Een prachtige muzikale avond beleefd in het CC Zwaneberg in Heist o/d Berg, met een gevarieerd programma van operette, bekende marsen.De solisten en het orkest hebben een bijzondere prestatie weggegeven. Karin Pagmar, Carla Schroyen, Gusje Verbergt, Kris wouters en François Jacobs.
ASPERGEBEDDEN: Hij heeft er zijn aspergebedden aangelegd = Hij gaat daar niet meer vandaan. Het aanleggen van die bedden is kostbaar en het duurt een paar jaar, eer men van de eerste asperges kan genieteen.
ASSEPOESTER :Zij was er zoveel als assepoester = zij moest er alle vuil werk doen.Zij moest er de haard poetsen, zij moest de as verwijderen van het vroegere open haardvuur. Assepoester is de heldin van een van de sprookjes van MOEDER DE GANS; haar zusters mochten naar het feest, maar toen het glazen muiltje gepast moest worden, waren niet de zusjes de gelukkigen, doch Assepoester; zij werd de koningin.
ATERLING : d.i. een ellendeling, een die tot alles in staat is, een gemene verrader
ATTISCH ZOUT : d.i geestigheid in het gesprek, Attika was de oude Griekse staat Athene, en de Atheners werden geroemd om hun fijne geestigheid.
AUGIAS : De Augiasstal reinigen = Een buitengewoon vuile boel opknappen. Koning Augias van Elis bezat volgens de Griekse overlevering 3000 runderen maar hij had in geen 30 jaar de mest opgeruimd. Dit werd nu opgedragen aan Hercules, die er twee rivieren door leidde, de Alpheus en de Peneus.
AVERIJ : Hij heeft averij geleden = Hij heeft schade opgelopen, Letterlijk is averij een scheepswoord = schade aan een schip of lading
AVOND : Hoe later op de avond, hoe schoner volk =schertsend ge- zegde, als er 's avonds laat nog bezoek komt. 't is nog geen avond, had de kraaivanger gezegd, en toen had hij er al een = Hou er de moed maar in; het kan nog goed worden. Hij komt 't avond of morgen = de een of andere tijd, meestal= hij komt wel spoedig.
AS I: Zij zaten in zak en as = Ze waren diep ongelukkig.Is ontleend aan de Bijbel;De Joden trokken bij een ramp een zak aan, d.i een zwart jak zonder mouwen en daarbij strooiden ze zich as op het hoofd. As is verbrande turf, gezegde tot iemand die bezwaar maakt. As dit of dat eens gebeurde. Woordspeling met de beide betekenissen van as Uit zijn as verrijzen = weer worden opgebouwd na brand, schoner dan tevoren. Iets uit de as oprakelen = iets dat al lang vergeten was weer in herinnering brengen
AS II: (van de molen) : As komt bij de molen te pas= antwoord als iemand bezwaren maakt
ARMOEDE : Armoede zoekt list = Een arm mens bedenkt van alles om aan wat geld of kleren te komen. Als de armoede de deur inkomt vliegt de liefde het venster uit= als het gezin verarmt, dan geeft de een de schuld aan de ander en ontstaat er twist. Armoe is geen schande of op rijm: Armoe met eren Kan niemand deren Armoede schendt geen eer , En ook Beter arm met eren Als met schande zijn goed te vermeren. Die zich niet weet te behelpen, is niet waard dat hij armoe lijdt = schertsend, wanneer iemand zich met geringe middelen weet te redden Armoede en verdriet kan men verdragen, maar weelde en jeukte niet. Armoede is een zware roe, Ze ssluit elkeen de deur toe(G.Gezelle) De roe is de staaf waarmee men de deur afsluit.
Die de arme geeft , leent de Heer = wie weldadig is, maakt zich aangenaam bij God Arm met eren Kan niemand deren
ARMELUI : Armelui's kalveren en rijkelui's dochters komen gauw aan de man Ja, want de arme moet vlug zijn kalf ver- kopen Armelui's pannenkoeken en rijkelui's ziekten ruiken ver= d.i. als een arme man eens pannenkoeken bakt en als een rijke man ziek is, dan wordt daat alom over gepraat.
ARMEN : arm maken. Kinderen dat armt niet = een groot gezin komt ook door de wereld.
ARGUSOGEN : Iets met argusogen bewaken = zeer scherp bewaken. Argus was volgens de Griekse mythologie een man met 100 ogen
ARKE : Een arke Noachs = een huis met veel woningen Dat is nog uit de arke van Noach = dat is een heel oud stuk gereedschap.
ARLEKIJN : Het kampt zei Arkelijn en hij lag onder=gezegde wanneer de verliezende partij zich nog groot houden wil Het kampt= het is kamp, het is gelijkspel
ARM I: Iemand in de arm nemen = zijn hulp vragen Iemand met open armen ontvangen= zeer hartelijk Lange armen hebben =veelmacht bezitten Zijn armen zijn te kort = hij heeft voor dat doel te weinig kracht, te weinig geld vooral. Alles op de arm Niets in de darm Rijmpje op mensen die alles over hebben voor mooie kleren , doch die nauwelijks geld voor eten eraf nemen.
ARM II: Zo arm als Job = Job die al zijn bezittingen verloor Al is een moeder nog zo arm Zij dekt toch warm
ARBEID: Na gedane arbeid is het goed rusten Arbeiden is de dommen = met zware lichamelijke arbeid brengt men het niet ver in de wereld Arbeid verarmt Luiheid verwarmt d.i. Met arbeid verdient men zijn gezellige thuis voor vrouw en kind. Arbeid adelt = met de sarcastische aanvulling: maar adel
arbeidt niet Arbeid zonder verstand Is schade voor de hand d.i. werk met overleg, want het ligt voor de hand dat het anders verkeerd uitkomt. dat men geerne doet is geen arbeid vrijwillige arbeid is maar half werk
APRIL : Op den eersten April, verloor Adam zijn bril. Is een spotdeuntje op de inmengiong van DEN BRIEL in 1572 Oorspronkelijk heette het dat hij een bril op zijn neus kreeg , zoals de onhandelbare paarden. De Aprilmaand moet niet warm zijn, volgens de boerenwijsheid, wantdan komt er een koele zomer. Vandaar : ....................April koud en nat, vult zak en vat. geeft veel koren en veel boter Aprilletje zoet: Geeft nog wel eens een witte hoed, of met een ander rijm :April doet wat hij wil. Op de eersten April Stuurt men de gekken waar men wil. Vanouds was het de gewoonte, dat men op 1 April iemand voor de gek mocht houden; men verzint boodschappen met de bedoeling, hemvoor de gek te laten lopen. Aprilweer en herengunst daar is geen staat op te maken
WEERGALOZE OPVOERING VAN OPERETTE-MUZIEK Zaterdag aanstaande is het weer een avond om te genieten van mooie operette-muziek in het cultureel centrum van Heist-op-den-Berg.
Het team van "What You See is what You Get Theaterprodukties Vlaanderen VZW" heeft een ganse reeks humoristische en licht verteer- bare musicalnummers gebracht, die het talrijke aanwezige publiek werkelijk heeft kunnen begeesteren.
MOOI MUZIKAAL SPEKTAKEL Een geolied team van 10 zangeressen en 9 zangers hebben op zondag- namiddag in de stadsschouwburg van Lier, De Vredeberg, een onvergetelijke namiddag bezorgd aan de vele honderden toeschouwers.
APEGAPEN : Hij ligt op apegapen = hij ligt op sterven;hij hijgt naar adem. Happen en Gapen = misschien.
APEKOOL: je moet hier geen apekool verkopen = ons niet met praatjes voor de gek houden. Kool = onzin - apekool = is dus nog groter gekheid.
APELIEFDE : Dit is de liefde, die meer kwaad dan goed doet, zoals men vertelt dat een aap soms uit liefde zijn jongen dooddrukt.
APOKRIEF : Wat hij vertelt lijkt mij apokrief = niet betrouwbaar.
APOSTEL : 't is een rare apostel = een zonderlinge man. De kleine apostels = de kinderen Op apostelpaarden rijden = te voet gaan. De apostel des ongeloofs = de verkondiger van ongeloof. Er zijn apostelen en martelaren = de een verkondigt de leer en de ander lijdt ervoor.
APPèL : Hij is nooit op 't appèl = komt nooit op tijd op de afge- sproken plaats; of het afroepen van de namen van de soldaten, om te weten of ze aanwezig zijkn.
APPEL : De appel valt niet ver van de boom = zo de ouders, zo de kinderen. Eén rotte appel in de mande maakt al het fruit te schande = één slechte man in het gezelschap bederft vaak alle anderen. Eén appel die bedorven is, schendt al wat in de korve is = Voor een appel en een ei verkopen =veel te goedkoop. In een zure appel bijten = een onaangename taak aanpakken. Een schip met zure appels = een stevige regenbui. Zijn woorden zijn gouden appels in zilveren schalen = zijn rede is rijk aan inhoud en sierlijk van vorm. Iemand liefhebben als de appel zijner ogen = als het koste- lijkste wat men bezit. Een appeltje voor de dorst bewaren = wat sparen voor de tijd van nood. Een appelken tegen de dorst is dienstig voor schooier en vorst Ik heb nog een appeltje met hem te schillen = Ik moet hem onder handen nemen, de waarheid zeggen. Zij kreeg een appelflauwte = zij viel in zwijm, maar het had niet veel te betekenen; met een zure appel was het weer genezen. De kinderen hebben last van het appelmannetje = zij zijn ziek, omdat ze te veel appels hebben gegeten. Die zijn lichaam bewaart, bewaart geen rotte appel = zorg dat je gezond blijft. De appel smaakt bomig = de kinderen gelijken op de ouders Die appels vaart, ook appels eet = appels varen = een la- ding appels overbrengen.
ANKER = Hij heeft hier zijn anker laten vallen = hij heeft zich hier gevestigd (zeemansuitdrukking) 't is tijd dat ik mijn anker licht = dat ik heenga Hij ligt voor zijn laatste anker = hij is gevaarlijk ziek. Het anker der hoop = datgene waar de hoop op berust; de hoop zelf. Hij is voor anker gegaan = hij leeft nu van zijn verdiende geld. Hij zit zo vast als een schip voor twee ankers = zijn zaak gaat verkeerd; hij kan zich niet meer roeren. Beter een anker dan het schip kwijt = gelukkig hebben wij het voornaamste behouden; het ongeluk is te herstellen Geen anker of touw kan het houden = het loopt de spuigaten uit, het gaat met geweld.