Etappe 4: Almadén de la Plata via El Real de la Jera naar Monasterio. Na een licht morgenmaal en bij de eerste ochtendklaarte, op stap voor de xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />38 km die vandaag voor de voeten liggen.
Na de eerste km en bij het opbergen van iets in de rugzak heb ik de te volgen pijl niet gezien en dus loop ik een 500 tal meter verkeerd. Na terugkeer er een flinke pas ingezet en na een 3 tal km tref ik Hans, we vervolgen samen onze weg en algauw ontmoeten we het Italiaans echtpaar, gevolgd door de de Duitse en Deense dame.
Het eerste stuk van onze wandeling gaat een stuk steil bergop, maar dan wordt het zalig wandelen in een licht golvend terrein, waar kikkers het niet kunnen laten hun gekwaak te laten horen, of is het misschien om de talrijke ooievaars aan het schrikken te brengen. We zijn omringd door de volle natuur van het laatste stukje Andalusië.
De ene Dhesa na de ander wordt doorkruist en na een goede 3Hr 30 komen we aan in El Real de la Jara. Het eerste deel van onze dagetappe zit er op.In El Real de la Jara ontmoeten we een bruggepensioneerde Nederlandse journalist die met zijn vrouw delen van de Via Plata stapt en dan telkens terugkeert naar zijn woonmobile.
Gezien de korte afstand had ik besloten tot in Monasterio door te stappen. Maar wat ik niet wist was, dat er in Monasterio een groot motortreffen plaats had en volgens de ingewonnen inlichtingen alle hotels en hostals volzet zijn, onderweg nagedacht over een oplossing, maar ik besluit af te wachten.
Al verder stappend voorbij een ruïne van een kasteel van de Santiago ridders zijn we ondertussen de autonome regio Extremadura ingestapt. Deze regio ongeveer zo groot als Nederland, heeft slechts een bevolkingsdichtheid van 27 inwoners per Km². De Extramedura is bekend voor zijn grote Dehessas (reuze weidevlakten beplant met kurkeik) en vooral voor zijn befaamde hespen Jamon Ibérico de Pata Negra.
Al stappend zien we links en rechts de eerste vrijlopende Pata Negra varkens.
Van mijn middagmaal geniet ik in de schaduw van een kurkeik, want na kilometers in de zon lopen is een schaduwrijk plekje als een heerlijk aperitief.
Vanaf de Ermita de San Isodoro gaat het langzaam maar blijvend bergop , want het doel Monasterio, ligt op een hoogte van 756M.
Na nog een paar pauzes komen we in Monasterio aan, waar het een lawaai van jewelste is, vanwege de op en af rijdende motoren, die dan ook nog hun rijvaardigheid moeten demonstreren. Bij elk hostal klinkt het volzet, maar het laatste hotelletje,aan de rand van de stad heeft nog twee plaatsen vrij en zo komen ik en Hans aan een kamer voor de komende nacht.
Voor mij persoonlijk was er geen probleem geweest. Het Italiaans echtpaar had de dag voordien telefonisch gereserveerd in een pension, hij bood me in geval van, aan dat ik in zijn bed kon slapen, hij zou dan op een slaapmatje op de bodem slapen.
Ik vond dit een mooi aanbod maar heb hem dan toch wijsgemaakt dat hij in het bed kon blijven en dat ik wel op de mat zou slapen.
De Duitse en Deense dame kregen ook nog een slaapgelegenheid in hetzelfde hotel maar ergens in een kamertje met de matrassen op de grond, maar ze konden slapen.
Hier was het ook terug: internet voorhanden maar
gezien het zaterdag is enz.
Dus niet beschikbaar.
|