tik tik tik deel 3 : goede windxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De wind zat goed die dag . Niet te hard en ook niet te stil blies hij droogjes uit het oosten. Alle wolken had hij al een paar dagen van tevoren verjaagd. De hemel hing er nu leeg en blauw bij en wachtte tot er nog wat gebeuren ging.
In een stoet stapten een groep kinderen opgewonden door het dorp. Het waren de leerlingen van het vijfde , het zesde, het zevende en het achste leerjaar, in totaal met wel zeventien . Elk droeg een vlieger , een pakje met boterhammen en velen hadden ook een blikken pul met koffie of gewoon pompwater mee. Vader had immers de klas beloofd om die dag te gaan wandelen . Dit als praktisch onderdeel van de les natuurkunde. J
Ik was een van die zeventien en droeg een vlieger met bloemenmotief . Zoiets vergeet je immers nooit . Het ding was gemaakt uit een katoenen kinderlakentje dat in ons gezin van vier al ruim zijn dienst had bewezen . Iedere leerling bracht eerder van thuis een lap stof mee en vader maakte er de vliegers van. Al gebeurde dat met enige moeite, want soms zat er al te veel sleet op de stof en dan scheurde het stikwerk met het nodige gesakker van vader.
De weide van boer Franssens werd onze aerodroom. Een voor een werden de vliegers in de lucht getrokken . Aanvankelijk was er nogal wat verwarring en vader had behoorlijk de handen vol om de zaak onder kontrole te krijgen. Na een paar uurtjes en met de juiste aanwijzigen schommelden echter alle vliegers vrolijk in de lucht. Eentje vloog zelfs over het dorp en de kerktoren en nog veel verder (echt waar*). Je kon hem niet meer zien . Enkel door de zachte rukjes aan het touw wist je dat hij nog vloog . Ieder kind mocht de lijn even vasthouden en Frans De Smidt werd er met de fiets op uitgestuurd om te zien waar hij precies hing.
Toen ieder het vliegen in de vingers had, ging de meester bij de lunchpakketjes, in het gras zitten. Wat heeft uw moeder tussen uw boterhammen gelegd . riep hij naar Romain , de jongen die als enige in het achtste leerjaar zat. Hij nam onderwijl een snede brood met smout van het bruin papier dat naast hem open lag, beet en zat daar in de polder gewoon met een zalig gevoel van het hele spektakel te genieten.
|