Jan Jacob Lodewijk ten Kate was leerling van P.C. Greive, H.F.C. ten Kate en daarna van de Academie voor Beeldende Kunsten te München. Hij woonde en werkte in Den Haag van 1873-1875, Amsterdam 1875, München tot 1890, reis naar Zwitserland 1880, Epe tot 1900, Valkenburg tot 1901, Antwerpen tot 1903, Brussel tot 1906, daarna in Den Haag, Parijs, Nice en Bloemendaal. Uitstekend schilder van landschappen en zeegezichten, maar ook genrestukken en portretten. Tentoonstellingen in Amsterdam, De Haag, Groningen, Antwerpen, Brussel, Parijs.
Hij is geboren op 6 december 1850 in Middelburg Overleden op 28 mei 1929 te Loosduinen
. Paul J.C. Gabriël (1828-1903) . Paul Gabriël werd geboren in Amsterdam. Zijn vader was beeldhouwer en overleed toen hij 5 jaar oud was. De jonge Paul hielp zijn moeder met het schilderen van portretten, om de kost te verdienen voor het grote gezin. Vanaf 1840 volgde Gabriël de avondklas aan de Amsterdamse academie en werkte hij korte periodes bij verschillende leermeesters, zoals de landschapschilder B.C. Koekkoek. Van 1853 tot 1856 verbleef hij in het dorpje Oosterbeek, bij Arnhem. Met bevriende kunstenaars als Anton Mauve en Gerard Bilders werkte hij daar naar de natuur. Na een korte verblijf in Amsterdam woonde hij van 1860 tot 1884 in Brussel en daarna tot aan zijn dood in Scheveningen.
De moeder van mijn overgrootvader Jean Pierre, was Maria Catharina Celestina Gabriël dochter van Paulus Josephus Gabriël en zuster van bovengenoemde schilder.
Oom Constan Dus ook voor vrienden Gabriel. Maar hij is wel Oom Constan voor zijn favoriete neef Henri, de zoon van zijn zuster Célestine, die in de familie van de schilder H.G. ten Cate (1803 - 1856) is ingetrouwd. De kinderloze Gabriel en zijn vrouw richtten hun affectie op hun oudste neefje Henri Gérard. In een brief uit 1895 betreurt Constan Gabriel dat zijn inmiddels zeer bejaarde zuster niet zo'n gelukkig huwelijk heeft gehad met de handelsreiziger, zijn zwager. En hij steekt aan het eind van de brief weer eens een van zijn boutades af over het bestaan van de kunstschilder. Dat deed hij ook in zijn brief aan Geesje "Wat zou het schilderen een mooi iets kunnen zijn, indien veele dingen anders waren ... ik heb er twee nachten op geslapen maar het wil er nog niet in, die turfschuit wil niet aan de kant en ik weet niet hoe die aquarelle nog teregt komt." En even verder: "Wat mij aangaat ben gezond, maar ik heb het spleen. Weet gij wat dat is? Dat is zoo iets, dat men wel in den grond zou willen kruipen." De brief van zes kantjes van Gabriel aan zijn neef Henri eindigt in de marge met hartelijke "groeten indien ik te A. kom zoek ik U op. Oom Constan." Constan, geschreven zonder een t. Dat is in lijn met de fonetische schrijftrant van Gabriel. Maar je ziet het ook in de voornaamverkorting Stan, die eveneens bij de grondvorm Constantinus hoort. Dit lijkt de enige brief, ondertekend met zijn roepnaam, want het blijkt dezelfde brief te zijn die via een veiling en een royale kunsthandel bij het Rijksprentenkabinet is terecht gekomen. Waarna R.J.A. te Rijdt er ook uit concludeert in het Bulletin van het Rijksmuseum van 2007 dat Paul eigenlijk Constan moet zijn. Te Rijdt is de eerste die dit wereldkundig maakt. Over het ontbreken van een trema op de achternaam zegt hij ten onrechte niets. Bron: Leestafel mesdag van calcar
Powerpointpresentatie van schilderijen Cornelis Springer/ Gabriëls. Met dank aan M.J. van Rooy - Schuurmans. Click op het rechtervakje voor het uitschakelen van de blogmuziek.
Geertruida ten Cate (1819-1902), echtgenote van Cornelis Springer.
vorm te geven aan zijn favoriete onderwerp: stadgezichten. Cornelis Springer:
Cornelis Springer is geboren in Amsterdam in 1817, Springer kwam uit een familie van aannemers.Zijn broer Heindrik was een professionele architect en introduceerde bij Cornelis de beginselen van het perspectief en de architectonische vormgeving die zijn om Hij studeerde aan de Amsterdamse Academie voor Schone Kunsten onder Jacobus van der Stok (1795-1874) en Herman Frederik Carel Ten Kate (1822-1891). Springer was een zeer productief schilder, exposeert regelmatig in Amsterdam en Den Haag tussen 1834 en 1890.Als lid van Vereniging van Felix Meritis Amsterdam, kreeg hij een gouden medaille in 1847 en in 1865 werd hij ridder in de Belgische Orde leerlingen waren Ardianus Eversen, Johan Rust en Johan Conrad Greive. Het werk van Cornelis Springer is vertegenwoordigd in vele musea waaronder het Gemeentemuseum, Arnhem, het Museum Boymans van Beuningen, Rotterdam en het Rijksmuseum, Amsterdam.
Cornelis Springer is op 7 mei 1846 gehuwd met Geertruida Gerritsdr. ten Cate, vh Sipgen.( 4e generatie.)
H.G. ten Cate 1838, a wooded river bank in the winter
A wooded riverbank in the winter 1838
Hendrik Gerrit ten Cate.
Geboren op 22 februari 1803 te Amsterdam Overleden op 6 maart 1856 te Amsterdam.
Leerling van P.G. Westenberg. Schilderde portretten-landschappen- vruchten en bloemstillevens, later bij voorkeur stadsgezichten meestal bij maanlicht. Woonde en werkte in Amsterdam. Gaf les o.m. aan Cornelis Springer
Tentoonstellingen: Haarlem 1825-Amsterdam en Den Haag van 1828-1847.
Werken in: Museum Kröller Möller, Otterlo Boymans van Beuningen, Rotterdam Rijksmuseum, Amsterdam Rijksprentenkabinet, Leiden en Amsterdam Frans Halsmuseum en Teyler Museum, Haarlem Haags Gemeente museum.