Vandaag op 13 november 2005 zijn we nog is ne keer een tripke gaan maken. het weer was voortreffelijk en wij rijden maar richting Luik maar niet naar de stad wel richtng Visè of Wezet , dan naar Aubel, Hombourg en Plombiéres. De weg naar Hombourg die is wel mooi aan ene kant liggen prachtige heuveltjes en op één van die heuvels staat nog ergens een oud kruis. Zo reden we langs dat kleine kerkje in Hombourg maar daarmee waren we nog niet in Plombiéres zo maar verder gereden over het station van Montsen dan een oude school van Plombiéres op de koer stonden nog een paar plastieke kinderfietsjes te wachten op de peuters. Verder door naar het centrum en daar zagen we het mooie koepelvormige kerkje liggen. Ervoor stond nog steeds dat oud loodkarretje te wachten op bezoekers heel ongeduldig natuurlijk, jongeren stonden er wat rond te lummelen, juist of ze niks anders te doen hadden, zeker een bijeenkomst van hen met hun mobieltje waren ze aan het telefoneren juist of er de stukken vanaf vlogen en Nederlanders waren ook present daar. Tegenover de kerk konden we de weg naar het oude mijnterrein in en daar op de parking voor het gemeentepark geparkeerd er stonden daar nog autos. UItgestapt en daar onze spokeboom nog is bezocht in het park en verder door naar het kleine paadje omhoog naar dat oude versleten treintje dat daar nog steeds stond te wachten op betere tijden op dat oude spoor in dat Kempische landschap of Plombiérese landschap het oude gammele brugske over de Geul naar het zink of spokenreservaat (de prairie) heerlijk gewandelt daar, het oude eenzame graf in het bos is bezocht waar eentje verslenste bloemenkroon op lag, iemand was daar verongelukt in 1926 heel waarschijnlijk een mijnwerker. Verder heerlijk gewandeld naar de oude storthoop die er nog was achter een versleten hek met een oud poortje er stond daar ook een rustbank voor vermoeide wandelaars, fotootjes gemaakt van de omgeving. Grasgroene heuvels in de omtrek met hier en daar groepen wandelaars en natuurliefhebbers. Op de heuvels stond een eenzaam berkske. De zinkviooltjes waren er niet meer en de andere zinkflora ook al niet behalve wat eenzame bremstruiken en bomen stond er niks anders. Ijsvogeltjes zijn daar ook. Oude gebouwen liggen er , en aardplooiingen of aardlagen waar in gekapt was zag je er. Een oude mijnschacht was dichtgemetselt en afvalshopen bij de vleet. Natuurlijk zijn we erna de hoogste heuvel van Nederland met een bezoekske gaan vereren. De Vaalser Berg (ahum) aan het drielandenpunt waar veel mensen op bezoek waren en kindergroepen aan het roepen en tieren. We zijn vele wandelaars tegengekomen, de bokkerijder gaan bezoeken, het prulariawinkeltje, maar niks gekocht. Anders werd onze portemonee depressief en dat hebben we hem maar bespaard. Aan het drielandenpunt zelf hingen nog steeds de drie vlaggen van Nederland, Belgie en Duitsland. De grenssteen zelf stonden een paar Duitsers fotootjes te maken van henzelf en de grenspaal. Het was wat mistig en je kon er niet zo heel ver zien. De rookpluim van Eschweilher was helaas niet te zien en Heerlen ook niet jammer. Zo begon het wat duister te worden en de lichten begonnen te branden het was er mysterieus daar zo aan dat drielandenpunt waar men drie verschillende talen gebruikt Nederlands, Frans, en Duits en vroeger ook nog Esperanto. Gek he ! In het ene dorp Gemmenich is het Frans en Duits, Vaals is het Nederlands en Aken is het ook Duits. Moet kunnen. Zo reden we dan maar terug richting Gemmenich en Visé naar Hasselt en ons tripke zat er weeral op. Tot de volgende trip boehoeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee
|