Heel af en toe ontmoet je iemand die een enorme indruk op je achterlaat. Gisteren heb ik zo iemand ontmoet.
Ik kende haar al van haar twee blogjes. Al meer dan een jaar lees ik met afgrijzen over haar verschrikkelijke jeugd op haar blog Huismusje en met plezier haar uitgesproken mening op haar blog Troubadoerke.
Als je een blog leest zonder de persoon echt te kennen, dan vorm je in je gedachten een beeld van die persoon zoals je dat met een personage in een boek doet.
Soms valt het mee als je daarna een acteur die rol ziet spelen in een film over het boek, dan denk je: ja, zo had ik me dat personage voorgesteld of, neeje...zo had ik me hem/haar toch niet voorgesteld.
Maar Huismusje was nu nèt helemaal zoals ik me haar had voorgesteld.
Een imposante, indrukwekkende vrouw. Vrij groot en slank en mooi en wat me vooral opviel waren haar ongelooflijk mooie handen.
Lange, fijne, elegante vingers. Ik stel me nu voor hoe ze dartel over haar PC toetsen springen tijdens het typen en ik zie nu ook de lach op haar gezicht komen als ze dit leest, want ze lacht ook graag en veel.
Zij vindt zichzelf stuurs. Ik vond ze helemaal niet stuurs, maar dat was niet uit haar hoofd te praten.
Sommige mensen met een naar verleden zijn gebroken, en dat zie je eraan, die lopen bijna gebukt onder al het leed dat hen werd aangedaan.
Huismusje niet. Die loopt kaarsrecht, kin vooruit, schouders achteruit en een blik in haar wijze ogen van: kom maar op als je durft, mij zal je niet klein krijgen, ik heb al teveel meegemaakt!"
Huismusje is een vrouw waarvan je nadien denkt, verdorie zon vriendin wil ik er nog gerust bij als ze mij wil toelaten in haar vriendenkring.
Nu hoop ik niet dat jullie denken dat ik de andere personen die ik gisteren ontmoet heb niet als vriend of vriendin wil. Jazeker, en dat weten zij trouwens ook wel, maar hen had ik al ontmoet en wij zijn inmiddels al vrienden geworden. Myette die er twintig jaar jonger uitziet dan ze is, Caerwyn.... een twee meter lange man die elk vrouwenhart zou kunnen laten smelten. Paz... daar zijn gewoon geen woorden voor, al bijna dertig jaar mijn lieve vriendin die al het lief en leed in mijn leven deelt en de juiste plaats weet te geven.
We hebben omdat het al zo laat werd echt met moeite een einde moeten maken aan ons babbelmiddag. Paz en Musje liepen richting Rooseveltplaats en zoals je bij Troubadoerke kan lezen, in de gietende regen!
Ik moest afdalen in de catacomben van de Antwerpse metro. Een hele onderneming voor iemand die zwaar geteisterd wordt door claustrofobische aanvallen.
Als je de metro ingaat in het Centraal Station dan is het net of je afdaalt naar het middelpunt van de aarde.
Ik had natuurlijk ook geen tramkaart ...vergeten...net zoals mijn paraplu.
Omdat ik niet veel met de tram rijd wist ik niet goed waar de verkoopautomaten stonden, maar net aan de tramhalte stond er een. Ik stak mijn protonkaart in de daartoe bestemde gleuf, duwde op de juiste knopjes, hoorde achter me de tram stoppen, keek achterom: het was natuurlijk mijn tram. Ik keek in alle mogelijke uitganggleufjes: geen kaart.
De trambestuurder keek in mijn richting, hij wachtte geduldig. Ik wat minder geduldig, ik kreeg al zin om tegen de automaat te stampen en hardop te gillen.
Tussen mijn tanden vloekend stapte ik dan maar de tram op, acht euro lichter en vroeg aan de bestuurder om een ticket en zei hem dat ik van de automaat geen tramkaart had gekregen.
De wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Die lieve schat zei : t marcheert precies nie eh madammeke, da gebeurt nog zenne, k zal is efkes gon zien en stapte tot mijn grote verbazing uit de tram en ging zelf alle toetsen nog eens bewerken maar met hetzelfde resultaat: geen ticket.
We liepen samen terug naar de tram en terwijl babbelde hij lustig verder: ja madammeke das spijtig, maar da gebeurt hier nog zenne, t is nie bij u alleen, k moet nu een briefke schrijven welke automaat het was en dan belde morgen mor nor de lijn en die zulle u dan een nieuw ticket sture en dan zijt ge uw acht euro niet kwijt.
Met een brede, vriendelijke glimlach overhandigde hij mij het geschreven ticketje en reed toen lustig fluitend verder.
Zeg nu tegen mij nooit meer iets kwaad van de mannen van De Lijn!
Op de Belgiëlei kwam toen de eerste donderslag en de eerste bliksemschicht, en toen gingen de hemelsluizen open en viel de regen met bakken uit de lucht.
Daar zat ik, sandalen, blote voeten, geen jas, geen paraplu...dan maar ventje opgebeld vanop de tram.
De lieve schat stond aan de tramhalte op me te wachten met een grote paraplu en andere schoenen.
Huismusje en Paz, ik neem alles terug wat ik over ventje gezegd heb. Hij is gewoon perfect!
|