Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (België) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Ditmaal reed ik naar Hekelgem, het pajottenland, om daar de Sinksentocht te wandelen in het kader Vlaams Branat wandelt.
Hekelgem is een deelgemeente van de fusiegemeente Affligem, waartoe ook de dorpen Essene en Teralfene behoren. Hekelgem is gelegen in de provincie Vlaams-Brabant. Het dorp heeft een oppervlakte van 809 ha en maakt deel uit van het arrondissement Halle-Vilvoorde en het kanton Asse. Hekelgem was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1 januari 1977.
Hekelgem lag tijdens de Karolingische Periode in de Brabantgouw. Vanaf omstreeks 1085/1086 maakt het deel uit van het landgraafschap Brabant onder de graven van Leuven, voorvaderen van de hertogen van Brabant. Binnen dit graafschap ressorteerde het onder de heerlijkheid Asse (vanaf de 17e eeuw een markiezaat). In de bestuurlijke geografie van het hertogdom Brabant behoorde Essene tot het kwartier Brussel. Kerkelijk stond de parochie Hekelgem als dochterkerk van Essene vanaf 1086 onder het patronaat van de abdij van Affligem, die tot het einde van het ancien régime over uitgestrekte pachtvelden binnen het dorp beschikte. Bij het begin van de Franse periode vormden de gehuchten Affligem, Boekhout en Hekelgem drie verschillende gemeenten. Op 18 december 1795 werden de eerste twee bij de derde gevoegd.Tot in de negentiende eeuw werd het gemeentelijke politieke debat bepaald door twee rivaliserende kampen, de Verkens en de Smeerders. Aan de basis van de tweestrijd lag een conflict tussen culturele verenigingen en een erfeniskwestie. Beide partijen waren oorspronkelijk katholiek. De Smeerders hadden de steun van de abdij van Affligem, terwijl de pastoor van de Sint-Michielsparochie de Varkens aanhing. De tweedeling bleef belangrijk tot aan de fusie der gemeenten in 1977.
De start was vanuit de Cursaal zaal de Bellekouter. De wandelaars konden uit een hele reeks afstanden kiezen; van 6km tot 44km. Ik koos voor de 23km te wandelen, maar door een foutje van de parcoursbouwer(splitsingbord) kwam ik uiteindelijk op bijna 30km. het was een hele mooie tocht met heel veel variatie en groen. Het eerste gedeelte tot aan de rustpost bedroeg bijna 10km en we kregen enorm veel wandelpaden, zowel droge als modderige paden. Aangekomen in Sint-Kathrina Lombeek moesten we daar een lus maken van 8.6km en terug. Deze was ook heel mooi en heel afwisselend. Daarna nog 4.5km tot het einde en daar ging het mis. Bij de eerste splitsing had de parcoursbouwer vergeten onze afstand op het bord te plaatsen en zo waren we opweg naar een volgende rustpost die we niet moesten hebben met alle gevolgen vandien. Geen bezwaar, we kregen wat km's extra bij. Op het einde nog wat bijgepraat en dan terug huiswaarts.
De startzaal Bellekouter
Heel veel afwissling tijdens de wandeling.
Het Hertigembos is een bos- en natuurgebied in de Belgische gemeente Ternat, meer bepaald in de deelgemeente Sint-Katherina-Lombeek. Het bos vormt samen met het grotere Liedekerkebos het bijna 200 ha omvattende bos- en natuurcomplex Liedekerke- en Hertigembos. De naam Hertigembos betekent Hertogenbos en is ontstaan door contaminatie met Affligembos. Zo is Hertigembos ontstaan uit de samentrekking van ‘s Hertogen- en Affligembos, naar de vroegere eigenaars, Hertog Jan en de abdij van Affligem. Bij de aanplanting van het Hertigembos werd gekozen voor inheemse boomsoorten zoals zomereik, es, els, linde en een struikgordel om het beschermd waardevol grasland af te schermen.
Aangekomen te Sint Katharina Lombeek.
Sint-Katherina-Lombeek (plaatselijke uitspraak: Loemek) is een dorp, gelegen in het Pajottenland, in de Belgische provincie Vlaams-Brabant en een deelgemeente van Ternat. Sint-Katherina-Lombeek was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Het dorp is door woonwijken vastgegroeid aan het naburige Ternat. Hier moesten wij een hele mooie lus maken van 8.6km
Terug in Sint Katharina Lombeek
Zicht op de E40
Het was een hele mooie wandeling door het pajottenland,veel afwisseling gekregen en heel goed wandelweer.Er waren 1932 deelnemers aanwezig,waaronder 4clubgenoten.
Het was al een tijdje geleden dat ik nog eens naar Wallonië ging om er te wandelen. Net nu was er een wandeltocht in Péruwelz.Het weer was terug heel goed, dus reed ik naar Henegouwen om daar deze wandeling te maken.
Péruwelz is een Franstalige stad in België, gelegen in het Waalse gewest in de provincie
Henegouwen. Péruwelz ligt in West-Henegouwen op een boogscheut van de Franse grens, in de buurt van de Franse steden Condé-sur-l'Escaut, Vieux-Condé, Hergnies en het bos van Bon-Secours waar we het kasteel van Hermitage vinden
De start van deze wandeling was in Salle des Sportifs, een mooi domein. De wandelaar kon uit een 4tal afstanden kiezen, koos terug voor de 21km, die uiteindelijk ietsje meer was. Een heel rustige wandeling, bijna niemand tegengekomen op mijn tocht van 21km. de ee
Na de start eerst een stukje door het domein.
Vandaag geen gelach of getater, enkel luisteren naar de vogeltjes en genieten van de stilte.
Een heel eind wandelen langs het kanaal.
Hier zicht op het plezierhaventje
Een reejong
Na het kanaal, dit wandel en fietspad een tijdje volgen door het bos.
Ook enkele smalle weggetjes
Af en toe uitkijken voor de bepijling.
Heel rustig
Echt genieten.
Over de E42 Een aalschover
Nog een plezierhaventje
Kerk van Péruwelz.
Laatste stuk naar de startzaal, goed voor 7km.
Terug door het domein
Een hele mooie en rustige wandeling, weinig mensen tegengekomen. Heel veel afwisseling qua zichten. 65% onverhard.
Eventjes wandelen in Oost-Vlaanderen, ditmaal reed ik naar Bachte Maria Leerne, waar de wandelclub uit Deinze er een mooi tocht gaven.
Bachte-Maria-Leerne ontstond in 1823 door samenvoegen van de dorpen en parochies Sint-Maria-Leerne en Bachte. De deelgemeente ligt langs de rivier de Leie, de Oude Leie en het Schipdonkkanaal. Bachte-Maria-Leerne had een eigen gemeentebestuur en burgemeester tot de gemeentelijke fusie van 1977.
De start was vanuit het schooltje, en men kon uit een 6tal afstanden kiezen. Dronk eerst een koffie en wachte op een paar wandelvrienden die ook kwamen voor deze tocht. We besloten om de 21km te wandelen. Er was al wat zon toen we vertrokken. Lentetocht door het groene Bachte-Maria-Leerne en langs het mooie Kasteel van Ooidonk. Iedere afstand kwam langs het kasteel.
Op stap met de 3 musketiers, plezier verzekerd.
Eventjes poseren, mooi op een lijn.
Henri gaf wat uitleg, maar ja...
Zicht op een dode arm van de Leie
Op weg naar de rustpost.
hier wandelden we door het goed van Parijs.
Het Goed te Parijs en het bos rond de Astenedreef bij het Gampelaeregoed … ooit waren het twee aparte gebieden. Natuur en Bos en de stad Deinze brachten de twee boskernen samen onder de noemer stadsbos Deinze. Het gebied ten noorden van de Krekelstraat wordt een stevig bos van een twintigtal hectare. De zuidkant van de Krekelstraat wordt een gevarieerd landschap met bos, wastine en weiland met poelen en gemengde houtkanten
‘Goed te Parijs’ als naam voor een stadsbos? Dit klinkt kosmopolitisch! Maar er zit natuurlijk meer achter. Een vleugje geschiedenis… De naam verwijst naar de hoeve die je op het domein terugvindt. Vermoedelijk was de eigenaar een zekere Van Parijs. Vandaar.
Een glimp op het Kasteel van Ooidonk.
Door deze poort komt men aan het kasteel. Het was een aangename en rustige tocht, met veel gelach en getater.
Nu reed ik naar Kortemark, waar de wandelclub de Kreketrekkers er hun Hapkintocht hielden.
Kortemark is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 12.000 inwoners. Kortemark is gelegen in de vallei van de Krekebeek, een vertakking van de IJzer. In de deelgemeente Handzame verandert de naam in Handzamevaart.
Kortemark bestaat naast de hoofdgemeente Kortemark nog uit de deelgemeentes Werken, Zarren en Handzame. Tot Handzame behoort ook de kleine parochie Edewalle. In het oosten van Kortemark-centrum ligt het gehucht Kortemark-Elle. Voorts liggen nog verschillende kleine gehuchten verspreid over de gemeente, waaronder Markhove, Pereboom en Bescheewege.
In de omgeving van Kortemark werden archeologische onderzoekingen verricht naar enkele grafheuvels uit de bronstijd. Ook werd materiaal uit de La Tène-periode aangetroffen. Enkele artefacten uit het mesolithicum werden eveneens gevonden. De eerste vermelding van het huidige dorp is uit 1063 als "Merck" (afgebakend gebied binnen onbebouwde gronden). Een latere vermelding, uit 1281, had betrekking op de overdracht aan graaf Gwijde van Dampierre onder de naam "Courtemarck". Aldus ontstond Kortemark op de rand van het overstromingsgebied van de huidige Handzamevaart.
De gronden in de omgeving waren in handen van de Graaf van Vlaanderen en werden in de 11e eeuw uitgegeven als heerlijkheid aan de familie Van Oudenaarde. In 1281 werd Kortemark verkocht aan Gwijde van Dampierre en werd onderdeel van het Land van Wijnendale. De kerkelijke rechten (patronaatsrecht en tiendrecht) waren in bezit van de Sint-Salvatorabdij te Ename. In de deelgemeente Werken werden bij archeologische opgravingen enkele skeletten uit de Middeleeuwen gevonden. Eén van de skeletten was van een man van 190 cm, wat een zeer uitzonderlijke lengte is voor die tijd. De godsdiensttroebelen einde 16e eeuw leidden tot de verwoesting van de kerk en de ontvolking van de streek. Ook in de 17e eeuw vonden veel krijgsverrichtingen plaats, vooral met Franse troepen. Kortemark lag een tijd lang tegen Frans gebied aan (1678-1697). Na 1713 kwam een einde aan de voortdurende oorlogen en kwam ook Kortemark onder Oostenrijks bewind. In 1818 bevonden zich te Kortemark zes brouwerijen, twee lijnwaadfabriekjes gebaseerd op thuisweverij, twee steenbakkerijen, een leerlooierij, een tiental windmolens en een drietal rosmolens. In 1835 kwam de eerste stoommachine, die bij de Ellemolen werd geplaatst. Nadat in 1858 het station Kortemark werd geopend nam de bouwactiviteit sterk toe en ontstonden er nieuwe steenbakkerijen. Ook andere industrie vestigde zich, zoals een stoomzagerij (1906) en de groenteconservenfabriek "Aurora" (1907), opgericht door Aimé Talpe. Deze fabriek was een belangrijke werkgever in de streek.Tijdens de Eerste Wereldoorlog legden de Duitsers in de buurt van Kortemark enkele verdedigingslinies aan. Op 14 oktober 1918 werd Kortemark bevrijd door het 10e Linieregiment.De wederopbouwperiode leidde onder meer tot de bouw van een nieuwe kerk. Ook werd een vlasfabriek gesticht, Deprez genaamd. De houtzagerij en de steenfabrieken werden weer gestart, en met name steenfabriek Desimpel werd gemoderniseerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd onder meer het station door de Engelsen gebombardeerd. Op 7 september 1944 werd Kortemark bevrijd door Canadezen, Polen en Engelsen.
Deze wandeling ging van start in het OC de Kouter, en ik wandelde terug met Luc en Benny. Vandaag kozen we voor de 21km. Terug heel mooi wandelweer met een aangename wandeling die richting Torhout ging en rond Kortemark zelf met een doortocht door de steenbakkerij Wienerberg en het spaarbekken.
Op weg naar onze eerste rustpost bij de fruitboer.
Naar de steenbakkerij
De huidige ontginningsput, die we in beeld zien, is eigenlijk al de derde site waar de steenbakkerij, die nog altijd goed bekend is onder haar vroegere naam Desimpel, haar klei wint. De twee vorige putten, die meer noordelijk liggen, zijn ondertussen in gebruik als Definitieve Opslagplaats (DOP) voor uitgegraven bodem en als stortplaats (Silvamo). Ook de ontginning van deze put van ruim 15 ha groot loopt stilaan op zijn einde. Daarom werden een paar jaar geleden al plannen gemaakt voor een forse uitbreiding van de ontginningszone, tot 55 hectare. Die gaat vooral in westelijke richting, tot achter de residentiële bebouwing en de site van groenteverwerkend bedrijf Verduyn aan de Galgestraat. Dit uitbreidingsgebied bevat een capaciteit van zo’n 500.000 kubieke meter ontginbare klei, waarmee de steenbakkerij naar schatting een goeie 30 jaar verder kan. Het is de bedoeling om hier klei te winnen voor zowel de nabijgelegen steenbakkerij in Kortemark, waar gevelstenen gemaakt worden, als de Wienerberger-steenbakkerij in Zonnebeke, die binnenmuurstenen produceert.
Vandaag ging ik wandelen in een regio die nog niet helemaal bekend is voor de wandelaar. Deze regio is nog niet overspoeld door wandelingen van via het verbond. Ik reed naar Alveringem om daar deel te nemen aan de Butterblommetocht, uitgevoerd door de plaatselijke wandelclub de Ijzerstappers, nog een heel jonge wandelclub.
Alveringem (Nederlandse uitspraak: [ˈɑlvərɪŋ(ɣ)ɛm] (i); Oalveringem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente bestaat uit de deelgemeenten Alveringem, Beveren-aan-de-IJzer, Gijverinkhove, Hoogstade, Izenberge, Leisele, Oeren, Sint-Rijkers en Stavele. Op 1 januari 2006 telde Alveringem 4.887 inwoners. De oppervlakte bedraagt 80,01 km², de bevolkingsdichtheid is 61 inwoners per km². De burgemeester van Alveringem is Gerard Liefooghe (Gemeentebelangen) sinds 2006. Cyriel Verschaeve was als pastoor verbonden aan de parochie van Alveringem en werd in 1973 herbegraven in de buurt van de kerk van Alveringem.
De gemeente Alveringem heeft een relatief lage bevolkingsdichtheid en het aantal inwoners is de laatste decennia nog steeds afgenomen. Het uitgestrekte gebied omvat negen deelgemeenten. De grootste stad is Alveringem zelf, de hoofdplaats, gelegen in het noordoosten van de gemeente. Bij de fusie van gemeenten in 1971 werden de dorpen Hoogstade, Oeren en Sint-Rijkers bij Alveringem gevoegd. In 1977 kwamen daar ook Leisele en Stavele, toen nog zelfstandige gemeenten, bij. Vanaf 1971 omvatte Leisele ook de dorpen Gijverinkhove en Izenberge; Beveren-aan-de-IJzer maakte deel uit van Stavele. Sinds 1977 bestond de nieuwe uitgebreide gemeente dus uit de negen deelgemeenten op het platteland.
De start was vanuit de feestzaal Petrus en de wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. vandaag ging ik wandelen met Luc en zoon Benny. Wij kozen voor de langste afstand van 23km(die in werkelijkheid 24km was).
Tocht door de ongerepte natuur langs de boorden van het Lokanaal, het onooglijke dorp Oeren en de Wijdouwbeek, de stilte van het Pannendorp en het pittoreske stiltedorp Lampernisse met zijn specifieke komgronden. We hadden 3 rustposten op onze afstand.
Zicht op de kerk van Oeren
Mooi zicht op Oeren. hier een eindje langs de Lovaart
Zicht op de kerk van Eggewaartskapelle.
Aangekomen op onze eerste rustpost de Molenwal te Alveringem na 6.2km. Na iets te hebben gedronken gingen we richting Lampernisse.
Heel veel afwisseling op onze tocht.
Zicht op Lampernisse.
Aangekomen te Lampernisse na een kleine 3km
Hier onze 2° rustpost. Nu moesten we een lus van bijna 10km maken tot de volgende rustpost.
Kerk van Lampernisse.
Lampernisse is een deelgemeente van Diksmuide. Het is een landbouw- (voornamelijk op veeteelt gericht) en woondorp van 197 inwoners en een oppervlakte van circa 1362 hectare (gegevens stad Diksmuide 2003). In 1971 (eerste fusie) worden Lampernisse, Stuivekenskerke en Oostkerke bij Pervijze gevoegd. In 1977 nieuwe fusie van deze gemeentes met Diksmuide. Eerste vermelding van Lampernisse in 857 als "Lampannesse". In 1123 is de schrijfwijze "Lampernessa", in 1130 "Lampernissa", in 1142 "Lampernisse" en "Lampernes", in 1255 "Lampernesse", in 1632 "Lampernisse".
Het grondgebied van Lampernisse heeft een grillige structuur van een omgekeerde L. Tot Lampernisse behoort ook de 10 hectare grote "enclave van Lampernisse" (ook "Goudenhoek" en "Vlahoek" zie benaming op de stafkaart) geprangd tussen het grondgebied van Oostkerke, Oudekapelle en Kaaskerke. Dit heeft mogelijk te maken met het gegeven dat de parochie Oostkerke historisch een 'afsplitsing' van Lampernisse is. Lampernisse is gelegen in het poldergebied. De weiden ten westen van de Oude Zeedijk (eerste vermelding in 1439 als "den ouden zeediic") behoren tot de Oudlandpolders, die ten oosten ervan tot de Middellandpolders. In de Middellandpolders vindt men mariene sedimenten van de duinkerketransgressie van de 3de tot de 8ste eeuw (zand en klei) en mariene sedimenten van de duinkerketransgressie van de 11de eeuw (hoofdzakelijk klei) en ook veen. In de Oudlandpolders mariene sedimenten van de duinkerketransgressie van de 3de tot de 8ste eeuw. De Oudlandpolders op grondgebied Diksmuide (Lampernisse en Oudekapelle), Alveringem (Alveringem) en Veurne (Zoutenaaie) zijn beschermd als landschap bij M.B. van 30.01.2002.
Het komgrondengebied van Lampernisse wordt doorsneden door een groot aantal waterlopen. De Molenvaart (naamgeving naar de Sint-Jansmolen) en de Oostkerkevaart doorsnijden Lampernisse van west naar oost. De Leerzevaart vormt deels de grens tussen Lampernisse en Alveringem. Het Eieleed (ook te Kaaskerke) - voor het eerst vermeld in 1710 als "Eyeleed" - vormt de grens tussen Lampernisse en Oudekapelle. Het Lampernissegeleed vormt de grens tussen Lampernisse en Pervijze. De Zaadgracht - eerste vermelding als "up de zaet gracht" in 1460 - loopt langs de Oude Zeedijk en vormt dus de grens tussen Oudlandpolders en Nieuwlandpolders. Voorts het Reigersvliet - voor het eerst vermeld als "Reingheersvliete" in 1366 -, de Grote Beverdijkvaart - voor het eerst vermeld als "Beverdijck vaert" in 1699 -, het Sint-Jacobsleed - voor het eerst vermeld als "St. Jacobsleed" in 1621-1638, de Vlavaart of Bertegatvaart (ook te Oudekapelle) - eerste vermelding in 1621-1638 als "Vlavaert" of "Bertegat" -, de Bovenvliet, de Oude A Vaart, de Grote IJzerbeek en de Kleine IJzerbeek.
Zicht op de kerk van Lampernisse
Dit was een heel mooi pad die we tijdje moesten volgen.
Luc was bezig met wat uitleg te geven
Hier volgden we het Pannendorppad.
Dit is het schooltje uit de reeks Chantal. Dit was een hele mooie wandeling met veel variatie. ook het weer was heel goed.
Vandaag op de dag van de arbeid, reed ik naar Heestert om daar deel te nemen aan de West-Vlaamse wandelhappening.
Heestert is een dorp in het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Zwevegem. Heestert was een zelfstandige gemeente tot de gemeentelijke herindeling van 1977. Het landschap is heuvelachtig; het hoogste punt van Heestert bevindt zich met 65 meter op de Keiberg vlak aan het kanaal Bossuit-Kortrijk. Er is nog landbouw aanwezig in de vorm van akkerbouw maar Heestert ontwikkelt zich meer en meer tot woondorp.
Heestert werd in 1048 voor het eerst vermeld als (villa dicta) Hertrudis. Het dorp dankt zijn naam aan een adellijke dame Ertrudis die zich hier in de 11e eeuw kwam vestigen en er een kasteel liet bouwen. Het grondgebied van Heestert behoorde aanvankelijk onder de kasselrij Kortrijk; bij de afscheuring van de kasselrij Oudenaarde in de 14e eeuw bleef Heestert voor een derde onder Kortrijk en voor twee derde onder Oudenaarde. De dorpsheerlijkheid werd bestuurd vanuit Oudenaarde en de heerschappij over Heestert ging in de loop der eeuwen over in handen van verscheidene families. Bij de vorming van de gemeenten in 1795 werd Heestert een zelfstandige gemeente. In 1977 werd de gemeente opgeheven en bij Zwevegem gevoegd.Naast de landbouw was de vlasverwerking een belangrijke bron van inkomen. Vanaf 1934 kwam er ook vlasverwerking op industriële basis, maar deze bedrijven was geen lang leven beschoren. In 1936 kwam er vanuit Moen een sigarenfabriek, Vandermarliere. Heestert ligt in Zandlemig Vlaanderen. Het laagste deel ligt ter hoogte van de kom, ongeveer 25 meter. De hoogste delen zijn de Keiberg op 65 meter en de heuvel in het Banhoutbos op 57 meter.
De start van deze wandeling is zoals gewoonlijk vanuit zaal Malpertus. De wandelaars konden uit een 8tal afstanden kiezen. Ik besloot om de 20km te volgen. Deze afstand had 2 rustposten, eentje in Zwevegem Knokke en één in Moen. Het beloofde een mooie dag te worden. Voor het eerst waren er geen inschrijvingskaarten meer voor de leden, die zijn automatisch ingescand, de niet leden kregen wel nog een kaart (verzekering). Het was een heel afwisselend parcours met vele paadjes en de nodige groenzones.
Een hele aangename wandeling, veel natuur gekregen.
Gisteren gewandeld in Poelkapelle, vandaag naar Tielt, waar de wandelclub de Wattewystappers er hun Plattelandstocht houden.
Tielt is een stad en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Ze ligt in de driehoek Gent, Brugge en Kortrijk. De stad telt ruim 20.000 inwoners en is de hoofdplaats van het arrondissement Tielt. Tielt is ontstaan in de periode 5de-10de eeuw. De oudste vermelding in de vorm van Tiletum[1] en dateert uit 1105. Het betreft een vermeldingen van de belasting die de heer van een Tieltse villa betaalde. Daarom werden in 2005 in de stad verschillende evenementen gehouden om '900 jaar Tielt op schrift' te vieren. In 1245 werden aan Tielt de stadsrechten verleend, en in 1275 werd de lakenhalle gebouwd. Daarna volgden het houden van een jaarmarkt (recht geschonken door Filips de Stoute), een schepenhuis, de Minderbroeders (lange tijd was in Tielt zelfs het noviciaat) en een Latijnse school in 1686, namelijk het Sint-Jozefscollege (vandaag De Bron). Tussendoor werd meermaals een gedeelte van Tielt verwoest door een stadsbrand of de Gentenaren die oorlog kwamen voeren. In 1602 werd Tanneke Sconyncx beschuldigd van hekserij en in Tielt gemarteld tot ze bezweek. Tielt is een typische provinciestad, zodat de nodige centrumfuncties aanwezig zijn. Zowel in de verzorgende als industriële sector is Tielt een belangrijke regionale pool met de aanwezigheid van het Sint-Andriesziekenhuis, het daaraan verbonden Woon- en Zorgcentrum Samen en het Woon- en Zorgcentrum Deken Darras, en de drie industrieterreinen. Ook de functie van scholenstad is sterk aanwezig met vijf secundaire scholen (alle niveaus in het katholiek en gemeenschapsonderwijs zijn aanwezig). Naast het verplichte dagonderwijs is in Tielt ook een Stedelijke Academie voor Muziek en Woord en een Stedelijke Kunstacademie aanwezig (2300 leerlingen), met afdelingen in een aantal buurgemeenten. Naast de oorspronkelijke gemeente Tielt telt de gemeente drie deelgemeenten: voormalige gemeenten die in de tweede helft van de twintigste eeuw erbij zijn gevoegd:Schuiferskapelle: de kleinste deelgemeente, ten noorden van de eigenlijke stad. Kanegem: de deelgemeente in het noordoosten, iets groter dan Schuiferskapelle. Ze staat bekend door de fleurige bloemen waar het dorp mee versierd is Aarsele: de grootste deelgemeente van Tielt, in het zuidoosten.
Prachtige landelijke tocht met goed begaanbare veldwegels, afgeboord met het nodige groen. Autoluwe baantjes richting Schuiferskapelle.
Het was een nieuwe startplaats, gelegen bij de Euorpahallen. De wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen van 3km tot 21km. Ik ging voor de grootste afstand. Samen gewandeld met vriend Henri. Toen we gingen starten begon het ferm te regenen. De tocht ging richting Schuiferskapelle waar er een centrale rustpost was. Het eerste deel was 8km met veel afwisseling van parcours. Toen we bijna aan de rustpost waren was het gestopt met regenen en kwam de zon er stelselmatig door. De grootste afstand maakte hier een mooie lus van ongeveer 7km. Daarna terug richting Tielt. Hebben geen regen meer gekregen, zon en wolken waren van de partij.
Mooie en rustige tocht, jammer van de regen in het begin. Er waren iets meer dan 1200deelnemers aan deze tocht.
Vanmorgen vroeg uit de veren, ging een wandeling maken in Poelkapelle, waar de wandelclub de Clliemolen er hun lentetocht hielden.
Poelkapelle is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Langemark-Poelkapelle, het was een zelfstandige gemeente vanaf 1904 tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Poelkapelle is met zijn ruim 2.000 inwoners een kleiner dan het nabijgelegen hoofdgemeente Langemark (3.500 inwoners), maar toch is de fusiegemeente Langemark-Poelkapelle voor een stuk genoemd naar deze deelgemeente. Na de fusie bleven enkele gemeentelijke faciliteiten dan ook aanwezig in Poelkapelle, maar ondertussen zijn alle diensten reeds gecentraliseerd in Langemark. Poelkapelle is ontstaan rond de Capelle ten Poele, welke het eerst in 1096 werd vermeld. De kapel was afhankelijk van de Abdij van Voormezele en werd bediend door Benedictijnen van de Abdij welke zich aan de rand van het Vrijbos bevond. In 1804 werd Poelkapelle een zelfstandige parochie en in 1904 een zelfstandige gemeente, afgesplitst van Langemark. Poelkapelle fuseerde in 1977 opnieuw met Langemark tot Langemark-Poelkapelle. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Poelkapelle volledig verwoest. Een anekdote over een veldslag tijdens de Eerste Wereldoorlog die in Poelkapelle plaatsvond, gaat als volgt: een Duits regiment van ongeveer 870 man werd bijna volledig vermorzeld; slechts 70 Duitse soldaten overleefden, waaronder de jonge korporaal Adolf Hitler. In het kader van de wederopbouw werd ook een marktplein aangelegd: het Guynemerplein genoemd naar de bekende Franse gevechtspiloot George Guynemer die er tijdens een luchtgevecht neerstortte en omkwam. In 2006 werd tussen Ieper en Diksmuide een Lancaster MK3 opgegraven. Hij was daar in de nacht van 20 op 21 juni 1944 neergehaald. Zes bemanningsleden konden ontvluchten, de zevende werd door de Duitsers opgepakt.
Ditmaal startte ik niet in Poelkapelle, maar reed naar Passendale, waar mijn vrienden wonen en ook dicht tegen de rustpost. Daar moesten de grootste afstanden een lus maken. Eenmaal aangekomen gingen we naar de rustpost en begonnen daar aan de lus van 9km. Na deze lus gingen we dan richting de startzaal in Poelkapelle, waar we ons dan inschreven, iets dronken en een babbelke deden en gingen dan terug naar de centrale rustpost bin Passendale. We hadden dan de 24km gedaan.Rustige wandeltocht richting Passendale, vooral bekend van de vele oorlogsmonumenten en -begraafplaatsen van de Eerste Wereldoorlog.
Het Crest Farm Canadian Memorial is een oorlogsmonument in de tot de West-Vlaamse gemeente Zonnebeke behorende plaats Passendale, gelegen aan de Canadalaan. Het monument herinnert aan de Derde Slag om Ieper, waarbij Passendale na 100 dagen en grote verliezen op de Duitsers werd veroverd. In de laatste fase werden daarbij de Australische en Nieuw-Zeelandse troepen door Canadese troepen afgelost. Deze bereikten op 30 oktober de heuvels ten zuidwesten van Passendale (Goudberg en Crest Farm). Van daar uit kon Passendale worden bereikt: een terreinwinst van enkele honderden meters ten koste van 15.000 à 16.000 gesneuvelde Canadezen.
Passendale is een landelijk dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en tegenwoordig de hoofdgemeente van Zonnebeke. Het ligt op de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug, die doorloopt richting Westrozebeke. Tot 1977 was Passendale een zelfstandige gemeente. Passendale is vooral bekend vanwege de vele oorlogsmonumenten en -begraafplaatsen die refereren aan de Eerste Wereldoorlog, met name de Derde Slag om Ieper.
De neoromaanse Sint-Audomaruskerk werd ontworpen door architect De Pauw uit Brugge. Na de vernieling van 1917 werd ze in 1923 naar het oorspronkelijke plan heropgebouwd. In 1945-1946 werd ze hersteld van de nieuwe oorlogsschade. De Britse 66th Division schonk een glasraam met Saint George, omringd door de wapenschilden van de garnizoenssteden.
Hier nog even door een klein parkje aan het rusthuis in Passendale.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (België) en mijn beroep is sinds 1 mei op rust gesteld.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.