Zondagmorgen kwart over zeven. Mijn GSM rinkelt ik neem op het is Rene: Marc het is Rene hier, om te zeggen dat ik niet kan meerijden deze voormiddag ik antwoord: ach ja, oké Rene Verdomme, mijnen valt, we zijn afgesproken om naar Tielt te rijden deze morgen. Geen spoor van mijn wekker te vinden, waarschijnlijk vergeten gisteravond.
Een snelle douche en drie kwartier later kom ik aan op onze vaste verzamelplek, namelijk, Daniel zijnen oprit. Marc V. en Daniel staan mij al op te wachten en binnen de minuut komt ook Walter S. aan. Aangezien Patrick zijn motorfiets nog niet hersteld is, Rene niet meerijdt en ik van Peter geen nieuws heb, veronderstel ik dat we compleet zijn.
Om acht uur stipt vertrekken we, richting Laarne- dorp, we nemen in Heusden de R4, in Zwijnaarde switchen we naar de E-40 en in Drongen verlaten we de snelweg.
Van dan af aan ben ik volledig het spoor bijster langs waar we overal gereden zijn, door velden en meersen, langs piepkleine wegels en baantjes, via Vinkt, Dentergem en nog zo entwadde gemeentekes, waar de zuivere geur van varkensgassen de lucht vullen, naar Tielt. Zeer leuk om te rijden op dit parcours, maar toch wel een tamelijke technische route, het tempo ligt dan ook niet zo hoog.
Na ongeveer 70 km bereiken we de stad, waar we gaan zien voor een ontbijtje op de Botermarkt. Na de nodige broodjes, die trouwens zeer lekker waren en de bijhorende tassen koffie, maken we ons klaar voor de terugtocht. En hier is het dat één van onze motoren (dewelke?) héél moe als hij is, zich zachtjes neervlijt om een dutje te doen. We schudden hem snel wakker en weg zijn wij, vooraleer iemand dit gezien heeft J
De terug weg gaat richting Oudenaarde, langs Mullem, over Zingem en andere randgemeenten, over evenveel kleine baantjes als de heenreis, via Scheldewindeke, Oosterzele en Wetteren naar Kalken- Dorp, waar het felbegeerde pintje op ons wacht in onze stamkroeg de Beize, waar er verder nagepraat wordt over de prachtige route die we reden. Op dat moment staan er 140 km op de teller.
Of zoals Daniel opmerkte op de parking van De Beize, k zal t maar zelf zeggen dat het een prachtig ritje was. Met onze oprechte dank Daniel, voor het uitstippelen van deze mooie rit.
Naar jaarlijkse gewoonte, vertrekken we deze ochtend voor onze jaarlijks weekendje naar de Nurburgring, voor een manche in het Duitse IDM. (Internationale Deutsche Motorradmeisterschaft). Om acht uur en een kwart teken ik al paraat bij onze vriend Marc. We zijn afgesproken met acht mannen en twee vrouwen, waarvan vijf mensen de tocht, toch zon 350 km enkel , met de motor gaan doen.
Rond negen uur is iedereen present, doch er komt slecht nieuws van Marc en Patrick. Ianthe, de dochter van Marc, die met de mobilhome zou meerijden, voelt zich niet helemaal lekker en besluit toch maar om niet mee te rijden, jammer. Bij onze makker Patrick is het een ander paar mouwen, de motor defect. Een kapot roulement in het voorwiel, dat is al helemaal niet te doen om mee te rijden en dus besluit Patrick de tocht mee te maken met de mobilhome.
Nadat iedereen zijn bagage is ingeladen, kunnen we om 9.30 uur dan vertrekken. Nog eventjes gestopt aan het Esso-station, om tabak en sigaretten in te slaan en weg zijn wij.
We rijden de E-17 richting Antwerpen op en na welgeteld één kilometer, rijdt den bompa Geert met zijn mobilhome ineens de snelwegparking van Kalken op, wij verbouwereerd daar achter. Wat blijkt, aan de vorige Esso is hij vergeten te tanken, da kieken!
Na het tanken brengt een voorspoedige tocht ons aan het grensgebied met Duitsland, er staan dan al ongeveer 162 km op de teller en ik besluit dat het tijd wordt voor een rustpauze en een natje en een droogje. Na nog een pitstop op km 300, bereiken we ons doel, de Nurburgring, zo rond 14.00 uur.
We zoeken een lekker plekje om te kamperen, maar krijgen te horen, dat mobilhomes en motoren niet op één en dezelfde parking mogen staan. Onze motoren moeten op de straat blijven, maar na het nodige palaveren met de bevoegde parkeerwachteres, bereiken we dat we de motoren s avonds laat op de parking bij de mobilhome kunnen zetten.
Vervolgens gaan we snel kijken, want Didier rijdt al om half vier zijn eerste race in de supersport. Volgens de geruchten, van de ingewijden, die we vernemen in de Paddock, was de kwalificatie niet zo n succes. Eens de race aan de gang, gaat het zo snel dat we Didier niet eens herkennen. Een nieuwe motor, nieuwe kleuren van overall en helm, het is niet zo evident om hem uit de groep te halen, tot een slimmeke ons vertelt dat we moeten kijken naar een piloot, met een rode vlek achteraan de witblauwe overall. Na een paar rondes zien we hem niet meer en gaan we er van uit dat hij uitgevallen is. Iedereen is een beetje neig teleurgesteld.
Als we ons naar de Paddock begeven horen we daar dat Didier uiteindelijk twaalfde is geworden en dat we naar een verkeerde piloot hebben zitten kijken.
We gaan de motor van onze favoriet eens goed bekijken en zien dat we beter naar de gele vorkbenen zouden kijken om hem te herkennen in het peloton.
Rond zes uur gaan we onze mobilhome uitladen. Diegenen die in een tentje slapen, Patrick - Marc R. Peter en Ludwig, Eddy en Daniel, zetten hun slaapverblijf op en de rest van de bemanning, Bompa, Linda, Marc V. maken de BBQ klaar.
De BBQ is een succes en iedereen heeft lekker gegeten en gedronken en rond elf uur begeven we ons naar onze slaapplaatsen. Ondertussen is de Race-party volop aan de gang en de muziek houdt ons nog een tijdje wakker, maar tenslotte is blijkbaar iedereen toch in slaap gevallen. (Denk ik toch).
Op zondagmorgen zijn we er al vroeg bij, om 7.00 uur zijn we al volop bezig met ons toilet te maken, kwestie van om 9 uur al paraat te zijn voor de eerste rennen. Na de gebruikelijke pan spek met eieren te hebben opgegeten, (die pan was moeilijk te verteren J ) zijn we klaar om ons naar het circuit te begeven.
We zien verschillende zeer spannende en spectakulaire races, o.a. de Adac jeugdcup, met pilootjes van amper 14 jaar op 125 cc motoren.Leuk om naar te kijken, alleen jammer van de vele valpartijen, allemaal zonder erge gevolgen. Gelukkig maar.
De Yamaha R6 cup, de zijspannen, de 125 cc klasse, de supersport en het koninginnestuk, de superbikes.
Tussendoor kunnen we ook nog eens genieten van een wervelende showrijder, die vent kan verdorie dansen met een motor, jaandade!
Rond vijf uur is het evenement afgelopen en kunnen we naar huis.
De terugreis verloop zeer vlot en er wordt aan een strak tempo gereden, zodat wij rond 9.15 uur in Kalken aankomen. Doodmoe, zadelpijn, maar o zo content! De meesten moeten echter s anderendaags vroeg aan het werk en zodoende neemt iedereen snel afscheid. We beloven volgend jaar dit evenement zeker over te doen, het blijft toch iets hebben, de Nurburgring.