Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Na gisteren te hebben gewandeld in Ingelmunster, ging ik vandaag met Urbain naar Strijpen. We namen de trein in Wevelgem en spoorden richting Zottegem. Eénmaal aangekomen was het nog zo'n 2km te stappen tot Strijpen.
Strijpen is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Zottegem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1971. Het dorpscentrum ligt net ten westen van het stadscentrum van Zottegem en is er door bebouwing mee verbonden. Strijpen ligt in de Zwalmstreek (Vlaamse Ardennen).
Strijpen was al in de vroege middeleeuwen bewoond. Aan de Beugelstraat werden Merovingische begraafplaatsen blootgelegd uit de zesde en zevende eeuw. De naam Strijpen komt van het Oudnederlandse 'Stripa', dat 'strook land' betekent. In 1162 werd door bisschop Nicolaus van Kamerijk aan abt Gillebertus de plechtige overdracht gedaan van het bezit en de inkomsten van de kerk van Strijpen. Vanaf de 12de eeuw tot de Franse tijd in België kwam het patronaatsrecht van de parochie dus in handen van de abdij van Mont-Saint-Martin, die er een priorij oprichtte die verdween bij de godsdiensttroebelen in de zestiende eeuw. Strijpen ligt aan de rand van de Vlaamse Ardennen op een hoogte van 22-70 meter. De belangrijkste waterloop is de Traveinsbeek die in westelijke richting naar de Zwalm stroomt.
Een belangrijk natuurgebied is het Bertelbos, dat op de grens met Roborst ligt. Een ander natuurgebied is het Wachtspaarbekken Bettelhovebeek op het Jan de Lichtepad, gelegen op de grens met Velzeke
De start was vanuit het vernieuwde OC en men kon uit een 4tal afstanden kiezen. Wij kozen voor de 21km afstand. We dronken eerst nog een kop koffie alvorens aan de tocht te beginnen. Het ging weer bakken zijn, toen we begonnen aan de tocht was het al 22° om 8u45.
Eerst nog een stevig ontbijt en daana afscheid nemen van ons geslaagd verblijf te Vlodrop.
We trokken huiswaarts maar eerst deden we het Thorpark aan in Waterschei. Wandelaars kozen vroor wandelingen 4.1 – 7.4 en 12.8 km.
Het Thorpark in Genk, ook Thor Park Waterschei genoemd, is een 90 hectare groot gebied waar de voormalige steenkoolmijn van Waterschei in de Belgische provincie Limburg actief was. Thor verwijst naar de voetbalclub Thor Waterschei die in 1988 fusioneerde en KRC Genk werd en waarvan het stadion, de Cegeka Arena, bij Thorpark ligt. Thorpark omvat:
Erfgoed: de vroegere gebouwen van de Steenkoolmijn van Waterschei met Thor Central, het vroegere hoofgebouw van de Steenkoolmijn met daarin mijnmuseum Mijndepot en met eet- en feestgelegenheden, tentoonstellingsruimte, kinderopvang en kantoren. En verder onder meer de schachttorens, de ophaalgebouwen en het ventilatorgebouw van de mijn, die opgeknapt zijn.
Een park- en natuurgebied van 30 hectare met de terrils van de steenkoolmijn van Waterschei, dat sinds 2018 deel uitmaakt van Nationaal Park Hoge Kempen.[1]. Thorpark is het beginpunt van een aantal wandelpaden met onder meer het Steenmannetjespad dat naar de top van de terril leidt. Vlakbij liggen de Klaverberg, het Kolenspoor en het Schansbroek.
Technologie- en wetenschapspark Thorpark[2]. Thorpark is een vestingsplaats voor verschillende soorten bedrijven, onderzoek- en opleidingsinstellingen actief rond energietransitie, slimme maakindustrie en smart city applicaties. Die zijn gevestigd in modern ogende gebouwen op de site, genaamd EnergyVille, T2-campus, IncubaThor, FacThory en Thor Central.
Sedert 2022 vindt het exotische muziekfestival Afro-Latino Festival plaats op de Thorpark site en in 2024 was er ook de eerste editie van muziekfestival Thor Park Live met onder meer Clouseau, Metejoor, Natalia en Di-Rect.
Om 12 uur was er een gegidste rondleiding in het mijnmuseum.
Het MIJNDEPOT van Waterschei is een unieke belevenis in Limburg.
Oud mijnwerkers hebben een mooi en volledig mijnmuseum gebouwd in het hoofdgebouw van de koolmijn van Waterschei. Een bezoek aan deze unieke plaats zal je niet snel vergeten. In Waterschei reiken het verleden en de toekomst elkaar de hand. Want deze koolmijn wordt een bedrijvenpark dat de energie van de toekomst zal vormgeven. Maar de mijnwerkers blijven op post en vertellen je graag en vol vuur hun verhaal over werken en leven in en rond de koolmijn.
Om 14 uur namen we allemaal een koude schotel tot ons. Daarna werd er koers gezet naar huis. We mogen terugblikken naar een schitterend weekend. En ondertussen zijn we alweer een programma in elkaar aan het boksen voor 2026. Van zodra datum en plaats bevestigd zijn, hoort u van ons. Dank aan verantwoordelijken voor deze fijne dagen.
Voor de meesten stond de zaterdag een ganse dag wandelen doorheen het Nationaal De Meinweg. De wandeltocht bestond uit 2 delen. Voor de geoefende wandelaars bestond het 1°deel uit een tocht van om en bij de 10km tot aan de Boshut, waar we de kleine afstand vergezelden.Een rustige wandeling met 70m stijging.
Een kleiner deel wandelde ook tot onze middagplaats: de Boshut voor een stevige lichte maaltijd.Na ons te hebben versterkt begonnen we aan het 2°deel van de tocht zo'n 12km tot we terug aan ons hotel kwamen. Voor de niet wandelaars stond Roermond op het programma. Roermond met zijn grote shoppingcenter en mooie kathedraal werd onder de voeten gelopen door een groepje geïnteresseerden.
Roermond (uitspraakⓘ; Limburgs: Remunj; Duits (verouderd): Rurmund) is een stad in de Nederlandse provincie Limburg. De stad is de zetel van het bisdom Roermond en is de stedelijke kern van de gelijknamige gemeente Roermond. De gemeente had op 22 november 2024 een inwoneraantal van 60.743. Roermond ligt aan de samenvloeiing van de Roer en de Maas. Samen met de stad Weert vormt Roermond de ontwikkelas van de regio Midden-Limburg.
Roermond was in de late middeleeuwen een Hanzestad, en een van de vier hoofdsteden van het oude hertogdom Gelre, tweede in omvang en grootste qua handel. Roermond werd in 1130 Ruregemunde genoemd. Het eerste woorddeel verwijst naar de rivier de Roer, die genoemd zou zijn naar een Keltisch-Germaanse watergodin "Rura". Het tweede woorddeel lijkt te verwijzen naar de "monding" van de Roer, maar dit is minder waarschijnlijk aangezien de Roer en de Maas tot ±1340 aan de Weerd samenkwamen. Daarna brak de Maas ter hoogte van Beegden door haar oevers en werd de Hambeek, 1 km ten zuidwesten van Roermond, een tweede uitmonding van de Roer in de Maas, waardoor aldus een deltamonding ontstond. Andere verklaringen, nl. dat "monde" zou verwijzen naar een (eventueel versterkte) heuvel, een brug of een Frankische burcht zijn evenmin zeker.
Roermond heeft iedere woensdag (op het Munsterplein) en zaterdag (op de Markt) een voedsel- en warenmarkt. Omdat de hele gemeente is aangewezen als toeristisch gebied, mogen tegenwoordig alle winkels in Roermond hun deuren op zondag openen. In 2003 opende in het westelijk deel van de binnenstad winkelpassage Roercenter. In dit overdekte winkelcentrum zijn historische, monumentale panden geïntegreerd die tevens in gebruik zijn als winkelruimte of horecavoorziening. Tegelijkertijd werd de aangrenzende Neerstraat omgevormd tot winkelpromenade en is een groot aantal historische panden gerenoveerd. In 2009 werd de laatste hand gelegd aan het gebied met de voltooiing van project de Steenen Trappen, waarmee extra woningen, winkels en een grotere openbare bewaakte fietsenstalling werden toegevoegd aan de binnenstad. Met de komst van de A73 en opwaardering van de N280 is de bereikbaarheid van Roermond sterk verbeterd, waardoor meerdere plannen voor uitbreiding van het winkelaanbod zijn gerealiseerd. Bij de kruising van de A73 met de N280 is in 2008 een Retailpark gebouwd, waarin grote winkelketens zich hebben gevestigd. Ten noorden hiervan werd in 2009 een Outdoor Center gerealiseerd. In 2001 werd in de stad het Designer Outlet Roermond van McArthurGlen gevestigd, een van de grootste winkelcentra van Nederland. Het winkelgebied is met het stadscentrum van Roermond verbonden door een voetgangerspassage onder de N280.
Ons eerste gedeelte van de tocht
Plannetje van Roermond
Het 2°deel van deze mooie wandeling
Daarna hetzelfde avondritueel. Terug een apero aangeboden door het hotel en dan ons diner in buffetvorm. Daarna nog gezellig samenzijn.
Wandel weekend WSK Marke Vlodrop 13-06 t.e.m 15-06-2025
Vrijdag 13juni2025:
We vertrokken met 44 clubleden voor ons wandelweekend naar Vlodrop in Nederland.Vrijdagmorgen 13 juni kwamen we – na een tussenstop – tijdig aan in het Boshotel.. Een overvolle keuze zorgde ervoor dat we ruim voldaan aan de namiddag konden beginnen.
Vlodrop (Limburgs: Vlórp) is een kerkdorp in de gemeente Roerdalen in de Nederlandse provincie Limburg. Het ligt langs de rivier de Roer, aan de Duitse grens tussen Roermond en Heinsberg.
Vlodrop bestaat uit het dorp Vlodrop, het gehucht Vlodrop-station, de buurtschap Etsberg (met de watermolen "Gitstappermolen") en daarnaast het buitengebied met een gedeelte van het Nationaal Park De Meinweg en het rijksmonument voormalig College St. Ludwig. De naam Vlodrop is ontstaan uit Flodorp door metathesis van de stam -dorp. Vergelijk de plaatsnaam Geldrop.
Vlodrop heeft een lange geschiedenis. De plaats werd voor het eerst in een oorkonde genoemd in het jaar 943. De eerste bekende heer van Vlodrop was Reinier van Flodrop, grootvazal van Gelder, die omstreeks 1290 leefde. De familie Van Oedenrade bouwde en bewoonde het gelijknamige (en inmiddels verdwenen) kasteel Oedenrade. Het 14e-eeuwse Huis Triest lag langs de Roer; de laatste restanten zijn rond 1918 afgebroken. Vlodrop hoorde na de afsluiting van de Unie van Utrecht in 1579 bij het Overkwartier of Spaans Opper-Gelre. Vanaf 1713 kwam Vlodrop samen met enkele andere gemeenten als Staats-Opper-Gelre aan de Verenigde Provinciën. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog lag het dorp wekenlang onder vuur van zowel de geallieerden als de Duitsers.
Vlodrop ligt in de Roerdalslenk en op het middenterras van de Maas, op een hoogte van ongeveer 30 meter. De kern ligt direct ten westen van de Roer. Ten noordoosten van Vlodrop ligt het Nationaal Park De Meinweg met uitgestrekte bossen en heidevelden. De hoogte van dit gebied loopt op tot boven de 80 meter. In het nabije Duitsland zet zich dit voort in het Effelder Wald. Ten noorden van Vlodrop ligt nog het gebied Turfkoelen en verder liggen er nog vochtige natuurgebiedjes in het Roerdal. De Rothenbach (of Roode Beek) komt vanuit het oosten, is deels grensrivier en mondt ter hoogte van Etsberg uit in de Roer.
Na onze lunch begonnen we met ons proframma af te werken. Met de bus overschreden we de Duitse grens om in Wasserberg te starten voor een namiddagwandeling.
Wassenberg is een stad in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, gelegen in de Kreis Heinsberg. De stad ligt vlak bij de Nederlandse grens, ongeveer 15 kilometer ten zuidoosten van Roermond. Wassenberg telt 18.830 inwoners (31 december 2020)[1] op een oppervlakte van 42,41 km². Naburige steden zijn onder andere Erkelenz, Geilenkirchen en Heinsberg. Wassenberg wordt voor het eerst in 1020 als plaats genoemd. De burcht Wassenberg (Duits: Burg Wassenberg) bestaat echter al aantoonbaar langer. Deze was waarschijnlijk gebaseerd op een Romeinse vesting. In 1020 schonk keizer Hendrik II het kasteel en het land Wassenberg aan Gerard I Flamens, die het van toen af aan als allodium onder zich hield. Er waren geen grafelijke rechten verbonden aan Wassenberg. Hiermee werd de grafelijke lijn opgericht, die vier generaties later vanuit de burcht Wassenberg de grondslag legde voor het graafschap Gelre en waar uiteindelijk de hertogdommen Gulik, Kleef en Berg ook aan verbonden raakten. De burcht Wassenberg is een van slechts drie heuvelforten aan de Neder-Rijn naast Kleef en Liedberg. In 1273 verkreeg Wassenberg stadsrechten, die in 1972 bij een gemeentelijke herindeling bevestigd werden. Een redelijke groep begon aan de wandeling van ongeveer 12km terug naar Vlodrop.
Anderen trokken door Judenbruch voor een kleinere afstand en ook bezochten we de stadskern. Na de installatie was er om 18.45 uur het aperitief aangeboden door het huis. Na het avondmaal in buffetvorm genoten we buiten op het terras van een heerlijke avond.
Tevreden en voldaan kwamen we eindelijk aan bij het hotel.
Ze voorspelden geen te best weer, dus ik koos voor een wandeling niet te ver van huis. Ik reed naar Wakken om daar deel te nemen aan de wandeltocht Rondom Wakken gegeven door de wandelclub uit Tielt de Watewystappers.
Wakken is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Dentergem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Wakken ligt in het oosten van de provincie, nabij de samenvloeiing van de Leie en de Mandel.
Een wak was vroeger een erg drassige plek. De gemeentenaam zou afkomstig zijn van 'wack-hem' (vochtige woonplaats). Dassonville meent dat 'Wackinna' een Romaanse meervoudsvorm is met als betekenis: grond behorend tot iets dat de naam draagt beginnend met 'wak', de naam van ofwel een persoon, ofwel een rivier. Wakken is een van de zeven oudste parochies in West-Vlaanderen. In 791 vermeldde een charter voor de eerste keer Wakken: “in villa noncupante UUackinio”. De gemeentenaam veranderde nadien meerdere keren: Wackine (870), Wackinna (1010), Wachines (1183), Wackene (1351), Wacken (1467) en uiteindelijk sinds 1915 Wakken. In de middeleeuwen was het een stad zonder poorten. De heerlijkheid Wakken was lange tijd eigendom van de Heren van Harelbeke. Van 1480 tot 1707 was het hof van Wackene de residentie van een tak van de Bourgondiërs, de familie Bourgondië-Wackene. Een bastaardzoon van Filips de Goede, Antoon l van Bourgondië verbleef in 1480 in Wakken. Zijn zoon, Antoon II van Bourgondië huwde met de dochter van Andries Andriessen, ridder en Heer van Wakken. Hun zoon, Anthon van Bourgondië verwierf de titel van onder meer gouverneur van Zeeland, Viceadmiraal van Vlaanderen en buitengewoon afgezant van koning Filips II. Het kasteel van Wakken was een echt met parken omgeven paleis, waar grootse feesten en ontvangsten plaatsvonden. In 1614 werd de heerlijkheid Wakken tot baronie en in 1626 tot graafschap verheven. Tot 1823 had Wakken een eigen arrondissement. Sindsdien behoort het tot het arrondissement Tielt.
Sinds 1977 behoort Wakken tot de fusiegemeente Dentergem.
De start was vanuit Hondiuscentrum en de wandelaars konden kiezen uit een 4tal afstanden. Ik koos voor de 18km.
Mooie natuurtocht door de Baliekouter. Alle afstanden lopen door de nabijgelegen fruitboomgaarden. Ook rustpost op korte afstanden. Ik begon aan de wandeling met 2 clubgenoten, maar aan de 1°splitsing gingen we uit elkaar daar deze mensen een kleine afstand wandelden. tot aan de rustpost was ik alleen. Na de rust kwam ik een dame tegen waarmee ik aleens een wandeltocht deed. We hebben dan de rest van de wandeling tesamen gebleven en wat gebabbeld over alles en nog wat. Daarna nog iets gedronken en dan ieder naar zijn of haar huis.
Hier op weg naar de baliekouter en we maakten er een korte passage door.
De Baliekouter is een West-Vlaams provinciedomein in Wakken, deelgemeente van Dentergem. Het domein is gelegen aan de Mandel. De naam baliekouter is afkomstig van een balie (of tol) op de weg tussen Tielt en Waregem. In 1993 werd het voormalige kasteeldomein overgenomen door de provincie, en later in 2004 opengesteld en in 2005 uitgebreid. Het gebied is nu 51 hectare groot waarvan 8 hectare bebost.
we wandelden ook door een stukje van de mandelvallei.
Een aangename wandeling jammer van de regenbuien die we kregen. Er waren 916 deelnemers.
Ditmaal ging ik richting de polders, ik reed naar Alveringem waar de IJzerstappers er hun Butterblommetocht hielden.
Alveringem ([ˈɑlvərɪŋ(ɣ)ɛm]? uitspraakⓘ) is een Belgische plaats en gemeente in de Westhoek in de Belgische provincie West-Vlaanderen, gelegen in een rustige plattelandsomgeving, tussen Veurne en Poperinge. De gemeente telt ongeveer 5.000 inwoners, die Alveringemnaars[1] worden genoemd. Door het zuiden van de fusiegemeente stroomt de IJzer; door Alveringem-centrum loopt de Lovaart.
De omgeving van Alveringem werd reeds bezocht door de Romeinen, en in de 5e eeuw werd deze bewoond door de Franken. In de 7e eeuw zouden er zich Saksen gevestigd hebben en ene Adolfried zou aan de Heilige Audomarus zijn goed hebben geschonken. Zo kwam het bezit uiteindelijk aan de Abdij van Sint-Bertinus te Sint-Omaars en ontstond de heerlijkheid het Vrije van Sint-Omaars, een heerlijkheid die afhankelijk was van het kapittel van Sint-Omaars. De eerste vermelding van Alveringem stamt uit 1066. In 1604 verkocht het kapittel een groot deel van de heerlijke rechten aan de kasselrij Veurne.
Begin 14de eeuw vochten vele bewoners van Alveringem in het leger van Nicolaas Zannekin tegen de Franse koning en de Graaf van Vlaanderen. Deze opstand eindigde door de Slag bij Kassel van 1328, waarbij de opstandelingen werden verslagen. De notabele Jacob Donche (sr.), vader van Jacob Donche (jr.), werd circa 1400 in Alveringem geboren en werd in 1446 in de Alveringemse kerk begraven. De opstanden van de burgers van Veurne maakten dat de notabelen zich op Alveringem terugtrokken, waar vele principaele huysen te vinden waren, waar edellieden woonden of die afhankelijk waren van de Sint-Niklaasabdij te Veurne. Alveringem is een landbouwdorp. Vroeger kende men er ook enkele wolkaarderijen en een dakpannenfabriek. De laatste bevond zich te Pannendorp en was in bedrijf tijdens de 18de en 19de eeuw.
De start wasuit het OC De Kwelle, en vandaag ging ikwandelen met Luc en Benny. We wandelden de 22km afstand.
Verken het polderlandschap van Alveringem met zijn kronkelende landweggetjes. De ongerepte natuur langs het Lokanaal, het onooglijke Oeren en uitlopers naar de charmante buurdorpjes Beauvoorde en Houtem.
Een rustige en aangename wandeling door het polderland.
Dit weekend hadden we besloten om er even op uit te trekken, en we hadden Het Groothertogdom Luxemburg uitgekozen. Niet veraf en heel mooiqua natuur en bezienswaardigheden. We logeerden in Bourscheid-Plage in het Cocoon-hotel La Rive.
Luxemburg, officieel het Groothertogdom Luxemburg (Luxemburgs: Groussherzogtum Lëtzebuerg, ⓘ; Frans: Grand-Duché de Luxembourg; Duits: Großherzogtum Luxemburg), is een land in het westen van Europa dat grenst aan België, Duitsland en Frankrijk. Met een oppervlakte van 2.586 km² [4] en meer dan 672.000 inwoners[5] is het groothertogdom op Malta na het kleinste land binnen de Europese Unie. De hoofdstad en grootste stad van het land is de gelijknamige stad Luxemburg.
Luxemburg is een parlementaire democratie met een groothertog als constitutioneel monarch. Sinds de stichting van het graafschap Luxemburg in 963 is het land volop beïnvloed door het veel grotere Frankrijk aan de ene kant en het eveneens veel grotere Duitsland aan de andere kant, waardoor het diverse malen onderwerp van conflict is geweest. Desondanks wist het groothertogdom in 1867 zijn onafhankelijkheid te garanderen, al was het tot 1890 nog in personele unie met Nederland verbonden en is het in beide wereldoorlogen door Duitsland overrompeld.
Sinds 1945 heeft het groothertogdom volop internationale economische, politieke en militaire samenwerking opgezocht. Zo behoort het land tot de grondleggers van de Europese Unie, de NAVO, de Verenigde Naties, de OESO en de Benelux. Deze internationale samenwerking heeft ervoor gezorgd dat Luxemburg zich heeft ontwikkeld van een voornamelijk op staalproductie gebaseerde economie tot een economie die vooral berust op internationale handel en bankwezen. Gevolg is dat het land behoort tot de welvarendste landen ter wereld, getuige een bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking van 104.512 Amerikaanse dollar (2009).[6] Daarmee is Luxemburg het land met het hoogste bbp per hoofd van de bevolking volgens het Internationaal Monetair Fonds. Hoewel het een land met een betrekkelijk klein oppervlak betreft, speelt het een onmiskenbare rol in de diplomatie en met name de Europese samenwerking: onder meer was het land gastheer voor de internationale beraadslagingen die leidden tot de Verdragen van Schengen.
Bourscheid (Luxemburgs: Buerschent, Duits: Burscheid) is een gemeente in het Luxemburgse kanton Diekirch. De gemeente heeft een totale oppervlakte van 36,86 km² en telde 1.701 inwoners op 1 januari 2021.Twee kilometer buiten het centrum van de plaats Bourscheid bevindt zich het Kasteel Bourscheid, een middeleeuwse burcht. Bourscheid-Plage is een strand met ligweiden aan de Sûre.
We bereikten iets na 12u Bourscheid, daar het nog te vroeg was voor ons hotel besloten we eerst naar de ruine te gaan.
Het kasteel Bourscheid is een middeleeuwse burcht die op ongeveer twee kilometer afstand van het gelijknamige dorp Bourscheid ligt, in het noorden van het Groothertogdom Luxemburg. Deze stenen burcht, de grootste van Luxemburg, dateert uit het jaar 1000. Het kasteel behoorde toe aan de belangrijke Luxemburgse familie Stolzemburg. Aanvankelijk was het alleen een stenen burcht, maar vanaf 1300 werd er een ringmuur om het kasteel heen gebouwd.
Het indrukwekkende kasteel Bourscheid is een van de meest waardevolle historische monumenten van het Groothertogdom Luxemburg. De geschiedenis begint eigenlijk met Bertram, heer van Bourscheid, wiens naam voor het eerst in 1095 genoemd werd. De bouw van het kasteel gaat terug tot het jaar 1000 en fundeert op nog oudere gebouwen.
Trots staat het imposante kasteel op een 150 meter hoge rotspunt boven de meanders van de rivier de Sure, en was zodanig niet in te nemen met middeleeuwse wapens.Vanwege deze bijna ontoegankelijke ligging verwierf het kasteel al snel strategisch belang, waarvan de achtvoudige uitbreiding en de restauraties getuigen, die op hun beurt de diverse bouwstijlen verklaren.
De buitenste ringmuur werd bijvoorbeeld tussen 1350-1384 gebouwd. de bouw van het Stolzemburger huis dateert uit het jaar 1384, terwijl de binnenplaats wordt geschat op 1477. Rond 1498 werden de torens aan de zuidzijde en aan de oostzijde toegevoegd, terwijl in de 16°eeuw het toegangshek van de artillerie bastions geflankeerd werd. De sinds 1812 langzaam vervallende kasteelruine werd op 12april 1972 door de Luxemburgse Staat aangekocht, en sindsdien zijn vele opgravingen en restauratiewerkzaamheden onddernomen.
Na het bezoek aan de ruine, was het nog een 5tal minuten te rijden tot onze bestemming in Bourscheid-Plage.
Inchecken in het Hotel, daarna naar onze kamer, wat opfrissen en dan nog een kleine wandeling rond ons verblijf.
Zicht op ons verblijf Hotel La Rive.
Na deze korte wandeling gingen we terug naar het hotel om dan ons avondmaal te nuttigen. Na het eten nog wat lezen en kijken voor de volgende dag wat we gingen doen. We besloten dan om nog eens Echternach te bezoeken.
Na het ontbijt reden we richting Echternach, we parkeerde onze wagen in de buurt van Echternach meer, wwar we eerst langs het meer gingen wandelen. het was zeker 20jaar geleden dat ik nog eens een bezoek bracht aan het meer. Er is heel veel veranderd in die tijd.
Het meer van Echternach (Duits: Echternacher See, Frans: Lac d'Echternach) is een meer van ongeveer 30 ha ten zuiden van de Luxemburgse plaats Echternach. Het recreatiemeer is een vrij toegankelijk meer waar men kan vissen, zonnebaden, en waterfietsen kan huren. Zwemmen is niet toegestaan. Aan het meer is een museum gelegen en zijn de restanten van een Romeinse villa te bezichtigen.
De Romeinse villa van Echternach is één van de belangrijkste gebouwen uit de Romeinse tijd ten noorden van de Alpen. Dit luxurieuze huis bood de bewoners destijds een indrukwekkend comfort. In het aangrenzende museum wordt het dagelijkse leven in de Romeinse villa met levensgrote poppen nagebootst. Een film over de Romeinse cultuur en een nagebouwde Romeinse tuin met meer dan 70 planten vervolledigen de informatie. Geniet na een bezoek van een wandeling rond het meer van Echternach
Na het bezoek aan het meer lieten we onze wagen op de parking en gingen dan richting Echternach centrum. Ook daar was er veel verandering te zien.
Echternach (Luxemburgs: Iechternach of lokaal: Eechternoach) is de oudste stad in Luxemburg, gelegen aan de Sûre aan de oostgrens van het groothertogdom. Aan de andere kant van de brug over de Sûre ligt de Duitse plaats Echternacherbrück.
Echternach geldt als toeristische trekpleister waarin regelmatig het aantal toeristen het inwonertal overtreft. De stad is bekend door haar abdij en de historische springprocessie. Tussen de 1e en de 5e eeuw was hier een Romeinse plaats. Op de plaats van de huidige Sint-Pieter en Sint-Pauluskerk was een Romeins castellum, een klein militair kamp. De naam van de stad wordt in 706 geschreven als Epternacus. De naam is mogelijk afgeleid uit de persoonsnaam Epternus en het achtervoegsel -(i)acum. Deze (gereconstrueerde) naam werd gevonden op een grafsteen uit de eerste eeuw na Christus binnen de stad, doch bestaan er twijfels over. Op de steen zou slechts -ternus te lezen zijn geweest.
Het stadhuis van Echternach. Het was de dag van Europa en op het binnenplein van de abdij waren er heel veel verschillende evenementen over Europa.
De abdij van Echternach werd gebouwd in de 11e eeuw terwijl de crypte nog ouder is en stamt uit de 8e eeuw. In het klooster zijn nu een school en kantoren te vinden. Sinds de Middeleeuwen vindt op dinsdag na Pinksteren jaarlijks de Processie van Echternach plaats ter ere van Willibrord. De deelnemers aan deze processie van Echternach, ook wel de springprocessie genoemd, zijn met elkaar verbonden middels witte zakdoeken en springen in de maat van de processiemars naar voren, afwisselend op hun linker- en rechtervoet. Dit is in 1947 zo ingesteld omdat het toenmalige ritme, drie stappen vooruit en twee achteruit, tot een chaotisch verloop leidde.
Er was veel volk aanwezig en ook heel mooi en warm weer.. Na wat rondgekeken gingen we ons eens tegoed doen. We stapten naar een tearoom om daar iets te drinken en een ijsje te eten.
Nu even verwentijd en genieten van onze ijscreme. Na dit alles gingen we dan terug naar onze wagen en op onze terugweg naar het Hotel stopten we nog eens bij de watervallen van Muellerthal.
De Schiessentümpel is een kleine, schilderachtige waterval in de Zwarte Ernz. Met de kunstzinnige stenen brug en de indrukwekkende rotsen is dese plek een van de meest gelieftde plaatsen voor een uitstapje in de Regio Mullerthal - Luxemburgs Klein Zwitserland.
Als we het tegenwoordig over de Schiessentümpel hebben, spreken we ook van de brug en de waterval. De zandstenen brug werd gebouwd in 1879 en hoewel hij geen praktische functie heeft op het gebied van mobiliteit zoals andere grote bruggen, is hij sinds 1879 het symbool van de regio Mullerthal - Luxemburgs Klein Zwitserland. Vóór 1879 was de regio moeilijk toegankelijk, gevaarlijk voor de mens, en er werd gezegd dat de regio op een oerwoud zou lijken en werd het 'land van de wolven' genoemd. Dit veranderde echter in 1814 met het prominente bezoek van Joseph von Görres uit Koblenz. Joseph von Görres was niet alleen directeur schoolonderwijs van de provincie Neder- en Midden-Rijn, waartoe Luxemburg destijds ook behoorde, maar hij was ook wetenschapper voor de krant "Rheinischer Merkur", die in hetzelfde jaar verscheen. Daarnaast schreef de Brusselse journalist Victor Joly in zijn reisboek ook over Luxemburg "Les Ardennes". Deze twee vermeldingen en beschrijvingen hebben ertoe geleid dat mensen uit de buurlanden Luxemburg hebben leren kennen en zin kregen de regio te bezoeken. De Luxemburgse staat heeft toen een beter wegen- en treinnetwerk opgezet. In 1873 was er een treinstation in Grundhof en in 1877 werden de eerste kredieten bereid gesteld voor de aanleg van een weg tussen Grundhof en het dorp Müllerthal. De verbinding tussen het dorp Mullerthal en Breitler werd ook in 1881 voltooid. Zo kon je van beide kanten het dorp en de Schiessentümpel bereiken. De beroemde brug, die nu een symbool van de regio is, werd tussen 20 maart en 27 juli 1879 door de steenhouwer Jean-Pierre Prommenschenkel uit Christnach binnen vier maanden aangelegd. In die tijd werd de brug gebouwd met stoomkalk en zandsteen en hij staat er nog steeds zoals hij toen werd gebouwd. De houten reling is iets later toegevoegd en in de loop der jaren meerdere keren vernieuwd.
Daarna reden we naar ons verblijf , wat opfrissen , aperitieven en daarna ons avondmaal nuttigen. Volgende ochtend eerst ontbijten en dan uitchecken en de terugweg aanvangen naar huis.
Ditmaal gekozen voor Beernem, waar de plaatselijke wandelclub hun Lattenklieverstocht houden te St-Joris.
Sint-Joris is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Beernem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Sint-Joris ligt tegen de grens met de provincie Oost-Vlaanderen. Langs het dorp loopt het Kanaal Gent-Brugge.
St Joris ook de gemeente die genoemd wordt naar de lattenklievers.
Lattenklieven of lattenkloven of lattenspletten, was een huisnijverheid die in delen van West-Vlaanderen werd beoefend tijdens de negentiende en twintigste eeuw, hoofdzakelijk voor de bevoorrading van de Benelux en van delen van Frankrijk. De streekgebonden nijverheid van het lattenklieven bestond erin verzaagde boomstammen te klieven tot dunne latten, die dienden als drager van pleisterwerk in plafonds en binnenmuren. De gemeenten Beernem en Sint-Joris-ten-Distel ontwikkelden zich tot productiecentra. Het ontstaan van het lattenklieven als ambacht en als onderdeel van de vakwerkbouw, dateert uit omstreeks 1850. Voordien, in de eerste helft van de negentiende eeuw, waren het houthandelaars die plafondlatten verkochten. Ze kochten die waarschijnlijk aan bij huisarbeiders in de omgeving van hun bedrijf.
In 1880 vestigden zich de gebroeders Lemahieu, Henri (1857–1914) en Isidoor (1866–1921) als houtzagers in Beernem. Ze kwamen uit Langemark, waar hun vader Charles Lemahieu (geboren in 1828 te Vlamertinge) een houtbedrijf leidde. Vanaf 1886 behoorde het lattenklieven tot hun activiteiten. In 1888 splitsten zich hun activiteiten. Henri bleef in Beernem, terwijl Isidoor zich in Sint-Joris vestigde. Isidoor ontwikkelde zich het meest en had voor de Eerste Wereldoorlog tot 500 personen in loondienst. Henri was ook actief in het lattenklieven, maar was vooral actief in het aanleggen van tramlijnen en het plaatsen van telefoonpalen.
Voor de latten werd hoofdzakelijk naaldhout, meer bepaald dat van de fijnspar gebruikt. Voor de Franse markt werd vooral met eikenhout gewerkt. Tijdens het interbellum werd de jaarlijkse productie geraamd op één miljoen latten. Vanuit Beernem en Maria-Aalter vertrokken jaarlijks 600 tot 700 wagons met latten. De afnemers waren plafonneerders en aannemers, al dan niet via handelaars in bouwmaterialen. Vanuit Beernem en Sint-Joris verspreidde zich het lattenklieven over Vlaanderen. Na de Eerste Wereldoorlog was er uitbreiding in Aalter, Maria-Aalter en Knesselare. Nadien werd het lattenklieven in beperkte mate ook beoefend in Doomkerke, Maldegem, Anzegem, Waregem, Poperinge, Proven en Woesten.
We zijn weeral een nieuwe maand begonnen en wat raast de tijd snel. Ditmaal koos ik voor een wandeling van de Waterhoekstappers uit Heestert.
Heestert is een dorp in het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Zwevegem. Heestert was een zelfstandige gemeente tot de gemeentelijke herindeling van 1977. Het landschap is heuvelachtig; het hoogste punt van Heestert bevindt zich met 65 meter op de Keiberg vlak aan het kanaal Bossuit-Kortrijk. Er is nog landbouw aanwezig in de vorm van akkerbouw maar Heestert ontwikkelt zich meer en meer tot woondorp.
Heestert werd in 1048 voor het eerst vermeld als (villa dicta) Hertrudis. Het dorp dankt zijn naam aan een adellijke dame Ertrudis die zich hier in de 11e eeuw kwam vestigen en er een kasteel liet bouwen. Het grondgebied van Heestert behoorde aanvankelijk onder de kasselrij Kortrijk; bij de afscheuring van de kasselrij Oudenaarde in de 14e eeuw bleef Heestert voor een derde onder Kortrijk en voor twee derde onder Oudenaarde. De dorpsheerlijkheid werd bestuurd vanuit Oudenaarde en de heerschappij over Heestert ging in de loop der eeuwen over in handen van verscheidene families. Bij de vorming van de gemeenten in 1795 werd Heestert een zelfstandige gemeente. In 1977 werd de gemeente opgeheven en bij Zwevegem gevoegd. Naast de landbouw was de vlasverwerking een belangrijke bron van inkomen. Vanaf 1934 kwam er ook vlasverwerking op industriële basis, maar deze bedrijven was geen lang leven beschoren. In 1936 kwam er vanuit Moen een sigarenfabriek, Vandermarliere. Heestert ligt in Zandlemig Vlaanderen. Het laagste deel ligt ter hoogte van de kom, ongeveer 25 meter. De hoogste delen zijn de Keiberg op 65 meter en de heuvel in het Banhoutbos op 57 meter.
Ik had terug afgesproken met Urbain om deze tocht te wandelen. Ook Luc en Benny waren van de partij, en zo waren we met vier om deze tocht te wandelen. Het ging nog ietsje warmer zijn dan gisteren, en de streek hier kennende, heel veel stapwegeltjes en weidse landsc happen, kozen we om 20km maar te wandelen.
Heel veel variatie tijdens deze wandeling. Er waren toch nog zo'n 1214 deelnemers, waaronder 62 clubgenoten.
Vaandaag ga ik een wandeling maken in Deerlijk, waar de wandelclub uit Vichte De Textieltrekkers er hun Grastocht houden.
Deerlijk is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Ze telt ruim 12.000 inwoners. De gemeente wordt doorkruist door de spoorweg Denderleeuw-Kortrijk, de autosnelweg E17 (traject Gent-Kortrijk) en de gewestweg N36. Twee grote beken lopen door de gemeente: de Gaverbeek en de Slijpbeek. Over de verklaring van de naam Deerlijk zijn de naamkundigen het niet eens. Volgens de meest gezaghebbende onder hen, Maurits Gysseling, is de naam Deerlijk een Gallo-Romeinse nederzettingsnaam, namelijk Thrasiliacas, afgeleid van de Germaanse persoonsnaam Thrasilo, gecombineerd met het Latijnse achtervoegsel -iacas. Deerlijk zou dan betekenen "nederzetting toebehorend aan Thrasilo". De oudste schrijfwijzen die men in de documenten aantreft, zijn Derlike (1070) en Tresleca (1111). Later, in de 17de, de 18de en de 19de eeuw treft men ook zeer frequent de benaming D'Eerlyck aan in zowel krantenartikels en pamfletten als in officiële teksten zoals verslagen van de rechtbank (de vierschaar).
Het landschap van Deerlijk is licht golvend; de hoogte varieert van ongeveer 14 meter in de Gavervlakte tot bijna 50 meter in het zuiden, in Sint-Lodewijk. Het grootste gedeelte van het grondgebied bevindt zich tussen de hoogtelijnen van 15 en 20 meter.
De start was vanuit het OC D'iefte, en de wandelaars koden uit een 5tal kiezen. Ik koos voor de 20km. terwijl ik wachtte op Urbain dronk ik eerst nog een kop koffie alvorens te starten .
Het Gaver kasteel:
Gaverkasteel is de benaming voor het kasteel in de Belgische gemeente Deerlijk dat zich bevindt in het sport- en recreatieoord Gaverdomein. Deze benaming is afgeleid van een gebied met vochtige weilanden enige kilometers ten westen van het kasteeldomein, de Gavers (nu natuurgebied De Gavers).
In de eerste helft van de 18de eeuw stond hier al een herenboerderij 't Goed ter Plancken. Deze werd begin 19de eeuw ook gebruikt als een schapenhoeve. Rond deze periode kwam de boerderij in handen van de vermogende familie Vercruysse; jonkheer Astère Vercruysse de Solart liet ze op het einde van de 19de eeuw verbouwen tot een kasteel, een zomerverblijf voor hemzelf en zijn gezin. In de hal prijkt in een brandvenster het wapen van de heer Vercruysse de Solart. Dit wapen bestaat uit een azuren schild met een zilveren tandwiel en 21 gouden kruisjes. De kerkspreuk is: Sub Cruce Labor (= Arbeid onder het Kruis). Langs de wanden zijn in bas-reliëf figuren afgebeeld uit de Griekse en de Romeinse tijd. In de eetzaal is er een houten schouw gemaakt van oude kerkmeubelen afkomstig uit de kerk van Ruien. Boven de schouw hangt een koperen kruis met daaronder ook in koper het adellijk wapen gedateerd 1922. Onder de haard is er een tafereel uit het evangelie afgebeeld: Jezus aan de Jacobsbron en de Samaritaanse vrouw. In de vensters staan de wapenschilden van Deerlijk, West- en Oost-Vlaanderen en Henegouwen (woonplaatsen van de familie; Henegouwen, omdat ook het kasteel Méaulne in Celles in hun bezit was). In een ander venster wordt een vrouw met een tandwiel in de ene en een schaal in de andere hand afgebeeld. Deze figuur is omrand met vogels en fruit.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het kasteel opgeëist door Duitse officieren die veel kostbaar meubilair naar Duitsland lieten overbrengen. In 1921 overleed Astère Vercruysse. Het jaar daarop lieten de erfgenamen het interieur van het kasteel restaureren door de bekende Kortrijkse firma Kunstwerkstede Gebroeders De Coene N.V..Rond 1930 werd het kasteel verkocht. De nieuwe eigenaar en enkele kompanen werden in 1932 gearresteerd omdat ze er heimelijk alcohol stookten en smokkelden. Wat later wisselde het kasteel terug van eigenaar om in 1956 samen met wat aangrenzende gronden aangekocht te worden door de gemeente Deerlijk. In 1957 ontstond in de tuinen van het kasteel het ontspanningsoord Het Gaverkasteel, uitgebreid in 1962. Het omvatte onder meer tennisvelden. In 1971 kwam er een sporthal (met veel later een tweede sporthal) en in 1974 een overdekt zwembad op het domein. In 1991 werd het terrein nog eens vergroot door de aankoop van meer gronden en het heet nu officieel Gaverdomein. Het wordt begrensd door de Vercruysse de Solartstraat, de Schragenstraat, de Stationsstraat en de Ring (N36). Sinds decennia is het oude koetshuis annex paardenstal in gebruik als restaurant en brasserie. Aan de muren van de sterk verbouwde paardenstal is nog de datum 1772 in ijzeren cijfers te zien. Het kasteel zelf biedt nu onderdak aan het Sociaal Huis en het OCMW. Het kasteel werd lange tijd aan het oog onttrokken door hoge bomen in de tuinen en omdat het wat afgelegen stond van de weg.
Op weg naar het Natuurdomein de Gavers
Dit zijn nieuwe aangelegde stukken
De Molen
Provinciedomein De Gavers is een West-Vlaams natuur- en recreatiedomein van 192 ha in de gemeentes Harelbeke en Deerlijk. Het Gavermeer van ongeveer 65 ha ontstond door zandwinning in de jaren 1960, die nodig was voor de aanleg van de nabijgelegen snelweg E17. Daarvoor was het een drassig meersengebied. Het beheer van de Gavers valt onder de provincie van West-Vlaanderen. Met ongeveer 800.000 bezoekers per jaar is dit het drukstbezochte provinciedomein van deze provincie. Faciliteiten omvatten een zwemstrand, speelweides, wandel-, ruiter- en fietspaden, cafetaria's en een avonturenpark. Ruimte voor recreatie laat watersporten op het Gavermeer toe zoals: zeilen, surfen en kajakken. Een deel van het domein is natuurreservaat waar vooral watervogels kunnen overwinteren.
Het gebied maakte in de vroege middeleeuwen (ca. 500 - 1000) deel uit van een groot woud, het Methelawoud. Dat woud verdween geleidelijk door houtkap, waarbij het vrijgekomen land werd gebruikt voor de landbouw. Rond 1600 waren de Gavers al een drassig weidegebied. Op de Vandermaelenkaarten (uit de 19de eeuw) wordt het huidige natuurdomein aangegeven als Gavere Weyde. Het oorspronkelijke Gaverlandschap bestond uit laaggelegen wei- en hooilanden met rijen knotwilgen of elzen en populieren langs de ontsluitingswegen. De natte weilanden aan de Gaverbeek stonden in de winter geregeld onder water. Voor de aanleg van de autosnelweg E3 (de huidige E17) was behoefte aan grote hoeveelheden zand. Dit werd in goede kwaliteit gevonden in de nabije Gavermeersen. Er werd een gebied van 80 ha onteigend en in augustus 1968 begon men de eerste gronden weg te zuigen. Tegen eind 1970 was 4.000.000 m3 weggespoten en had het oorspronkelijke landschap van natte hooilanden plaats gemaakt voor een grote waterplas van 62 ha. In 1974 kocht het Provinciebestuur van West-Vlaanderen het gebied aan van de Intercommunale E3 en de Intercommunale Leiedal. De totale oppervlakte werd vergroot en uitgebouwd voor recreatie en natuurmogelijkheden. De Gavers bestaan tegenwoordig uit een groot meer met daaromheen bossen, wandel- en fietspaden.
Het westelijke deel van het Gavermeer is een permanent vogelreservaat, en wordt 's winters fors uitgebreid om de dieren optimale rust te kunnen bieden. In het oostelijke deel huist een reigerkolonie met een zeventigtal nesten.
Natuurpunt Gaverstreke neemt het beheer van de "Vlinderweides" (1 ha bloemen- en insectenrijk hooiland), de "Villaplasjes" (6 ha natte weiden met ondiepe plassen) en de Oeverzwaluwenwand voor haar rekening.Het meer wordt als wachtbekken voor drinkwater uit het kanaal Kortrijk-Bossuit gebruikt. Rond de waterplas loopt de volledig gescheiden Gaverbeek die vervuild water naar het waterzuiveringsstation aan de Leie in Harelbeke brengt.In 2006 werd aan een zuidoostelijke hoek van het meer een soort zwembad gebouwd. In 2021 vingen grote werken aan om het domein met ongeveer 20 hectare uit te breiden, tot 212 hectare. Drie nieuwe zones zullen ingericht worden voor natte natuur, natuureducatie en recreatie, een gecontroleerd overstromingsgebied en het herstellen van de natuurlijke loop van de Gaverbeek. Deze werken omvatten een aantal fases, waarbij het einde wordt voorzien in 2025.
Een rustige weekwandeling met een mooie passage door de Gavers. Heel warm weer. Er waren 773 deelnemers, waaronder 33 clubgenoten.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is sinds 1 mei op rust gesteld.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.