Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Vandaag ging ik wandelen in Passendale. Deze wandeling is georganiseerd door de wandelclub Drevestappers uit Zonnebeke.
Passendale is een landelijk dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en tegenwoordig de hoofdgemeente van Zonnebeke. Het ligt op de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug, die doorloopt richting Westrozebeke. Tot 1977 was Passendale een zelfstandige gemeente. Passendale is vooral bekend vanwege de vele oorlogsmonumenten en -begraafplaatsen die refereren aan de Eerste Wereldoorlog, met name de Derde Slag om Ieper. De naam betekent vermoedelijk een "pas tussen de dalen", dus een verbinding over hoger gelegen grond tussen de uitgestrekte West-Vlaamse moerassen. Een alternatieve verklaring is dat de naam afkomstig is van de Germaanse benaming voor het 'dal van Pasko' of Pascandale.[2] De naam Pascandale werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 855. Passendale is bekend van gebeurtenissen uit de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Derde Slag om Ieper in 1917 sneuvelden er meer dan honderdduizend geallieerde en Duitse militairen in een uitzichtloze strijd die maanden duurde. Vooral in het Brits Gemenebest is Passendale een begrip geworden. De slag werd beschreven als een hel van modder en vuur, één der bloedigste veldslagen aller tijden, die duurde van 4 oktober tot 6 november 1917. Doordat het Britse leger (Franstalige) Belgische stafkaarten gebruikte, met de oude schrijfwijzen van de Vlaamse toponiemen, is de plaats in de Engelse oorlogsliteratuur bekend als Passchendaele, door de Britten uitgesproken als passion dale of "dal van de lijdensweg". Het dorp werd totaal verwoest. Op 28 september 1918 werd Passendale definitief op de Duitsers heroverd door het 4e Regiment Karabiniers en door de Grenadiers. Naar deze legeronderdelen werden dan ook twee straten genoemd.(bron wikipedia)
Iedere wandelaar kreeg bij inschrijving een potje met enkele kaas proevertjes. Passendale is ook wel het Kaasdorp genoemd.De naam Passendale is op een dramatische manier verbonden met het oorlogsverleden van de streek. Op gastronomisch vlak roept hij echter onmiddellijk de associatie op met kaas. Passendale kaas is een begrip geworden, en dit is te danken aan de jarenlange inspanningen van de Kaasmakerij van Passendale.
De wandelaars konden kiezen uit diverse afstanden. Ik koos voor de 16km , moest nog weg in de namiddag. Geniet even mee met enkele sfeerbeelden.
Kerk van Passendale
We wandelden langs de vele oorlogsmonumenten die deze gemeente heeft.
Ook mooie vergezichten kregen we voorgeschoteld.
Het weer was wederom ideaal om te wandelen. De zon probeerde nog een beetje warmte af te geven.
Altijd wat info ter beschikking.
Het oude station van Zonnebeke De kerk van Zonnebeke
restant van de oorlog.
Eén van de vele oorlogskerkhoven
De kaasmakerij van Passendale.
Terug een mooie en rustige wandeling doorheen het Kaasdorp Passendale.
Deze keer een wandeling in de buurt, ik ging wandelen in Rekkem, waar de wandelclub uit Lauwe er hun jaarlijkse Open grenstocht hield. De start was zoals gewoonlijk in de basischool Barthel . Deze wandeling bestond uit een viertal lussen, 2 grote en 2 kleine.
Rekkem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Menen. Rekkem ligt in het zuiden van de provincie, ingeklemd tussen Wallonië (Moeskroen) en Frankrijk (Halewijn). Rekkem-centrum ligt in het noorden van het grondgebied, meer naar het zuiden ligt het gehucht Paradijs. In het oosten van de deelgemeente ligt een stuk van het industrieterrein LAR, genoemd naar de drie deelgemeenten waarin het gelegen is (Lauwe - Aalbeke - Rekkem). Tijdens het neolithicum was deze streek al bewoond. Er zijn vondsten van krabbers en klingen van silex, ongeveer 4000 jaar oud. De Romeinse tijd toont geen sporen van bewoning: de heerbaan van Rijsel naar Kortrijk loopt niet over dit gebied.De naam Rekkem is mogelijk in de Frankische tijd ontstaan, maar de betekenis is meerduidig. Genoemd wordt reka (rivier) en hamma (landtong uitspringend in een moeras) dan wel hem (huis).Het dorp ontstond waarschijnlijk in de 11e eeuw. In 1173 werd het voor het eerst vermeld, als Reckeham. Omstreeks 1200 was er al een parochie, in 1163 moet er al een kerk geweest zijn. De westelijke grens van de huidige gemeente is de scheidslijn van de kasselrijen Rijsel en Kortrijk en tevens de huidige lands- en taalgrens. Vanaf 1205 was er sprake van de familie Van Rekkem, en in 1242 werd de eerste heer, Robrecht van Lampernisse, bij name genoemd. In 1666 werd de toenmalige heer, Bernard de Haynin, tot baron verheven, waarmee Rekkem een baronie werd. In 1668 kwam Rekkem aan Frankrijk, maar in 1678 kwam het weer aan de Oostenrijkse Nederlanden. Het door oorlogshandelingen ontvolkte gebied werd herbevolkt door inwijkelingen uit Frankrijk, waarmee Rekkem grotendeels Franstalig werd en een aantal veldnamen verbasterd werden naar het Frans. Later kwamen daar Vlamingen bij die in Frankrijk werk zochten. Tot 1947 bleef Rekkem tweetalig, waarna het Vlaams werd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, op 5 oktober 1914, werd Rekkem ingenomen door Duitse troepen die een aantal belangrijke gebouwen in gebruik nam. De kerk werd ingericht als veldhospitaal. In 1963, bij de definitieve vastlegging van de taalgrens, werd het gehucht Risquons-Tout (0,39 km2 met zowat 500 inwoners) overgeheveld van de gemeente Rekkem naar de stad Moeskroen.Na 1965 werd de autosnelweg A14 aangelegd, toen onderdeel van de E3, later van de E17.
De eerste grote lus was 8.5km en ging richting Diefhondbos en terug en de 2°lus 7.3km ging flirten met de Franse grens. de weergoden bezorgden ons een hele mooie dag met alles erop en eraan.
Doorsteek langs de kasteelhoeve.
rustige paadjes Mooi zicht via het jaagpad langs de Leie
De Golden River
Zicht op Wevelgem(St Theresiakerk) Hier de aanloop naar het Diefhondbos. Aangekomen aan de ingang van het bos. Wat info betreft het Diefhondbos. Het Diefhondbos is een van de oude beddingen die ontstaan zijn na de rechttrekking van de Leie in 1885. Die afgesneden arm werd jarenlang opgevuld met huishoudelijk afval. In 1979 werd het gebied ingekleurd als bos en in 1983 werd het stort gesloten. In de loop der jaren werden op het stort verschillende boomplantacties georganiseerd waardoor je er nu een speelbos vindt.
Zicht op het Franse Halluin Terug naar de dorpskern van Rekkem via enkele mooie veldwegels. Kerk van Rekkem.
Op de 2°lus kwamen we voorbij een mooie vierkantshoeve
Op weg naar het buitenland(Frankrijk) Mooi vergezicht Terug een zicht op Halluin hier waren we al op Franse bodem. We kregen enkele mooie veldwegels
Mooie vergezichten Hier terug naar eigen bodem langs de E17 via de LAR
Terug op Belgische bodem
Op weg naar de startzaal, heb genoten van de wandeling, we hadden prachtig weer gehad.
Vandaag ging ik mee met de wandelclub uit Marke met de bus richting Sint Pieters Leeuw.
Sint-Pieters-Leeuw (Frans: Leeuw-Saint-Pierre) is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Vlaams-Brabant die deel uitmaakt van de Zennevallei en het Pajottenland. De gemeente is een van de hoofdplaatsen van het gerechtelijk kanton Herne - Sint-Pieters-Leeuw en behoort tot het administratieve kanton Halle.De gemeente is een van de grootste voor wat betreft het bevolkingscijfer in Vlaams-Brabant. Sint-Pieters-Leeuw telt ruim 34.000 inwoners en grenst aan de gemeenten Dilbeek, Anderlecht, Drogenbos, Lennik, Beersel, Halle en Pepingen. De gemeente kan terugbuigen op een lange en met documenten gestaafde geschiedenis. De oudste geschreven bronnen gaan terug tot de 9de, 12de en 13de eeuw. Het oudste document betreft een schenkingsakte van een Brabantse edelvrouw, 'dame Angela', waarin wordt verwezen naar een 'domein of een vrij goed van 7 mijl lang en 1 mijl breed met een moederkerk en 9 dochterkerken' dat geschonken werd aan het Sint-Pieterskapittel van Köln-Deutz bij Keulen. Het domein was toen begrensd door Sint-Pieters-Leeuw, Oudenaken, Elingen, Sint-Laureins-Berchem, Vlezenbeek, Neerpede, Itterbeek, Dilbeek en gedeelten van Anderlecht op de linkeroever van de Zenne en op de rechteroever door Buizingen, Huizingen, Dworp, Beersel, Eizingen, Ruisbroek, Linkebeek, Alsemberg, Sint-Genesius-Rode tot aan de Lasne te Genval. Vóór 1000 was Leeuw reeds een goed georganiseerd domein, met een hoofdplaats en minstens negen wijken. Getuige hiervan de negen kerken of kapellen die afhingen van de Leeuwse parochiekerk. Vanaf 1236 behoorde het tot het Land van Gaasbeek. Door huwelijk of door erfenis kwamen zowel het waterkasteel Coloma als de heerlijke rechten en allerlei voorzieningen in bezit van belangrijke edelen en hovelingen zoals Jan Karel Roose, lid van de Grote Raad van Mechelen en Vital-Alex de Coloma, kamerheer van keizerin Maria-Theresia. In de Franse tijd lag het dorp in het Dijledepartement, in 1815 in de provincie Zuid-Brabant, in 1831 in de provincie Brabant en sinds 1995 in de provincie Vlaams-Brabant. Sinds de Karolingische tijd lag Sint-Pieters-Leeuw in de Brabantgouw. Het hoorde later, tot het eind van het ancien régime aan het einde van de 18e eeuw, bij het kwartier Brussel van het hertogdom Brabant. Kerkelijk ressorteerde het tot het midden van de 16e eeuw onder het bisdom Kamerijk. Vanaf de 12e eeuw was het ingedeeld bij de dekenij Halle, van de aartsdekenij Brabant. De landelijke nederzetting groeide uit tot een belangrijke woon- en werkgemeenschap. Toen de heerlijkheid in 1690 tot baronie werd verheven, kwamen in dezelfde periode de wijken Vlezenbeek, Sint-Laureins-Berchem, Oudenaken en Elingen los van Sint-Pieters-Leeuw. Aan de nieuwe gemeente werd bij KB van 17 september 1975 de naam van de hoofdgemeente Sint-Pieters-Leeuw gegeven.[1] Sinds 1 januari 1977 zijn de vroegere gemeenten Sint-Pieters-Leeuw, Oudenaken, Sint-Laureins-Berchem, Ruisbroek en Vlezenbeek samengevoegd in de fusiegemeente Sint-Pieters-Leeuw.(bron:wikipedia)
Eenmaal aangekomen begaven we ons naar de inschrijvingszaal, genoten nog eerst van een kop koffie alvorens te beginnen aan de wandeling. Eventjes kijken hoe de wandeling eruit zag en dan beslissen wat we gingen wandelen.
Dit jaar starten de wandelaars langs de Zuunbeek en haar wachtkommen. Zij kunnen kennis maken met twee natuurgebieden. Wandelen van de ene site naar de andere gebeurt langs veld- en landwegen met elkaar verbonden door verkeersarme baantjes.
De kleine lussen tellen 5 km en 6 km en zijn zo goed als vlak. Deze lopen langs de Zuunbeek met haar wachtkom en het bijhorende natuurgebied, de Oude Zuun. Na het oversteken van de Zuunbeek en het doorkruisen van een boomgaard en weide van “Natuurpunt” tot aan de Bellestraat of de“Karenberg” keren de wandelaars terug naar de startzaal via mooie veld- en landwegen en langs de Zuunbeek.
Vanaf de 12 km wandel je naar de controlepost in Vlezenbeek. De wandelaars volgen eerst het parkoers van de 6 km tot aan de “Karenberg” waar een splitsing hen leidt naar Vlezenbeek. Dit parkoers loopt via onverharde ofwel verkeersarme wegen rond het grootste wachtbekken van de gemeente aan de Hoogstraat. Langs de Witte Hoeve naar het “Vagevuur” en via de “Beevaartweg” bereiken de wandelaars de controlepost.
Het waterspaarbekken is het tweede en grootste wachtbekken in de gemeente, aangelegd na de creatie van een eerste wachtkom in de Slesbroekstraat en het rechttrekken en de verlegging van de Zuunbeek. Het bekken heeft een lengte van 400 m, een breedte van 85 tot 123 m, een oppervlakte van 4 ha en een inhoud van 80 miljoen liter water. De oevers zijn 3,30 m hoog. Deze belangrijke ingreep, gerealiseerd in 1975, was noodzakelijk om de lager gelegen woonwijken bij hevige regenval te beschermen tegen overstromingsgevaar en waterellende. De Zuunbeek meandert opnieuw door het landschap. In de jaren zeventig werd de waterloop nog rechtgetrokken, maar nu heeft de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de klok teruggedraaid. Er komt zo niet alleen natuurgebied bij, maar er zal ook meer water gebufferd kunnen worden, wat dan weer overstromingen helpt voorkomen.
De naam Beevaartweg vertelt ons dat hier jaarlijks duizenden pelgrims te voet voorbijtrekken naar Halle. Onderweg genieten we van een mooi panorama op Brussel, glooiende akker- en weidelandschappen, rijen populieren en boomgaarden. Hier wandelen we voor een deel langs het parkoers van de Hogebossenwandeling. De naam “Hogebossen” is ontleend aan het gehucht waar er meerdere bossen waren. Tijdens dit traject krijgen we ook een zicht op het kasteelbos van Gaasbeek.
Na de controle keren de wandelaars terug naar de startzaal via “Rattendaal”, “Jagersdal” en sluiten aan bij het parkoers van de 6 km tot het einde van de wandeling.
De omloop dat we gingen volgen. het KMI had wat mist voorspelt voor deze voormiddag, hopelijk niet de hele dag.
Mooie doorbraak poging van de zon.
Hier een tijdje wandelen langs de Zuunbeek
Mooie taferelen qua mist.
De mist zorgde ook voor mooie beelden.
Galloweirunderen Zolang de mist bleef hangen, was ook de temperatuur niet te hoog.
Hier een zicht op Vlezenbeek waar de centrale rustpost was. Na de rust was het weer volkomen anders. Mist volledig opgedoekt, de temperatuur omhoog en aangenaam. Hier doorkruisen we Vlezenbeek Nu kregen we mooie vergezichten
Voor alle afstanden geldt dat de wegen hoofdzakelijk onverhard zijn ofwel verkeersarm. Je kan echt spreken van een “groen” en “veilig” parkoers! En na de inspanning kan je in de startzaal genieten van onze lekkere streekbieren; Kriek, Geuze, Beersel en Bersalis!De mooiste plekjes van de omgeving zijn verwerkt tot een harmonieus geheel, waar elke wandelaar, cultuur- en natuurliefhebber enthousiast naar terugkeert. Een mooie wandeling hadden we gekregen.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.