Vandaag, bij uitzondering eens op een zaterdag, zijn we afgesproken om een ritje te doen, Noord Frankrijk, Nederland en België.
We spreken af bij Daniël om negen uur. Marc is er al om half negen, want zijn bandjes moeten een haartje bijgewerkt worden en aangezien Daniël een compressor heeft tien minuutjes later, check, bandjes oké.
Een paar minuutjes later komen ook onze twee gastrijders, Freddie en Norbert aan. Neetsen is ook van de partij en nu is het wachten op Peter, die traditiegetrouw klokslag negen uur verschijnt, volgens de één is hij te laat, volgens hemzelf op tijd. Soit Iedereen wordt aan elkaar voorgesteld en here we go!
We vertrekken richting Kortrijk, via de E-17, het is tamelijk mistig en het zonnetje kan niet door het wolkendek. In Kortrijk verlaten we de snelweg en nemen we tal van kleinere wegen naar de Franse grens. Ondertussen heeft de zon de hemel veroverd en het belooft een prachtige dag te worden.
Ons eerste stopplaats is voorzien te Ploegsteert, gemeente van bakstenen en wijlen Frank V.D.B. Ter plaatse besluiten we een koffietje te verbruiken in een plaatselijk dorpskafeetje. We parkeren onze machines pal voor de deur van een kroeg en gaan schuin daartegenover binnen. Na de koffie en onze goede daad, wordt de GPS ingesteld op Watou.
Na twee plaatselijke rondjes te hebben gereden, dank u GPS van Daniël, kunnen we eindelijk verder richting Watou.
Na een pittig ritje komen we aan op de (Grote) markt van Watou, waar een paar terrasjes uitnodigend wenken.
We besluiten dan maar om hier het middagmaal te gebruiken en kiezen een pittoresk terrasje, in Het Wethuis. We laten ons de lokale mosseltjes lekker smaken, met een plaatselijk biertje erbij, geserveerd, door een madame die de pensioenleeftijd al hééééééél lang gepasseerd is. Nog een geluk dat Peter, een tijdje later, Marc er attent op maakte dat hij dat klein, oud madammetje bijna onder zijn grote voeten aan het vertrappelen was, of ze moest zeker niet meer van haar pensioentje genieten
Na de smakelijke zeevruchten, maakten we ons op om naar Brugge te rijden, voor een lekker kopje koffie, zo gezegd, zo gezegd.
We rijden een eindje langs de kust, om dan via Diksmuide, waar Peter zowaar de IJzertoren heeft gezien, meer richting binnenland te rijden, voorbij het Zand van Brugge.
Daar was het verplichte stop, want Neetsen moest tanken en ook Marc ging van de gelegenheid gebruik maken om een beetje bij te tanken, het tankpistool in de tank geramd en raad eens er kwam geen druppel benzine uit.
Van koleire wou ik niet tanken aan een andere pomp, want nu viel pas mijn , dat ik midden in een olieplas stond met mijn motor. Voorzichtig eens in het zand gereden en wij verder.
Ineens schiet Daniël hem daar in een veldwegel en komen we op het terras uit van een knalrood kasteeltje, waar de koffie zal gedronken worden, van verwondering gesproken. Zowel van onze zijde als de kant van de kasteeluitbaters.
Na de koffie wordt er koers gezet naar Cadzand, van dan af is het prachtig rijden, langs de dijken en polders van Zeeland. Daniël stopt aan een molenwiekende houten windmolen en zegt zonder verpinken: Marc neem eens een foto, want een draaiende molen zie je niet zo dikwijls.
We gaan opnieuw de grens over naar België en dan gaat het in een strak tempo richting Kalken waar we een pitstop doen bij Piet. Aan zeer snel tempo worden er twee pinten gedronken, want het was echt van de dorst. Hierna maken we ons op om huiswaarts te rijden, want het is ondertussen al half zeven en we hebben 330 km op de teller staan.
We nemen uitgebreid afscheid en iedereen is zeer tevreden over onze mooie rit.
Freddie en Norbert willen in de toekomst nog met ons meerijden, wat zeker geen probleem is, want zij zijn beiden aangename reisgezellen.
Einde van een mooie dag in goed gezelschap, moe maar tevreden keren wij naar moeder de vrouw terug.