We zijn op vakantie geweest in Gran Canaria en hebben er de eilandtoer gedaan hij was zeer intersant. Deze tour was op zaterdag 9 mei rond 8.20 u s'morgens kwam er een grote bus ons halen met ongeveer 33 personen. Er was een gids bij, de chauffeur en een cameraman die alles ging op nemen de hele tour en er een dvd van maakten om een mooie herinnering eraan over te houden. Zo reden we over de snelweg naar het noorden, want ja we zaten in het zuiden, naar een dorpke Artena waar het heel kaal was en er grotwoningen stonden, daar gingen we eerst ene klein grotkerkje bezoeken, daar werd nog elke zondag de mis in gedaan, in het dal van Guayadeque, nadien gingen we een echte grotwoning bezoeken, De voorgevel van zo'n grotwoning leek bijna op een echt huis, er stonden bloemen voor de deur en er waren leuke luikjes aan het raam, net een gewoon huis tegen de berg, bij Isabelle die ons heel vriendelijk haar woning liet zien, ze had er met haar familie gewoond haar man met vijf kinderen, het was bijna niet te zien dat ze in een grot van een berg of vulkaan woonden, het was heel comfortabel, er was elektriciteit en waterleiding, de grot had één voordeel ze was koel in de zomer en warm in de winter. Er waren daar eeb klein keukentje te zien, een living, en slaapkamer in één er stond ook tv en een kleine badkamer. En een wasmachine was er ook tja daar komt het moderne komfort ook bij kijken he, er waren daar vele van die woningen, dit waren vaak nazaten van bergbewoners en ook het dorp leek zo, er vloeide ook een zeer helder water een heel klein beekje, achter een straat, voor de deur zodat ze ervan konden drinken, en planten waren er ook zoals margrieten, dotterbloemen, papavers en sierbrem. De vallei was wel heel kaal en droog, ook werden veel grotwoningen verhuurd als weekendehuisjes of aan toeristen die is wat anders wilden. En we gingen in een grotrestaurant daar kortbij nog geitenkaas en brood proeven. Nadien gingen we naar het museum van de Guanchens de eerste bewoners van de eilanden of de oud Canariers. Dit was in hetzelfde dorpke. Dit had ook zo'n gevel en de rest was in de grot gemaakt. Er waren daar werktuigen te zien die deze eerste bewoners gebruikten, zoals bijlen, slijpstenen, wapens die ze zelf maakten, kleren van geitevellen, en andere dieren, een oude molen die met water ging of een dier, om de granen te malen en gofio of meel te maken om het nadien , te bakken in een oude over, er was ook een tafereel te zien hoe deze bewoners in de grotten leefden en woonden, en ook een beeldje dat ze aanbaden, want als een meisje huwde werd ze drie weken afgezonderd in een andere grot en goed gevoed, want ze moest er goed uitzien om kinderen voort te brengen, en dit beeldje was erop gemaakt. Een mummie was hier ook te zien, die was ingewikkeld in doeken, en lag achter glas. Er was ook wat te zien hoe ze hun holen maakten van tufsteen en als er telkens meerdere kinderen kwamen werden er kamers bijgemaakt zo werd hun woning vergroot, dit werd nog gedaan. Zo reden we dan verder naar de Pico de Bandana (569 m) met een uitzicht op een heel grote krater of caldera die was 200 meter diep en heeft een doorsnede van wel 1 km. Hij is ontstaan ongeveer 1000 jaar geleden ten gevolge van een vulkaanuitbarsting. Er zijn aan de binnekant nog grotwoningen te zien van de eerste inwoners van het eiland en in het midden van de krater woont een oude boer of kluizenaar van 85 jaar oud die nooit naar boven kwam, in een eenzaam huisje. Naar de volgende halte reden we natuurlijk was er een file en de rit duurde wat langer dan gewoonlijk naar Tafira waar we de botanische tuin of de Jardin botanico Canario gingen bezoeken. Hier groeiden alle planten die op alle Canarische eilanden zoals de drakenboom, cactussen, pijnbomen, aloes, agaves enz. Het park is 27 hektaren groot en ging verder op de flank van een vulkaan, en werd in 1952 opgericht, hier kweekt men ook planten die elders zijn uitgestorven of die nog heel zeldzaam zijn. De volgende halte werd Teror, naar een grote Baseliek of kerk, (centro Religioso) waar de nostra Senora del Pina of de lieve vrouw van de pijnboom vereerd wordt. Ieder eiland heeft zo z'n heilige Senora. Het heiligenbeeld word in een processie rond gedragen in september. En het stond in een gouden nis, het beeldje had prachtige en kostbare gewaden aan. Dit is dan het eerste deel.
|