mijn voettocht op de Via de la Plata ten voordele van de Belgische vereniging ter bestrijding van de Mucoviscidose
©
Dank aan al degenen die het initiatief gesponsord hebben.
De Sponsoring heeft tot op 1 Sep 2008, de som van 1160 Euro opgebracht ten voordele van het MUCO fonds.
Inhoud blog
  • Foto
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Roland op de via plata
    Pelgrimstocht naar Santiago de Compostela langs de Via Plata
    23-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.



     Je ziet de haast,de dagelijkse sleur,en de soms lege drukte niet echt meer zitten, je wil jezelf misschien eens terugvinden, je wenst andere mensen te ontmoeten, kortom je hebt behoefte aan iets helemaal anders.

    Kort samengevat je beslist om naar Santiago de Compostela te stappen.

    De Via de la Plata:
    een beetje geschiedenis

    Het begon allemaal met de Apostel Jacobus de Meerdere, die samen met zijn jongere broer Johannes de Evangelist en Simon Petrus tot de eerste en meeste vertrouwde leerlingen van Jezus Christus behoorden.

    In de Handelingen der Apostelen kan men lezen dat Herodes Agrippa in 44 na Christus Jacobus liet onthoofden.

    Jacobus werd de eerste van de twaalf apostelen die de marteldood stierf.

    En vanaf dan begon “wahrheit en dichtung” zich te mengen.

    Een van deze verhalen vertelt ons dat het lichaam van Jacobus na zijn onthoofding door twee van zijn leerlingen op een schip werd gebracht dat afdreef en uiteindelijk strandde in de Spaanse haven met de toenmalige naam Iria Flavia in het huidige Galicië.

    Zijn beide leerlingen Athanasius en Theodorus vonden een laatste rustplaats voor Jacobus en na hun bekeringswerk in Galicië werden zij op het einde van hun leven naast Jacobus begraven.

    De graven werden in de loop der tijden vergeten maar, leert ons een van de legendes, rond 830 vond de Kluizenaar Pelayo na een visioen de grafplaats terug.

    De toenmalige bisschop Theodemir had daar belangstelling voor en bracht de koning van Asturië (het enige van Moren vrij gebleven gedeelte van Spanje) op de hoogte

    De koning liet op de vindplaats een kerk bouwen en een stroom pelgrims kwam op gang.

    Het pelgrimsoord groeide gauw uit tot een stad en kreeg de naam San Iago.
    De naam Compostela zou verwijzen naar “campus stellae” wat vertaald: als “veld van sterren”, herinnert aan de legende waar sterrenlicht, het graf van Jacobus zou aangeduid hebben.

    In korte tijd werd Santiago, naast Rome en Jeruzalem een van de drie voornaamste bedevaartplaatsen van de toenmalige christenheid.

    Voor de elfde eeuw waren de pelgrimswegen niet zo gemarkeerd als heden ten dage, de voornaamste bezigheid van de toenmalige pelgrim was vast en zeker de weg vragen, en hij kon dan maar het beste hopen, om nadien niet overvallen en leeggeplunderd te worden door degenen die hem geholpen hadden.

    Maar langzaam groeide langs deze wegen de veiligheid, er werden kloosters, rusthuizen voor de pelgrims en burchten van de ridderorde van Santiago, (beschermers van de pelgrims), gebouwd.

    In de loop van de volgende eeuw ontwikkelden zich op deze manier vaste trajecten, waarvan de aanlooproutes door Frankrijk van bijzonder belang waren, met als gevolg dat de voornaamste route Camino Françes als naam kreeg.

    Vanuit Frankrijk had men vier voorname routes ze werden benoemd naar hun startplaats

    Tours was voor de pelgrims die vanuit de richting van onze streken, uit noordelijk Europa en vanuit Parijs kwamen. Vanuit Le vezelay vertrokken de pelgrims die uit Oost-Europa kwamen. In Le Puy vertrokken de Zwitsers en de pelgrims uit de zuidelijke delen van Oostenrijk en Duitsland en tenslotte vanuit Arles vertrokken de Grieken, de Italianen en de pelgrims uit de Balkan.

    Deze wegen kwamen tesamen in St. Jean Pied de Port en van daaruit werd over de Pyreneeën door Baskenland, naar Burgos, Léon, en via Astorga naar Santiago gestapt.

    Deze ganse weg werd voor het eerst, rond 1150, beschreven door een monnik uit Poitu-Charente. Het werk kreeg de naam ”Codex Calixtus” naar de toemalige paus CalixtusII

    Het boek was wat men vandaag zou noemen: een volwaardige reisgids. Met alle voor deze tijd, belangrijke informatie over de te volgen weg, de gevaren, de doorwaadplaatsen of bruggen over de rivieren, de logementmogelijkheden, de plaatsen met drinkbaar water, en zo verder.

    De Via de la Plata is naast Camino Françes de tweede grootste pelgrimsweg in Spanje, en hoewel deze weg ouder is, wordt deze1000Km lange weg minder bewandeld.

    Een van de grootste verschillen met de Camino Françes is het aanbod aan refuges, daar waar op de 800 km lange Camino Frances er ongeveer een 180 zijn, zijn er op de 1000Km lange Via de la Plata ongeveer een 80 tal.

    De geschiedenis van deze weg is gekenmerkt door de meest verscheidene culturen en volkeren.

    Naast de oudste bewoners van het Iberische schiereiland stichtten de Feniciërs rond 1100 jaar voor Chr. de stad Cadiz en zwermden vandaar, op zoek naar goud en zilver, uit over het land richting noorden.

    Na hen kwamen de Grieken en in 220 voor Chr. nam Hannibal het toenmalige HELMANTICA of het huidige Salamanca in.

    Vanaf 200 voor Chr. Namen de Romeinen de plaats van de Karthagers in en begonnen met het aanlegen van hun Heerwegen zodat ze met hun legioenen zich gemakkelijk konden verplaatsen, maar ook om de handel te bevorderen.

    Keizer Augustus bestreed de stammen in het noorden en om deze streek en de goudmijnen van Las Médulas te controleren, stichtte hij de stad Asturica Augusta het huidige Astorga en Elmerita Augusta of het huidige Merida.

    Deze steden werden verbonden met goed uitgebouwde en geplaveide wegen, bruggen over de rivieren en ongeveer alle 20 a 25 mijlen (ca 30 a 37 Km-) werden rustposten ingericht.

    Deze verkeersweg van zuid naar noord werd de huidige Via de la Platta.

    Na de ondergang van het Romeinse rijk namen in de 5° eeuw de West-Goten de macht over. Innerlijke twisten onder de West-Gotische koningen verzwakte hun rijk en de Arabieren begonnen vanaf Gibraltar het ganse Spaanse schiereiland (behalve Asturie in het noorden) te veroveren, en vestigden vanaf 711 hun heerschappij.

    Ook de Arabieren profiteerden van de door de Romeinen aangelegde infrastructuur en de met plaveien of stenen verharde wegen die zij al-balath of balata noemden wat zoveel betekent als geplaveide weg, in de Spaanse taal werd dit verbasterd tot “Via de la Plata.” Toevallig betekent dit ook zilverstraat, maar het zilver heeft er eigenlijk niets mee te maken.

    Vanaf het begin het begin der bezetting door de Arabieren werd vanuit het noorden van Spanje (het koninkrijk Asturië) de verovering opnieuw ingezet, maar het zou duren tot 1492, met de val van Grenada, onder Ferdinand en Isabella van Spanje, het land volledig van de Arabieren zou bevrijd zijn.

    Gedurende de Arabische bezetting tolereerden de Arabieren de christenen onder hun bewind. De zogenaamde Mozaraber (gearabiseerde christenen) konden hun geloof en hun cultuur verder belijden.
    Maar ontegensprekelijk waren er de invloeden van de Arabieren wat zich sterk zou uiten in de architectuur.

    Ook deze Mozaraber christenen pelgrimeerden vanuit het zuiden naar Santiago de Compostela, en waar de hoogtepunt van de Camino Françes de 11 en 12 eeuw was, was dit voor de Via de la Plata pas in de 13 eeuw nadat Cordoba en Sevilla door Fernandes III verovert werden.

    In het begin van de 20 eeuw was de Via de la Plata zo goed als vergeten.

    De herleving van deze weg begon in 1990/91 wanneer het Jacobs Genootschap van Navarra een pelgrimsreis van de heropstanding op de via de la Plata organiseerde.

    Van af dit ogenblik werden er genootschappen gesticht, de weg werd gemarkeerd, en refuges werden ingericht.

    Uiteindelijk brachten de Heilige jaren (als 25 juli op een zondag valt) de echte heropleving van deze weg.

    De huidige “Via de la Plata” begint in Sevilla en loopt richting Noord, parallel met de Portugese grens. Hij splitst zich in Granja Moreruela ,een 40 tal Km voorbij Zamora, en gaat daar verder richting Astorga om aan te sluiten op de Camino Françes.
    Vanaf Granja de Moreruela kan men de landschappelijk meer aantrekkelijke “Camino Sanabrés” stappen. Deze loopt Westelijk, en parallel met de Portugese noordergrens om via Ourense te eindigen in Santiago.

    Op deze route liggen ongelofelijk veel resten van de vroegere Romeinse beschaving. Zoals in Santiponce, Merida, Caceres, en de ruines van Caparra, naast veel nog goed bewaarde bruggen en gebouwen, zelfs de mijlpalen (miliarios) van deze periode zijn er talrijk terug te vinden. Men vindt er ook steden met een grote bekendheid omwille van hun vele cultuurhistorische waardevolle gebouwen zoals Sevilla, Salamanca.

    Het is niet enkel een tocht langs de cultuur van vele eeuwen het is ook landschappelijk een zeer aantrekkelijke tocht.

    23-04-2008 om 00:00 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (4)


    Alleen zij die onderweg zijn kunnen de hoop koesteren ooit aan te komen
    Foto

    Archief per week
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • de via de la plata
  • De Belgische vereniging voor strijd tegen Mucoviscidose
  • Vlaams genootschap van santiago

  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!