Wie beweert dat de herfst alleen maar grijs en nat is, die is vanmorgen waarschijnlijk nog niet buiten geweest. Op gisteren na was de afgelopen week ten andere fantastisch wat het weer betrof. Akkoord, we zijn vannacht dan misschien wel naar de wintertijd overgestapt maar voor straks krijgen we 17 of 18° op ons bord. Daar is weinig winters aan. Dat het nadien gaat regenen is maar een detail. Met wat geluk zie je die regen niet eens want het wordt toch een uurtje vroeger donker. Profiteer er maar eens van om een wandeling in het bos of park te maken. Wel op tijd naar binnen want het is Halloween, wie weet wat kom je allemaal tegen in zo'n donker bos. Je kan uiteraard ook in eigen tuin genieten van al dat moois. Op het terras met een kopje koffie en een stukje gebak lijkt me wel wat. Vandaag wordt er niet gewerkt op Bernerhof.
Wij gaan nu een winterslaapje houden tot het voorjaar. Ikzelf blijf uiteraard wel actief maar er is sowieso minder te beleven in de tuin de volgende maanden. Als alles goed gaat komen we rond 1 maart terug, een beetje afhankelijk van het weer.
Euonymus europaeus (inheemse kardinaalshoed) is een grote bladverliezende struik met mooie opgaande vorm en opvallande takken met gegroefde lijsten. De plant bloeit in april en mei met onopvallende geelgroene bloemschermen die echter niet veel voorstellen. In de herfst wordt deze heester wel een blikvanger met zijn rozerode vruchtdozen met witte zaden en oranje zaadrok. Wat later kleurt ook het blad prachtig alvorens af te vallen. De wilde kardinaalsmuts is zeer winterhard en doet het goed in iedere grondsoort. Deze struik kan ook goed tegen snoei. Ze staan graag in de zon of desnoods in de halfschaduw. Ons exemplaartje staat al een aantaljaren in de voortuin (die ten andere een make-over krijgt) waarover later meer.
Salvia microphylla 'Hotlips' is nog steeds in de waan dat het zomer is. Onafgebroken verschijnen nog nieuwe bloemetjes en dat zal zo doorgaan tot de eerste echte nachtvorst. Vijf maanden bloei en bovendien nog redelijk winterhard ! Niet slecht voor een exootje uit Mexico en de Zuidelijke VS waar het toch wel wat warmer is dan hier !
Er wordt aangeraden de plant 's winters af te dekken maar dat heb ik nog nooit gedaan. Hij vriest elke winter wat in maar ik snoei dat er gewoon uit in maart-april als het risico op strenge nachtvorst al minder groot wordt. Door dan te snoeien heeft de plant nog tijd genoeg om nieuwe scheuten te maken die in juni al beginnen met bloeien. De plant heeft wel wat extra bescherming door de nabijheid van grote heesters en bomen aan de noord- en oostkant.
'Hotlips' moet net als de rest van de salviafamilie veel zon hebben en staat niet graag met natte voeten. Zeker in de winter is 'te droog' beter dan 'te nat'. Ondertussen is onze 'Hotlips' na een jaar of zeven al meer dan 2 meter breed en zo'n 50-60cm hoog.
Eupatorium (Leverkruid) is er in tientallen varianten. Het zijn zonminnende planten die voor de rest weinig eisen stellen. In grootte variëren ze van 40-50cm tot reuzen van bijna 2 meter. Deze cultivar zit daar zowat middenin. Ze bloeien vrij laat in het seizoen en gaan goed samen met iets forsere siergrassen. Elk bloemetje op zich is eerder klein te noemen maar ze staan wel met tientallen in grote schermen bijeen. De bloeitijd is vrij laat en een beetje afhankelijk van de soort, sommige beginnen er in augustus aan en andere wachten tot september. Hier staan ze tegen een achtergrond van een forse Miscanthus.
Heucherella's zijn een kruising tussen Heuchera en Tiarella. Heuchera heeft durft wel eens last hebben van de Taxuskever en daar heeft Heucherella geen last van. Heucherella's staan graag in de halfschaduw en bloeien in het najaar. Bij valavond lichten de witte bloempjes heel de border op. Deze planten zijn perfect winterhard, alleen mag de grond niet kurkdroog zijn. Voor de rest heb je er weinig omziens naar. Het blad op zich is al mooi en de bloei tot laat in oktober is een extra toemaatje!
Weinig heesters die zolang bloeien als Hortensia's. Het feestje is al bezig van vroeg in augustus en gaat nog steeds door. In de loop van de voorbije weken zijn de bloemen wel stilaan verkleurd van gebroken wit naar iets wat moelijk in één woord te omschrijven valt. Er zit wat bruinachtig grijs in met een zweempje oudroze. Het zijn precies gedroogde bloemen maar dan nog aan de plant. Het kleurtje past eigenlijk goed bij de herfst, vooral als het 's morgens vroeg nog nevelig is. De kippetjes worden deels aan het oog onttrokken door de hortensia's. Zo hebben ze ook wat privacy tijdens het scharrelen en in de zomer is de schaduw van de hortensia's zeer welkom bij onze gevederde vriendjes. Kippetjes zijn immers dieren die lang geleden de bossen bewoonden voor ze gedomesticeerd werden.
Vandaag echter geen misttoestanden. Het zonnetje schijnt, maar door de hoge wolkenslierten, niet zo uitbundig. Het belooft wel een mooie dag te worden met heel zachte temperaturen. Die temperatuur houden we ook de volgende dagen. Da's goed voor de portemonnee met de huidige hoge energieprijzen. En nu hop hop de tuin in!
Vorig weekend was het luchtruim boven de herfstasters sterk bezet. Tientallen vlinders, vooral dagpauwogen en in iets mindere mate atalanta's zoegden voor grote drukte. Ik weet ook niet hoe het lukt om zoveel vlindertjes bijeen tegelijk te laten landen en opstijgen zonder botsingen of crashes.
Af en toe zat er ook eens eentje van een andere luchtvaartmaatschappij tussen dat voor verwarring zorgde zoals dit bruine Icarusblauwtje op de foto hieronder. De vrouwtjes van deze vlindersoort zijn namelijk bruin en niet blauw gekleurd. Alleen hun lijfje heeft een blauwe gloed zodat ze hun afkomst toch niet helemaal kunnen verloochenen.
De onderzijde van de vleugeltjes is totaal anders getekend dan de bovenkantbij de blauwtjesfamilie.
Deze opvallende schoonheid is de rups van de Meriansborstel. Zo kleurrijk als de rups is, zo onopvallend grijs is de nachtvlinder zelf. Het gevolg is dat de rups veel meer gezien wordt dan de vlinder. Een volwassen meriansborstel heeft geen monddelen en neemt dus geen voedsel op. Hij teert op de reserves die hij als rups heeft opgenomen. Daardoor is de vlinder ook zeer kortlevend en wordt enkel gezien tussen april en juni. In deze periode worden de eitjes gelegd. De rupsen gaan in het najaar op zoek naar een plekje om te verpoppen. Ze komen de winter door als pop om in het volgend voorjaar uiteindelijk vlinder te worden.
Deze rups heeft zich misrekend want ze was in de GFT bak gekropen.Of dat goed gaat aflopen durf ik betwijfelen.
De rups is niet kieskeurig wat eten betreft en leeft op allerlei inheemse bomen en struiken. Dat zijn ondermeer meidoorn, berk, wilg, eik en beuk. Berk en eik zijn hier volop te vinden, dat verklaart hun aanwezigheid.
De meriansborstel heeft een opmerkelijke naam. ‘Borstel’: dat verwijst ongetwijfeld naar de harige rups. Maar die ‘merians’ verwijst naar een persoon: Anna Maria Sybille Merian (1647-1717), een entomologe avant-la-lettre die bekend staat omwille haar prachtige vlindertekeningen.
Soms geraken planten een beetje van slag. Zo ook dit Wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris) uit de ranonkelfamilie. Normaal bloeien ze in het voorjaar ergens tussen eind maart en mei. Om één of andere reden heeft dit exemplaar echter besloten om nu te bloeien.
Wildemanskruid groeit in de natuur op kalkhoudende graslanden en hellingen in Zuid Europa. Sinds 1968 is de plant in Nederland officieel uitgestorven. In België komt Wildemanskruid nog voor in de vallei van de Viroin. Je vind ze wel regelmatig terug in onze tuinen. Ze staan graag in het zonnetje en de zuurtegraad van de bodem is blijkbaar niet echt kritisch wan ze doen het hier prima op lichtzure grond en zaaien zich zelfs uit. Het exemplaar op de foto is zo'n zaailing. En zo krijgen we een extraatje waar we ons niet aan verwacht hadden!
Schizostylis, ook wel kafferlelie of moerasgladiool genoemd, komt uit Z-Afrika. Deze vaste planten groeien er in moerassen in het oosten van de Kaapprovincie (Drakensbergen). De kafferlelie is polvormend en breidt zich uit via wortelstok. De bladeren zijn zwaardvormig, grasachtig, en smal. De bloei vindt plaats van augustus tot oktober met stervormige bloemen. De bloemen zijn er in wit over verschillende tinten roze tot bijna rood. Schizostylis houdt van een beschutte en zonnige standplaats in een vochtige, maar goed doorlaatbare bodem. De plant is niet zeer goed winterhard en heeft wat bescherming nodig. In potten kweken en ingraven aan de rand van de vijver is een andere oplossing. De planten kunnen dan in de winter op een vorstvrije plaats bewaard worden. Een derde manier is ze als moerasplant in de oeverzone van de vijver te houden. Ze vriezen dan af maar lopen in het voorjaar terug uit. Als het ijs niet te dik wordt zijn de wortels van de plant ook beschermd tegen de vorst! In de Drakensbergen komt lichte nachtvorst ook regelmatig voor, dus deze planten kunnen wel iets hebben.
Ik heb hier al jaren een wit exemplaar staan. Ik was nog net op tijd om het laatste bloemetje van dit jaar te fotograferen. Je ziet duidelijk gelijkenissen met de bloeiwijze van de 'gewone' tuingladiool. Een mooie plant met exotische uitstraling!
Een paar dagen geleden ben ik nog eens naar mijn favoriete plantenboer gereden in Weert (NL). Anders dan bij de grote tuincentra maakte Hans (de eigenaar) zoals gewoonlijk tijd voor een babbel bij een kopje koffie. Het seizoen loopt op zijn laatste beentjes maar toch is er nog heel wat te beleven in de tuin. Siergrassen staan nu op hun mooist maar ik kwam vooral naar Persicaria's en herfstasters kijken.
Mijn oog viel op Persicaria "Little Elephant". Ondanks de benaming "elephant" blijft dit een lage soort (+-40cm). Het is een roze cultivar waarvan de bloemkleur goed past bij hun nieuwe buren (Hydrangea paniculata "Pinky Winkie). Herfstasters zijn er in alle kleuren en hoogtes en gelukkig zijn de meeste nieuwe soorten veel minder meeldauwgevoelig dan de oudere cultivars. Het enige dat je met herfstasters moet doen is er voor zorgen dat ze wat zon krijgen en in de winter geen natte voeten. In ruil daarvoor krijg je bloemen van eind augustus tot de eerste nachtvorst er een eind aan maakt ergens eind oktober of begin november. Goeie deal toch ?
De distelvlinder is een trekvlinder die in Spanje of N-Afrika gaat overwinteren. Hun neefje, de atalanta, doet overigens hetzelfde. In het voorjaar komen ze terug uit het zuiden, leggen hier eitjes en de rupsen doen zich tegoed aan distels en grote brandnetel. De jonge vlinders vertrekken in het najaar terug naar het zuiden. Enkele exemplaren van de oude generatie doen de tocht nog mee maar de meeste blijven hier en sterven. Onze winters kunnen ze niet overleven.
Vorig jaar was een dramatisch jaar voor de distelvlinder, Dit jaar heeft de populatie zich ietwat hersteld. Dit was één van de eerste exemplaren die ik dit jaar gezien heb en vermoedelijk ook één van de laatste dit seizoen. Nog een paar dagen en het is oktober en dan hebben we het hoogseizoen voor de vlinders waarschijnlijk wel gehad.
De Helianthus die we hier bedoelen is de doorlevende vaste plant en niet de éénjarige zonnebloem. Er zijn verschillende cultivars met kleuren gaande van citroengeel tot warm bijna oranjegeel. Wat ze allemaal gemeen hebben is een hoogte tussen 1,50 en 2 meter en een bloeitijd van augustus tot een stuk in oktober. Het zijn geen kleine plantjes en ze breiden elk jaar wat uit. Ze combineren prima met siergrassen en misstaan ook niet in een prairieborder.
Ze kunnen tegen (kortstondige) droogte en ze verlangen een zonnige plek zoals je dat van een zonnebloem kan verwachten. Over de winterhardheid moet je je geen zorgen maken want ze kunnen tot -30°C aan!
Eén ding waar ze absoluut niet tegen kunnen is natte voeten in de winter maar dat is in onze Kempense zandbak geen probleem. Voor de rest een prima betrouwbare plant waar je samen met de bijtjes jaren plezier kan van hebben. Als je die bijtjes overigens plezier wil doen kies dan voor een cultivar met een open bloemstructuur. Dat maakt het voor onze zoemers veel makkelijker om bij de nectar te geraken !
Al eens een mooie gekleurde mug gezien? Meestal let ik daar zo niet op. Ik ben weliswaar een dierenvriend maar muggen die in mijn buurt komen klop ik meestal plat. Deze echter per uitzondering niet. De streepjes deden me even aan de beruchte tropische tijgermug denken maar die is het dus niet. Nephrotoma flavipalpis is de naam van dit beestje (toch makkelijk die fotoherkenning van Natuurpunt). Een niet zo algemene langpootmug die dus niet steekt en die bovendien nog fraai gekleurd is. De eerste keer dat ik er zo eentje tegenkom in de tuin. Wie weet wie of wat hier nog allemaal in de buurt woont?
Moest een vliegtuig dergelijke schade aan de vleugels krijgen, zoals ons vlindertje op de foto, dan ben ik er vrij zeker van dat er van vliegen niet veel meer in huis zou komen. Laat staan dat ik zou instappen in zo'n wrak. Ons bont zandoogje schijnt er alleszins niet teveel last van te ondervinden. Waarschijnlijk heeft ie zich miskeken op de braambessenstruiken met hun gevaarlijke doornen. Dat hij (of zij) toch nog luchtwaardig is bewijst nog maar eens hoe knap de natuur in mekaar zit. En dat we daar een beetje respectvoller mogen mee omgaan !
Slechts 10cm hoog zijn ze maar door hun vrolijke kleur vallen ze van ver op.
Cyclamen hederifolium is een sterke en winterharde cyclaam afkomstig uit het zuiden van Europa maar is hier toch volkomen winterhard. De bloemen zijn roze tot dieproze en naar beneden gekanteld, soms lichtgeurend. De bloeitijd loopt van september tot oktober Het blad lijkt een beetje op dat van de klimop, vandaar de naam hederifolium waarin je hedera (= klimop) kan herkennen. Het blad is zilvergrijs gemarmerd. Ze verlangen een goede doorlaatbare rijke grond. De knollen kunnen jarenlang op dezelfde plek blijven staan. Cyclamen geven de voorkeur aan halfschaduw. Hier staan deze kleine juweeltjes al een heel aantal jaren aan de voet van enkele heesters die ervoor zorgen dat ze niet in de volle zon staan.
In de nieuwe tropenborder zijn de éénjarigen zo stilaan over hun hoogtepunt. Nu waren die sowieso enkel aangeplant om het eerste jaar van deze border te overbruggen. Tijd voor de vaste planten om het over te nemen. We hebben nu wat bijna knalrode Echinacea (zonnehoed) en oranjegele Rudbeckia aangeplant. Een laatbloeiende Agapanthus "Amsterdam" zorgt voor wat koeler blauw weerwerk tegen al dl dat kleurengeweld.
A propos, ooit al eens een gele doorlevende struiksalvia gezien ? Ik niet, tot vorige week dan. In "de kleine oase", mijn favoriete "tuinshop" in Weert (NL) kwam ik Salvia "Lemon Light" tegen. Zachtgele lipbloemetjes waaraan je een Salvia direct herkent sieren dit heestertje. Dat kon ik natuurlijk niet daar laten staan en nu siert er eentje de tropenborder.
Dit struikje zou zo'n 50cm hoog worden en staat natuurlijk graag in de volle zon. In ruil daarvoor bloeien ze van juni tot oktober en de hommeltjes en bijtjes zijn er gek op. Het enige minpunt van doorlevende Salvia's is de winterhardheid. Bij deze valt dat nogal mee: tot -8 à -12°C mits niet te nat. Het blad valt er dan wel gedeeltelijk af maar in de lente loopt alles terug uit. Je zou ze ook als kuipplant kunnen houden en dan blijven ze groen. Gezien mijn goede ervaringen met andere Salvia's hier riskeer ik het toch deze in volle grond te zetten. Mijn zandgrond laat normaal alle water direct door. Enkel in juli dit jaar (juist na de zondvloed) heb ik op sommige plekken in de tuin eventjes plassen weten staan. Dat was dan voor het eerst in de meer dan 25 jaar dat ik hier zit!
Het gele van de Salvia komt terug in het blad van de winterharde Yucca filamentosa
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....