|
De lijfstraf 2
Bang als een muis , wachtte Toontje op de meester. De man liep nu langs de eerste rij en inspecteerde de leien. De kinderen zaten gespannen rechtop met de handen op de rug. Dat moest zo voor de inspectie. Kieken ! schreeuwde meester Schwaltz ergens achteraan tegen een kind in de tweede rij . De klanken galmden door de klas en in de hoofden van de kinderen. Toontje kromp ineen in een nauwe cocon. De klas was er niet meer, alleen de donkere vlek vooraan op de tree en de voetstappen die achter hem naderden, waren er nog . Nu hoorde hij Schwaltz, die snoof als een wild dier, bij de bank achter zijn rug. En het ogenblijk daarna stond de man hoog naast hem . Even was er een stilte .
Héwel gij luiaard , wat heeft dat te betekenen ! Toontje verschrompelde als een blad. Zijn tong werd droog. Zijn hart bonkte in zijn hoofd. Hij slikte, maar er kwam niets. De klanken kleefden in zijn keel. Zijn adem stokte .
Antwoord ! tierde de man nu van heel kortbij . Maar niets, niets. Toen kwam de slag en de pijn . Pijn. Pijn. De lei brak op het hoofd van de jongen in stukken. Toontje ging dood. Hij zag de brokken voor hem op de bank vallen en de houten kader met nog een stuk in de rand werd erbij gegooid. Mijn lei dacht het kind. Huilen mocht hij niet .
Smeerlap ! riep de zoon van Kloet.
uit het dagboek van mizar
Naschrift
De plek waar de lei neerkwam werd de dagen erop blauw, groen geel. Toontje zei thuis niets. Het was pas toen het dorp het wist dat zijn grootvader het hoorde en klacht indiende. Zonder gevolg trouwens . Want de mensen waren nog gehard door de oorlog. 'Meister' Schwaltz kreeg enkele jaren later zelfs promotie .En Toontje werd nog voor jaren 'een stille'.
|