Over verrechtsing en oorlog
Aflevering 2.
Het debat over veiligheid versus vrijheid is al zo oud als de geschiedenis zelf en de kwestie is terug te voeren tot de nood aan (de illusie van) zekerheid, een kwestie die verwant is aan de nood aan (de illusie van) leiderschap en derhalve een probleem dat in de eerste plaats de mens als sociaal wezen aangaat. Het is dankzij die nood dat verzekeringsinstellingen schatrijk worden, dat populisten verkozen geraken en dat de wereld op een narrenschip gelijkt.
Kinderen kennen geen gevaar, hun vrijheid moet door ouders en opvoeders worden ingeperkt om veiligheidsredenen. Volwassenen bepalen zelf hoeveel veiligheid zij aan hun vrijheid opofferen en op het hoogtepunt van hun kunnen nemen zij de meeste risico's. Bij ouderlingen helt de balans weer over naar meer veiligheid ten koste van de vrijheid. De nood aan vrijheid en veiligheid varieert gedurende ons leven en verschilt dan uiteraard ook nog eens van mens tot mens. Waarmee gezegd wil zijn dat niemand zomaar voor een ander kan bepalen hoeveel vrijheid goed voor hem is.
Wanneer nu potentaten merken dat het volk zich in hoge mate bevrijd heeft, vrezen zij er terecht voor dat hun macht over de massa slinkt. Met het oog op het opnieuw inperken van andermans vrijheden, zoeken overheersers het volk bang te maken en zij weten dat bij toenemende onveiligheidsgevoelens, mensen bereid zullen zijn om een deel van die vrijheid terug af te staan in ruil voor bescherming. Nu de angst voor de hel in het hiernamaals tot het verleden is gaan behoren en alleen nog het hiernumaals overblijft, worden duivels gecreëerd in het hiernumaals: vijanden die bevochten moeten worden in een of andere oorlog.
De verrechtsing gaat uit van potentaten die vrezen hun macht te zullen verliezen over het volk waar zij moeten vaststellen dat het volk zich vrij gemaakt heeft of geëmancipeerd is. Maar het terugschroeven van de emancipatie of van de zelfbeschikking van het volk gebeurt door vrijheidsinperkingen die verborgen moeten blijven en die derhalve allerminst opgelegd mogen worden: het volk zelf moet er om vragen. Potentaten trachten het volk zo ver te krijgen dat het zelf gaat smeken om zijn vrijheden af te staan.
De overheersers brengen dat voor mekaar met het tovermiddel van de angst dat mensen er kan toe brengen vijanden te zien waar er helemaal geen zijn. Maar om iederéén daarvan ten volle te kunnen overtuigen dat de geschapen ficties écht zijn en de realiteit fictief, moeten alle registers van de zinsbegoocheling worden opengetrokken. De verwisseling van de realiteit met de fictie is een waar huzarenstukje dat een totalitair systeem kenmerkt en dat wereldwijd werd uitgeprobeerd doch faliekant is mislukt ter gelegenheid van de jongste 'pandemie'.
Uiteraard was er dat virus, het aantal virussen die het mensdom aandoen is ontelbaar, men hoeft helemaal geen moeite te doen, er is altijd keus genoeg, men moet het virus dat men uitkiest alleen maar demoniseren en klaar is kees, de strijd ontbindt zich vanzelf met alles erop en eraan. Uiteraard vallen er slachtoffers, uiteraard zijn er medicijnen en uiteraard is hun werkzaamheid even fictief als de ziekte zelf. Mensen worden opgevoed om klakkeloos al de onzin te geloven die hen ertoe moet brengen om het toneel voor echt te aanzien en de realiteit te ontkennen.
Voor het terugschroeven van de emancipatie wordt geen enkel middel over het hoofd gezien, te beginnen bij het belachelijk maken van de menselijke drang naar vrijheid en naar onafhankelijkheid. Zo schrijft Valentijn De Hingh in De Correspondent: “Door alle activisten ‘woke’ te noemen, wordt de bewustwording van reëel onrecht synoniem met totalitair activisme (…) Het is (…) een aloude truc. Je maakt een karikatuur van je tegenstander om alle kritiek op je eigen overtuigingen te diskwalificeren. (…) Als we niet opletten spoelt het broodnodige bewustzijn dat ‘woke’ verwoordt weg in het afvoerputje van het debat. En dat zou eeuwig zonde zijn.”
Vervolgens schuwt men het niet om corrupte 'intellectuelen' te promoten die er godbetert ook nog al te vaak in slagen om de onderdrukking en de slavernij van destijds te doen vergeten en met emancipatie en 'awareness' of 'woke' de spot te drijven, en dat blijkt peanuts voor het grote geld. Zo stelt Congokenner en aanklager van het Belgisch koloniaal verleden, Ludo De Witte, vast, dat aan geschiedenisherschrijving wordt gedaan in David Van Reybroucks boek, Congo, een geschiedenis: “Bladzijden die de Belgische autoriteiten in een kwaad daglicht zouden kunnen plaatsen, lijken wel uit het boek gescheurd.”
De verkiezing van Trump, zijn banden met extreemrechtse populistische politici, met megakapitalisten en met katholieke potentaten en het zich gestaag onderwerpen van allerlei instanties aan wat een conservatieve teneur wordt genoemd maar in wezen een rehabilitatie is van onrechtplegers, bevoorrechten en dieven, zijn tekenen aan de wand dat het westen inzake de schending van mensenrechten niet langer moet onderdoen voor Rusland en China.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 8 januari 2025)
|