Potloodtekening van de houten “Snibbemolen” te Nukerke
De houten “Snibbemolen” te Nukerke, stond op een uitloper van de mooie getuigenheuvel op een hoogte van 125 m. Omer Wattez vermeldt deze molen in zijn werk “De Vlaamsche Ardennen” voor het eerst gepubliceerd in 1913, maar op een kaart van 1862 staat hij vermeld als ’t Snibbe molen. Op een kaart uit 1777 staat de staakmolen vermeld als “Snebbenmolen”.De houten windmolen, op de hoek van de Staatsbaan (nu Rijksweg) en de Molenstraat (nu Zeelstraat), is afgewaaid rond 1940 op het ogenblik dat de molenaar pas de molen had verlaten. In hoofdzaak werd hier notenolie geproduceerd. Nadat de molen onbruikbaar was werd het vele hout tijdens de oorlogsjaren links en rechts als brandhout aan de man gebracht.
De Snibbemolen stond op grondgebied Nukerke maar de molenaarswoning, de taverne “In ’t molenhuis’, stond op grondgebied Zulzeke. Volgens Marie-Paule waren de laatste molenaars Jules Maes en nadien Richard Langhie, in de volksmond “Schoenie”. Na Schoenie hield het gezin Richard De Bisschop - Irma Decuyper de herberg open vanaf 1953 tot 1976, de dag dat Richard met pensioen ging. Nadien verdween het volkscafé voor goed. Zoals hierboven reeds vermeld stond de molenaarswoning met bijgebouwen op de hoek van de huidige Rijksweg en Zeelstraat. Het café met bijgebouwen werd toen gehuurd van de brouwerij Van Ghoy uit Schorisse.
De Nukerkse handboogschutters-gilde Sint-Sebastiaan, schoten er naar de liggende wip. Men telde er soms 88 schutters. De eerste staande wip bestond uit een ijzerwerk gefabriceerd op het hoogste punt van de verticale wiek. Op scherpe pinnen werden de vogels, ook gaaien genoemd, bevestigd. Van spitsvondigheid gesproken. Zie tekening uit het jaar 1888. Na het verval van de molen verhuisde de gilde naar de Ommegangstraat (naast het magazijn van Pierre Maes) waar madame Willems hun een lap grond ter beschikking had gesteld waar een echte staande wip werd opgericht. Enkele eiken balken afkomstig uit de molen werden gebruikt om de staande wip in de grond te bevestigen. Zie foto van zo’n eiken balk die bij telling van de jaarringen van een eik van minstens 80 jaar afkomstig is. In de jaren tachtig verhuisde de staande wip naar het sportterrein langs de Kortekeer.
Terug naar de molensite. Tot in de jaren 50 waren de vier stenen voeten, op de terp, de enige getuigenissen van de molen. Ook in die periode werd de terp afgegraven om er zavel te ontginnen maar na enkele jaren werd de zavelput gedempt met allerlei afval. Die zavel was geen degelijk bindmiddel voor de mortelbereiding.
Op een andere tekening ziet u op het voorplan de stenen windmolen “Ten Kruissens” in volle glorie, honderd meter verder eveneens op het grondgebied van Nukerke. Zie verder bij molen “Ten Kruissens”. Alleen al in Nukerke stonden 4 windmolens wat een bewijs is van de toenmalige rijkdom van de streek.
Aan de overkant van “Het molenhuis” stond de woning (nr 58) van het gezin Julien Bostiyn. Daar was ook café en Julien Bostyn was nadien velomaker. De woning werd gesloopt in februari 2013 ter vervanging van een nieuwbouw. Zijn dochter van Julien, Simone, woont nu bij haar dochter, Marie-Paule Deschamps in Ronse.
|