Een goed boek moet ons niets geven,doch iets afnemen : één van onze zekerheden .
De dood kan men zich niet indenken omdat hij afwezigheid van gedachte is. Dus komen we er niet onderuit te leven of we eeuwig waren
.
Elisabeth George
Zoals de akker bedorven wordt door onkruid zo de mens door zijn begeerten.
JUST LOOKING
Met mensen die nooit denken , is het moeilijk méédenken..
Stel dat de avond niet zou vallen en dat het moeizame gedoe dat wij bedrijven met ons allen zou doorgaan tot oneindig toe
A fine is a tax for doing wrong A tax is a fine for doing well
Ik was een kind Ik kreeg een horloge Maar ik kon niet klokkijken Ik was een man Ik keek op mijn horloge En ik zag dat ik voort moest maken Ik was een vrouw Ik keek op mijn horloge En ik zag dat ik achter liep Ik was oud Ik keek op mijn horloge En ik zag dat het stilstond Ik was god ik wist al lang hoe laat het was
Liefde is soms als dag en nacht, voor altijd samen, altijd gescheiden.
Sue Grafton
'Deze plaats is bezet' zeggen we uitsluitend als er niemand op zit
Laat Amsterdam je noit verlokken Mijdt grote steden als de pokken Ik weet de lichtstroom trekt ons aan Ofschoon w'erin ten onder gaan Hoevelen zijn niet door dat leven Vernietigd, in het slijk gebleven 't Gevaar ligt oov'ral op de loer Nee jongenlief, blijf jij maar boer
Er staat een buizerd aan het mateloos verschiet. 'De vogel bidt', verklaren ons de biologen, Maar elke sukkel die omhoog kan blikken ziet Dat hier de goegemeente deerlijk wordt bedrogen.
Want bidden, heren, is dit ongetwijfeld niet: Onder het bidden sluit men altijd nog zijn ogen. Wat zulk een vogel doet is daarom hypocriet, En uw verhaaltjes acht ik weinig overwogen.
De doorn krijgt water omwille van de roos.
Wie zichzelf hartstochtelijk bemint, mag er zeker van zijn dat de liefde wederzijds is .
Net als een plant kan een kinderziel onmogelijk groeien zonder warmte ( Carl Jung )
"Geluk is het enige wat zich verdubbelt als men het deelt "
Enkele mooie streekbeelden
Schildpadden kunnen meer over de weg vertellen dan hazen.
Secundaire analfabeten noemt men mensen die hebben leren lezen , maar het nooit meer doen.
Wie van hoop leeft, zal nooit dik worden
A careless word may kindle strife. A cruel word may wreck a life. A timely word may level stress. A loving word may heal and bless.
"Het leven is een soep met vier troostende mergpijpen erin: de drank, de liefde, de tabak en de kunst."
"Een tong: een uiterst fatsoenlijk ding zolang hij niet van een vrouw is."
"Zoek niet de schuld, maar de oplossing, in jezelf."
EXCELLENCE can be obtained if you Care more than others think is wise Risk more than others think is safe Dream more than others think is practical Expect more than others think is possible .
.
Hij dacht. En vond een uitkomst evenmin, maar raakte bijster in het eigen hart. Want wie de ganse kluwen heeft ontward, die weifelt tussen einde en begin
Een kinderlied had me erheen bewogen; ik stond onder een al te schelle zon en zag hoe ik als kind was voorgelogen - geen mens danst op de brug van Avignon.
Je moet geen vraagteken zetten waar God een punt heeft geplaatst.
Wie iets wil doen, vindt een middel. Wie niets wil doen een excuus
LIEFDE KOST NIETS OM TE KRIJGEN MAAR IS ONBETAALBAAR ALS JE HET HEBT.
Salman Rushdie
"Elke deugd heeft onechte zusters, die de familie schande aandoen."
Vergiffenis is de geur die het viooltje afgeeft aan de hiel die het vertrapt heeft . ( Mark Twain)
"Dit jaar gaan we met het vliegtuig op vakantie en ik neem mijn kanarie mee. Ik hoop maar dat hij niet ziek wordt, want dat beest heeft nog nooit gevlogen."
Een krachtig verhaal , geschreven door een verbijsterend goede auteur . Eén van de beste "
*** In een verloederde achterbuurt van Boston , waar aan lager wal geraakte ex-veroordeelden , verbitterde wetshandhavers tussen nog andere gebroken gezinnen hun levens leiden wordt een vierjarig meisje, Amanda uit haar bedje ontvoerd. De privé-detectives Patrick Kenzie en Angela Gennaro kunnen de smeekbeden van de radeloze tante van het meisje niet langer weerstaan. Maar ondanks hardnekkig politiewerk, de fanatieke media en de enorme publieke belangstelling voor deze zaak, stuit het onderzoek steeds opnieuw op een stenen muur. Amanda blijft weg , zo' compleet verdwenen dat het wel lijkt of ze nooit heeft bestaan. Dan verdwijnt er ook nog een tweede kind ... De detectives dwingen de hulp af van enkele louche figuren uit de onderwereld van Boston - en zetten zo hun relatie , hun gezonde verstand en zelfs hun leven op het spel.
Dennis Lehane -1965
Dennis Lehane-1965 is geboren en groeide op in Dorchester, Massachusetts .. Hij heeft zeven romans geschreven, waaronder Mystic River ( Vuile handen) waarmee hij finalist was bij de PEN/Winship toekenning.
Alvorens een full-time schrijver te worden, werkte Lehane als adviseur met geestelijk - gehandicapte en misbruikte kinderen , reed hij met limos rond, werkte in boekhandels en laadde hij zelfs tractor-aanhangwagens.Hij leeft nu in de omgeving van Boston.
*** " Killer Banker" Sarah Jensen ontmoet op bizarre wijze een van de beroemdste rocksterren van de wereld : ze redt hem van een op hol geslagen paard. Ze weet dan nog niet dat deze ontmoeting een enorme impact op haar leven zal hebben. Maanden later, op haar werk op de bank , moeten de obligaties van rockster John Redford veilig gesteld worden. Om dat te doen , wil de bank er zeker van zijn dat er met hem de laatste jaren niets is gebeurd wat dit kan voorkomen en zijn reputatie kan schaden. Dit uitzoeken wordt Sarahs taak , maar voor ze het weet is haar leven in gevaar.
Linda Davies
,-1963
geeft les in Politiek, filosofie en Economie aan Oxford University. en werkte zeven jaar als beleggingsadviseur in verschillende banken in New York, London en Oost-Europa.Ze leefde ook een drietal jaren in Peru, vond inspiratie in haar bankcarriérre om haar boeken te schrijven en woont nu met echtgenoot en twee zonen in London.
"De geest wordt rijk door wat hij ontvangt; het hart wordt rijk door wat het geeft." -Victor Hugo
" Als de deugd slaapt, droomt de ondeugd."
-Victor Hugo.
"Vrienden zijn familieleden zonder bloedverwantschap." -Ronald Giphart.
"Min de stilte in uw wezen; Min de stilte die bezielt; Zij die alle stilte vrezen; Hebben nooit een hart gelezen ; Hebben nooit geknield -Guido Gezelle.
Poëzie kun je zowel in verzen als in proza hebben. Ik streef er naar mijn proza zo te maken dat het poëzie wordt.
***
De Ier John Banville won in 2005 de Man Booker Prize met deze roman
De jury verraste daarmee velen en noemde de roman een meesterlijke studie van droefheid, herinnering en liefde. In De zee maken we kennis met de mislukte kunsthistoricus Max Morden die , na het overlijden van zijn vrouw terugkeert naar het vakantiehuis De Ceders in Ballyminder. De oude man probeert het verlies van zijn vrouw te verwerken en tegelijk een trauma uit zijn jeugd onder ogen te zien.
Tijdens die zomervakantie lang geleden maakte Max kennis met de familie Grace. Ze leken uit een andere wereld te komen. Meneer en mevrouw Grace, met hun wereldwijze zelfverzekerdheid en directheid, waren anders dan alle volwassenen die Max kende.Vooral de tweeling in het gezin is opvallend: Myles de doofstomme jongen en Chloe, het eigenwijze meisje. Maar de liefde van de jonge Max richt zich in eerste instantie niet op Chloe, maar op mevrouw Grace en hij denkt dat zij hem ook uitdaagt. Je hebt pas laat door dat Max wel vaker zaken verkeerd interpreteert, dat hij wel iets ziet, maar daar de verkeerde uitleg aan geeft.Dat maakt zijn waarnemingen onbetrouwbaar en juist voor een kunstcriticus zou goed kijken toch een voorwaarde moeten zijn Pas later in het verhaal blijkt dat zich een drama heeft afgespeeld tijdens die zomer waar Max' gedachten telkens naar afdwalen.
Max blikt tijdens zijn verblijf daar niet alleen terug naar de zomer met de familie Grace, maar ook naar zijn leven met Anna en de laatste fase voor haar dood. Zijn blik kenmerkt zich door droefheid, die Banville dankzij vaardig vakmanschap weet te laten overslaan op de lezer. Tegelijkertijd brengt Banville een ode aan de liefde. Hij brengt op minutieuze, indringende wijze de verwerking van Max' verlies onder woorden. Banville switcht heel makkelijk van de jeugdherinneringen over naar de periode waarop Max vrouw Anna te horen kreeg dat ze kanker heeft. Ingetogen en subtiel beschreven is de machteloosheid en onhandigheid van Max .
Zo staan er prachtige bladzijden in waar Max vertelt dat hij als jongen in het veld een nest vond. Dat nest laat hij zien aan een andere jongen. De dag erna zijn de eieren weg en is er een vertrapt. De broosheid kapot gemaakt. En dan komt er nog maar één zin achteraan: Anna die op de vloer braakt, zijwaarts uit haar ziekenhuisbed hangend; haar gloeiend hete voorhoofd drukt in mijn handpalm, vol en fragiel als een struisvogelei.
Een grote rol is weggelegd voor de zee, ze heeft de functie van trooster.
Op het moment dat Anna sterft, staat Max op het bordes van het verpleeghuis en denkt terug aan het moment, tijdens de zomervakantie met de familie Grace, dat hij tot zijn middel in het heldere water van de zee staat:
"Terwijl ik daar stond zwol de zee plotseling op, nee, niet plotseling, maar in een soort machtige deining, het was geen golf, maar een soepel voortglijdende watervloed die afkomstig leek uit de diepten, alsof daar beneden iets enorms bewogen had, en ik werd eventjes opgetild, een klein stukje meegevoerd in de richting van de kust en toen weer op mijn voeten gezet, alsof er niets gebeurd was. En er was niets gebeurd, een gedenkwaardig niets, de grote wereld had alleen weer eens zijn onverschillige schouders opgehaald".
Als een verpleegster hem vervolgens komt halen, loopt hij achter haar aan terwijl hij ondertussen het gevoel heeft dat hij de zee in loopt. De zee die hem omarmt en tegelijkertijd doet beseffen dat de cyclus van het leven onherroepelijk is, dat de wereld niet verandert door een golfslag, of het heengaan van Anna. De zee bevat meerdere geheimen, die veelal voortkomen uit het onvermogen om met elkaar te communiceren. Zo mag Max van Anna niemand iets vertellen over haar kanker, omdat zij het onsmakelijk vindt. Het kindermeisje van de familie Grace, Rose, heeft haar eigen geheim: de jonge Max denkt ontdekt te hebben dat zij verliefd is op vader Grace, maar later begrijpt hij dat haar verliefdheid op een ander was gericht. Voor zijn dochter Claire houdt Max ook veel zaken achter, mede dankzij de slechte verstandhouding die ze hebben. En de identiteit van miss Vavasour, van het pension waar Max verblijft, wordt pas op de laatste pagina's aan de lezer onthuld
Banville schrijft over grote thema's als liefde, dood, rouw en identiteit. Hij doet dat met een onderkoelde toon, in een rijke taal.
Banville ziet het dan ook als zijn taak om mensen te verrukken met zijn boeken, om ze te laten zien hoe prachtig de dingen kunnen zijn. Je moet zijn boeken dan ook niet lezen om meegesleept te worden in een spannend verhaal. Je moet bereid zijn om, wooorden te proeven.
De Ierse romanschrijver, John Banville , is geboren in 1945 in het plaatsje Wexford, waar hij ook schoolliep aan the Christian Brother's school en aan het St.Peters College. Hij werkte voor Air Lingus in Dublin en dat gaf hem de gelegenheid om verre reizen te maken. Van 1988 tot 1999 was hij letterkundig editor van Irish Times. In 1970 publiceerde hij een reeks korte verhalen : " Long Lankin ". Zijn fictief portret van de 15e eeuwse Poolse astronoom: " Dr.Copernicu s" won de James Tait Black Memorial Prize voor fictie in 1976, en was de eerste van een reeks boeken over eminente wetenschappers als - Kepler en Newton. Met zijn boek : The Book of Evidence , belandde hij op de shortlist voor de Booker Prize voor fictie in 1989. Met zijn boek : " The Sea " wordt hij in 2005 ,de eerste Ierse winnaar na Roddy Doyle in 1993 with Paddy Clarke Ha Ha Ha.van de Booker Prize.
Nederlandse uitgave : van Holkema & Warendorf -2006
Paperback : 415 pagina's
ISBN 0553583581
***
Met deze nieuwe thriller levert Tami Hoag een eigen boodschap af aan al haar fans van suspense romans:" Doe het licht niet uit en blijf voortlezen als je durft ". Een genadeloze moordenaar besluipt zijn prooi in de meest beschermde enclaves van Los Angeles tot in de glamourrijke buurten van Hollywood.Zelfs onschuldigen zullen hem niet ontsnappen. Aan het eind van een lange dag vechten met het straatverkeer heeft de fietsboodschapper Jace Damon nog één pakje af te leveren bij één van de beruchtste strafpleiters van Los Angeles. Hij wordt hierbij opgejaagd, beschoten en bijna omvergereden door een auto in de smalle achtersteegjes. Jace , die opgroeide als straatkind in Los Angeles kan enkel door zijn ervaring en instinct te gebruiken zijn leven en het pakje redden waarvoor iemand een moord zou begaan . Als hij na het incident in het advocatenbureau van Lenny Lowell aankomt stuit hij er op politieagenten ,de advokaat blijkt op barbaarse wijze om het leven te zijn gebracht en Jace wordt onmiddellijk als eerste verdachte bekeken.
.
Jace is een fietskoerier, negentien jaar, die al vanaf zijn dertiende op de vlucht is omdat hij bang is dat hij zijn broertje van tien jaar kwijt zal raken aan de kinderbescherming. Samen met zijn broertje Tyler woont hij bij de Familie Chen in Chinatown. Jace is bang dat men denkt dat hij schuldig is aan de moord, al heeft hij deze niet gepleegd.
Plotseling moet hij dus op zijn hoede zijn voor zowel de politiemensen als voor de moordenaar.
.Maar de sleutel om zichzelf en het leven van zijn tienjarig broertje te redden is de enveloppe met het bericht dat niemand geleverd wil krijgen : de waarheid - ,en die heeft hij nog steeds in zijn bezit .
De schrijfster had bij het boek zelf de boodschap: Doe het licht niet uit en blijf doorlezen als je durft. Het licht niet uit doen en doorlezen hoef je dan niet meer te durven, dat doe je gewoon.
Tami Hoag is afkomstig , groeide op en ging naar school in een kleine stad in zuid-oost Minnesota Ze ontmoette er haar liefje aan de high school waarmee ze later huwde. Sinds de publicatie van haar eerste boek in 1988, schreef ze 23 andere romans,waarvan vijf achteréénvolgende bestsellers van New York Times. Alvorens haar op het schrijven toe te leggen had ze jobs als fotograafs-assistente en paardentrainster. Ze woont nu , samen met haar man en talrijke huisdieren op een paardenfarm in Charlotteville , Virginia.
"We should have been real Negroes. Really black. . . . We'd know where we stood anyway."
*** De Duits-Joodse fysicus David Strom is op de vlucht voor de Nazi's en belandt in Washington.Hij ontmoet er de jonge Delia Daley, dochter van een zwarte arts uit Philadelphia , die gulzig op zoek is naar het leven.Beiden hebben een passie voor de muziek en hun plotseling opvlammende liefde voor elkaar is even onmogelijk als ontkoombaar. In " Het zingen van de tijd" vertelt Powers ons het ontroerende verhaal van een biraciale familie en hun drie kinderen., die ze willen opvoeden zonder haat of vooroordelen , wat een bijna onmogelijke taak zal worden.Ze realiseren zich de hindernissen niet waarvoor hun kinderen zullen komen te staan.
Van Powers is bekend dat hij er de schrijver niet naar is om zich in zijn verhalen te concentreren op een halfzachte confrontatie met het onverwerkte verleden.Hij schrijft op een geheel eigen wijze vanuit zijn achtergrond als wetenschapper.
De verteller in deze magistrale en twee generaties omspannende roman is Joseph.Hij is pianist en begeleider van zijn beloftevolle broer Jonah, een klassieke zanger en wonderlijk groot talent. Om voor zichzelf een plaats te kunnen vinden in Europa vermijdt Jonah zoveel mogelijk te denken aan het spook van het racisme .alhoewel steeds zal achtervolgd worden door zijn lichte huidskleur en zowel door blank als zwart gewantrouwd wordt. .Joseph daarentegen wordt als aarzelende pianist als het ware opgeslorpt in het leven van zijn broer. Het derde kind Ruth wordt een zwarte activiste ,die probeert de dingen in haar ingebeelde geidealiseerde toekomst te verbeteren. Aangezien elk kind zijn eigen weg kiest, valt de familie uit elkaar. Terwijl Jonah kiest voor de kunst en Ruth voor het leven probeert Joseph wanhopig om de beide tegenpolen te verzoenen, een verzoening die veel te laat en onverwacht toch nog zal plaatsvinden.
Afwisselend tussen eerste-persoonssecties (die vanuit het perspectief van Joseph worden verteld) en derde-persoonssecties beweegt de roman zich tussen het verhaal van de kinderen en het verhaal van hun ouders. We zien Delia met haar eigen muzikale aspiraties worstelen en zien de manier waarop de abstracte fysica David's keuzen heeft gevormd in een land waar het huwelijk tussen verscheidene rassen nog vijandig bekeken wordt.
Tussen deze verhalen, behandelt de roman vier decennia, die de Amerikaanse rassenpolitiek vanuit het perspectief van een familie tonen van wie de leden onzeker zijn van waar zij zich bevinden.
De schrijver behandelt deze verhalen met gevoeligheid en slaagt erin om muziek met fysica te verweven . De personages in deze roman van epische omvang worden met elkaar verbonden door een vitale stroom van muziek: de liederen, strijkkwartetten, gospels en soul die in hun levens een allesbepalende rol spelen en zonder welke zij ten onder zouden gaan in de vloed van de tijd.
Richard Powers ,werd geboren op 18 juni 1957 in Evanston , Illinois, maar bracht zijn kinderjaren door ten noorden van Chicago. Hij was de vierde van vijf kinderen in een gezin van een hoofdonderwijzer .In zijn tienerjaren ( De Vietnamjaren) woonde Powers 5 jaren in Bangkok toen zijn vader benoemd werd aan de Internationale School. Hij ontdekte daar de muziek als toevluchtsoord.
Aanvankelijk ging zijn interesse uit naar de wetenschappen en hij begon zijn universitaire studies in de richting natuurkunde.Later stapte hij over naar de literatuurstudies. Hij behaalde zijn M.A.in 1979. Zijn bijzondere interesse ging naar auteurs als : Marcel Proust,James Joyce, Thomas Mann.
Hij werkte in Boston als computerprogrammeur totdat een foto in een museum (August Sander's 1914 zwart -wit foto van drie Westerwald boerenjongens die volgens het onderschrift op weg waren naar een bal) hem inspireerde om ontslag te nemen en twee jaar te schrijven aan zijn eerste roman : Three farmers on their way to a dance (1985).
Het boek werd een succes en Powers verhuisde naar Zuid-Nederland waar hij Prisoner's Dilemma schreef., een werk dat Disney en atoomoorlogen naast elkaar zet en het bekende boek : The Gold Bug Variations ;een boek dat genetica.polyfone muziek en computerwetenschappen samenbrengt.
Hij verhuisde om afstand te kunnen nemen van het succes in de V.S. omzich onder te dompelen in een gebied waar hij omringd zou zijn door veel verschillende talen en dialecten. RICHARD POWERS schreef 9 novelles. Deze werden vertaald in 12 talen. Met zijn meest recente boek, The Echo Maker', won hij de National Book Award van de Verenigde Staten.
:" De grote vrouw" Auteur: Meir Shalev Uitgeverij: Vassalluci-Amsterdam, 1998 ISBN 90 5000 060 6 Pagina's: 420 vertaler Ruben Verhasselt.
Iedere herinnering die hij oproept, hoe kort ook beschreven, weet hij te beschrijven in een taal die zo krachtig en beeldend is dat hij met recht een schepper naast God genoemd mag worden.
***
Een Israëlische jongen groeit rond 1940 op in Jeruzalem in een huis dat beheerst wordt door vijf vrouwen: zijn grootmoeder, zijn moeder, twee tantes en zijn jongere zuster. Hoofdpersoon Refael Maier, inspecteur van een waterbedrijf in de Negev-woestijn, is 52 jaar als hij de herinneringen aan zijn jeugd opschrijft.De mannen in de familie hebben de gewoonte om vroeg dood te gaan. Zijn vader was slapend overreden door een tank, zijn opa had zich verhangen, zijn Engelse oom Edward begreep de Hebreeuwse waarschuwingskreten niet en kreeg de brokstukken van een ontploft huis op zijn hoofd. Alles wat van hen overblijft zijn levenslange herinneringen bij de weduwen en een paar portretten aan de muur. Dat Refael "ouder is dan alle mannen in zijn familie geworden zijn", lijkt geen goed teken voor zijn verdere levensduur.
Hij is niet gelukkig en weet niet goed wat hij met het leven aan moet. De weduwen gaan met elkaar samenwonen en voeden gezamenlijk de kinderen van een van hen op. De jongen Refael herinnert zich vele jaren later hoe die opvoeding verlopen is.
In zijn herinnering worden de vijf vrouwen tot één grote vrouw onder wiens hoede hij als enige jongen opgroeit, die haar armen naar hem uitstrekt, hem uitkleedt, wast, kietelt en straft en die tegen hem praat, eindeloos tegen hem praat over alle herinneringen aan de overleden mannen. Alle niet te uiten liefde ten opzichte van hun overleden echtgenoten ballen de vrouwen samen in de zorg voor die enig overgebleven mannelijke spruit van de familie.
Het enige mannelijke element in zijn opvoeding wordt gevormd door de steenhouwer Avraham, een vrijgezel die een paar huizen verderop woont en op zijn erf stenen houwt. Hij is verliefd op één van de twee tantes van Refael. Deze komt hem alle dagen bezoeken en vertelt hem wat hij allemaal van de grote vrouw moet verduren. Avraham geeft hem goede raad en vraagt hem uit over de tante met het rode haar. Het boek bestaat uit tientallen korte hoofdstukken. Elk hoofdstuk bevat een gebeurtenis of een gesprek uit het verleden of uit het heden van Refael. Al die hoofdstukken geven een bont en veelkeurig beeld van de geschiedenis van de familie, van de eigenaardigheden van vijf vrouwen samen in een huishouden, van de geschiedenis van Israël en van Refaels huwelijk met Rona. Dat huwelijk is ook een herinnering, de twee zijn gescheiden maar ontmoeten elkaar nog steeds. Refael heeft aan zijn intensieve opvoeding door de vijf vrouwen een hang naar eenzaamheid overgehouden. Hij bivakkeert het liefst in zijn eentje in de woestijn om over zijn herinneringen na te denken.
In veel van Shalevs boeken spelen sterke vrouwen een grote rol. En daarnaast mannen die zich voegen naar die vrouwen omdat ze van hen houden, die de strijd aangaan, het onderspit delven en zich vervolgens daar vaak bij neerleggen, met meer of minder vrede. Die vrouwen zijn hun moeder, hun grootmoeder, hun geliefde, hun vrouw.
Het boek is goed geschreven, spannend en geestig en de karakters zijn boeiend. De zwarte tante is een ondeugend schepsel, de rode tante vereert alles wat Engels is, de grootmoeder is een prachtige oude vrek, Avraham is een reus met spierballen. En Refael treedt 's avonds op als masseur van de grote vrouw: de vrouwen trekken hun blouses uit en gaan op hun buik op matten liggen. Refael moet als jongetje van zes rondjes lopen op hun vijf ruggen, om ze te masseren. Kortom, dit is een prachtig boek. De verpletterende aanwezigheid van de vijf vrouwen rond Refael is 400 bladzijden lang voelbaar.
En nu , vijftig jaar later dwaalt hij alleen door de woestijn: "Weten jullie een betere manier voor een man om in orde te zijn?" Bang voor de dood, achtervolgd door zijn herinneringen die hem belemmeren een werkelijk menselijk leven te leiden.
Het boek is sterk associatief. Maar als je als lezer net gaat denken: nu is hij door alle zijsporen de lijn kwijt, keert Shalev toch weer terug naar de hoofdlijn.
Hoewel intieme contacten zelden uitgebreid beschreven worden, hangt er toch een voortdurende erotische spanning in "De grote vrouw": de rooie tante en haar relatie met Avraham, de zwarte tante die het bed met willekeurig welke man deelt, en zelfs Refaels moeder die op het laatst een lesbische relatie met haar blinde jeugdvriendin blijkt te hebben. Dat alles maakt het niet verwonderlijk dat Refaels contact met zijn ex-echtgenote vooral seksueel van aard is
.
Het maakt op die manier duidelijk dat de Israëlische literatuur de grotendeels seculiere Israëlische maatschappij weerspiegelt.
"Meir Shalev is a master story teller whose magic realism is similar to the art of Gabriel Garcia Marquez."Frankfurter Allgemeine Zeitung
Meir Shalev,-Israël 29-7-1948
De schrijver werd geboren in de coöperatieve pionierskiboets Nahalal als zoon van de dichter Jitschak Shalev. Hier groeide hij ook op en verhuisde vandaar naar Jeruzalem waar hij momenteel woont. Na zijn studies psychologie aan the Hebrew University werd hij bekend als producer en moderator van radio en tv-programma's. Meir Shalev is de meest succesvolle Israelische auteur van dit moment. Zijn romans worden in tien landen vertaald. In 1988 werd zijn eerste boek, in de Nederlandse vertaling uitgebracht onder de titel 'Russische Roman', gepubliceerd. Hij is tevens colummist voor het Israëlische dagblad "Yedioth Ahronoth " Naast zijn romans die allemaal bestsellers werden , schreef hij twee non-fictie verhalen en vijf kinderboeken. Shalev werd bekroond met : the Bernstein Prize (1989), the Juliet Club Prize (Italy, 1999) en the Brenner Prize (2006)
Romans:
In India voel ik me Amerikaans, in de Verenigde Staten Indiaas. Samina Ali
*** De negentien-jarige Layla , is de ongelukkige heldin van Samina Ali's debuutroman.Ze heeft haar korte leven doorgebracht in twee verschillende werelden, in Minneapolis en het oud Indische Islam-bastion Hyderabad. Bij het begin van de roman is ze na een jaar universiteit teruggekeerd naar Hyderabad om er te huwen met de knappe, jonge ingenieur Sameer. Deze laatste is door haar bazige ouders uitgekozen , of - volgens Layla 's mening aan haar verkocht. Met haar stille manieren is Layla , het toonbeeld van de bescheiden moslima. Maar ze verbergt echter een groot geheim . Vlak voor ze Minnesota verliet had ze een verborgen gehouden romance met een Amerikaanse student , die haar zwanger achterliet.
Hoewel het haar grote moeite kost, doet Layla haar uiterste best om aan de verwachtingen van haar schoonfamilie, een vroom moslim gezin, te voldoen. Na haar aankomst wordt Layla religieuzer, ze citeert uit de Koran en leert Arabisch. Over haar geheim zal ze nooit openlijk kunnen spreken: Layla is geen maagd meer. Maar ook in haar schoonfamilie spelen onuitgesproken en geheime gebeurtenissen uit het verleden een rol. Waarom wil Samir zijn liefde niet tonen aan Layla? Nu blijkt dat ook hij een geheim te verbergen heeft . Layla en Sameer zijn twee verschillende types. De Amerikaanse heeft heimwee naar het mystieke Indië , de Indiêr droomt van het wonderbare Amerika. Terwijl Indië afbrokkelt door de onlusten tussen de moslim- en hindoegemeenschap gaat het stel op huwelijksreis naar Madras
Er blijkt een groot verschil te bestaan tussen het westerse ideaal van de romantische liefde en de realiteit van de moslimcultuur. Beiden erkennen ook de zwakheden in hun filosofie.Zij ziet in dat godsdienst vaak ook gewelddadig kan zijn en Sameer ontdekt dat Amerikanen ook vooroordelen kunnen hebben.
Op hun huwelijksreis naar het broeierige Madras slaat de ontgoocheling toe. Sameer noemt zichzelf , een afgevallene. Wat Layla betreft, ze is onherroepelijk veranderd door haar jeugd in Amerika. De Indiaans-Amerikaanse moslimschrijfster Ali weet op een wonderlijke wijze haar karakters vast te pinnen op de moeilijkheden die ze ondervinden om de Islam-wereld te verzoenen met de moderne tijden. Het boek toont ons echter dat deze verzoening nog lang niet in zicht is .
Auteur Samina Ali is geboren in Hyderabad, India. Zes maanden na haar geboorte emigreert het gezin Ali naar de Verenigde Staten, maar keert regelmatig terug naar India. Vanaf haar achtste is Samina Amerikaans staatsburger. Samina Ali laat in haar debuutroman Madras in de regen, grotendeels gebaseerd op eigen ervaringen, op ontroerende en indringende wijze zien wat het betekent om in twee culturen op te groeien. In 1993 behaalde ze summa cum laude een B.A. in Engels aan the University of Minnesota, Twin Cities . Haar M.F.A. behaalde ze aan the University of Oregon. Ze schreef ondermeer in rattapallax 8, Words Matter, Reading and Writing in the Second Wave of Multiculturalism, en Our Feet Walk the Sky.
Twee kleine meisjes ontdekken in een wei een paard waarvan het hoofd ontbreekt. Een Nederlandse archeologiestudente, Martina Flochten, verdwijnt als ze s nachts na een concert alleen naar het toilet gaat. Een paar dagen later wordt ze dood aangetroffen. Anders Knutas, hoofdcommissaris, leidt het onderzoek naar de dood van Martina Flochten. De journalist, Johan Berg, volgt het onderzoek op de voet. Bij zowel het onthoofde paard als bij Martina Flochten is bloed afgetapt. Het idee voor de roman komt van de Oud-Noorse mythologie, waarin wel eens als bedreiging een paardenhoofd op een houten paal voor iemands huis werd geplaatst. Wanneer een internationaal figuur op rituele wijze wordt vermoord, komt er schot in de zaak.
Op de cover van De goden verzoeken staat "De nieuwe Scandinavische sensatie!". Mari Jungstedt heeft een prettige schrijfstijl,waarin, net als bij andere Scandinavische auteurs, de omgeving mooi wordt beschreven.
'vanaf de kerk van fröjel strekten koolzaadvelden en akkers als gele en groene kleden zich uit naar de zee.' Tegen de achtergrond van de schitterende natuur, de vele ruines, kerken en archeologische sites van het eiland gotland laat de zweedse schrijfster in haar thriller , de meest gruwelijke dingen gebeuren.
Commissaris Anders Knutas en tv-verslaggever Johan Berg, beiden bekende figuren uit eerdere thrillers van Jungstedt, hebben hun handen er vol aan., daarnaast wordt hun aandacht ook nog eens opgeëist door hun privé-problemen. Jungstedt trakteert ons niet alleen op een spannend verhaal, maar dringt ook diep door in het leven van haar personages. twijfels, angsten, onzekerheden, jeugdtrauma's en verdriet maken deze thriller herkenbaar voor iedereen, en maken van deze roman een echte 'page-turner'. De psychologische aspecten van de moordzaken in haar thrillers zijn extreem belangrijk en komen dan ook uitvoerig aan bod. Ze probeert haar boeken zo geloofwaardig mogelijk te maken.
Het verhaal speelt zich af op het mooie eiland Gotland en begint in de sfeer van opgravingen naar schatten uit de tijd van de Vikingen.Het is eigenlijk opgebouwd uit kleine losstaande stukjes waarin je kennismaakt met personages of waarin gebeurtenissen plaatsvinden. Deze korte en bondige manier van schrijven houdt de vaart in het verhaal en de spanning hoog.Aanhangers van oude religies en gruwelijke, rituele moorden spelen daarbij een rol. Mari Jungstedt heeft duidelijk talent. Begrijpelijk dat zij in Scandinavië zo succesvol is en terecht dat zij nu hier bij ons ook meer bekendheid krijgt.
Mari Jungstedt , is een Zweedse schrijfster geboren in Stockhölm ,op 31 oktober 1962
Ze isreeds vijftien jaar lang redacteur en nieuwslezeres bij de Zweedse televisie en host van een goedbekeken talkshow.
'Die je niet ziet' was haar debuut en werd al meteen een groot succes in Scandinavië en Duitsland. Hierna volgde Dichterbij dan je denkt en deze boeken zijn beide verfilmd door de ZDF.
*** Ashdown, een 100-jaar-oud herenhuis: bij de rand van een klip die de Engelse kust overziet, dient als slaapzaal voor twee dozijn universitaire studenten, waaronder Sarah , een vrouw die aan narcolepsie lijdt en door onverwachte slaapaanvallen en hallucinaties wordt verontrust die ze met de werkelijkheid verward. Zij kan geen onderscheid maken tussen droom en werkelijkheid. Sarah woont in het studentenhuis samen met Gregory Dudden. Zij hebben een moeizame relatie die ontspoort vlak voordat Gregory naar Londen gaat om zich als dokter te specialiseren in slaapstoornissen. Verder maken we ook kennis met Robert,die zichzelf pijnigt met een onbeantwoorde liefde voor Sarah, en Terry hun beider vriend die geobsedeerd is door film en 14 uren per dag slaapt.
Twaalf jaar later is Ashdown een slaapkliniek geworden met aan het hoofd Gregory , als halfwaanzinnige en sadistische psychiater. Terry , nu een filmcriticus , die de slaap niet meer kan vatten komt overeen zich door Gregory te laten onderzoeken in zijn slaaplaboratorium. De arrogante Gregory beweert dat slaap een uit te roeien ziekte is . "Als u acht uren per dag in bed doorbrengt,"zegt hij, "verkort de slaap uw leven met een derde!" Hij leidt zijn experimenten( eigenlijk martelingen) naar slaapontbering in de geheime ruimtes van de kelderverdieping . Volgens zijn scheefgetrokken logica zal hij de "behandeling" voor de slaap kunnen vinden als hij mensen en dieren nooit meer laat inslapen , totdat ze zonder slaap verder kunnen. Het boek onderzoekt het ineenstrengelen van nacht en dag, dromen en het dagelijkse leven. De hoofdstukken wisselen tussen 1983, wanneer de plaats een universitair studentenhuis is, en 1996 af, wanneer het een kliniek voor de studie van slaapstoornissen is geworden. In beide periodes komen dezelfde karakters opnieuw op de voorgrond, als studenten , later als patiënten en dokters.
."Het huis van de slaap is een tragikomisch liefdesverhaal waarin alles en iedereen op onnavolgbare wijze met elkaar is verbonden. Met zijn sprankelende gevoel voor humor en bitterzoete nostalgie voert Jonathan Coe de lezer vanaf de eerste bladzijde mee naar een ontknoping die zijn weerga niet kent.
Toevallige ontmoetingen en onwaarschijnlijke gebeurtenissen wisselen elkaar af in een literaire soap vol cliffhangers. Het boek is geloofwaardig waar het over slaap gaat, komisch waar het over verhoudingen tussen mensen gaat en krankjorem in zijn structuur. Alle platvloerse middelen gebruikt Coe om zijn spel met schijn en werkelijkheid aannemelijk te maken. De werkelijkheid wordt een nachtmerrie en dromen komen uit. Als je het boek dichtslaat, heb je het gevoel dat je belazerd bent. Maar met toestemming.
De romanschrijver Jonathan Coe is geboren op 19 augustus 1961 in Birmingham . Hij studeerde aan de Universiteit van de Drievuldigheid, Cambridge, en voltooide een Ph.D. van Henry Fielding's Tom Jones aan de Warwick Universiteit. Coe.geeft les in Engelse poëzie,in Warwick en later werkt hij als professionele musicus ,die muziek voor jazz en cabaret schrijft.Alvorens freelance schrijver en journalist te worden was hij ook wettelijk corrector.
Coe heeft vijf romans geschreven.'The Dwarves of Death' (1990), 'What a Carve Up!' (1994) waarvoor hij in 1995 de Engelse John Llewellyn Rhys Prijs en de Franse Prix du Meilleur Livre Étranger ontving. Voor 'The House of Sleep' de Writers' Guild Best Fiction Award en de Franse Prix Médicis Etranger (1997)en 'The Rotters' Club' (2001) en in 2004 kwam 'The Closed Circle' uit. Jonathan Coe is ook de auteur van twee biografieën van filmactoren, Humphrey Bogart en James Stewart. Zijn biografie van novelist B. S.Johnson " Like a Fiery Elephant "werd gepubliceerd in 2004 en won de Samuel Johnson Prize
Oorspronkelijke titel ; " Die Ausgesperrten "-1980
Uitgeverij : Van Gennep / en Muntinga
Gebonden, 251pagina's
Verschenen: september 2006
'Er is bijzonder veel moed voor nodig om bij een persoon die jou van voren aankijkt , het gezicht open te krabben, resp. zijn oogappels te grazen te nemen. Want de ogen zijn de spiegel van de ziel en zo'n spiegel moet zo veel mogelijk ongedeerd blijven.'
'Heel af en toe schrijft een vrouw een oeuvre, iets groots, iets gevaarlijks,' zei Jelinek toen haar in 1998 de prestigieuze Büchnerprijs werd toegekend; 'maar meestal blijft het bij een paar mooie dingetjes. Mannen kunnen niet radicaal genoeg schrijven, dat heet dan "karaktervol" of "lekker agressief".
***
Elfriede Jelinek, winnares van de Nobelprijs voor de Literatuur in 2004, vertelt op prachtige wijze het verhaal van een verloren groep. Als vrouw schuwt ze de heftige onderwerpen niet en beschrijft ze op subtiele wijze.
De uitgeslotenen is een roman die niemand onaangedaan zal laten. Elfriede Jelinek geeft in De uitgeslotenen (1980) een beeld van de beklemmende jaren vijftig in Oostenrijk.
In een park in Wenen wordt een man in elkaar geslagen door een stel tieners. Aan de hand van een authentieke gebeurtenis geeft Elfriede Jelinek een wrang beeld van de beklemmende jaren vijftig in Oostenrijk: postfascisme, spruitjeslucht en ongelukkige pubers die zich uitgesloten voelen en nog geen eigen jeugdcultuur hebben ontwikkeld (het eerste concert van de Beatles vindt plaats in 1960). De scholieren vormen een bende, Sartre wordt te pas en te onpas (verkeerd) geciteerd en er wordt veel geweld gebruikt. De uitgeslotenen is een choquerende roman met een boosaardig einde.
Jelinek heeft een heel typische stijl ,waarbij binnen één zin of tussen zinnetjes denksprongetjes worden gemaakt die vervreemdend werken. Een voorbeeld: "Naast andere misdaden is Rainer als kind ook misdienaar in de kerk geweest." Nu ja, dat kan nog grappig klinken, maar dan dit: "In het koor zeggen ze in vaak in koor dat God de jeugd roept, en nauwelijks is ze geroepen of daar is ze al. Want de jeugd is het belijdende christendom, en daar is moed voor nodig in de heidens en gedachteloos geworden wereld.
Rainer is als 18 jarige helemaal de weg kwijtgeraakt door alles wat hij in zijn ouderlijk huis heeft meegemaakt .Hij is misschien van een niet onaardig jongetje met een kinderlijk verlangen naar liefde, schoonheid en harmonie verworden tot een leugenachtige naargeestige narcistische arrogante nietsnuttige dilettant op zoek naar een liefde waar hij lichamelijk en psychisch niet bij in de buurt kan komen.
. "Vanaf talloze beeltenissen en plafondfresco's kijkt de Lieve Heer neer op zijn ontaarde kinderen en vraagt zich af hoe hij zoiets heeft kunnen scheppen en hoe hij hun dat in de godsdienstles ook nog heeft kunnen bijbrengen. Als hij eerlijk is heeft Rainer nog steeds last van het geloof, hij sluit nog altijd niet uit dat er zo'n God bestaat, ook al hebben hij en Camus hem door niets vervangen. Verdwenen is hij nog niet, en talloze pastoors zijn zelfs persoonlijk bevriend met zijn familie."
Er zitten heel wat schaamteverwekkende en vernederende passages in het boek. Beslist geen vrolijke kost.
Elfriede Jelinek is de schrijfster van een merkwaardig oeuvre. Haar bekendste en ook haar beste boek is 'De Pianiste'. Maar zelf praat ze juist over die roman nogal achteloos, ze noemt hem een afrekening met haar moeder, gepubliceerd toen haar moeder nog leefde. 'Via, via,' zegt Jelinek, 'hoorde ik dat ze het er moeilijk mee had. En ze ontkende natuurlijk alles.' Het wordt droogjes verteld. Net zo droogjes zegt Jelinek: 'Ik vind het niet erg dat mijn moeder de Nobelprijs niet meer heeft meegemaakt. Ik ben blij dat ze dood is.' Blijdschap over de dood van ouders en andere familieleden is een van de laatste taboes die ons nog resten. En het is niet dat er reden is deze uitspraak van Jelinek te wantrouwen, het is meer dat wie in haar gezelschap vertoeft zich moeilijk kan voorstellen dat deze vrouw gelukkig is geweest, of actief blijdschap heeft gekend. Blijdschap is ook een emotie die vrijwel ontbreekt in haar werk. Niet dat dat nodig is. Oeuvres kunnen uitstekend zonder blijdschap.
Zelf noemt ze haar belangrijkste boek, het dikkere, tamelijk hermetische en moeilijk doordringbare 'De Kinderen van de Doden'. Een afrekening met Oostenrijk. De taal als redding, dat is geen nieuw idee. Maar Jelinek pakt het radicaal aan. Ze charmeert niet, ze verleidt niet, ze is niet hoffelijk. Ze neemt de lezer, ze verkracht hem, ze dringt in hem door. Zoals Erika Kohut, de pianolerares uit 'De Pianiste', zichzelf met een mes bewerkt, zo bewerkt zij de lezer. Ik ken geen andere schrijver bij wie de taal zo mes is geworden als bij Jelinek.
Geweld vindt in Jelineks wereld voornamelijk tussen man en vrouw plaats, waarbij het geweld uiteraard uitgaat van de man, en een substituut wordt voor liefde. Al kunnen moeder en dochter elkaar ook fysiek te grazen nemen.
Haar wereldbeeld zou je een mechanisch wereldbeeld kunnen noemen, waarbij de mensen nog nauwelijks herkenbaar zijn als autonome individuen. Haar marxistische achtergrond speelt bij dit wereldbeeld ongetwijfeld een rol.
'De enige concurrentie voor vrouwenvlees is kindervlees.'. Daarover gaat Jelineks oeuvre en ook over deze stelling: de kinderen van de doden zijn ook dood.
In haar boeken haalt ze haar land en de gewone Oostenrijker door het slijk, zo vindt men, ze bevuilt haar eigen nest, spuugt op haar volk, net zoals haar landgenoot en collega Thomas Bernhard dat eerder deed. Zelf heeft de feministische Jelinek het ook over haat- en wraakliteratuur, gericht tegen alles waar ze een gloeiende hekel aan heeft: benepen burgerlijkheid, katholicisme en moederschapscultuur, antisemitisme en vreemdelingenhaat, de onderdrukking van de vrouw door de man en de oogkleppen die Oostenrijkers volgens haar nog steeds ophebben als het gaat over hun nationaal-socialistische verleden. In al haar romans verguist ze haar vaderland met alle literaire middelen waarover ze beschikt. Ze voelt geen liefde voor dit land, zegt ze .Pikzwart is Jelineks humor, vaak feministisch en even zo frequent uitermate geestig.
Elfriede Jelinek , geboren in Mürzzuschlag (1946) ,groeide op in Wenen en studeerde theaterwetenschappen, kunstgeschiedenis, piano, orgel en compositie. Ze schrijft proza, gedichten, toneelstukken en filmscenario's. In Nederland werd ze beroemd met de romans De pianiste (1986), Lust (1989) en De Uitgeslotenen (1991). In 1998 verscheen bij Querido De kinderen van de doden en in 2002 Geeft niet. Een kleine trilogie van de dood. Jelinek ontving talrijke onderscheidingen voor haar werk, onder andere de Georg Büchner-Prijs 1998 voor haar oeuvre en de Nobelprijs in 2004
90-234-1775-5*** Een verhaal van liefde en duisternis , is een fenomenaal geschreven roman, vol prachtige metaforen, humor en tederheid. Het boek is een mengeling van herinnering, overlevering en verbeelding, een duizelingwekkend boek boordevol geschiedenissen: de geschiedenis van zijn ouders en grootouders, geassimileerde Oost-Europese joden die begin jaren dertig hun toevlucht zochten in Palestina om te ontkomen aan het groeiende antisemitisme in hun geliefde Europa; zijn eigen jeugd in het Jeruzalem van de jaren veertig; de wordingsgeschiedenis van zijn schrijverschap en de ontstaansgeschiedenis van de staat Israël. Voor de reconstructie van de Oost-Europese jaren (in Litouwen en Oekraïne) van zijn familie, was Oz grotendeels aangewezen op zijn eigen verbeelding.
Dat deel van zijn voorgeschiedenis leest alsof de grote Russische vertellers van de negentiende eeuw aan het woord zijn. Aangevuld met zijn latere eigen waarneming levert dat een serie onvergetelijke, vaak zeer humoristische portretten op, met name van zijn grootouders van vaders kant. Over zijn ouders schrijft hij dat ze 'allebei rechtstreeks uit de negentiende eeuw in Jeruzalem (waren) terechtgekomen', ieder met een anders gekleurde 'romantische canon': tegenover de Sturm und Drang van zijn vader stond de introverte melancholie van zijn moeder. Oz beschrijft ze als ontwortelde Europeanen die bedrogen werden in hun dromen over het leven in hun nieuwe vaderland. Zijn vader voelde zich voorbestemd voor een glanzende academische carrière, maar bracht het niet verder dan een ondergeschikte baan bij de Nationale Bibliotheek. Zijn moeder voelde zich met haar artistieke ambities van meet af aan niet thuis in het sjofele Jeruzalem, waar ze niet het fijnzinnige culturele klimaat vond waar ze op had gehoopt en sloot zich al gauw in huis op waar ze niets liever deed dan lezen. Tussen deze belezen ouders in hun met boeken volgestouwde woninkje groeide Amos Oz op als enig kind dat al vroeg hun gefnuikte verwachtingen als een last op zijn schouders voelde. Hij was de jongen die alles goed moest maken. Toen Amos twaalf was , pleegde zijn moeder op 38-jarige leeftijd zelfmoord.Hij blijft als verpletterd achter.
Nooit meer sprak hij over zijn moeder en haar zelfgekozen dood. Niet met zijn vader, niet met zijn vrouw en kinderen. En nu is er dit verhaal van liefde en duisternis, waarin hij er nu pas heeft over kunnen schrijven,zij het met de nodige omtrekkende bewegingen. Nadat hij haar voortijdige dood op verschillende momenten alleen maar even en passant heeft aangetipt, staat hij pas halverwege het boek voor het eerst stil bij het gevoel van verraad, de hulpeloze woede, de haat en het schuldgevoel dat hij als twaalfjarige jongen ervaren heeft. Die zelfmoord is de harde kern en misschien ook wel de kiem van dit boek. Zijn onderzoek naar haar beweegredenen brengt hem onvermijdelijk op het spoor van zijn voorgeschiedenis. Wie was zijn moeder? Wie was zijn vader? Waar kwamen ze vandaan? Waar droomden ze van? Eén van de vele hoogtepunten in dit boek is de levendig opgeroepen herinnering aan het jongetje van acht tijdens de turbulente maanden rond de stichting van de staat Israël, wanneer de aanvankelijke vreugde al gauw plaats maakt voor angst en geweld. Oz bezit het talent om die historische gebeurtenissen op een indringende persoonlijke manier te verbeelden. Aan het eind van de vreugdevolle nacht, waarin heel Jeruzalem de straat op ging na de aangenomen VN-resolutie over Israël, kruipt de vader bij de zoon op bed, vertelt hem fluisterend in het donker over de vernederingen uit zijn jeugd en bezweert de jongen dat hij heus nog wel eens gepest zal worden op school of op straat, maar nooit meer omdat hij een jood is ('Nooit meer. Vanaf vannacht is dat hier afgelopen.').
Oz herinnert zich hoe hij vervolgens de tranen op het gezicht van zijn vader voelde: 'Nooit in mijn leven, niet voor die nacht en niet daarna, zelfs niet bij de dood van mijn moeder, heb ik mijn vader zien huilen.'
Nog weer later komt hij toe aan de beschrijving van het langzame afglijden in slapeloosheid, lethargie en depressie in de laatste jaren van het leven van zijn moeder. Het troosteloze verhaal van haar laatste dagen en uren bewaart hij voor de slotpagina's. Het is ongelooflijk knap hoe Amos Oz ook op de meest dramatische momenten in deze memoires de beheersing heeft om er zonder een spoortje pathos over te schrijven. Steeds slaagt hij er in zijn toon gedempt te houden, met een des te ontroerender effect op de lezer. Die bedwongen emotie is de ultieme kracht van dit boek. De jaren durende pijn over de wederzijdse onmacht van de achterblijvers wordt dan zó verwoord: 'Vanaf de dag van mijn moeders dood tot aan de dag van mijn vaders dood, bijna twintig jaar later, hebben we het nooit over haar gehad. Met geen woord. Alsof ze nooit bestaan had. Alsof haar leven slechts een gecensureerde pagina was die uit een Sovjet-encyclopedie was gescheurd.'
Zelden heb ik een boek gelezen dat met zoveel ingehouden tederheid de lezer balsem biedt voor de altijd schrijnende wonde van verlies, dat je kan koesteren om het draaglijk te houden.
Amos Oz weet de pijn te verzachten door er omzichtig omheen te schrijven, door het onbenoembare de stilte te laten, door in het hele boek behoedzaam omtrekkende bewegingen te maken om het schrijnen van het onuitspreekbare te mijden.
De wereldgeschiedenis van de XXste eeuw is het decor voor het nooit aflatende verlies van wie voor hem had liefgehad. Hij is de bewaarder van de verhalen van wie hem is voorgegaan en waarvan hij uiteindelijk het enige kind is geworden dat al die jaren het leed van zijn ouders heeft gedragen. Zonder het te beseffen, maar intuïtief vervulde hij als kleine jongen zijn rol om die twee bij elkaar te houden in het leven van Jeruzalem waar zijn vader als een afstandelijke rationele taalkundige probeerde samen te leven met zijn romantische hyperintelligente moeder die zich het verblijf als gestudeerde vrouw in het jonge Israël zeker anders had voorgesteld.
Amos Oz tekent zijn personages naar het leven. Ooit waren ze reëel bestaande mensen van vlees en bloed, met hun angsten en hun verlangens, hun illusies en hun zekerheden, die dan vaak op niets gebaseerd bleken, vooral als het erom ging de relaties met de niet Joodse buren te vatten, in Europa en daarbuiten.
Hij biedt een doorkijk in het leven in Jeruzalem waar de tegenstellingen binnen de Joodse kolonisten levendige discussies opleveren. Twijfel en onzekerheid zijn de vaste waarden, ook in zijn bestaan.
De gruwelijke duisternis van wat er met de Joodse cultuur en de dragers ervan in Europa zal gebeuren, de onzekere duisternis van het leven in een nieuw Israël, de drukkende duisternis in relaties tussen mensen, de angstaanjagende duisternis van de spanningen tussen Joden en Palestijnen, tussen zijn ouders en hun families.
De omtrekkende beweging die Amos Oz blijft maken tot de laatste bladzijde wanneer hij de wonde in zijn leven en dat van de lezer onthult, heelt en troost wie achterblijft met het verlies dat hij met hem heeft gedeeld. Hij blijft zijn vermeende falen uitschreeuwen maar voor zijn moeder was de geest de ergste vijand van het lichaam .
Amos Oz is als een herder die zijn kudde lezers langs gevaarlijke ravijnen leidt en door bossen waar wolventanden blikkeren. Hij biedt hen soelaas voor zoveel herkenbaar lijden.
Een verhaal van liefde en duisternis biedt zijn lezers nauwgezet en met een groot gevoel voor humor tedere troost. Daaraan is vandaag en morgen ongetwijfeld grote nood.
Amos Oz, geboren als Amos Klausner (Jeruzalem, 4 mei 1939) is een prominent Israëlisch schrijver en publicist. Hij wordt vaak genoemd als een kanshebber voor een Nobelprijs in de literatuur. Hij won de Israëlprijs voor literatuur in 1998. Volgens zijn Engelstalige uitgever, Bertelsmann, is zijn boek Mijn Michael een van de honderd meest verkochte boeken in de 20e eeuw. Vrijwel al zijn boeken zijn naar het Nederlands vertaald.
Amos Oz is tevens leraar literatuur aan de Ben-Gurion Universiteit van de Negev in Beër Sjeva. Dit instituut beheert ook een speciaal archief met zijn handschriften en brieven.
Sinds 1967, is Oz een prominente voorvechter van een twee-staten-oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict.
In 2005 ontvangt Amos Oz in Frankfurt de prestigieuze Goethe-prijs, een driejaarlijkse prijs voor uitmuntendheid in de literatuur.
Romans :
* Volmaakte rust (Menoecha nechona)(1982)
* Een vrouw kennen (1991) (Lada'at Iesja).
* Black box (Koefsa Sjechora, 1987).
* De derde toestand (Hamatsav Hasjeliesji) (1993) - heruitgave 2006
* Noem het nog geen nacht ( Al taggidi lajla) (1995)
* Mijn Michael ( Mikha'el shelli.) (1987)
* Panter in de kelder (Panter Bamartef) (1998)
* De Jeruzalem omnibus (2000) ; bevat Totterdood, De heuvel van de Boze Raad en Mijn Michael.
* Dezelfde zee (Otto hajam )(2000)
* Een verhaal van liefde en duisternis (Sipoer al ahava wechosjech)(2005)
* Plotseling diep in het woud (Pitom beomek hajaär) (2006)
* Verzen van het leven en de dood. (Charoezee bachajieem wehamawet) (2007)
Non-fictie :
* De ware oorzaak van mijn grootmoeders dood: Essays en artikelen 1967-1993
The Birth of Venus laat ons in detail kennis maken met de vierjarige heerschappij(1494-1498) van Savonarola over Florence, Italië, na Lorenzo de' Medici's dood.Het Florence van de 15de eeuw komt weer helemaal tot leven in dit boek. Dit is een periode van intense geestelijke rijkdom en religieus fanatisme die zal eindigen met de excommunicatie van Savonarola door de Paus en zijn dood op de brandstapel door de Florentijnen..De dood van Lorenzo betekende het einde van een glorierijke periode voor Firenze, waarin de kunst, de literatuur en de filosofie hadden aangetoond dat om het even welke vorm van schoonheid voor God aanvaardbaar was. Savonarola's concept van een strengere en striktere God omvatte echter zijn welwillendheid niet om bewonderenswaardige schilderijen of beeldhouwwerken van naakte mannen en vrouwen of oude goden en godinnen te behouden. Zijn godsdienstig asceticisme eindigde in het vuur van "ijdelheid"dat verscheidene kunstwerken in naam van God vernietigde. De lezers kunnen zich het dagelijkse leven in het Firenze van de Renaissance evenals het geweld en de wreedheid van de heersende klasse tijdens deze periode van politieke en sociale overgang en opschudding gemakkelijk voorstellen door de beschrijving van Dunant van het leven in de rijke paleizen waarin de belangrijkste karakters van de roman wonen. Zo leren we bvb. de manier kennen waarop de Florentijnen o.a strappado( breken van de armspieren) gebruikten om de wil van de gevangenen volledig te breken en deze door deze marteling informatie te laten blootgeven. De geschiedenis van Firenze begeleidt hier wonderwel het fictieve verhaal van de karakters.Het verhaal wordt verteld in de eerste persoon bij middel van het dagboek van zuster Lucrezia, alias Alessandrea Cecchi.Het meisje is net geen vijftien wanneer haar vader, een rijke stoffenhandelaar,van één van zijn reizen naar noordelijk Europa een jonge schilder meebrengt om de muren van de kapel van het Florentijnse palazzo van de familie te verfraaien. Als kind van de Renaissance, met een uitgesproken mening en een enorm talent voor tekenen,wordt Alessandra bedwelmd door de capaciteiten van die schilder
Het boek begint met de dood van zuster Lucretia. Als de nonnen haar willen wassen en uitkleden vinden zij een geschilderde slang die vanaf de schouder tot in het schaamhaar kronkelt. Dan volgt het dagboek van de non die in haar vroegere leven Alessandra was, dochter van ruimdenkende Florentijnen..
We lezen onder andere over de fascinatie die het 15-jarige meisje had voor de verfmengers van La Crocce, en hoe ze genoot van de gespierde worstelaar die zijn tatouages over zijn lijf liet kronkelen. Volgens familiegewoonte, maar met haar instemming, wordt zij uitgehuwelijkt. Zij trouwt met Cristoforo, de beste vriend van haar broer Tomaso. Dat weet Alessandra echter niet en als ze erachter komt dat haar echtgenoot en haar broer er een passionele liefdesrelatie op na houden, voelt ze zich bedrogen. Ze besluit toch bij haar man te blijven: het huwelijk biedt haar een vrijheid die ze als ongetrouwde vrouw niet heeft en bovendien geeft Cristoforo haar de vrijheid en de middelen om te schilderen. Het leven van een vrouw in de Renaissance speelde zich toendertijd volledig buiten de openbare arena af, en werd eerst jaren afgeschermd door een zorgvolle vader of broer en later door haar echtgenoot. Om het even welke vrouw , die de toegewezen rollen van plichtsgetrouwe dochter en gelovige vrouw overtrad liep openbare afkeuring op.
Dunant verhaalt de moeilijkheden die de jonge Alessandra Cecchi ondervindt , in het realiseren van ( of het proberen te realiseren) van haar verzuchtingen om schilder te worden. De nadruk die op het schilderen in de roman gelegd wordt , rechtvaardigt de titel " The Birth of Venus ", die ons aan het beroemde doek van Botticelli herinnert.
Alhoewel Alessandra , met de aarzelende hulp en goedkeuring van haar moeder het discrete nastreven van haar artistieke grillen in haar jeugd bereikt , wordt dit vlug anders en ondervindt zij de afkeuring en de vijandigheid van familie en buitenstaanders wanneer ze de huwbare leeftijd bereikt. De hoop op een artistieke carriére schijnt nog minder realiseerbaar te worden als Florence voor een korte periode wordt binnen gevallen door Franse troepen aangevoerd door de hevig vrouwenhatende Savonarola. In feite , na de overgang van de seculaire regels onder de Medici naar de "goddelijke overheid " onder Savonarola ,verhardde de openbare houding ten opzichte van vrouwen en werden ze meer en meer als gevaarlijke en te vermijden verleidsters afgeschilderd , die thuis het zwijgen moesten opgelegd worden.
De roman speelt zich af in de woelige periode van het einde van het Quattrocento. Wanneer Lorenze de' Medici sterft in 1492, staat het Franse leger klaar om de stad in te nemen. Maar weldra zal de theocratie van Savonarola het bestuur van de stad in handen nemen. Het is een periode waarbij al wat te werelds is, wordt verboden: profane kunst, homoseksualiteit, juwelen, boeken. Er worden autodafé's ingericht met openbare verbranding van alle luxegoederen. Vandaag de dag zouden wij Savonarola een fundamentalist noemen. Enkele jaren later werd hij van de troon gestoten en verbrand. Hij mag als een voorloper beschouwd worden van de Hervorming.
Uiteindelijk komt Alessandra in een klooster terecht, samen met haar dochter. Daar kan ze zich wijden aan haar roeping: schilderen. De roman begint in feite bij haar dood in 1527 en is in feite één grote flashback. Een schiterende voorbeeld van historische fictie! Het gaat niet alleen om een mooi verhaal, maar je leert ook het Firenze van de renaissance goed kennen!
*** Romanschrijfster, criticus en radioomroepster , Sarah Dunant , is geboren in 1950 en werd opgeleid aan de Godolphin en Latymer School in Hammersmith, Londen, voordat ze lezingen geschiedenis gaf op Newnham College in Cambridge. Ze werkte als actrice en begon haar loopbaan als producent voor de BBC Radio in 1974. Als voormalige presentatrice van " Radio 4 's " Woman's Hour" en de " Late Show" op de BBC , waarin telkenjare " The Booker- Prize ceremonie werd uitgezonden is ze tevens de auteur van verschillende boeken.
Zij is de maker en bezielster van prive - detective Hannah Wolfe, die in Birth Marks (1991), Fatlands (1993),en Under My Skin (1995). optreedt en waarmee ze de winnares van de Macallan Silver Dagger voor Fiction, voor Crime writers werd.Ze is een patroon van de Orange Prize voor fictie en recensies voor diverse kranten en tijdschriften waaronder The Times en The Observer, en is een vaste presentatrice van BBC Radio 3's 'Night Waves'.
Oorspronkelijke titel : " La Chartreuse de Parme "
Uitgever: Athenaeum-Polak & Van Gennep
ISBN 90 253 4980 3
Paperback : 608 pag.
Vertaling : Theo KARS
***
Stendhal ,vooral bekend van het politiek-romantische meesterwerk "Het rood en het zwart" heeft zijn verhaal van "De Kartuize van Parma" gesitueerd in Noord-Italie ten tijde van Napoleon , zo'n tweehonderd jaar geleden dus. De jonge aristocraat Fabrizio sluit zich aan bij Napoleontische legers die juist de Slag bij Waterloo verliezen. Als Fabrizio terugkeert in Lombardije blijkt dat hij zich met deze "republikeinse zet" flink in de nesten gewerkt heeft, waardoor hij moet onderduiken. Zijn tante Gina vangt hem op en probeert hem in Parma in rustiger vaarwater te brengen. Omdat de impulsieve Fabrizio meer zijn hart dan zijn verstand volgt, raakt hij al gauw opnieuw in problemen die hem en de roman naar een denderende climax tillen.
Als je 'De kartuize van Parma' leest, heb je niet het idee dat je een boek aan het lezen bent. Nee, je luistert naar een amusant verhaal, een avontuur vol ironie, spot en intriges, zich afspelend aan het eind van de achttiende, begin negentiende eeuw in de aristocratische kringen van Parma en omgeving. Het is een kostelijke roman over corruptie, liefdes, intriges en de sociale netwerken van die tijd met telkens weer een amusante kwinkslag. Hoofdpersoon is Fabricio del Dongo, een naïeve jongeman, die in weerwil van zichzelf en zijn onschuld telkens toch weer in de problemen komt, daar dan weer uitgeholpen wordt door zijn 'fans' onder leiding van zijn flamboyante tante en dat ervaart alsof hij steeds langs de zijlijn van zijn eigen leven staat.
Zo raakt hij regelmatig paarden kwijt, snelt hij vol vuur Napoleon te hulp op 't slagveld en neemt hij soms de meest niet voor de hand liggende beslissingen.
In De Kartuize van Parma vallen allerlei romangenres samen: avonturenroman, liefdesgeschiedenis, Bildungsroman en politieke satire. Een van de grote charmes van dit machiavellistische relaas van liefde en eerzucht, idealisme en hartstocht, huichelarij en onverholen amoralisme is de ironische, oneerbiedige verteltoon. Hierdoor bewerkstelligt Stendhal dat de lezer het verslag van het wel en wee van de personages steeds met een geamuseerde of meewarige glimlach volgt.
Prachtige, laatste hoofdstukken, heerlijk cynische zinsbuigingen, komisch commentaar op die gepassioneerde Italianen en geweldige wendingen in het verhaal.
De vertaling van Theo Kars van dit prachtige boek van Stendhal , met een nawoord van Arnon Grunberg , is haast een schelmenroman over Fabrizio Del Dongo, die als geliefde neef door zijn tante op een hoge positie wordt geplaatst maar tegelijkertijd een bijna onmogelijke liefde opvat voor een andere vrouw Dit boek,leest als een trein en geeft een mooi beeld van de (hof)intriges van die tijd.
*** Stendhal, schuilnaam voor Marie-Henri Beyle (°Grenoble ,23 januari 1783 + Parijs, 23 maart 1842) was een 19e-eeuwse Franse romantische schrijver die in zijn werk zowel romantische als realistische invloeden verenigde. Stendhal werd geboren in een gegoede royalistische familie. Zijn vader, Chérubin Beyle, was advocaat in het parlement van de Dauphiné . Henriette Gagnon, Stendhals moeder, die hij aanbad, overleed op 23 november 1790, hetgeen een grote indruk naliet op de jonge Stendhal. Vanaf dat moment werd in zijn opvoeding voorzien door zijn vader, zijn tante en, vanaf 1792, zijn leermeester, abbé Raillane. Stendhal verteerde deze voogdij slecht en had een slechte kindertijd in een duffe provinciestad. Zijn enige vriendin was zijn jongere zus Pauline.
Hij verzette zich tegen zijn formeel-christelijke familie en studeerde vanaf 1796 wiskunde aan de Ecole Centrale de lIsère te Grenoble. Stendhal zocht zijn toevlucht in de rechtlijnige wiskunde. Op school werd hij beïnvloed door republikeinse en antiklerikale denkbeelden en werd hij ook aanhanger van de sensualistische filosofie van de School van Condillac. In oktober 1799 ging Stendhal naar Parijs met de bedoeling deel te nemen aan het ingangsexamen voor de École polytechnique. Hij zag daar echter van af en, dankzij zijn neef, graaf Pierre Daru, werd Stendhal tewerkgesteld bij het ministerie van Oorlog. In mei 1800 ging hij in dienst bij het Italiaanse leger van Napoleon. Zo ontdekte hij tot zijn grote genoegen Italië en meer bepaald de stad Milaan Zijn bekendste romans zijn La chartreuse de Parme en Le rouge et le noir, die beide autobiografische elementen bevatten. In beide romans bevatten de hoofdfiguren karakteristieken van Stendhal zelf. Zijn romans worden gekenmerkt door een vrij droge, korte stijl, mede door het feit dat Stendhal gekant was tegen elke vorm van literaire bladvulling.
Het realisme in Stendhals romans uit zich dan ook niet door uitvoerige beschrijvingen , maar eerder in het feit dat hij zich voor het basisgegeven van zijn verhaal baseerde op een waargebeurd feit (wat hij bestempelde als "être vrai"). In de meeste romans staat het thema van de liefde centraal en meerbepaald het procedé van verliefd worden, wat hij heeft omschreven als "kristallisatie".
Bibliografie : Vies de Haydn, de Mozart et de Métastase (1815) Rome, Naples et Florence (1817) Histoire de la peinture en Italie (1817) Vie de Napoleon (1817) De lAmour (1822) Vie de Rossini (1823) Racine et Shakespeare (1823-1825) Armance (1827) Promenades dans Rome (1829) Chroniques italiennes (1829-1840), waarin o. a. L'abbesse de Castro, Vittoria Accorambi, Vanina Vanini, Les Cenci, La duchesse de Palliano Le Rouge et le Noir (1830) (Nl. : Het rood en het zwart) Vie de Henry Brulard (1834-1836) -autobiografie Mémoires dun touriste (1838) La Chartreuse de Parme (1839) (Nl. : De kartuize van Parma) Féder ou le mari dargent (1839, onvoltooid) Privilèges (1840) Lamiel (1889, onvoltooid, postuum) Souvenirs dégotisme (1892, postuum) Lucien Leuwen (1894, postuum)
Het zijn niet de ogen die zien, maar de hersenen. Ogen zijn lenzen, maar ze vormen wel het contact met de wereld. Wat er gebeurt als die lenzen dienst weigeren, is wat José Saramago onderzoekt in zijn roman : "De stad der blinden."
Het begint met een man die voor het stoplicht in de auto zit te wachten. Wanneer het licht op groen springt, wordt hij blind, het laatste wat hij dan heeft gezien is de rode zon van het verkeerslicht, voordat zijn ogen verzinken in een 'melkzee'. Vreemd genoeg is de wereld niet donker geworden, maar wit, verblindend wit .
Probeer je maar eens voor te stellen hoe het is om niets meer te kunnen zien van wat je altijd zag, en de wereld alleen nog uit herinneringen en geluiden bestaat. Je vertrouwt erop dat als het je overkomt, er genoeg hulpmiddelen zijn en mensen om je heen om toch nog een menswaardig bestaan te hebben. Het lijkt erop dat de schrijver heeft geprobeerd uit te drukken hoe gecompliceerd en wanordelijk het leven wordt als iedereen blind zou zijn. Er zijn geen beelden meer, alleen nog maar woorden en geuren.
Alles loopt door elkaar heen, niemand heeft meer overzicht. De lezer krijgt door deze interpunctie iets van deze wanorde mee. Soms weet je inderdaad niet meer wie WAT zegt. Je moet wel heel goed bij de les blijven (net als die blinden in hun situatie) om je leven nog een beetje ordelijk te houden. Het is interessant om te zien hoe Saramago dat emotioneel benadert. Door het aangrijpende verhaal heen, achter de verschrikkelijke werkelijkheid blijft de opdracht: 'Wie ogen heeft, die kijke. Wie zien kan, neme waar,'
Steeds meer mensen worden slachtoffer van wat de 'witte ziekte' wordt genoemd en al gauw worden via overheidswege de slachtoffers en de besmetten (zij die met de blinden in contact zijn gekomen) opgesloten in een voormalig gekkenhuis, afgesloten van de buitenwereld, zwaar bewaakt door militairen die de opdracht krijgen elk die probeert te ontsnappen neer te schieten. Het verhaal concentreert zich vooral op zeven naamloze personen, de genoemde automobilist ,een prostituee, de vrouw van de automobilist, een loensend jongetje, een oude man die een oog mist, een oogarts en zijn echtgenote. Mysterieus genoeg behoudt deze vrouw, steevast aangeduid als 'de vrouw van de oogarts', haar zicht, maar zij veinst blindheid om niet van haar man gescheiden te worden.. Slechts zij blijft gespaard voor de blindheid. Zij zal tot het einde toe steeds de blinden tot steun zijn. Zij is hun ogen, hun lijn met de wereld.
Soldaten die het terrein bewaken, behandelen de blinden als beesten. Steeds meer glijdt de steeds toenemende gemeenschap af totdat er sprake is van totale anarchie. Deze leidt uiteindelijk tot grof misbruik van de vrouwen (mishandeling en grove verkrachting) in ruil voor eten. Uiteindelijk vermoordt de vrouw van de oogarts de leider van de verkrachters. De verwording is compleet.
Dit zwaarmoedige, maar bij vlagen toch ook humoristische boek, hoeft eigenlijk verder geen betoog. Het laat zien tot welke ontluisterend niveau de mens kan afglijden, tot welke daden hij in staat is als er maar een zweem van een vrijbrief voor is. Het laat ook zien tot welke moed en veerkracht sommigen in staat zijn als het er om spant. De harde strijd om het bestaan kleedt alle mensen tot het bot uit. Daartussendoor gloort af en toe een sprankje hoop....de liefdevolheid van individuen tot elkaar.
Dit boek leest als een sneltrein maar dan wel een die in de sombere, donkere nacht rijdt en waarvan de bestemming onduidelijk is . Zijn wij niet allen blind? Wat weten wij van het leven. Zitten wij niet op de troon van de welvaart, worden we niet geleid door dat kleine vernisje dat techniek heet? Maar wat als er ook maar IETS niet goed gaat? Wat als de mens het helemaal vanaf de basis zelf moet doen?
José de Sousa Saramago
, is geboren op 16 november 1922 uit een daglonersgezin in het dorpje Azinhaga in de provincie Ribatejo (Portugal) . 'Saramago' is de naam van een wild kruid, en tevens de roepnaam van zijn vader. Bij de burgerlijke stand wordt deze roepnaam per ongeluk aan zijn naam toegevoegd. José Saramago heet dus voluit José de Sousa Saramago. Na een hele reeks betrekkingen, van autohersteller, slotenmaker, tekenaar tot ambtenaar bij de gezondheidsdienst, komt hij op een drukkerij en in de krantenwereld terecht. Al tijdens zijn studie mechanica is hij echter een fervent bezoeker van de openbare bibliotheek van Lissabon. In 1944 huwt hij Ilda Reis . Hun enige kind, Violante, wordt in 1947 geboren. Dat jaar komt ook zijn eerste roman (Terra de Pecado -Het land van de zonde uit. Hij schrijft nog een onafgewerkte roman, maar stopt met schrijven omdat hij volgens zichzelf 'niets behoorlijks meer te melden' heeft. Tot 1966 legt hij dan ook de pen neer. Eind de jaren vijftig begint hij bij een uitgeverij te werken, zodat hij de Portugese schrijverswereld leert kennen. Vanaf 1955 werkt hij deeltijds als vertaler. In 1966 verschijnt zijn eerste dichtbundel (Os Poemas Possíveis), in 1970 zijn tweede (Provalmente Alegria). In 1967-68 werkt hij aanvullend als literatuurcriticus.. In 1969 sluit hij zich aan bij de Communistische Partij van Portugal . Zijn ster rijst; hij wordt literair criticus en politiek commentator, lid van het bestuur van de zojuist opgerichte Portugese Schrijversbond en tenslotte adjunct-hoofdredacteur. Na de scheiding van zijn vrouw in 1970 begint hij een relatie met de Portugese schrijfster Isabel da Nobrega. In 1972 en 1973 is hij redacteur bij het dagblad Diário de Lisboa, Hij besluit zich op zijn 53ste aan de literatuur te wijden. Dat is een sprong in het diepe omdat hij al een tijd niet meer schrijft en weinig op zijn palmares heeft (een paar poëziebundels, verzamelde journalistieke stukken en een roman).
Vijf jaar later, in 1980 krijgt hij succes in eigen land met zijn roman 'Opgestaan van de grond', over de mensonwaardige levensomstandigheden van de Portugese landarbeiders. In 1981 breekt hij internationaal door met zijn roman 'Memoriaal van het klooster'. In 1988 huwt Saramago de Spaanse journaliste Pilar del Rio .
. Zij is tevens de vertaalster van een aantal van zijn boeken. Haar familie geeft Saramago's boeken uit. In 1992 gaat hij op het Spaanse Canarische eiland Lanzarote in vrijwillige ballingschap wonen. Zijn roman 'Evangelie volgens Jezus Christus' is door Portugese bisschoppen als godslasterlijk bestempeld en daarom door de minister van Cultuur geweigerd als kandidaat voor de EuropeseAristeion-prijs Op Lanzarote schrijft hij een reeks dagboeken en romans.
Romans : Terra do Pecado 1947 ("Het land van de zonde", niet in het Nederlands vertaald); Manual de Pintura e Caligrafia, 1977 ("Handboek van schilderkunst en kalligrafie", niet in het Nederlands); Levantado do Chão, 1980; ("Opgestaan van de grond", niet in het Nederlands) Memorial do Convento, 1982 (Nederlands: "Memoriaal van het klooster", 1990) O Ano da Morte de Ricardo Reis, 1984 (Nederlands: "Het jaar van de dood van Ricardo Reis", 1999) A Jangada de Pedra, 1986 (Nederlands: "Het stenen vlot", 2002)
História do Cerco de Lisboa, 1989 (Nederlands: "Het beleg van Lissabon", 1996) O Evangelho Segundo Jesus Cristo, 1991 (Nederlands: "Het evangelie volgens Jezus Christus", 1993) Ensaio sobre a cegueira, 1995 (Nederlands: "De stad der blinden", 1998) Todos os Nomes, 1997 (Nederlands: "Alle namen", 2000) A caverna , -Het schijnbestaan -2002 O Homem Duplicado, 2002 (Nederlands: "De man in duplo", 2003) Ensaio sobre a lucidez, 2004 (Nederlands: "De stad der zienden", 2005)
As intermitências da morte,2005 (Nederlands: "Het verzuim van de dood", 2006) As pequenas memorias,2006 (Nederlands: "Kleine herinneringen", 2007)
Duivelswerk, is het verhaal van een journalist die een sekte opzoekt die zich heeft teruggetrokken op een Schots eilandje. Het gerucht gaat dat de duivel in eigen persoon op het eiland rondwaart. Op een video is namelijk een gestalte met een soort staart te zien. En wat betekenen al die varkenskarkassen die op het vasteland aanspoelen en van het eiland afkomstig zijn?
De sceptische ,en aan lager wal geraakte journalist Joe Oakes heeft er zijn missie van gemaakt spirituele bedriegers te ontmaskeren. Dat deed hij al eens met de voormalige gebedsgenezer Malachi Dove, wiens volgelingen op het eiland wonen, en dat is hij nu van plan met de zogenaamde 'duivel van Varkenseiland'.
De journalist heeft lang geleden al eens de degens gekruist met de leider van de sekte. De man blijkt zich van zijn gemeenschap te hebben afgescheiden en leidt een kluizenaarsbestaan op een eigen deel van het eiland. Hij is minder kluizenaar dan het lijkt, want er blijkt ook nog een mismaakte dochter bij hem te wonen en tussen die dochter en de journalist groeit iets moois.Hij valt vooral op haar staart die geen echte staart blijkt te zijn, maar wel iets anders dat er eigenlijk niet zou horen te zijn. Een walm van rottend vlees omgeeft het eiland. Er is door een dronken toerist een video gemaakt van een duivels wezen, half mens, half beest. Men voelt aan zijn water: hier klopt iets niet. Dan is er nog de echtgenote van de journalist die in een eigen waanwereld leeft die ogenschijnlijk reëel is. Zij en de journalist vertellen om beurten het verhaal, waarbij de journalist meer aan het woord komt.
Ondanks hevig protest van de doodsbange eilandbewoners waagt Joe zich toch op een met schrikdraad, giftige chemicaliën en varkenskoppen afgezet deel van het eiland. Zijn vastberadenheid en zucht naar de waarheid zetten echter gebeurtenissen in gang die zo gruwelijk zijn, dat het woord angst een totaal nieuwe betekenis voor hem krijgt...
Uit al het voorgaande vloeit,, moeiteloos een roman noir voort, waarin seksuele obsessies en verboden lusten niet wordt veronachtzaamd.
Lees en huiver is het devies. De praktijken van de sekteleider die als gebedsgenezer begon, worden in het begin met een mooie vondst goed beschreven, maar daarna wordt je alleen maar onbehaaglijk van het verhaal door de combinatie van wreedheden en smoezeligheid. Maar wie effectbejag waardeert heeft aan Hayder een goede.
Op zo'n moment kan het met zulke thrillers twee kanten uit: een goeie en een slechte. Hayder opteert, de duivel zij geloofd, voor de goeie. De kant waar het onheil en de horror in het eigen hoofd sluimeren, of in dat van de anderen - het soort anderen die Sartre ooit les autres noemde. En daar eindigen de fantasmen geenszins, tot je je afvraagt, terwijl je enigszins peinzend haar engelachtige voorkomen op de achterflap overweegt: waar haalt ze 't vandaan? Je zou ze de kroonprinses van het griezelgenre kunnen noemen.
Mo Hayder , is geboren in 1952 in Essex . Op haar vijftiende verliet Mo Hayder de school om als serveerster, beveiligingsbeambte, filmmaker, lerares Engels in Azië en als gastvrouw in een club in Tokio te gaan werken. Haar leven nam een belangrijke wending toen, aan het eind van de jaren tachtig, één van haar collega-gastvrouwen op brute wijze aangevallen en verkracht werd. Mo was gechoqueerd door deze gebeurtenis. Ze raakte geobsedeerd door de vraag wat de verkrachter dacht, waarom hij het had gedaan. De debuutroman van Hayder, Vogelman, verscheen begin 2000 en werd direct een bestseller. Ze gaf haar parttime baan op en werd fulltime schrijfster. Haar debuut werd in 2001 opgevolgd door De behandeling.
In 2003 keerde Mo Hayder terug naar Tokio voor achtergrondonderzoek voor één van haar romans. Bovenal wilde ze herinnerd worden aan de sfeer van de club waar ze werkte op het moment van de verkrachting van haar collega. Ze was ook geïnteresseerd in de tragische moord op Lucie Blackman. Mo herinnerde Tokio aan het eind van de jaren tachtig als een veilige stad om in te leven en werken en wilde daarom een idee krijgen van wat er in 14 jaar was veranderd. Ze werkte onder andere enige tijd in de nachtclub waar Lucie Blackman werkte ten tijden van haar verdwijning.
In 2004 brak ze internationaal definitief door met haar roman Tokio,die genomineerd werd voor diverse internationale prijzen. Mo woont met haar partner Keith Quinn en haar dochtertje , Lotte-Geneviève in Bath (London).
A writer in touch with her dark side and a major new talent. ' The Guardian
ISBN: 9044505807 Uitgever: De Geus - Hardcover :411 pag.
Vertaling: Ina Sassen
*** Asiel is het tweede boek in de Maria Erikson -serie en gaat verder waar het eerste boek " Ondergedoken " stopt.
Namelijk op het punt waar Maria Eriksson met haar gezin Zweden verlaat om uit de handen te blijven van haar moordlustige Libanese ex -partner en zijn vrienden. Na een aantal maanden keert het gezin terug in Zweden. Er zit weer niks anders op dan onderduiken. Er lijkt een lichtpunt te zijn. Maria hoort over een stichting die mensen helpt om onzichtbaar naar het buitenland te verdwijnen. Dit is de enige manier om een normaal leven te leiden. De kinderen kunnen dan buiten spelen en naar school. De eigenares van de stichting is echter niet eerlijk en gebruikt de stichting om enorme bedragen van organisaties te krijgen die ze zogenaamd nodig heeft voor de emigraties. Ze houdt het allemaal zelf. Maria is weer terug bij af.
Ze heeft haar zinnen op het buitenland gezet.Ze vluchten het land uit, eerst naar Zuid-Amerika - Chili en Argentinie - en uiteindelijk naar de Verenigde Staten. Vanuit Zweden heeft Maria een huis en een school voor de kinderen geregeld. Bij aankomst blijkt het huis aan een ander verhuurd en worden de kinderen niet toegelaten tot de school omdat ze geen Spaans spreken. Met veel doorzettingsvermogen vindt Maria een ander huis en een school die de kinderen de taal wil leren. Het lukt haar om een snackbar te beginnen bij de school zodat het gezin inkomsten heeft. Haar man ,Anders ,raakt in een dip en doet weinig. Ook voor zoontje Robin is Chili geen goede omgeving. De kwaliteit van de lucht is slecht en hij heeft zware levensbedreigende astma-aanvallen. Na ruim een jaar is het gezin het zat. De school krijgt een nieuwe directeur die Maria uit de snackbar zet. En veel vriendjes en vriendinnetjes van de kinderen gaan naar een andere school of verhuizen. Maria besluit de gok te wagen en naar Amerika te verhuizen. Om daar te mogen blijven heeft ze een greencard nodig. Deze is alleen te verkrijgen als de rechter akkoord gaat. Er zijn maar weinig advocaten die een asielaanvraag van een Zweed op zich willen nemen.
Het gezin bloeit op in Amerika. De kinderen kunnen er vrij spelen en Maria maakt veel vriendinnen. Alleen Anders kan niet aarden en hangt hele dagen voor de televisie. Hij bemoeit zich niet met de procedures van de asielaanvraag. Na een aantal spannende jaren en een zenuwslopend verhoor dat uren duurt komt de rechter met een besluit. Maria kan eindelijk rusten.
Na jarenlange strijd krijgt Mia voor elkaar dat zij en haar gezin er dus asiel krijgen op grond van vrouwenmishandeling, de allereerste keer dat in de VS aan een Europese vrouw op die gronden asiel wordt verleend. Aangrijpend, onthutsend in romanvorm geschreven, waargebeurd verhaal over de gevolgen van stalking en geweld tegen vrouwen, over het balling zijn, in een vreemd land opnieuw moeten beginnen, en over asiel zoeken, met steeds de dreiging van de ex-partner op de achtergrond.
Dit boek leest net zo vlot als de voorganger. Daar was het verhaal vooral akelig en was er een uitzichtloze situatie te zien. In dit boek zie je de lichtpunten voor het gezin. En je wilt zo graag dat ze het goed krijgen na alle ellende die ze al doorstaan hebben. Je blijft lezen totdat je zeker weet dat de familie een thuis krijgt waar ze veilig zijn. Je voelt de frustratie van Maria. En een ander had het misschien allang opgegeven. Deze vrouw vecht tot het bittere einde voor een betere toekomst. En je gunt het haar. Daarom is het einde van het boek een hele opluchting. Heel meeslepend. Haar thema's zijn de probleemthema's van het moderne Zweden : maffia, terreur,bedrijfskriminaliteit,immigratie en steeds opnieuw hamert ze op het geweld tegen vrouwen.
Liza Marklund
, is geboren op 9 sept 1962 in Piteå, een klein dorp in Noord-Zweden.Als ze zestien was hield ze de school voor bekeken en begon ze allerlei jobs uit te proberen .Ze was achtereenvolgens , magazijnarbeidster, serveerster, poetsvrouw in zwembaden , zelfs als croupier in het Stadshotel van Piteå verdiende ze haar brood. Zeer veel jobs, zeer weinig geld maar een hoop ervaring die anderen nooit kregen.Ze ging appelsienen plukken in Israël en werd in Griekenland opgepakt voor landloperij. Een leven als vagebond dus , maar het leven dat ze zelf verkoos.. Op eenentwintig beviel ze van een dochter bij haar Amerikaanse vriend en enkele jaren later huwde ze een Russische ingenieur omdat hij niet het land zou uitgewezen worden. In 1984 keerde ze terug naar Zweden en begon er aan een opleiding als journaliste.Ze deed als chef nieuwsdienst en hoofdredacteur ruime ervaring op bij verschillende dagbladen en was zo meerdere jaren chef van de nieuwsdienst van de private zender TV4 . Deze droomjob gaf ze op om zich drie jaar geleden te ontpoppen als een succesvol schrijfster van misdaadromans.
Deel 3 uit de serie Trilogie van de Zeven Wateren pocket, 576 pag. ISBN: 9789024553433
***
In de Keltische schemering van het oude Ierland, beheerst door mythen en magie, ontspint zich een machtige en betoverende geschiedenis. Kind van de profetie is het laatste deel van de Trilogie van de Zeven Wateren door Juliet Marillier, winnares van de Alex Award. De eerste twee delen kenmerkten zich door hun emotionele diepgang en verfijnde uitdieping van de karakters. Dit laatste deel sluit naadloos aan bij de beschrijving van de dreigende ondergang van de Ierse Feenwereld en de belangrijke rol die de bewoners van Zeven Wateren hierin vervullen.
Hoofdpersoon is wederom een vrouw, Fainne, door haar vader opgeleidt tot tovenares, en door geboorte verbonden met de bewoners van Zeven Wateren. Zeven Wateren is een landgoed dat diep verscholen ligt in de wouden in het Noordoosten van Ierland.
De jonge Fainne groeit op aan de ontoegankelijke en rotsige westkust van Ierland. Veilig en beschermd. Elke zomer kijkt ze uit naar de komst van Darragh, haar enige vriend en ondanks de eisen die de opleiding aan haar stelt, heeft ze er een gelukkige jeugd. Het lot van Zeven Wateren ligt in de handen van Fainne. Ze moet kost wat kost verhinderen dat haar neef Johnny de eilanden herovert.
Het thema van de Trilogie van de Zeven Wateren is het behoud van de wouden, de eilanden, en alle spirituele waarden waar zij voor staan. Druïden hadden veel respect voor de natuur en begrepen het grote belang van de relatie die de mens heeft met de aarde en de oceaan, de zon en de maan. Het verhaal is geplaatst in het tijdperk dat het christendom de overblijfselen van het Keltische heidendom in Ierland overvleugelde. De verhouding tussen mensen en de wezens van de Andere Wereld is zeer gespannen. Het Kleine Volk manipuleert de mensen zonder enige scrupules, gewoon zoals het het beste uitkomt. Tegen de achtergrond van die strijd worstelen de hoofdpersonen in haar boeken met hun eigen keuzes en staan ze bloot aan het machtsspel tussen mensen zelf.
MARILLIER, Juliet
Nieuw-Zeeland (Dunedin), 27 juli 1948-
De schrijfster is geboren in Dunedin " het Edinburgh van het Zuiden ",een stad waar de invloed van de Keltische immigranten nog sterk voelbaar is. Marillier groeide op met Schotse en Ierse verhalen en muziek om zich heen. .De lijnen van de traditionele vertelkunst zijn onmiskenbaar verweven in haar werk..Ze studeerde Letteren en muziek aan de Universiteit van Otago . Daarna doceerde ze muziekgeschiedenis,dirigeerde ze een koor , heeft professioneel gezongen en had ze diverse banen als ambtenaar. Sinds 2002 heeft ze zich full-time op het schrijven gestort. Momenteel woont ze in het lommerrijke Guildfordgebied bij het West-Australische Perth. Ze bewoont er, dichtbij een rivier, een 100 jaar oude cottage, die ze deelt met 2 honden en een kat. Ze heeft ook 4 reeds volwassen kinderen( twee dochters en twee zonen) en 1 kleinkind. Het is afgelegen wonen maar, aangezien ze rust nodig heeft om te schrijven,is het goed voor haar werk.
Children of the Light Isles * De saga van de eilanden van het licht 1. Wolfskin (2003)- Drager van de wolvenvacht 2. Foxmask (2004)- Drager van het wolvenmasker
The hunt is on for a serial killer who is exploring the darkest, most fundamental fears hidden in ancient fairy tales. A predator who kills and then disappears into the shadows.
*** Het verhaal speelt zich af in de Hanzestad Hamburg. Een seriemoordenaar lijkt zich daar te laten inspireren door de sprookjes van de gebroeders Grimm. Als hoofdcommisaris Jan Fabel en zijn team worden geconfronteerd met de eerste dode van een hele reeks ;vallen ze van de ene in de andere verbazing, als blijkt dat de dode de dode niet kan zijn . Russell sleept de lezer met zich mee door subtiele aanwijzigingen te geven die door iedereen met kennis van sprookjes gebruikt kunnen worden om samen met Jan Fabel achter het motief van de dader te komen. Het groepje politiemensen is duidelijk ondergeschikt aan het verhaal dat subliem is opgebouwd. In dit boek speelt de stad Hamburg, alsmede het vlakke Noord-Duitse landschap, een grote rol, bijna als een extra karakter in het boek. Tegelijkertijd veroorzaakt een auteur veel ophef met zijn boek, waarin één van de gebroeders Grimm wordt geportretteerd als een wrede moordenaar.
In een verhaal met snelheid weet de schrijver de aandacht op te eisen en die stijgt evenredig met de verloop van gebeurtenissen waarin Jan Fabel en zijn mensen worden meegevoerd. De basis is een erg goede keuze van hem temeer daar de sprookjes van Grimm voor niemand onbekende verhalen zijn. Dit uitgangspunt stimuleert het verbeeldingsvermogen van de lezer sterk en laat je meedenken welk thema bij de volgende moord is gebruikt. Door dit concept is het hem gelukt om de betrokkenheid gedurende het verhaal sterk te laten toenemen. De plot is weinig voorspelbaar, steekt goed in elkaar , gezien de diversiteit aan potentiële daders die de revue passeren. De geharde thrillerliefhebber zal echter volop genieten van de spannende scènes, het speurwerk van onze Duitse vrienden, de incidentele kijkjes in een zieke moordenaarsgeest en niet te vergeten de knappe spanningsopbouw naar een verbluffende climax.
Craig Russell , is een Britse schrijver geboren in 1956 in Fife, Scotland. Hij werkte als politie-officier en later als copywriter en directeur in de advertentie industrie.. Russell, interesseert zich sinds lang in de na-oorlogse Duitse gemeenschap en geschiedenis en sinds 1990 is hij een freelance schrijver. Zijn eerste boek , in de serie met Jan Fabel , de hoofcommisaris van de Duitse Moordbrigade is " Blood Eagle ". Zijn opvolger " Brother Grimm " ( Wolfsfährte ), kreeg een nominatie voor de Dagger Award shortlist van 2007. Craig Russell won tevens de Hamburg Polizeistern Award. Hij woont samen met zijn vrouw en twee kinderen in Pertshire in West-Schotland
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
"Oorlog: een laffe vlucht uit de problemen van de vrede."
De vrouw is het enige geschenk dat zichzelf verpakt.
Hondenleven
Lekker slapen, heerlijk zacht, stilletjes liggen, weinig gapen. op tijd je eten, wat had je gedacht? Een wandeling elke dag Poezen pakken als het mag. Boze dieven buiten gooien, altijd weg met vlooien. Vertroeteld worden door de baas, konijntjes vangen en soms een haas. Nooit in de kou een beentje kluiven, rollebollen en springen naar de duiven. Putten graven, liefst heel diep en hopen dat 't baasje ze niet ziet. En heel soms in 't bedje slapen, Zachtjes dromen van mijn vriendjes en alle lieve kindjes. Wat is het fijn, hier een hond te zijn.
ZO - heb het weer eens gelapt zé ! ruitenlappen , zooitje van niets
Tezamen aan de dis gezeten zijn wij verzoend met ons bestaan , zolang wij niet bij ons geweten en bij ons hart te rade gaan.
Heere Heeresma
Paul Auster
James Patterson
John Le Carré
Lezen vrijwaart je van gekooide gedachten .
"Bij processen van terroristen zit de zaal bomvol."
Ervaring is eenvoudig de naam die we aan onze fouten geven.
Dankbaarheid is een bloemke , dat in weinig hoven bloeit. -Guido Gezelle.
Emoties, ach,mevrouw, emoties Zijn zo vies ; vis die niet kan zwemmen In mijn uitgekookte zee van ironie .
Armoede brengt volkeren tot revoluties en revoluties brengen het volk weer tot armoede .
Je kunt wel roepen dat je op het juiste spoor zit, maar daar schiet je niks mee op, als de trein stil staat.
Neem eens afstand, dat geeft meer zicht.
Sommige mensen worden zozeer bewierookt dat ze de verstikkingsdood sterven.
Humor is de zwemgordel op de rivier van het leven
Alleen een gek voelt
met beide voeten
hoe diep het water is
Als iemand bij me aanbelt, doe ik altijd mijn jas aan voordat ik de deur open doe. Minder leuk gezelschap zeg ik: "Sorry, ik moet juist weg." Wel leuk gezelschap: "Wat leuk, ik kom net thuis."
"Een bibliothecaris is een boekhouder."
Want men moet nooit te lang verwijlen In den warmen schoot van 't geluk : De schoonste illusies verijlen Onder een voortdurenden druk.
Moeilijker dan leven zonder toekomst is leven zonder verleden. .
Wie twijfelt aan zijn eigen eerlijkheid begint eerlijk te zijn
John Grisham
Er is iets dat de voortijden ons leren En ook de zon die net is opgegaan . Het eeuwige lot der mensen is ontberen, Je hebt alleen wat je kunt laten staan.
Door al wat je bezit laat je je leiden, En waar je meester bent, en je ook knecht, Behoefte ziet zich van genot gescheiden, En plicht hecht zich meteen aan ieder recht.
Als men de taal met een handschoen vergelijkt, die om een inhoud getrokken is, dan past de Duitse, Franse en Italiaanse te ruim, de Nederlandse te strak, terwijl de Engelse als gegoten zit.