Deze namiddag zijn we aangekomen in Torigny-sur-Vire, 550 kilometer van huis. We staan op een eenvoudige camping met goed sanitair. Veel volk is er nog niet. Morgen zetten we de trip verder en doen er nog 390 kilometer bij. De rit gaat permanent westwaarts, naar de oceaan. Ik denk dat we rond 14 uur in Landéda zullen aankomen.
Het is zondag 14 mei. We maken alles in gereedheid voor het vertrek van morgenvroeg. De caravan staat klaar, de banden zijn op de juiste spanning, 3,9 kilo, en de camionette is volgeladen met kampeermeubelen, stroomkabels, schoeisel, keukengerei en andere technische spullen. Vandaag nog even voltanken en de adblue bijvullen. Dan kunnen we morgen, maandag, liefst rond 7 uur starten. De eerste trip gaat naar Normandië, Basse Normandie, departement Manche, naar Torigny-sur-Vire. Daar is een geschikte doorgangscamping, vlak tegen de grote weg. De rit bedraagt 530 kilometer.
“En ze leefden veel en kregen lange kinderen”. Zo eindigt meestal het sprookje. Morgen staat de neus van de caravan richting noorden. Dan verlaten we Merry-sur-Yonne, Bourgondië en Frankrijk. De trip zit er dan weeral op. We komen beslist nog dikwijls terug naar onze camping in Merry, in Bourgondië. Ik heb net een stafkaart gekocht en wat wandelboekjes met voettochten van 12 tot 30 kilometer, perfecte afstanden. De camping is gans het jaar open en dus kunnen we in november of april terug komen. We kunnen Merry ook kiezen als tussendoel voor een verdere verplaatsing naar het zuiden. We zijn hier altijd welkom. Thuis kan de caravan opgeruimd worden. Dit moet snel gebeuren, want twee weken later gaat de caravan terug aan de haak van de Mercedes Vito. We maken ons klaar voor een lang verblijf in Bretagne, departement Finistère. We worden half mei verwacht in Landéda, op camping Les Abers. Voor vele lezers van deze blog is dit geen nieuws. Voor ons is “les Abers” telkens een beetje thuiskomen. Houd uw adem in en volg ons vanaf 15 mei op deze blog!
Camping Merry-sur-Yonne wordt gerund door een groepje jonge mensen, Engels en Frans. Zij bezitten het vermogen om bijzonder klantvriendelijk om te gaan met hun kampeerders. Het is geen commerciële vriendelijkheid, maar authentieke klantvriendelijkheid. Zij zorgen ervoor dat hun bezoekers een leuke tijd doorbrengen op hun camping. Het is niet alleen een camping, je kan er ook goed eten en er worden kamers verhuurd. De camping is nog in aanbouw: sanitair moet nog uitgebreid worden en de technische voorzieningen zijn in ontwerpfase. Wij betalen 11 euro per nacht. Merry-sur-Yonne heeft ook een lavoir. Door de slechte invloed van Miele en Bosch komen de rondborstige dames niet meer naar hun lavoir, maar laten ze thuis hun wasmachine draaien. Gedaan met de maandagse roddelpartij, waarbij het wasgoed geschrobd werd en de lakens uitgespreid werden over het grasveld. De lavoir is nu een stille herinnering aan een sociaal leven van weleer. Dan heb ik mijn stoute of brave schoenen aangetrokken voor een wandelingetje van zes kilometer langs de Saussois, een opvallende rotspartij. Na de middag zijn Bea en Diarmuid mee gegaan voor een voettocht van 14 kilometer naar Châtel-Sensoir en Magny. De tocht ging langs het Canal du Nivernais en de Yonne.
We zijn naar Auxerre gereden. En nu waren de winkels ook open. Leve de Visakaart! Na Auxerre kwam Vézelay aan de beurt. Vorig jaar waren we er ook, en het is de moeite waard om er terug te keren. De basiliek is immens groot. Van hieruit vertrekken vele bedevaarders naar Santiago de Compostella. Clamecy ligt op korte afstand van Vézelay. De St.Martinuskerk heerst over de stad.
Deze morgen ben ik om 6 uur opgestaan en een wandelingetje gemaakt door Merry-sur-Yonne met mijn camera rond mijn nek. Hier zie je het dorp in het ochtendgloren. De kerk is werkelijk immens groot, veel te groot voor de paar huizen, die er rond staan.
We zijn aangekomen in Merry-sur-Yonne, in het departement Yonne. Merry is een onooglijk klein dorpje, kleiner dan Puivelde en Melsele. Maar de mega en steenoude kerk is er een waarvan Gaverland alleen maar kan dromen. Het dorp ligt aan de Yonne en aan het kanaal, waar boten met reizigers passeren. Ze moeten hier een nauwe sluis door. De camping is een paradijs, een park, beheerd door Engelsen. De beheerders zijn hun camping volledig aan het vernieuwen en het kleine sanitair is super modern ingericht. Foto’s heb ik nog niet, want het is beginnen regenen. Het stof is van caravan en camionette afgegleden. Morgen trekken we naar Auxerre, hoofdstad van de Yonne.
Digoin is een mooi provinciestadje aan de Loire. De lokale middensstand is ingeslapen terwijl het gonst van bedrijvigheid in Leclerc en Intermarché. De kerk is van een bijzondere stijl, haast Auvergnat. En het postgebouw met zijn mooie torentje valt op tussen de grauwe huizen. Morgen verplaatsen we ons 200 kilometer verder noordwaarts, naar Auxerre. We waren er ook een aantal weken geleden, maar toen waren de winkels dicht. En er ook nog de kliniek, waar ik tien jaar geleden een weekje genoten heb van charmante verpleegsters, overheerlijke maaltijden, geurige operatiezalen en pittige bloedafnames.
We staan nu op camping La Chevrette, de stadscamping van Digoin. De camping ligt aan de Loire en het stadscentrum is vlakbij. Digoin ligt in het uiterste zuidwestelijke hoekje van Bourgondië. Vlakbij is Auvergne. We zijn van plan hier twee nachtjes te blijven. De auto en caravan zijn behoorlijk bedekt met een laag stof. Het wordt tijd dat het eens begint te regenen; bijna één maand hebben we nog geen druppel gezien.
De laatste dag in de Provence besteden we aan wat opruimen, de voortent opplooien en alle klaarmaken voor de reis van morgen. We rijden naar Digoin, in het departement Saône-et-Loire, 400 kilometer verder. Verschiet niet dat er morgen geen verslagje of foto’s verschijnen op de blog, want de dag zal goed gevuld zijn met rijden en installeren. Als foto’s van vandaag volstaan enkele sfeerbeelden van rond de camping.
Het wordt zo stilaan een gewoonte van ons. Elke vrijdag gaan we te voet naar de markt in Lambesc. Sardientjes, vissen uit de Middellandse Zee, look en andere knollen zijn er in overvloed. Stilaan denken we aan opruimen en aan een planning voor de komende dagen. Zondag gaat de caravan aan de trekhaak en dan wordt het een rit noordwaarts. Normaal vermijd ik autostrades en péages, maar omdat er presidentsverkiezingen zijn, zullen vele straten in de dorpen omgedoopt worden tot parking. De Franse kiezers verplaatsen zich per auto, ook al moeten ze maar 100 meter ver. Dan kan je opstoppingen verwachten aan de gemeentehuizen en andere openbare gebouwen.
De barrage Bimont en de barrage Zola zijn meesterwerken van de 19e eeuw. In 1843 is François Zola, papa van de beroemde schrijver Emile Zola, begonnen met de bouw van zijn barrage, een stuwdam. Hij deed dat niet alleen, want nagenoeg de ganse lokale bevolking werd ingeschakeld voor het storten van rotsblokken en het plaatsen van een schuif, om het waterdebiet te regelen in de vallei. Twee stuwdammen beheersen nu de waterregeling van Aix. Via aquaducten en de kanaaltjes van Adam Craponne wordt water netjes naar Aix geleid. Boer en burger verheugd! Wij trokken te voet naar de Barrage Zola. Zoals je op de foto’s kan zien, is het een overweldigend bouwwerk. Ook hier is de aarde rood en geaderd. Hier werd graniet en marmer gewonnen.
Vandaag was het een dagje Marcel Pagnol. Pagnol was de gekende Provençaalse schrijver-cineast, die in 1974 overleed. Hij wordt nog steeds vereerd in gans Provence. Eerst trokken we naar La Treille, waar de familie Pagnol begraven ligt. Ook Marcelleke ligt er vredig te rusten. La Treille was ook het decor van de film “Manon des sources”. Pagnol heeft meerdere werken op zijn naam. Wie kent er niet de titels “Marius”, “La Gloire de mon père”, le “Spoonz”? Fernandel speelde vele rollen in de films van Pagnol. In Aubagne, de geliefde plaats van Pagnol, konden we gelukkig parkeren aan het kerkhof. Mijn GPS zegt trouwens altijd “bestemming bereikt”, wanneer ik aan een kerkhof kom. In Aubagne vind je de tentoonstelling “Le petit monde de Marcel Pagnol”. In model worden de karakters van de films van Pagnol weergegeven. Je zal beslist de komiek Fernandel eruit herkennen. En in Aubagne hadden we weer geluk. De winkels waren tijdelijk gesloten, omdat de straat open ligt.
Vandaag houden we een rustdag tussen twee tochten in. Het dagelijkse ritje naar de bakker, een tripje naar de supermarkt, een boek uitlezen, en dat zal het zowat geweest zijn. Dus veel nieuws valt er vandaag niet te rapen. Lambesc ligt aan de vermaarde Route Nationale 7. Charles Trenet heeft die route bekend gemaakt met zijn charmelied. Deze belangrijke nationale weg start in Parijs en komt uit in Nice. Toen er nog geen autostrade du soleil was, moesten de toeristen met hun Citroën 2 pk, traction avant, Simca of Peugeot 404 van dorp tot dorp naar het zuiden rijden. Het is nu ook nog een drukke weg, maar er zullen nog maar weinig toeristen de route nationale 7 volgen van Parijs tot Nice. De zon schijnt fel, de lucht is zo blauw als maar zijn kan, maar er staat een strakke wind: de mistral! Mistral is een onaangename noorderwind, die uit de Rhônevallei komt en de Provence teistert. Meestal duurt hij een paar dagen.
Bea had gisteren een maxi cake gebakken ter gelegenheid van Pasen. Alle gelegenheden zijn goed voor een het aanleggen van een reserve aan mondvoorraad. Paasmaandag: bijna gans Aix en Marseille heeft het idee om te gaan picknicken in de natuur. Ze hebben hier de gewoonte te parkeren vlak aan een pizzakraam aan de rand van de barrage Bimont. We vonden geen parkeerplaats meer aan de start van onze geplande voettocht. Tien kilometertjes verder hadden we de berg bijna voor ons alleen. Wij zijn via de Col des Portes naar de Citadelle gestapt. Citadelle is veel gezegd, maar het zijn ruïnes uit de 5e eeuw voor Christus. En Bea kon de rugzak dragen: het summum van emancipatie. Zij draagt de watervoorraad; ik belaad mij met de grote wereldproblemen, een zware last voor mij. We hadden een vergezicht op de besneeuwde Alpen, de Mercantour en het gebergte langs de Middellandse zee. Langs een klein observatorium voor sterren en andere hemellichamen konden we terug naar de camionette.
Pasen is een rustdag. Het is een dag om de wandelsokken te wassen, de schoenen en het koper te poetsen, de batterij van de Garmin op te laden en de IGN-stafkaarten te bestuderen. We blijven op de camping en houden ons rustig tot we zeker zijn dat alle klokken uit Rome terug in hun toren genesteld zitten. Morgen vliegen we er terug in en de lucht blijft stralend blauw. Al van begin april hebben we nog geen druppel regen gezien! De Montagne Sainte Victoire lonkt andermaal en ik heb al een voettocht in petto. Morgenvroeg schalt de klaroen om de stapschoenen aan te trekken!
Diarmuid wordt regelmatig gewassen. We kunnen de waterslang van de camping gebruiken. Vauvenargues is een bergdorpje op 15 km van Aix. Picasso had er zijn kasteel (zie foto). Wij hebben een tocht gemaakt aan de noordflank van de Sainte Victoire. Je kan ook over de bergrug stappen, maar dan zijn koord en musketon nodig. Dat is niet voor ons. Tijm en andere Provençaalse kruiden vergezellen ons langs het pad. En weer zagen we de croix de Provence op de bergrug staan. Diarmuid stapt moedig mee en Bea volgt ook nog. Tot hiertoe zijn er dus geen problemen! Morgen is het Pasen en dan houden we een rustdag. Dan staan we vroeg op om de klokken uit Rome toe te wuiven.
Geurige lavendel, tomaten, savon de Marseille en trossen look: markt in Lambesc. Ook wij waren er en deden onze voorraad look in. Lang moesten we niet zoeken om kwaliteit te vinden. Het blijft zomers warm en iedereen lijkt te genieten van de Provençaalse lucht. Maar de echte Provençalen blijken het nog koud te vinden bij 26 graden. Uit gesprekken leer ik dat de jassen pas afgelegd worden vanaf 28-30 graden! Voor ons noorderlingen volstaat een simpele t-shirt.
Montagne Sainte Victoire en het Vreemdelingenlegioen
De bergen in! Vandaag was het zover. Autoritje langs Aix-en-Provence tot Saint–Antonin-sur-Bayon, bergschoenen aan en hop, wij de bergen in! De montagne Sainte Victoire is overweldigend. Rotsformaties steken hoog uit over het Provençaalse landschap. De aarde is ook hier rood en we zijn in de broeiende hitte tot aan het Oppidum gestapt. Dan zijn we doorgereden naar het dorp Puyloubier. Daar ligt het museum en het rusthuis van het Vreemdelingenlegioen. Het valt me op dat vele automobilisten haastig hun GSM wegsteken of hun gordel aantrekken wanneer ik met mijn Mercedes Fourgon passeer. Dat komt door de kleur van mijn vehikel. Er is nauwelijks verschil met het kleur van de dienstvoertuigen van de Gendarmerie.
Nostradamus. Michel de Notredame zat in de laatste klas van de humaniora toen ik in de eerste zat. Ik heb hem dus niet goed gekend. Hij leefde trouwens in de 16e eeuw. Zijn job was geneesheer en raadgever aan beleidsmensen. Met zijn kalender vol voorspellingen raakte hij beroemd en berucht. Een groot deel van zijn leven bracht hij door in Salon-de-Provence. Ons bezoek aan Salon was een eerbetoon aan Michelleke. Veel respect heb ik voor Adam de Craponne, zelfde periode als Nostradamus. Ingenieur Craponne bouwde stuwmeren in de bergen van Ste. Victoire en groef kanaaltjes langs Aix en naar Salon. De landbouw werd er welvarend mee en het was gedaan met de verschroeiende droogte en de verwoestende zondvloed.