Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Vandaag ging ik wandelen in Waardamme, waar de vzw de Vredeseilanden er een tocht gaven.
Waardamme is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Oostkamp, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. De patroonheilige van Waardamme is Sint-Blasius.
Het dorp ligt een tweetal kilometer van het centrum van een andere deelgemeente Ruddervoorde, en de twee kernen zijn tegenwoordig door een nijverheidsgebied met elkaar verbonden. Waardamme ligt in Zandig Vlaanderen op een hoogte van ongeveer 12 meter en is relatief bosrijk, vanwege de aanwezigheid van diverse landgoederen. De belangrijkste rivier is de Waardammerbeek die overgaat in de Rivierbeek en in noordelijke richting stroomt.
Deze tocht ging door in het schooltje de Sprong en de wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. De parcoursmeester kennende ging er heel veel natuur zijn. Geniet even mee.
Terug een hele mooie wandeling. Heel veel variatie op de wandeling.
Vandaag geen wandeling van het verbond, ik besloot eens een knooppuntenwandeling te doen. Samen met mijn buurman reed ik naar De Klinge in Oost-Vlaanderen, tegen de Nederlandse grens. De auto netjes geparkeerd, onze wandelschoenen aangedaan, de rugzak mee en we begonnen aan onze tocht. Het was volop zon met een aangenaam windje in de rug en weg waren we. Deze wandelroute liep langs beide zijden van de grens, eens een eindje op Nederlands grondgebied, daarna terug in België. het was telkens een kat en muis spel met de grens. De knooppunten verschillen tussen de beide landen. Bij ons is dit op een houten paal met wit en rode benaming, in Nederland is dit een stukje kleiner en is groen en geel.
Start aan de herberg de oude statie gelegen in de Buitenstraat nr7 in De Klinge. Start aan knppunt n°78 gelegen aan het voetbalveld op een 100tal meter van het café. Dit zijn de te volgenknooppunten: 78-94-93-77-76-68-69-62-95-84-97-98-96-93-92-64-63-72-65-78. Oppassen op Nederlands grondgebied daar zijn de pijltjes groen-geel. deze wandeling is 15km lang. Onderweg kom je een uitkijktoren tegen van 20m hoog, die je kan beklimmen, heel mooi zicht.
De wandeltocht start op de KLINGSPOOR site, een plek die herinnert aan verschillende aspecten van de geschiedenis van deze regio. Je vindt er onder meer een oude stoomlocomotief, want De Klinge had een van de eerste Belgische treinstations. Je wandelt ook voorbij een reconstructie van de Dodendraad, die tijdens WOI smokkelaars moest verhinderen om de Belgisch-Nederlandse grens hier over te steken. (knp78).
De Lange Vaag is een natuurgebied dat deel uitmaakt van het Stropersbos. De naaldbomen die hier tijdens de 19de eeuw geplant werden, maakten plaats voor jonge heide, waardoor licht en ruimte het woud weer fundamenteel hertekenden. Konikpaarden en schapen grazen opduikend bos snel weer weg, zodat de heide duurzaam kan groeien. De kans bestaat dat je ze tegenkomt, want je wandelt hier vlak langs de begrazingszone. (knp77-76)
Knooppunt 62-95
UITKIJKTOREN NIEMANDSLAND
Je ziet ‘m opduiken van honderden meters ver, de 22 meter hoge uitkijktoren. De toren bevindt zich vlakbij grenspaal 281 en staat symbool van de verbondenheid tussen Zeeuws-Vlaanderen en het Waasland. Vanboven geniet je van een panoramisch zicht op de Zeeuws-Wase bossen, de polders, en in de verte zelfs de kerncentrales van Doel.
Knooppunt 95-65
WATERWINBOSSEN
In de Waterwinbossen bepalen lange lanen en grote waterpartijen het beeld. Het is het enige natuurgebied in Zeeland dat op een kalkarme dekzandrug ligt. Er leven daardoor bijzondere planten- en diersoorten, zoals de bonte en zwarte specht, de boomklever, en de mopsvleermuis. Met een beetje geluk sta je oog in oog met een hert of doorkruist één van de vele eekhoorntjes je pad.
Na knooppunt 65 is het nog een kleine km alvorens we terug aan onze start aankwamen bij herberg De Oude Statie. De ideale afsluiter van een stevige wandeltocht: dit gezellige café met een goed terras, een meer dan voortreffelijke drankenkaart en – voor de liefhebbers – een portie geschiedenis aan de muren erbovenop. Geniet even mee van deze wandeling.
Het was een hele mooie knooppuntenwandeling, met heel veel variatie en 96% onverhard. Ook het weer was heel goed en aangenaam. Zeker een aanrader.
Na gisteren te hebben gewandeld in Westrozebeke, ging ik vandaag naar Meerbeke, waar de wandelclub uit Aalst de Kadees er hun tocht hielden.
Meerbeke is een dorp in Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Ninove, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Meerbeke is qua bevolking de belangrijkste Ninoofse deelgemeente na Ninove-centrum. Meerbeke ligt net ten zuiden van het centrum van Ninove, er van gescheiden door de Dender. Door nieuwe woonwijken zijn de kernen vergroeid geraakt. Het dorp ligt in de Denderstreek.
Meerbeke wordt reeds vermeld in 870 bij de Karolingische rijksverdeling (Verdrag van Meerssen). De plaats wordt er als Merrebecchi vermeld. In de 12de en 13de eeuw vindt men Merbecca, Merbec, Meerbeke en Merbeke. Volgens sommigen zou de naam afgeleid van "beke" en "meer" of "meere" wat zou staan voor paal of grens; de plaatsnaam zou dus naar een grensbeek verwijzen, naar de ligging op de grens van het oude Brabant. Meerbeke behoorde tot de Brabantgouw. De parochie behoorde samen met het nabijgelegen Gooik en Lennik tot de Brabantse goederen van de abdij van Nijvel. Als heerlijkheid maakt Meerbeke vanaf 1085/1086 deel uit van het landgraafschap Brabant, dat omstreeks 1183/1184 deel uitmaakt van het hertogdom Brabant. De heren van Meerbeke of van Wedergrate heersen ook in Neigem, Denderwindeke, Appelterre en later ook in Pollare. Kerkelijk behoorde Meerbeke tijdens de late middeleeuwen tot de dekenij Halle in het aartsdiakonaat Brabant (bisdom Kamerijk), vanaf 1559 bij het aartsbisdom Mechelen en na 1801 bij het bisdom Gent. In 1795 voegden de Fransen Meerbeke bij het Scheldedepartement, dat in 1815 werd omgevormd tot de provincie Oost-Vlaanderen. Bij de gemeentefusie van 1977 werd Meerbeke een deelgemeente van Ninove.
De start was vanuit het Trefcenrum De Linde.Toen ik aankwam had ik geluk dat er een grote parking dichtbij de startzaal was. Hier had er wat regen gevallen, maar het was gestopt. Onderweg naar Meerbeke kreeg ik wel wat regen. Ik wandelde met vriend Henri en we deden de 18km. Het eerste gedeelde ging richting Neigem en Neigembos.
Hier waren we op weg naar het Neigembos.
Het Neigembos is een 72ha groot natuur- en bosgebied in Meerbeke (Ninove) dat Europees beschermd is als onderdeel van Natura 2000-habitatrichtlijngebied 'Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen'. Het is, net zoals het Zoniënwoud, een restant van het oude Kolenwoud. Het bos beslaat een hoogteverschil van 20 tot 90m boven de zeespiegel op de grens tussen de Vlaamse Ardennen en het Pajottenland. Het grootste deel van het Neigembos is bosreservaat. Het Neigembos heeft een bomenbestand van voornamelijk beuken en in mindere mate eik en es. Op de zuurdere bodems groeit adelaarsvaren, meiklokje, dalkruid. Op de lemige bodems groeit in het voorjaar wilde hyacint, daslook, bosanemoon en gele dovenetel. In het westelijke deel van het bos (Vriezenbos) groeit zwarte els, es, dotterbloem, reuzenpaardenstaart, bittere veldkers, paarbladig goudveil, verspreidbladig goudveil. In het bos leven onder andere buizerd, ijsvogel, kleine bonte specht, ree, glanskop, boomklever, gewone grootoorvleermuis, bruine kikker, hazelworm, gewone pad, oranjetipje, bont zandoogje, citroenvlinder.
Na de controle in Neigem keerden we terug richting Meerbeke.
Neigem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Ninove, het was een zelfstandige gemeente tot de gemeentelijke herindeling van 1977. Neigem ligt in het Pajottenland en de Denderstreek.
Terug naar de startzaal.Dan nog een grote lus van 7.5km.
De Sint-Pieterskerk is de parochiekerk van de tot de Oost-Vlaamse gemeente Ninove behorende plaats Meerbeke, Mogelijk werd omstreeks het jaar 700 al een kerk gesticht in Meerbeke, gewijd aan Sint-Petrus. Volgens een legende zou omstreeks deze tijd Sint-Berlinis te Meerbeke gestorven zijn. Zij zou begraven zijn in de toenmalige Sint-Pieterskerk. Het oudste deel van de huidige kerk is het koor van omstreeks 1250. In de 16e eeuw werd het kerkschip door brand verwoest en in 1642 werd het herbouwd. Omstreeks 1750 werd het kerkschip in barokstijl herbouwd waarbij de voorgevel, in rococostijl, werd opgetrokken in Ledische steen. In 1806-1807 werd de achthoekige klokkentoren toegevoegd die voorzien is van een helmdak.
We begonnen aan het laatste gedeelte.
Terug een rustige en aangename wandeling met in het laatste gedeelte wat modder. Ook nu tijdens de wandeling geen regen gekregen. Ook vandaag meer dan 1400 deelnemers.
Ditmaal een wandeling in eigen provincie. Ik reed naar Westrozebeke, waar de wandelclub de Colliemolen er hun Krokustocht hielden.
Westrozebeke is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Staden. Het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Westrozebeke ligt op ongeveer 10 kilometer van de stad Roeselare. Het dorp ligt op de heuvelrug Passendale-Esen, en ten zuiden van de dorpskern reikt het uitzicht op sommige plaatsen tot Ieper en zelfs tot het West-Vlaams Heuvelland, 30 km verder. Door de plaatselijke bevolking wordt van Rozebeke gesproken.
Westrozebeke ligt in Zandlemig Vlaanderen en de kom bevindt zich op de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug welke uit getuigenheuvels bestaat. Het hoogste punt is de Zeugeberg (50 meter) iets ten zuiden van het dorp. Verder is er de Tiendenberg. Het dorp ligt in een bosarme streek, maar er is sprake van enkele kleinere bossen, zoals het Vijverbos, ongeveer 10 hectare groot, wat door de Vlaamse Gemeenschap werd aangekocht en opengesteld voor het publiek. Ook het Polderbos werd uitgebreid. De Keuneleute is een hellingbos ten noorden van de dorpskom. Ten slotte is er, vlak bij de dorpskom, een geboortebos. Het initiatief kwam van de plaatselijke gezinsbond in samenwerking met de gemeente en zorgde zo voor groen in de ommegang.
De start was vanuit de zaal De Nestel en de wandelaars konden uit een 7tal afstanden kiezen. Ik ging voor de 22km.Na de inschrijving begon k direct aan de wandeling, want ze voorspelden in de namiddag wat regen. De centrale rustpost was in Sleihage. Ze hadden het parcours moeten aanpassen wegens de weersomstandigheden. Toch hebben we veel variatie tijdens de wandeling gekregen.
Aangekomen in Sleihage. Dit is de Christus Koning kerk
Christus Koningkerk Het ontwerp van de kerk is afkomstig van A. Desmedt en werd uitgewerkt door Jan van Coillie en D. Deleu. De kerk oogt enigszins futuristisch door gebruik van moderne materialen zoals roestvast staal en beton. Op een veelhoekig betonskelet bevindt zich een dak van roestvaststalen platen. Centraal is er een koepel waarboven een open torenconstructie met bovenin het embleem van de Paters Sacramentijnen. Het interieur is zwart geschilderd maar wordt belicht door een cirkel van driehoekige vensters. Hoewel de kerk oorspronkelijk ingesloten zou worden door een U-vormig kloostercomplex is slechts één vleugel van dit klooster gerealiseerd en dat doet tegenwoordig dienst als pastoriek
Hier onze rustpost.
Sleihage is een gehucht in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het ligt op het grondgebied van de gemeentes Hooglede en Staden. Het gebied wordt getypeerd door een sterke vermenging van woningen, in woonlinten langs de wegen, en bedrijven. De plaats werd reeds in 1420 vermeld. Op 26 mei 1960 werd het dorp een afzonderlijke parochie, gewijd aan Christus Koning. In 1962 werd de Christus Koningkerk gebouwd, die ook als kloosterkerk gebruikt werd, maar in 1978 eigendom werd van de parochie.
4 op een rij. De parcoursmeesters van de wandelclub WSK Marke
Een mooie en rustige wandeling. Hebben geen regen gekregen tijdens de wandeling. Er waren 1441 deelnemers en een kleine 40 leden van onze wandelclub. Op de terugweg naar huis begon het te regenen.
Vandaag ging ik wandelen in Tielt, waar de plaatselijke wandelclub de Watewystappers er hun krokussentocht organiseerden.
Tielt (Nederlandse uitspraak: [tilt]; Thielt) is een stad en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente bestaat uit de eigenlijke stad Tielt en de dorpen Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle. Ze ligt in de driehoek Gent, Brugge en Kortrijk. De stad telt ruim 20.000 inwoners en is de hoofdplaats van het arrondissement Tielt. Tielt is ontstaan in de periode 5de-10de eeuw. De oudste vermelding in de vorm van Tiletum en dateert uit 1105. Het betreft een vermeldingen van de belasting die de heer van een Tieltse villa betaalde. Daarom werden in 2005 in de stad verschillende evenementen gehouden om '900 jaar Tielt op schrift' te vieren. In 1245 werden aan Tielt de stadsrechten verleend, en in 1275 werd de lakenhalle gebouwd. Daarna volgden het houden van een jaarmarkt (recht geschonken door Filips de Stoute), een schepenhuis, de Minderbroeders (lange tijd was in Tielt zelfs het noviciaat) en een Latijnse school in 1686, namelijk het Sint-Jozefscollege (vandaag De Bron). Tussendoor werd meermaals een gedeelte van Tielt verwoest door een stadsbrand of de Gentenaren die oorlog kwamen voeren. In 1602 werd Tanneke Sconyncx beschuldigd van hekserij en in Tielt gemarteld tot ze bezweek.
In dit gebied zijn enkele sporen van Gallo-Romeinse bewoning gevonden. De regio werd in 880 na Christus binnengevallen door de Viking Rikiwulf van de Wulfing-dynastie, die Rikiwulfinga-haim bouwde, dat vandaag de dag overleeft als de Rijkegem-kouter. De eerste schriftelijke vermelding van Tiletum dateert van 1105, toen Baldrik van Noyon, bisschop van Doornik, het geschenkrecht voor de parochiekerk toekende aan het kapittel van Sint-Salvator in Harelbeke. [2] In 1245 gaf Margaretha van Constantinopel, gravin van Vlaanderen, de stad haar charter en besloot hier een hospitaal te stichten. Een paar jaar later werden ook een marktplaats en een lakenhalle gebouwd. Net als het naburige Roeselare werd Tielt onderdeel van de provincie Kortrijk, de provincie Vlaanderen. In de 13e en 14e eeuw was de economie van de meeste Vlaamse steden gebaseerd op de lakennijverheid, terwijl het platteland leefde van de producten van de landbouw. In 1393 besloot Filips de Stoute om in Tielt een jaarmarkt te houden, waardoor de stad tot op het einde van de 16de eeuw het bloeiende centrum van de vlasindustrie werd. De volgende decennia waren echter zwaar voor Tielt omdat het werd getroffen door twee grote branden en een paar epidemieën, waaronder de pest. Ook Tielt kende een zware hongersnood op het einde van de 17de eeuw. Van ongeveer 1700 tot de Belgische Revolutie van 1830 bloeide de stad opnieuw, dit keer als regionaal centrum voor de bouwnijverheid. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de stad het hoofdkwartier van het Duitse leger. De bombardementen van de Tweede Wereldoorlog waren een stuk destructiever. Het grootste deel van de binnenstad moest worden herbouwd. Vandaag de dag is Tielt een typische provinciestad, die commerciële, medische en educatieve diensten aanbiedt aan de omliggende regio.
De start van deze wandeling ging vanuit Kon.Atheneum campus de Reynaert. De wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen, ik besloot om de langste afstand(24km) te wandelen met mijn maatje Henri.
Je verkent het centrum van Tielt met zijn vele mooie gebouwen. De lange afstanden gaan richting Pittemberg langs mooie veldwegels en onverharde landbouwwegen met prachtige vergezichten met agrarisch karakter. Het eerste gedeelte verbleven we in Tielt zelf en daarna wandelden we verder richting Pittem. Daar moetsen we een mooie lus maken, om dan terug te keren richting Tielt. We hebben een beetje lichte regen gekregen, maar nadien bleef het droog.
Het te volgen parcours. De afstandstabel De start De Halletoren.
Hier en daar wat modder.
Heel veel variatie tijdens de wandeling. Hier begon het lichtjes te regenen. Proberen het vuilste te ontwijken.
Op weg naar Pittem
We kregen regelmatig wat vergezichten te zien.
Aangekomen in Pittem.
Pittem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 6500 inwoners.
De Onze-Lieve-Vrouwekerk is de parochiekerk van de West-Vlaamse plaats Pittem, gelegen aan de Markt Vermoedelijk werd de Onze-Lieve-Vrouweparochie al in de 9e eeuw gesticht. Er zou een houten kerkje hebben bestaan, maar pas omstreeks 1100 werd een stenen, romaanse, kerk opgericht. Hiervan is de toren behouden gebleven en deze zou, in strijd met eerdere schattingen, in de 1e helft van de 12e eeuw zijn gebouwd. Het was een driebeukige basilicale kerk met een transept en een vieringtoren. In de 14e eeuw (1330, 1350-1360) werden zijkapellen bijgebouwd en in de 15e en 16e eeuw werd de kerk geleidelijk verbouwd tot een driebeukige hallenkerk. Omstreeks 1580 werd de kerk, tijdens de godsdienstoorlogen, verwoest. Vanaf 1608 begon men met herstellingswerken, onder leiding van Romeyn de Caigny. Het koor zou omstreeks deze tijd een driezijdige sluiting hebben gekregen. Tussen 1622 en 1642 werd de kerk weer volledig hersteld. In 1676 kreeg de kerk een reliek van de Heilige Godelieve van Gistel, en in 1757 werd een beeldengroep Sint-Godelieve met de beulen vervaardigd door Pieter Van Walleghem. Naast herstelwerkzaamheden in de 18e en 19e eeuw, werd begin 20e eeuw ook besloten om de kerk te vergroten. In 1909-1910 werden aan de westzijde twee traveeën toegevoegd. De toren werd in 1906 geklasseerd. In 1914 werd een neogotisch hoofdkoor gebouwd. Omstreeks 1913 werd een ommegang om de kerk aangebracht, Sint-Godelieve betreffende.
Ferdinand Verbiest.
Ferdinand Verbiest sj (Chinese naam: 南怀仁 Nán Huáirén, Pittem, 9 oktober 1623 – Peking, 28 januari 1688) was een jezuïet, missionaris en astronoom van Vlaamse afkomst. Vanaf 1666 was hij feitelijk het hoofd van de missie van de jezuïeten in China. Ferdinand Verbiest studeerde in Leuven en Mechelen en daarna theologie in Rome en Sevilla. Hij trad in bij de jezuïetenorde in 1641. Als missionaris werd hij naar China uitgezonden, in 1659 ten tijde van de Qing-dynastie. De reden waarom hij naar China reisde was in feite om het christendom in China zijn intrede te laten maken. Een andere jezuïet, Johann Adam Schall von Bell, riep hem naar het keizerlijk hof als assistent dishi, als assistent kroonprinsleermeester. Verbiest werd aan het keizerlijke hof in China gewaardeerd. Verbiest gaf keizer Kangxi een introductie in deze westerse religie. Om zijn verdiensten mocht hij in het ganse Chinese keizerrijk preken en werd hij tot mandarijn benoemd. Hij bouwde een instrumentarium voor het Oude observatorium te Peking, dat er nog steeds is. De tegenwoordige instrumenten stammen overwegend uit zijn tijd. Verbiest had na von Bell rond 1660 grote zeggenschap over het observatorium. Verbiest was mee verantwoordelijk voor de wijziging van de Chinese kalender, een wijziging die op zijn sterrenkundige waarnemingen was gebaseerd. Hij ontwierp lichte kanonnen voor het leger van keizer K'ang-si aan wie hij eveneens lessen in wiskunde gaf. Hij ontwierp de eerste stoomauto, een als speelgoed bedoelde kleine stoomauto, en een thermometer. En hij tekende een andere wereldkaart. Hij werkte ook als diplomaat en vertaler dankzij zijn uitgebreide talenkennis. Zo stond hij ter beschikking van de keizer als tolk tijdens onderhandelingen met Portugese en Russische gezanten. Verbiest schreef meer dan dertig boeken en beheerste Latijn, Hebreeuws, Duits, Spaans, Nederlands en Italiaans. Hij bestudeerde ook de Mantsjoe-taal, waarin hij de eerste zes boeken van Euclides van Alexandrië vertaalde. Hij overleed op 28 januari 1688 als gevolg van een val van zijn paard en kreeg een staatsbegrafenis. De keizer betaalde het mausoleum waarin hij werd begraven op het jezuïetenkerkhof van Zhalan. Verbiests assistent, de jezuïet Antoine Thomas, volgde hem als keizerlijk wiskundige en astronoom op.
Na de controle was het tijd om aan de lus te beginnen.
Ook terug veel variatie en wat vergezichten.
Terug aangekomen aan onze startzaal. We dronken nog iets alvorens we afscheid namen. Er waren 1409 deelnemers.Terug een aangename tocht.
Deze midweektocht begaf ik mij richting Reningelest. Met heel wat wegenwerken kwam ik uiteindelijk aan in Reningelst.
Reningelst (lokaal West-Vlaams: Rinnegèst) is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Poperinge, in de Westhoek. Het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Het gehucht De Klijte dat voor de gemeentelijke fusies (1976) tot Reningelst behoorde, werd in 1977 een woonkern van Heuvelland. De laatste burgemeester van de dubbelgemeente Reningelst-De Klijte was Emile Vandelanotte.
In 1107 werd Reningelst voor het eerst schriftelijk vermeld. De parochie werd in 1161 gesticht door graaf Diederik van de Elzas. Er was ook een heerlijkheid waarvan het kasteel, ten zuiden van de kerk gelegen, in 1793 door de Fransen werd verwoest. Reningelst werd in 1344 getroffen door verwoestingen door de stad Ieper, die in de lakennijverheid van Poperinge en omgeving concurrentie voor de eigen lakenhandel zag. Ook de Beeldenstorm leidde in 1583 tot schade, omdat de kerk in brand werd gestoken. De Eerste Wereldoorlog leidde niet tot algehele verwoesting, omdat het dorp buiten het front was gelegen. Tot in de jaren zestig (20ste eeuw) werd in het dorp nog een bier gebrouwen, Rookop in Brouwerij-Mouterij St.-Joris. In deze voormalige brouwerij is sinds 2012 "OC De Rookop" en "De Kinderbrouwerij" gevestigd. Vanaf juni 2012 werd het bier Rookop terug in opdracht gebrouwen door Brouwerij De Plukker uit Poperinge.
Reningelst, gelegen tussen Poperinge en de Franse grens. Het is de meest zuidelijk gelegen deelgemeente van Poperinge. Alhoewel we het nog niet ten volle tot de Westvlaamse heuvelstreek rekenen, klimt het reliëf aan de zuidrand toch reeds op tot 75 meter boven het zeeniveau. Hier bieden wij zeker een uitgelezen parcours in het glooiende landschap.
De wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. Vooraleer ik begon met de wandeling dronk ik eerst nog een kop koffie en wachtte tot Henry aan kwam.
Binnenplein van het OC Rookop
De Sint-Vedastuskerk is de parochiekerk van de tot de West-Vlaamse gemeente Poperinge behorende plaats Reningelst. Omstreeks 1200 werd hier een romaans basilicaal kerkgebouw opgericht, waarvan nog de basis van de vieringtoren en de westgevel overblijfselen zijn: deze zijn uitgevoerd in ijzerzandsteen. Deze werd later uitgebouwd tot een gotische hallenkerk. Omstreeks 1500 werd een laatgotisch koor en zijbeuken aangebouwd. In 1583 werd de kerk door de beeldenstormers in brand gestoken. In 1623-1624 was de kerk weer hersteld. In 1754 werd een zeskantig traptorentje aangebouwd. In 1896 werd een sacristie aangebouwd en werd een zijkoor vergroot. Het betreft een driebeukige hallenkerk, uitgevoerd in gele en rode baksteen, met toepassing van ijzerzandsteen in de westgevel, dat van de voormalige romaanse kerk afkomstig is. Er bevinden zich metselaarstekens op de muren. Er is een vierkante vieringtoren.
Een rustige door de weekse wandeling met enkele mooie vergezichten. We hielden het de hele tijd droog, regen op de terugweg naar huis.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is sinds 1 mei op rust gesteld.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.