Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Besloot vandaag eens een knooppuntenwandeling te maken in het Hoppeland. Het weer was wat wisselvallig, maar ik besloot toch om naar Abele te rijden.
Abele (Frans: Abeele) is een dorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen, gelegen in de gemeente Poperinge.[1] Het straatdorp[2] ligt hoofdzakelijk op het grondgebied van Poperinge en de Poperingse deelgemeente Watou, maar ook voor een stukje in de Franse gemeente Boeschepe. Het dorpje telt ruim 600 inwoners, waarvan een honderdtal Fransen. De hoofdstraat valt samen met de landsgrens, zodat de huizen aan beide kanten van de straat op ander grondgebied liggen. De Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangenkerk staat op Frans grondgebied, maar de erediensten worden door het Bisdom Brugge geregeld. De kerkfabriek van Watou en het gemeentebestuur van Boeschepe staan in voor het onderhoud. Abele was lange tijd een belangrijke grensovergang. In 1713 werd er een tolkantoor opgericht, dat tijdens de Franse Revolutie verdween. Het vroegere Belgische douanekantoor werd gerestaureerd en doet nu dienst als retrocafé met kleine tentoonstellingsruimte.Vlakbij ligt Abeele Aerodrome Military Cemetery, een Britse militaire begraafplaats met een 100-tal gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. (bron:wikipedia)
Eens aangekomen in Abele nog een goed parkeerplaatsje zoeken en dan beginnen aan de wandeling. Volgens de weerberichten ging het miezeren tegen de middag.
Geniet even mee van de foto's.
Een mooie maar drassige wandeling doorheen het Hoppeland.
Gisteren een dagje thuis, vandaag ging ik wandelen in Aarsele. De wandelclub uit Tilet(de Wattewijstappers) gaven er hun jaarlijkse Herfsttocht. De start was in het OC Aarsele. De wandelaar kon kiezen uit een 4tal afstanden. Ik besloot om de 18km te wandelen. Ze voorspelden regen rond de middag.
Aarsele is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Tielt. Een inwoner van Aarsele wordt een Aarselenaar genoemd. De oudste vermelding van Aarsele in de bronnen dateert uit 1038 en luidt Arcela, een Germaanse samenstelling van arda (=weide) en sali (=kamer, woning bestaande uit één ruimte). Tijdens het ancien régime was Aarsele, binnen de Kasselrij Kortrijk ressorterend onder de Roede van Tielt, erg versnipperd in verschillende heerlijkheden, zoals Donsegem en Hogenhove, maar ook in kerkelijke lenen, toebehorende aan de abdijen van Lobbes en van Baudelo en Sint-Baafs in Gent. Veruit de voornaamste heerlijkheid was echter Gruuthuse, waar 12 achterlenen van afhingen. Gelegen op de baan van Gent naar Tielt, ontsnapte Aarsele niet aan plunderingen. Zo werd de gemeente in 1580 verwoest door de geuzen. Ook tijdens de zeventiende eeuw bleef men er niet gespaard, zo onder meer in 1646 en later in 1690, wanneer de Franse legers er brand en verwoesting zaaiden. Tussen die twee data in, in 1666, werd Aarsele door de pest getroffen. In 1829 bracht koning Willem I de gemeente een bezoek. Op 2 oktober 1971 stortte een in Londen opgestegen vliegtuig van British European Airways met bestemming Salzburg neer in Aarsele. Bij de ramp kwamen alle 63 bemanningsleden en passagiers om het leven.
Mijn te volgen parcours tabel van de rustposten
Via enkele mooie veldwegels gingen we richting Wontergem.
Mooie natuurwandeling langs vele prachtige veldwegels in de groene long tussen Aarsele en Wontergem in een vredig landschap van ongerept groen.
Heel veel afwisseling
Het weer viel nog mee deze morgen, al hoewel de lucht kwam dreigen.
Aangekomen in Wontergem waar onze rustpost was.Wontergem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Deinze sinds 1977. Wontergem ligt ten westen van Deinze zelf, tegen de grens met West-Vlaanderen, bij de Oude Mandel. De bevolking bestaat grotendeels uit landbouwers en forensen. Guido Gezelle heeft er een gedicht over geschreven. Wontergem werd voor het eerst vermeld omstreeks 1019-1030 als Guntrengem. In 1320 werd de naam Wontergem voor het eerst gebruikt. Wontergem maakte deel uit van het Land van Nevele. Naast diverse heerlijkheden had ook de Abdij van Drongen hier bezittingen. In 1905 vestigden zich hier de uit Dentergem afkomstige Zusters van Sint-Vincentius. Zij stichtten hier een school.
Hier het standbeeld van Lucien Buyse.Lucien Buysse (eigenlijk: Buyze) (Wontergem, 11 september 1892 – Deinze, 3 januari 1980) was een Belgisch beroepswielrenner van 1913 tot 1933. Zijn wielerloopbaan begon in 1914 toen hij in de Ronde van Frankrijk van start ging maar de eindstreep niet haalde. Na de Eerste Wereldoorlog kwam hij in 1919 weer terug in de Tour, maar stapte wederom onderweg af. Het jaar daarop behaalde hij wel een derde plaats in de klassieker Parijs-Roubaix. In 1923 reed hij de Ronde van Frankrijk wel uit en eindigde op een achtste plaats.In de edities van 1924 en 1925 reed hij in de Franse ploeg Automoto voor kopman Ottavio Bottecchia. Hij werd derde in 1924 en, na een heftige discussie met Bottecchia, tweede in 1925 achter de Italiaan.De Tour van 1926 was de langste in de geschiedenis (5745 km), met zeventien etappes van gemiddeld 338 km. Lucien Buysse - zijn broers Jules en Marcel waren ook in koers - nam in de tiende etappe de leiding door tijdens een geweldige sneeuwstorm op de Col d'Aspin in de Pyreneeën de aanval te kiezen, waardoor hij bijna een uur voor kwam te liggen op zijn kopman Bottecchia. Bottecchia stapte af en Buysse arriveerde in Parijs als winnaar. Lucien Buysse won in zijn loopbaan in totaal vijf Touretappes: een in 1923, twee in 1925 en twee in 1926. Ook zijn broers Marcel Buysse en Jules Buysse waren bekende wielrenners. (bron:wikipedia)
Hier wandelde ik over knuppelpaden.
Ook op deze lus was het een afwisselend gedaante qua wegels en verhard.
Deze zat te wachten tot...
Na de halte in de rustpost ging ik terug richting start.
Zicht op de dorpskern van Aarsele.
De laatste meters tot de zaal. heb het kunnen droog houden. Het begon pas te regenen toen ik naar huis ging. Een mooie en gezellige wandeling.
Met het mooie weer ging ik naar Tiegem om daar een wandeling te maken georganiseerd door de wandelclub uit Vichte.
Tiegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Anzegem. Het telt ongeveer 1550 inwoners. De start was vanuit het OC De Mesinde. Men kon kiezen uit 6-12-18 en 24km. Het eerste gedeelte ging richting Otegem via allerlei kerkwegels en autoluwe wegen.
Een wandeling rond de Tiegemberg met zijn talrijke stenen voetwegels. Mooie vergezichten over de Scheldevallei. We gaan door het Warandepark met zijn eeuwenoude bron, mooie kapel, terrasvijvers, merkwaardige grotachtige bouwsels en bosgebied. Het park van Tiegem was vroeger een bedevaartsoord, nu vormt het tegelijk een enig stukje natuur en een domein van rust en ontspanning.(bron wikipedia) Geniet even mee met de sfeerbeelden.
Mooi zicht op het Kluisbos Het beloofde een mooie dag te worden.
Rustig stappen op de talrijke voetwegels.
Heel veel variatie
Heel rustig om te wandelen
Prachtige herfstkleuren
Aangekomen te Otegem , op weg naar de rustpost. Schitterende zichten
Terug op weg richting Tiegem opnieuw via mooie paden en voetwegels. Zicht op de kerk van Inooigem.
Mooi opschrift.
Zicht op Tiegemberg. De Tiegemberg is een heuvel in Tiegem bij Anzegem. Met een hoogte van 82 meter is het een van de hoogste toppen in het interfluvium van Schelde en Leie. De kleiige ondergrond bood weerstand aan de erosie, waardoor deze getuigenheuvel kon ontstaan. In de zuidelijke helling is een spleetvormig dal uitgeslepen, waar een bron ontspringt. Hier ligt ook het cultuurhistorisch belangwekkende Sint-Arnolduspark. Op de Tiegemberg staat de Bergmolen.
Ben bijna aan de startzaal. Het 2°gedeelte ging ik richting Het Warandepark.
Ook hier kregen de wandelaars mooie zichten. Deze kip liep wat verloren
Hier kreeg ik een mooi zicht over de vallei.
Hier was ik rond de Tiegemberg. Het betreden van het park.Het Sint-Arnolduspark wordt eind 19de eeuw aangelegd, nadat er zich een paar miraculeuze genezingen zouden hebben voorgedaan. Er wordt een kapel gebouwd en er komen kunstmatige rotsen, vijvers, fonteinen, wandelpaden en een ligweide. Vooral de rotspartijen in cement, een typisch Belgisch verschijnsel, zijn de moeite waard. Vandaag wordt het park nog altijd bezocht door bedevaarders, maar ook wandelaars en natuurliefhebbers komen er zeker aan hun trekken. Er is een speeltuin voor de kinderen, die het park ook al spelenderwijs kunnen leren kennen met de gezinszoektocht 'Op stap met Blob rond de Tiegemberg en Anzegem'. Altijd mooi om er in te wandelen.
Mooie schakering van bladeren.
Het was een hele aangename wandeling met een lekker herfstweertje erbij.
Vandaag ging ik wandelen dicht bij huis. Ik reed naar Stasegem om daar een wandeling te maken van WSK Marke.
Het Belgisch gehucht Stasegem bevindt zich in de stad Harelbeke, gelegen in de provincie West-Vlaanderen. Het ligt in het zuiden van de deelgemeente Harelbeke, tussen de Gaverbeek en de grenzen van Deerlijk, Zwevegem en Kortrijk. Stasegem bevindt zich vlakbij het Kanaal Kortrijk-Bossuit en is hierdoor sterk vergroeid met de stad Kortrijk. Het grondgebied dat vandaag Stasegem heet kent reeds een lange geschiedenis wat bewoners betreft. Dat bewijzen een aantal vondsten uit de Gallo-Romeinse periode. Onder andere aan het provinciaal domein De Gavers zijn restanten gevonden van houten en stenen gebouwen. Ook eikenhouten waterputten, afvalkuilen, glas, brons en muntstukken tonen aan dat Stasegem een belangrijke nederzetting moet zijn geweest. Eveneens zou de Romeinse heirbaan Tongeren-Bonen, een drukke langeafstandsweg in die tijd, doorheen Stasegem gelopen hebben.
De start van deze wandeling was in het Guldensporencollege, en de wandelaars konden uit diverse omlopen kiezen. Alle omlopen gingen door de Gavers.Geniet even mee van enkele sfeer beelden.
De startzaal
1° op het domein de Gavers Zicht op de molen
Op weg richting Sint Lodewijk Deerlijk via het kanaal Kortrijk -Bossuyt
Een tijdje het kanaal volgen.
Mooi zicht op de brug Geweldig weer om te wandelen.
Een aalscholver op de uitkijk
Kerk van St Lodewijk Deerlijk. De centrale rustpost.
Op weg naar de Gavers
Terug in het domein De Gavers
2°rustpost het Bezoekerscentrum Gavers.
De Gavers is een natuur- en recreatiedomein in Harelbeke en Deerlijk. Het bevat een groot meer; het Gavermeer, dat ontstaan is door grondafgravingen in de 20e eeuw met de aanleg van de nabijgelegen snelweg E17(Kortrijk-Gent) in het voordien vochtige weidegebied. Het beheer van de Gavers valt onder het provinciebestuur van West-Vlaanderen. Met ongeveer 800.000 bezoekers per jaar is dit het drukstbezochte provinciedomein van deze provincie De Gavers bestaat tegenwoordig uit een groot meer met daaromheen bossen, wandel- en fietspaden. De Koutermolen, een oude staakmolen uit de streek werd heropgebouwd. Deze molen werd voor hij in De Gavers terechtkwam – enkele malen afgebroken en heropgebouwd op een andere plaats. Zo heeft hij in Desselgem, Deerlijk en Stasegem gestaan.
Vandaag ging ik wandelen in Passendale. Deze wandeling is georganiseerd door de wandelclub Drevestappers uit Zonnebeke.
Passendale is een landelijk dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en tegenwoordig de hoofdgemeente van Zonnebeke. Het ligt op de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug, die doorloopt richting Westrozebeke. Tot 1977 was Passendale een zelfstandige gemeente. Passendale is vooral bekend vanwege de vele oorlogsmonumenten en -begraafplaatsen die refereren aan de Eerste Wereldoorlog, met name de Derde Slag om Ieper. De naam betekent vermoedelijk een "pas tussen de dalen", dus een verbinding over hoger gelegen grond tussen de uitgestrekte West-Vlaamse moerassen. Een alternatieve verklaring is dat de naam afkomstig is van de Germaanse benaming voor het 'dal van Pasko' of Pascandale.[2] De naam Pascandale werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 855. Passendale is bekend van gebeurtenissen uit de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Derde Slag om Ieper in 1917 sneuvelden er meer dan honderdduizend geallieerde en Duitse militairen in een uitzichtloze strijd die maanden duurde. Vooral in het Brits Gemenebest is Passendale een begrip geworden. De slag werd beschreven als een hel van modder en vuur, één der bloedigste veldslagen aller tijden, die duurde van 4 oktober tot 6 november 1917. Doordat het Britse leger (Franstalige) Belgische stafkaarten gebruikte, met de oude schrijfwijzen van de Vlaamse toponiemen, is de plaats in de Engelse oorlogsliteratuur bekend als Passchendaele, door de Britten uitgesproken als passion dale of "dal van de lijdensweg". Het dorp werd totaal verwoest. Op 28 september 1918 werd Passendale definitief op de Duitsers heroverd door het 4e Regiment Karabiniers en door de Grenadiers. Naar deze legeronderdelen werden dan ook twee straten genoemd.(bron wikipedia)
Iedere wandelaar kreeg bij inschrijving een potje met enkele kaas proevertjes. Passendale is ook wel het Kaasdorp genoemd.De naam Passendale is op een dramatische manier verbonden met het oorlogsverleden van de streek. Op gastronomisch vlak roept hij echter onmiddellijk de associatie op met kaas. Passendale kaas is een begrip geworden, en dit is te danken aan de jarenlange inspanningen van de Kaasmakerij van Passendale.
De wandelaars konden kiezen uit diverse afstanden. Ik koos voor de 16km , moest nog weg in de namiddag. Geniet even mee met enkele sfeerbeelden.
Kerk van Passendale
We wandelden langs de vele oorlogsmonumenten die deze gemeente heeft.
Ook mooie vergezichten kregen we voorgeschoteld.
Het weer was wederom ideaal om te wandelen. De zon probeerde nog een beetje warmte af te geven.
Altijd wat info ter beschikking.
Het oude station van Zonnebeke De kerk van Zonnebeke
restant van de oorlog.
Eén van de vele oorlogskerkhoven
De kaasmakerij van Passendale.
Terug een mooie en rustige wandeling doorheen het Kaasdorp Passendale.
Deze keer een wandeling in de buurt, ik ging wandelen in Rekkem, waar de wandelclub uit Lauwe er hun jaarlijkse Open grenstocht hield. De start was zoals gewoonlijk in de basischool Barthel . Deze wandeling bestond uit een viertal lussen, 2 grote en 2 kleine.
Rekkem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Menen. Rekkem ligt in het zuiden van de provincie, ingeklemd tussen Wallonië (Moeskroen) en Frankrijk (Halewijn). Rekkem-centrum ligt in het noorden van het grondgebied, meer naar het zuiden ligt het gehucht Paradijs. In het oosten van de deelgemeente ligt een stuk van het industrieterrein LAR, genoemd naar de drie deelgemeenten waarin het gelegen is (Lauwe - Aalbeke - Rekkem). Tijdens het neolithicum was deze streek al bewoond. Er zijn vondsten van krabbers en klingen van silex, ongeveer 4000 jaar oud. De Romeinse tijd toont geen sporen van bewoning: de heerbaan van Rijsel naar Kortrijk loopt niet over dit gebied.De naam Rekkem is mogelijk in de Frankische tijd ontstaan, maar de betekenis is meerduidig. Genoemd wordt reka (rivier) en hamma (landtong uitspringend in een moeras) dan wel hem (huis).Het dorp ontstond waarschijnlijk in de 11e eeuw. In 1173 werd het voor het eerst vermeld, als Reckeham. Omstreeks 1200 was er al een parochie, in 1163 moet er al een kerk geweest zijn. De westelijke grens van de huidige gemeente is de scheidslijn van de kasselrijen Rijsel en Kortrijk en tevens de huidige lands- en taalgrens. Vanaf 1205 was er sprake van de familie Van Rekkem, en in 1242 werd de eerste heer, Robrecht van Lampernisse, bij name genoemd. In 1666 werd de toenmalige heer, Bernard de Haynin, tot baron verheven, waarmee Rekkem een baronie werd. In 1668 kwam Rekkem aan Frankrijk, maar in 1678 kwam het weer aan de Oostenrijkse Nederlanden. Het door oorlogshandelingen ontvolkte gebied werd herbevolkt door inwijkelingen uit Frankrijk, waarmee Rekkem grotendeels Franstalig werd en een aantal veldnamen verbasterd werden naar het Frans. Later kwamen daar Vlamingen bij die in Frankrijk werk zochten. Tot 1947 bleef Rekkem tweetalig, waarna het Vlaams werd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, op 5 oktober 1914, werd Rekkem ingenomen door Duitse troepen die een aantal belangrijke gebouwen in gebruik nam. De kerk werd ingericht als veldhospitaal. In 1963, bij de definitieve vastlegging van de taalgrens, werd het gehucht Risquons-Tout (0,39 km2 met zowat 500 inwoners) overgeheveld van de gemeente Rekkem naar de stad Moeskroen.Na 1965 werd de autosnelweg A14 aangelegd, toen onderdeel van de E3, later van de E17.
De eerste grote lus was 8.5km en ging richting Diefhondbos en terug en de 2°lus 7.3km ging flirten met de Franse grens. de weergoden bezorgden ons een hele mooie dag met alles erop en eraan.
Doorsteek langs de kasteelhoeve.
rustige paadjes Mooi zicht via het jaagpad langs de Leie
De Golden River
Zicht op Wevelgem(St Theresiakerk) Hier de aanloop naar het Diefhondbos. Aangekomen aan de ingang van het bos. Wat info betreft het Diefhondbos. Het Diefhondbos is een van de oude beddingen die ontstaan zijn na de rechttrekking van de Leie in 1885. Die afgesneden arm werd jarenlang opgevuld met huishoudelijk afval. In 1979 werd het gebied ingekleurd als bos en in 1983 werd het stort gesloten. In de loop der jaren werden op het stort verschillende boomplantacties georganiseerd waardoor je er nu een speelbos vindt.
Zicht op het Franse Halluin Terug naar de dorpskern van Rekkem via enkele mooie veldwegels. Kerk van Rekkem.
Op de 2°lus kwamen we voorbij een mooie vierkantshoeve
Op weg naar het buitenland(Frankrijk) Mooi vergezicht Terug een zicht op Halluin hier waren we al op Franse bodem. We kregen enkele mooie veldwegels
Mooie vergezichten Hier terug naar eigen bodem langs de E17 via de LAR
Terug op Belgische bodem
Op weg naar de startzaal, heb genoten van de wandeling, we hadden prachtig weer gehad.
Vandaag ging ik mee met de wandelclub uit Marke met de bus richting Sint Pieters Leeuw.
Sint-Pieters-Leeuw (Frans: Leeuw-Saint-Pierre) is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Vlaams-Brabant die deel uitmaakt van de Zennevallei en het Pajottenland. De gemeente is een van de hoofdplaatsen van het gerechtelijk kanton Herne - Sint-Pieters-Leeuw en behoort tot het administratieve kanton Halle.De gemeente is een van de grootste voor wat betreft het bevolkingscijfer in Vlaams-Brabant. Sint-Pieters-Leeuw telt ruim 34.000 inwoners en grenst aan de gemeenten Dilbeek, Anderlecht, Drogenbos, Lennik, Beersel, Halle en Pepingen. De gemeente kan terugbuigen op een lange en met documenten gestaafde geschiedenis. De oudste geschreven bronnen gaan terug tot de 9de, 12de en 13de eeuw. Het oudste document betreft een schenkingsakte van een Brabantse edelvrouw, 'dame Angela', waarin wordt verwezen naar een 'domein of een vrij goed van 7 mijl lang en 1 mijl breed met een moederkerk en 9 dochterkerken' dat geschonken werd aan het Sint-Pieterskapittel van Köln-Deutz bij Keulen. Het domein was toen begrensd door Sint-Pieters-Leeuw, Oudenaken, Elingen, Sint-Laureins-Berchem, Vlezenbeek, Neerpede, Itterbeek, Dilbeek en gedeelten van Anderlecht op de linkeroever van de Zenne en op de rechteroever door Buizingen, Huizingen, Dworp, Beersel, Eizingen, Ruisbroek, Linkebeek, Alsemberg, Sint-Genesius-Rode tot aan de Lasne te Genval. Vóór 1000 was Leeuw reeds een goed georganiseerd domein, met een hoofdplaats en minstens negen wijken. Getuige hiervan de negen kerken of kapellen die afhingen van de Leeuwse parochiekerk. Vanaf 1236 behoorde het tot het Land van Gaasbeek. Door huwelijk of door erfenis kwamen zowel het waterkasteel Coloma als de heerlijke rechten en allerlei voorzieningen in bezit van belangrijke edelen en hovelingen zoals Jan Karel Roose, lid van de Grote Raad van Mechelen en Vital-Alex de Coloma, kamerheer van keizerin Maria-Theresia. In de Franse tijd lag het dorp in het Dijledepartement, in 1815 in de provincie Zuid-Brabant, in 1831 in de provincie Brabant en sinds 1995 in de provincie Vlaams-Brabant. Sinds de Karolingische tijd lag Sint-Pieters-Leeuw in de Brabantgouw. Het hoorde later, tot het eind van het ancien régime aan het einde van de 18e eeuw, bij het kwartier Brussel van het hertogdom Brabant. Kerkelijk ressorteerde het tot het midden van de 16e eeuw onder het bisdom Kamerijk. Vanaf de 12e eeuw was het ingedeeld bij de dekenij Halle, van de aartsdekenij Brabant. De landelijke nederzetting groeide uit tot een belangrijke woon- en werkgemeenschap. Toen de heerlijkheid in 1690 tot baronie werd verheven, kwamen in dezelfde periode de wijken Vlezenbeek, Sint-Laureins-Berchem, Oudenaken en Elingen los van Sint-Pieters-Leeuw. Aan de nieuwe gemeente werd bij KB van 17 september 1975 de naam van de hoofdgemeente Sint-Pieters-Leeuw gegeven.[1] Sinds 1 januari 1977 zijn de vroegere gemeenten Sint-Pieters-Leeuw, Oudenaken, Sint-Laureins-Berchem, Ruisbroek en Vlezenbeek samengevoegd in de fusiegemeente Sint-Pieters-Leeuw.(bron:wikipedia)
Eenmaal aangekomen begaven we ons naar de inschrijvingszaal, genoten nog eerst van een kop koffie alvorens te beginnen aan de wandeling. Eventjes kijken hoe de wandeling eruit zag en dan beslissen wat we gingen wandelen.
Dit jaar starten de wandelaars langs de Zuunbeek en haar wachtkommen. Zij kunnen kennis maken met twee natuurgebieden. Wandelen van de ene site naar de andere gebeurt langs veld- en landwegen met elkaar verbonden door verkeersarme baantjes.
De kleine lussen tellen 5 km en 6 km en zijn zo goed als vlak. Deze lopen langs de Zuunbeek met haar wachtkom en het bijhorende natuurgebied, de Oude Zuun. Na het oversteken van de Zuunbeek en het doorkruisen van een boomgaard en weide van “Natuurpunt” tot aan de Bellestraat of de“Karenberg” keren de wandelaars terug naar de startzaal via mooie veld- en landwegen en langs de Zuunbeek.
Vanaf de 12 km wandel je naar de controlepost in Vlezenbeek. De wandelaars volgen eerst het parkoers van de 6 km tot aan de “Karenberg” waar een splitsing hen leidt naar Vlezenbeek. Dit parkoers loopt via onverharde ofwel verkeersarme wegen rond het grootste wachtbekken van de gemeente aan de Hoogstraat. Langs de Witte Hoeve naar het “Vagevuur” en via de “Beevaartweg” bereiken de wandelaars de controlepost.
Het waterspaarbekken is het tweede en grootste wachtbekken in de gemeente, aangelegd na de creatie van een eerste wachtkom in de Slesbroekstraat en het rechttrekken en de verlegging van de Zuunbeek. Het bekken heeft een lengte van 400 m, een breedte van 85 tot 123 m, een oppervlakte van 4 ha en een inhoud van 80 miljoen liter water. De oevers zijn 3,30 m hoog. Deze belangrijke ingreep, gerealiseerd in 1975, was noodzakelijk om de lager gelegen woonwijken bij hevige regenval te beschermen tegen overstromingsgevaar en waterellende. De Zuunbeek meandert opnieuw door het landschap. In de jaren zeventig werd de waterloop nog rechtgetrokken, maar nu heeft de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de klok teruggedraaid. Er komt zo niet alleen natuurgebied bij, maar er zal ook meer water gebufferd kunnen worden, wat dan weer overstromingen helpt voorkomen.
De naam Beevaartweg vertelt ons dat hier jaarlijks duizenden pelgrims te voet voorbijtrekken naar Halle. Onderweg genieten we van een mooi panorama op Brussel, glooiende akker- en weidelandschappen, rijen populieren en boomgaarden. Hier wandelen we voor een deel langs het parkoers van de Hogebossenwandeling. De naam “Hogebossen” is ontleend aan het gehucht waar er meerdere bossen waren. Tijdens dit traject krijgen we ook een zicht op het kasteelbos van Gaasbeek.
Na de controle keren de wandelaars terug naar de startzaal via “Rattendaal”, “Jagersdal” en sluiten aan bij het parkoers van de 6 km tot het einde van de wandeling.
De omloop dat we gingen volgen. het KMI had wat mist voorspelt voor deze voormiddag, hopelijk niet de hele dag.
Mooie doorbraak poging van de zon.
Hier een tijdje wandelen langs de Zuunbeek
Mooie taferelen qua mist.
De mist zorgde ook voor mooie beelden.
Galloweirunderen Zolang de mist bleef hangen, was ook de temperatuur niet te hoog.
Hier een zicht op Vlezenbeek waar de centrale rustpost was. Na de rust was het weer volkomen anders. Mist volledig opgedoekt, de temperatuur omhoog en aangenaam. Hier doorkruisen we Vlezenbeek Nu kregen we mooie vergezichten
Voor alle afstanden geldt dat de wegen hoofdzakelijk onverhard zijn ofwel verkeersarm. Je kan echt spreken van een “groen” en “veilig” parkoers! En na de inspanning kan je in de startzaal genieten van onze lekkere streekbieren; Kriek, Geuze, Beersel en Bersalis!De mooiste plekjes van de omgeving zijn verwerkt tot een harmonieus geheel, waar elke wandelaar, cultuur- en natuurliefhebber enthousiast naar terugkeert. Een mooie wandeling hadden we gekregen.
Ditmaal ging ik wandelen in Oost-Vlaanderen, met name in De Klinge. Een knooppunten wandeling in het Stropersbos.
De Klinge is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Sint-Gillis-Waas. Het dorp grenst aan het Nederlandse Clinge in Zeeuws-Vlaanderen. De Klinge telt zo'n 3550 inwoners (in 2011) en heeft een oppervlakte van 2,72 km². Deze wandeling had ik uitgestippeld via knooppunten en was voor 95% onverhard. Vroeg op gestaan en dan richting De Klinge. Ik kon de wagen aan de rand van het bos parkeren en kon zo aan de wandeling beginnen. het beloofde terug een hele mooie dag te worden, dus optimaal profiteren van de boslucht.
De start van deze wandeling
Volgens het infobord heel veel mooie dreven.
Wat info
Heel rustig om te wandelen. Af en toe op Nederlands grondgebied. Goed opletten want daar is de bewegwijzering anders dan bij ons. Graas zone voor de dieren die loslopen.
Na de ochtend bewolking kreeg ik een blauwere hemel te zien
Veel variatie tijdens de wandeling
Waarschuwingsborden voor de wandelaars, afstand houden van de dieren.
Ook regelmatig wat poelen.
Het Stropersbos of De Stropers is een natuurgebied in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het bevindt zich in het noordelijk deel van het Waasland, ten noordoosten van de gemeente Stekene (Kemzeke) en ten westen van de gemeente Sint-Gillis-Waas. Het is gelegen ten zuiden de Nederlandse grens langsheen de provinciale weg Sint-Niklaas - Hulst en ten noorden van de autosnelweg Antwerpen-Kust (A11/E34). Het hele natuurgebied heeft een oppervlakte van 478,43 ha. Er zijn afwisselend gedeelten naald- en loofbossen. Het bosgebied is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'Bossen en heiden van Zandig Vlaanderen: oostelijk deel' (BE2300005). Het bosgebied sluit over de grens in Nederland aan op de Clingse bossen en de Steense bossen ('Waterwinbossen').
De omgeving van het Stropersbos staat bekend tot vandaag bekend als een verdroogd gebied. In het verleden kwamen in dit gebied plant- en diersoorten uit natte heiden en hooilanden voor. Door vernatting van de ondergrond wil men de oude vegetaties terug kansen geven. De verdroging werd veroorzaakt door een verstoord grondwatersysteem. Enkele andere vegetatietypes hebben eveneens grote potenties in dit gebied: open graslandvegetaties met struisgras en buntgras, droge heidetypes, voedselrijke ruigtes langs waterlopen en boszomen, oude zuurminnende eikenbossen. Het natuurstreefdoel is een landschap met heel wat overgangssituaties tussen bos en grasland: gesloten bos, spontane bosopslag en struweel afgewisseld met vochtige en droge heischrale graslanden en schrale hooilanden. Het middel hiertoe is integraal, zeer extensief, jaarrond begrazingsbeheer, onder meer met runderen. De projectvisie ontwikkeld in samenwerking met de plaatselijke afdeling van Natuurpunt, integreert een duurzaam bosgebruik en een inrichting naar recreatie, met een link naar natuurbescherming en -educatie.
Dit zijn de te volgen pijltjes in Nederland, goed kijken naar het nummer en dan staat er hier en daar een gele pijl die je moet volgen(zonder nr)
Terug naar het einde. Deze wandeling is zeker een aanrader, je kan ze ook langer of korter maken.
Vandaag ging ik een wandeling maken met de gps richting Ronse, ik koos voor het Muziekbos. Het ging nog een mooie dag worden, dus moet men er van profiteren.
Ronse (Frans: Renaix) is een stad en faciliteitengemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad telt 26.092 inwoners en 10.685 huishoudens (2017), die Ronsenaars[1] worden genoemd. Sint-Hermes is haar patroonheilige. Ronse is gelegen in het Zuid-Vlaamse Heuvelland of de zogenaamde Vlaamse Ardennen. De schrijver Omer Wattez noemde Ronse ook wel "de koningin der Vlaamse Ardennen", omwille van de ligging en groene omgeving. Vandaag de dag is Ronse een handelsstad met een provinciaal karakter en een belangrijk regionaal onderwijscentrum met verzorgende functie. Als "Parel van de Vlaamse Ardennen" profileert de taalgrensstad zich als een cultuur-toeristisch centrum van waaruit men de natuur van de Vlaamse Ardennen kan ontdekken. Hierdoor kent Ronse een steeds toenemend dagtoerisme.
Ik reed tot aan de Fiertel. Daar is het gratis parkeren en begon dan aan mijn wandeling. Het was aangenaam weer, weinig wandelaars, dus optimaal profiteren van de rust.
Ik volgde eerst nog een padje alvorens het bos in te gaan.
Het Muziekbos is een natuurgebied op de Muziekberg in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (België). Het Muziekbos is 52 hectare groot en sluit aan op het 57 hectare grote Sint-Pietersbos. Het domeinbos wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Binnen de Europese natuurdoelstellingen wordt op termijn 100 hectare extra bos gecreëerd aan het Muziekbos en het Sint-Pietersbos . Het Muziekbos ligt op en rond de flank van de getuigenheuvel Muziekberg (150 m). De naam Muziekbos heeft oorspronkelijk niks met muziek te maken. De "Muz" in het woord Muziekbos verwijst wel naar het Keltische "moeras" - een drassig lapje grond gelegen tussen watertjes. Het Muziekbos ligt in het erg reliëfrijke landschap van de Vlaamse Ardennen, met steile valleiwanden, glooiende heuvels en diep ingesneden dalen. Drie miljoen jaar geleden lagen deze heuvels nog als zandbanken aan de kust van een ondiepe en tropische zee. Op het hoogste punt van het bos staat de Geuzentoren, een ronde toren uit 1864 opgetrokken in ijzerzandsteen. Op een boogscheut van de Geuzentoren ligt een prehistorische grafheuvel uit het Bronstijdperk. Centraal in de heuvel bevond zich de grafkamer. Hier werden twee urnen met verbrande beenderen van een man en een vrouw, as en steenkool gevonden. Het Muziekbos is een beukenbos dat opnieuw werd aangeplant na de Eerste Wereldoorlog. Gerichte dunningen en kappingen in bepaalde zones van het bos zullen het Muziekbos op termijn omvormen tot een gemengd loofbos met beuk, kers, eik en es. Rond de top van de Muziekberg werd in 2014 2,5 hectare naaldhout gekapt om de oorspronkelijke vegetatie met struikheide, gaspeldoornstruweel, bremstruweel en bloemrijk schraal grasland te herstellen. Het Muziekbos is vooral bekend voor de voorjaarsbloeiers. In de lente zorgen boshyacint ("blauwe kousjes"), kleine maagdenpalm en daslook voor een bontgekleurd lappendeken. Ook de zeldzame paarse schubwortel, vermeld op de Vlaamse rode lijst van planten, komt voor in het Muziekbos. Het aangrenzende Sint-Pietersbos werd niet gekapt tijdens de Eerste Wereldoorlog en bevat dus nog zomereiken, eiken en essen van meer dan 150 jaar oud (met een omtrek tot vier meter).(bron; wikipedia).Geniet even mee van de sfeerbeelden.
Zicht vanop de parking. Op weg naar het Muziekbos. Mooie vergezichten
Mooie wolkenformaties
Zie ze staan
Niemand te bespeuren, zalig genieten van de rust. Op en af, soms een pittig klimmetje.
Een rustbank.
Nog altijd niemand tegengekomen.
Eventjes de buitenkant van het bos. Wat verderop waren ze aan het werken(opkuis van rotte bomen) was afgebakend en moest een ommetje maken.
Knuppelpaden Een eindje op deze paden blijven.
Mooi, de zon even door de bomen. Nogmaals de buitenkant.
Nog een mooi zicht.
Door de weide Hier een zicht op een deel van de Fiertel(genomen met telelens)
Hier ben ik terug op weg naar de parking waar ik deze voormiddag mijn wagen plaatste. Een hele mooie wandeling, op het einde enkele wandelaars tegengekomen. Deze wandeling is een aanrader.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is sinds 1 mei op rust gesteld.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.