Gissende vissen.
We zijn als vissen in een grote zee, we kennen niets dan de zee. De vissen welke even uit het water wippen, kunnen vermoeden dat er nog iets anders betaat, maar weten toch niet echt wat er op het land allemaal gebeurt. Zij die terug in het water belanden, hebben dus wel het felle zonlicht gezien, maar ook niet meer .
Zij die buiten het water belanden zullen zeker niet als vis verder bestaan. Misschien wel in een pan terrecht komen en worden opgegeten door een ander wezen. Waarbij ze een deel* worden van een wezen dat op het land leeft en alleen maar zijn heelal kent. Tenzij dat wezen er toch even uitwipt en even een fel licht ziet.
We zullen allicht met ons menselijke verstand nooit echt weten wat er na ons sterven gebeurt.
Ons bestaan (zijn) op zich is echter zo ongelofelijk maar toch een feit , dat voor mij alles mogelijk is. Maar veel langer wil ik daar niet naar vissen. Wat komt dat komt.
mizar
(*vis blijkt goed voor de hersenen te zijn )
|