pagina 22 uit “ Uit liefde voor het leven”
“ Oud worden is ons lot, dat weten we. Vaag. Ieder denkt dat hij ervan op de hoogte is, maar het blijft een abstract begrip, en al ben je je bewust van het collectieve lot van de soort, daarmee ben je nog geenszins voorbereid op de eenzame ervaring ZELF oud te zijn en de hartverscheurende ervaring ZELF dood te gaan. Je kunt lang leven en daarbij rustigjes vaststellen dat het een algemene regel is. Sommigen lukt het zelfs zich ervan te overtuigen dat zij een uitzondering zullen zijn ... de sukkels!
Als je eens en voor altijd zou weten dat je 'een oud wijf'' bent, denk ik dat je eraan zou wennen. Het drama is dat je dat in het begin vergeet. Met een beetje geluk gaat het jarenlang op en neer. En dan op een dag moet je het wel toegeven, dan merk je dat je voortdurend oud bent. Dat is echt het moment dat er een omslag plaatsvindt en je alles opnieuw moet leren. Je bent niet alleen een oud wijf, dat kun je nog naast je neerleggen; maar je hebt ook oude botten die poreus worden, een oude maag die dat heerlijk branderig gevoel van alcohol niet goed verdraagt, een oud brein dat niet meer op namen kan komen en vervolgens niet meer op woorden, oude bloedvaten die verslappen terwijl je slagaders verkalken, en je leeft met een oude liefde bij wie je dezelfde symptomen waarneemt, of juist zonder liefde, met alleen een foto, die onveranderlijk in een zilveren lijstje op je nachtkastje staat.
Natuurlijk heb je nog je familie. Maar langzamerhand word je door je naasten steeds minder als individu gezien. Ze hebben het over 'de ouwelui ' waarna ze overgaan op 'arme mama' of 'mijn oude vader'....Ze verwachten geen verrassingen meer, afgezien van een infarct, een gebroken dijbeen, een beroerte of de verschrikkingen van de sluipende ziekte van Alzheimer. “ ...
geschreven door Benoîte Groult
Beoordeling Bojako : geen page turner, maar zeker de moeite waard om als 'oud wijf' te lezen! ;-)
Benoîte Groult (Parijs, 31 januari 1920) is een Frans, feministisch schrijfster.
Aan het begin van haar loopbaan gaf Benoîte Groult les aan Courd Bossuet. In 1944 kwam ze in dienst bij de omroepkrant en zou daar tot 1953 blijven. Ze trouwde in 1951 met Georges de Caunes met wie zij twee dochters kreeg, Blandine en Lison. Na het overlijden van Caunes huwde ze de romanschrijver en journalist Paul Guimard van wie ze nog een dochter kreeg, Constance.
Benoîte Groult werkte mee aan verschillende tijdschriften zoals "Elle" en "Parents".
Vanaf haar jeugd had zij plezier in het schrijven. Maar pas op rijpere leeftijd maakte zij haar debuut. Eerst samen met haar zuster Flora: Journal à quatre mains (1963), Le Féminin pluriel (1965) en Il était deux fois (1967).
Haar leven en werk getuigen van de ingrijpende veranderingen in de verhoudingen tussen mannen en vrouwen die in 20e eeuw hebben plaatsgevonden. Het feminisme speelt een belangrijke rol in haar werk.
In 1978 richtte Benoîte Groult samen met Claude Servan-Schreiber een feministisch maandblad op: "F Magazine", waarvoor zij de hoofdartikelen redigeerde.
Tussen 1984 en 1986, nam zij het voorzitterschap op zich van de commissie die verantwoordelijk is voor de feminisering van de namen van beroepen en functies e.d. Deze commissie was ingesteld door Yvette Roudy, toenmalig minister van de rechten van de vrouw. In deze commissie werkten grammatici, taalkundigen en schrijvers.
Sinds 1982 is Benoîte Groult lid van de jury Fémina. In 1997 heeft zij in de jury van het Filmfestival Cannes gezeten. Benoîte Groult heeft de onderscheiding van officier de la Légion d'honneur (Officier van het Legioen van Eer) gekregen.
|