 Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids.
12 En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe.
13 En van stonde aan was er met den engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God en zeggende:
14 Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.
15 En het geschiedde, als de engelen van hen weggevaren waren naar den hemel, dat de herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd.
16 En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in de kribbe.
17 En als zij Het gezien hadden, maakten zij alom bekend het woord, dat hun van dit Kindeken gezegd was.
18 En allen, die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd van de herders.
19 Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart.
20 En de herders keerde wederom, verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was.
21 En als acht dagen vervuld waren, dat men het Kindeken besnijden zou, zo werd Zijn Naam genaamd JEZUS, welke genaamd was van den engel, eer Hij in het lichaam ontvangen was.
22 En als de dagen harer reiniging vervuld waren, naar de wet van Mozes, brachten zij Hem te Jeruzalem, opdat zij Hem den Heere voorstelden;
Stille nacht
Heilige nacht
Davids Zoon
Lang verwacht
Die miljoenen eens zaligen zal
Werd geboren in Bethlehems stal
Hij der schepselen Heer
Hij der schepselen Heer.
Gezegende kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar.
Ik ben Teunis
Ik ben een man en woon in Kamperveen (Nederland) en mijn beroep is Vleeskalverenhouder.
Ik ben geboren op 25/11/1953 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Gedichten schrijven.
Iets over mezelf vertellen? vind ik niet zo gemakkelijk, maar als ik op een ander (zijn, haar) site kom vind ik het altijd leuk om iets over die persoon te lezen.
Geïnteresseerd? lees dan verder op mijn blog.(Iets over ons)