Men moet niet zeggen dat « er wel iets sacraals is in het leven », iets sacraals dat uitgedrukt wordt in symbolen en handelingen samen met woorden die er de betekenis van uitdrukken, neen het LEVEN zelfIS sacraal.
Sacraal is afgeleid van het latijnse woord sacer dat heilig, gewijd betekent.
Het woord verwijst zo naar een innige betrokkenheid van de materie met het goddelijke, naar de innige relatie van de materie met haar geestelijke oorsprong.
Het woord is tevens een benaderende omschrijving van de evolutieve langzame opgang van de materie en het leven naar de verbondenheid met de Goddelijke Schepper.
Die verbondenheid wordt niet altijd zo direct ervaren door de moderne mens
Daarbij hebben we dan dikwijls de indruk dat wat er door de godsdiensten wordt aangeboden een pakket handelingen en begrippen is dat naast en evenwijdig met het dagelijks leven het ideaal voorstelt waarnaar de mens zou moeten streven.
Denk maar aan de bijzondere kleding die de ministers van de verscheiden godsdiensten dragen in speciale omstandigheden, denk maar aan de sacramenten in de christelijke godsdienst, denk aan de offers die in vele godsdiensten gebracht worden aan de Godheid.
Het is alsof de ganse eigen dagelijkse wereld moet opgeofferd worden om in een totaal andere geestelijke wereld opgenomen te worden.
De zogenaamde sacrale wereld komt voor als een aparte wereld naast de dagelijkse geleefde wereld.
Zulke aparte evenwijdige wereld interesseert in de 21° eeuw bijna niemand meer.
Iets moet er dan wel veranderen in de benadering van het sacrale..
Meer algemeen kunnen we zeggen dat in de loop van een eeuwenlange geschiedenis vele symbolen ( ook godsdienstige ) wel meermaals van betekenis zijn veranderd.
Zo knielt men praktisch nooit meer voor een hoger persoon om eerbied of onderdanigheid uit te drukken.
In de plaats daarvan maakt men een buiging met het hoofd of met het ganse lichaam en reikt men de hand of kust men soms nog de hand van een vrouw, waar dat vroeger ook de gewoonte was het te doen voor de bisschop of de paus.
Naar alle waarschijnlijkheid wordt de 21° eeuw het moment waarop vele dingen herbekeken en opnieuw geëvalueerd ( moeten ) worden.
Ook de symbolen en handelingen die het sacrale van het leven moeten doen begrijpen en beleven volgen deze trend.
Waarschijnlijk verlangt men meer rechtstreeks (en niet langs de omweg van een symbool)naar het sacrale toe te gaan.
De mens van de 21° eeuw dringt dieper door in de natuur van wat hij zelf is en van alles wat rondom hem bestaat en leeft.
In dit kader meen ik dat met het christendom, dank zij de persoon van Jezus, de uitnodiging is gekomen en gegroeid om naar de essentie van het leven en het bestaan te zoeken en te grijpen.
Het ganse leven, het dagelijks bestaan, het denken en handelen moeten we beschouwen als iets sacraals.
Geboren worden is iets fantastisch en mysterieus. Het zit vol nieuwe soms nog ongekende en onvermoede mogelijkheden.
De mens voelt a.h.w. dat hij deel uitmaakt van één groot mysterieus bestaan en gebeuren.
Als we dan naar de uitspraken van Jezus teruggrijpen dan vinden we daarin de duiding van het bestaan als iets dat rechtstreeks uit een algemene bron komt als een realisatie van die bron zelf.
Jezus noemt die bron God, zijn Vader, waaruit alle leven is ontstaan.
En hij gaat zelfs verder met te zeggen dat wie mij ziet, ziet mijn Vader die gij uw God noemt.
Wie de mens ziet,ziet God zichtbaar en tastbaar geworden in levende aardse materie : de mens.
Nodigt Jezus iedere mens niet uit om bewust kind van God te worden. ?
En gaan we even terug naar Genesis, dan vinden we in de twee eerste hoofdstukken, waar er gesproken wordt over de schepping van de wereld, dat God de mens maakt naar Zijn eigen Beeld, man en vrouw samen, een beeld van God.
Gaan we kijken in het evangelie volgens Johannes dan lezen we van bij de aanvang dat in het Woord van God, dat van in het begin aanwezig is en zelf God is,alles geschapen is wat bestaat, inclusief natuurlijk de mens.
En Genesis geeft zelfs een opdracht aan de mens : wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en onderwerp haar, heers over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, en over al het gedierte dat over de grond kruipt.
De mens krijgt de opdracht de schepping verder uit te werken, het beeld van God verder te realiseren.
Nu kunnen we toch niet zeggen dat het Beeld van God niet sacraal zou zijn !!!
De mens, als vrij wezen, moet natuurlijk wel dat sacrale vrij willen aannemen en beleven. Daar ligt een keuze die iedere mens te maken heeft.
De volgelingen van Jezus hebben dat goed begrepen door in de loop van de eerste eeuwen sacramenten vast te leggen, sacrale tekens gegroeid uit en binnen het dagelijks leven.
De doop :
Iedereen begrijpt dat het ontstaan van nieuw leven, zeer belangrijk is. Maar dan moet dat nieuwe leven nog een echte mens worden, en dat vraagt jaren begeleiding.
Wie zegt begeleiding zegt tevens een bepaald patroon dat men vasthoudt, zeker bij de aanvang van het leven en gedurende de eerste jaren.
Welnu hier komt de doop een bepaalde richting aanbieden en vastleggen en voor de verwezenlijking ervan tevens de nodige kracht geven.
Want de vorming van een mens zal veel inspanning vergen.
Wie de christelijke doop neemt als basis, neemt dan ook de principes over die gepredikt en beleefd werden door Jezus.
De christelijke begeleider geeft als het ware de geestelijke chromosomen voor het leven door aan diegene die hij begeleidt.
Het vormsel:
Als we kunnen zeggen dat de doop de richting aanduidt waarin het leven samen met vele anderen zal uitgebouwd worden, dan kunnen we zeggen dat de zalving met chrisma de volwassen wordende mens eraan herinnert dat hiervoor veel wijsheid en kracht zullennodig zijn.
De Schepper geeft dan ook hiervoor Zijn eigenWijsheid en Kracht.
Dit komt de zalving met olie betekenen en realiseren.
Huwelijk:
Maar ook de twee mensen, man en vrouw, die beslissen het leven door te geven en een tijdlang te begeleiden, ook zij treffen een zeer belangrijke beslissing voor hun beider bestaan en verder leven.
En ook hier is, rechtstreeksuit het leven, het sacrament van het huwelijk ontstaan.
Het komt beiden niet enkel herinneren aan de belangrijke stap die zij in het leven zetten, maar het komt hen tevens uitnodigen om de eigen antenne juist te richten naar de Geest en de Wijsheid van de Schepper die hen de nodige kracht en moed zal geven om de moeilijke taak tot een goed einde te brengen.
Eucharistie:
Eten en drinken horen tot de handelingen die op bepaalde ogenblikken nodig zijn om het fysisch bestaan in stand te houden.
Maar de mens leeft niet enkel van brood alleen. Ook de geest dient gevoed te worden.
Is het dan niet normaal dat de christelijke gemeenschap elke mens die het Jezus-levens-patroon wil volgen, uitnodigt om op regelmatige tijdstippen aan de geestelijke tafel de Kracht en de Wijsheid van God te komen ophalen.
De eucharistie, want zo noemen de christenen dit maal, was één van de eerste daden die de volgelingen van Jezus vastlegden.
Ze kwamen samen op de eerste dag van de week ( de Zondag ), luisterden naar de woorden die de apostelen tot hen spraken, en aten samen het eucharistisch brood en dronken samen de wijn van het nieuwe verbond(engagement) met God; ze nuttigden samen het mensgeworden Woord van God om te betekenen dat zij gans één wilden worden met de verrezen Heer, het levende Woord, de levende Kracht en Wijsheid van de Schepper.
De eucharistie komt tevens de mens eraan herinneren dat, bij elke maaltijd die hij neemt, hij het order uitvoert dat hem van bij de schepping gegeven werd, materiële energie omzetten in geestelijke energie (verstandelijke ontwikkeling, goedheid en liefde).
Zo neemt de mens deel aan de permanente schepping en evolutie van het geschapene, en kiest hiervoor de richting door Jezus aangeboden..
Maar de eucharistie herinnert ons nog aan die andere opgave die door Jezus aangeduid werd : hij brak het brood en deelde het rond, zeggende doet dit tot mijn gedachtenis.
Als mensen zijn we geroepen om te breken en te delen.
We mogen schatrijk worden, maar we moeten alles delen.
Met moderne woorden betekent dit : we moeten herinvesteren in werk, want we moeten de aarde verder onderwerpen, en dat kan maar alleen door allen samen te werken, ieder naar eigen vermogen.
Als we daarbij nog denken aan het slavenwerk dat Jezus deed, n.l. de voeten wassen van zijn leerlingen juist vóór het laatste maal met de leerlingen, dan mogen we zeker zijn dat de christelijke richtlijn voor het leven tevens draait rond dienen.
Delen en dienen , als essentie van het leven, zijn op die manier sacrale handelingen.
Vergeving:
Niemand zal ook betwijfelen dat we mekaar moeten kunnen vergeven?
De huidige omstandigheden tonen klaar en duidelijk dat het oog om oog en tand om tand nergens naartoe leidt, buiten wraak en oorlog, en veel nutteloze miserie.
Dank zij de wetten en krachten door de Goddelijke Wijsheid in de natuur ingebed is een prachtig evenwicht ontstaan.
Deze wetten met de voeten treden is zonde.
Moeten we reeds nu al niet zeggen dat wij allen boeten voor het egoïsme van enigen, voor de zonde van enigen ?
Wordt het geen tijd dat we inzien dat zonde kan bestaan ?
Wordt het geen tijd dat de zondaar die om vergeving vraagt, en die ook krijgt, toch ook voor zichzelf een training-pakket oplegt ( een soort boete ) dat hem zal leren de levenshouding te veranderen ?
Er is dan ook een sacrament gegroeid rond deze noodzakelijke houding : de biecht.
Dit sacrament heeft in de loop der jaren verschillende vormen gekend, min of meer aangepast aan de tijd en de cultuur.
De vorm heeft op zichzelf weinig belang ..enkel de fundamentele houding die vergeving schenkten uitnodigt tot boete is van belang.
Zalving van Zieken:
Ziek zijn en sterven zijn dan ook weer sterke momenten die tot ieders leven behoren.
Het zijn sacrale momenten omdat zij de gelegenheid vormen tot diepere bezinning en soms drastische ingreep in het eigen leven.
Ook hierrond is een sacrament ontstaan : de zalving der zieken.
Het sacrament nodigt de mens uit tot die diepere bezinning en tevens tot vraag naar vergeving voor wat er mis is geweest in het leven.
Bij het einde van het leven draagt de mens aan het Leven alles over wat hijzelf in de loop van zijn bestaan aan geestelijke mutatie heeft uitgewerkt.
Wat hij gedaan heeft komt het menselijk patrimonium verrijken.
De eigen geest wordt opgenomen in Gods Geest, zoals Jezus dat voorhield : Vader dat allen één worden in ons gelijk Gij en Ik één zijn.
Het leven één grote kringloop : uit God naar de aarde, en uit de aarde terug naar God.
Priesterschap:
Elke grote onderneming heeft managers nodig.
Het leven op aarde is één grote onderneming door de Schepper op gang gebracht.
Er horen dus ook managers te zijn.
Voor de christenen zijn dat de bisschoppen, priesters, diakens en pastorale werkers.
Zij moeten er voor zorgen dat de christelijke geestelijke chromosomen blijvend worden doorgegeven.
Zij zijn de profeten die, in het zog van Jezus, steeds weer herinneren aan het sacrale van elk levensmoment.
Een speciaal sacrament is hier dus zeker op zijn plaats, want manager zijn in zulke onderneming betekent wel een sacrale belangrijke taak opnemen.
Zo kunnen we dus zeggen dat de klassieke zeven sacramenten in de christelijke godsdienst zeker niet iets apart betekenen in het leven.
Zij zitten alle goed op hun plaats op momenten die werkelijk sacraal zijn voor elke mens.
Zij nodigen op elk van die momenten de mens uit tot een vernieuwde innige vereniging met de Schepper van het leven.
Zij herinneren er ook telkens aan dat de mens het scheppingswerk verder afmaakt en verfijnt.
Zij putten ook telkens in de onuitputtelijke schat van Gods Wijsheid en Kracht voor het wellukken van de aankomende taak.