Hoeve Goed Ten Broecke in Zulzeke
Architectuurhistorisch is het 1844 gedateerd boerenhuis typologisch en stilistisch representatief voor het midden 19de eeuwse grote hoevebouw in de Vlaamse Ardennen: de accentuerende neoclassicistische deuromlijstingen en de rij halfronde bovenvensters zijn bijzonder karakteristiek. Naast de overwelfde kelderverdieping en het indrukwekkende gave dakgebinte verlenen andere authentieke interieurelementen de woning een zeldzaam karakter. De imposante 19de eeuwse bakstenen bedrijfsgebouwen met hun constructief merkwaardige aspecten zoals de kelders, vormen ook historisch en functioneel een eenheid met het boerenerf binnen een waardevol cultuurlandschappelijk kader. De hoeve “Ten Broecke”is een exemplarisch materiële getuige van een pre-industriële watermolensite in de Vlaamse Ardennen waarvan reeds melding in 1574. Het 1870 gedateerde bakstenen watermolenhuis, op de plaats van en wellicht met constructieve elementen van het oudere watermolenhuis, is typologisch waardevol als voorbeeld van een alleenstaand molenhuis vergezeld van een strekdam, woelkom, oude spaarvijvers en sluizenstelsel op de Molenbeek. Zowel historische, landschappelijke als visueel vormt het watermolenhuis een onderdeel van het vroegere foncier van de heerlijkheid Ten Broecke, geëvolueerd tot de bijhorende deels door de Molenbeek begrensde historische hoeve. De watermolensite als geheel is een zeldzame, goed bewaarde en representatieve illustratie van de feodale structuur en context waarbinnen watermolens werden opgericht en functioneerden. (uit het Ministerieel besluit van 14/7/2004)
|